FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT LAGER ONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
MODEL VAN FUNCTIEBESCHRIJVING KINDERVERZORGER. Instelling: FUNCTIEBESCHRIJVING. Opgemaakt op... Naam:.. Adres:..

FUNCTIEBESCHRIJVING LEERMEESTER BEWEGINGSOPVOEDING LAGER ONDERWIJS

FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT LAGER ONDERWIJS

Instelling: FUNCTIEBESCHRIJVING LEERMEESTER BEWEGINGSOPVOEDING IN HET GEWOON BASISONDERWIJS. Naam:... Adres: Stamboeknummer:...

Wij gaan met plezier naar school.

FUNCTIEBESCHRIJVING. LEERKRACHT LAGER ONDERWIJS (startende leerkracht)

FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT LAGER ONDERWIJS (MET GODSDIENST IN DE OPDRACHT *)

FUNCTIEBESCHRIJVING LEERMEESTER BEWEGINGSOPVOEDING LAGER ONDERWIJS

G.V.Basisschool Hamont-Lo

Scholengemeenschap SAS

MODEL VAN FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT KLEUTERONDERWIJS. Instelling: FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT KLEUTERONDERWIJS. Opgemaakt op...

Een school onderweg. Situatie OLV Workshop 1 Zorg in het BaO: elke leerkracht doet er toe! VVKSO 1

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT

FUNCTIEBESCHRIJVING (KLAS)LEERKRACHT LAGER ONDERWIJS

zorgvisie Heilige familie Lagere school

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

Scholengemeenschap SAS

Vrije Kleuterschool De Link Patronaatstraat 28 Jan Verbertlei Edegem

FUNCTIEBESCHRIJVING LEERKRACHT BEWEGINGSOPVOEDING LAGER ONDERWIJS

FUNCTIEBESCHRIJVING ZORGCOÖRDINATOR

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

FUNCTIEBESCHRIJVING LEERMEESTER BEWEGINGSOPVOEDING LAGER ONDERWIJS

1.3. Leerkrachten kennen de 7 uitgangspunten en passen enkele uitgangspunten bewust en systematisch toe.

FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT KLEUTERONDERWIJS

SG Hageland FUNCTIEBESCHRIJVING ICT-COÖRDINATOR. Naam:... Adres: Stamboeknummer:... Eerste indiensttreding binnen de scholengemeenschap

FUNCTIEBESCHRIJVING LEERKRACHT BEWEGINGSOPVOEDING KLEUTERONDERWIJS

Instelling.. FUNCTIEBESCHRIJVING AMBT KINDERVERZORGER. Naam:... Adres: Stamboeknummer:... Eerste indiensttredingbinnen de scholengemeenschap

ONDERWIJZER MET GODSDIENST IN DE OPDRACHT

FUNCTIEBESCHRIJVING AMBT KINDERVERZORGER

OPVOEDINGSPROJECT. Bv. Binnenklasdifferentiatie. Het uitdagen van de kinderen door gebruik te maken van coöperatieve werkvormen.

Zorgbeleid in het Groene Lilare

Scholengemeenschap SAS

ZORG in de SINT-NIKLAASSCHOOL

Scholengemeenschap SAS

FUNCTIEBESCHRIJVING KLEUTERONDERWIJZER

FUNCTIEBESCHRIJVING AMBT ZORGCOÖRDINATOR

FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT KLEUTERONDERWIJS

FUNCTIEBESCHRIJVING ICT-COÖRDINATOR

Onze visie op zorg. Een geïntegreerd zorgbeleid wordt gedragen door een gedeelde visie op zorg.

Functiebeschrijving mentor

Instelling: FUNCTIEBESCHRIJVING ZORGCOÖRDINATOR IN HET GEWOON BASISONDERWIJS. Naam:... Adres: Stamboeknummer:...

Schema voor functioneringsgesprekken

a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken

Handelingsgericht Werken. Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher

ZORGBELEID. De zorgcoördinator wordt steeds gesteund en bijgestaan door het zorgteam.

Een geïntegreerd zorgbeleid wordt gedragen door een gedeelde visie op zorg.

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

Gemeentelijke Basisschool Haacht

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Opvoedingsproject. A.A. Terruwe

Functiebeschrijving beleidsmedewerker

De HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

Welkom. Gesubsidieerde Vrije Kleuterschool Paal

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

2. Ons opvoedingsproject

Simeacongres 12 december. Handelingsgericht werken (ppt gebaseerd op Pameijer en 1 zorgroute, zie beschrijving workshop Aartje Bouman Fontys OSO

Functiebeschrijving van preventie adviseur

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

1. Interpersoonlijk competent

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Zorg in de (kleuter)school: van visie naar praktijk. 27 maart 2009 met dank aan Monique De Prez

HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE LEERKRACHTEN

Aantekenformulier van het assessment PDG

FUNCTIEBESCHRIJVING Onderwijzer ASV-LO

JUF KLAS KIND. Werkt gedifferentieerd, aanbod in verschillende niveaus. Observeert, krijgt inzicht in graad van ontwikkeling

Integrale Visie op Zorg

FUNCTIEBESCHRIJVING. Naam:... Adres:... Stamboeknummer:... HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE LEERKRACHTEN

Functiebeschrijving DIRECTEUR BASISONDERWIJS

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

Ontmoetingsdag HGW. HGW en gedrag: een uitdaging? 15 september 2011 te Gent Noëlle Pameijer, schoolpsycholoog

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ZORGGIDS. Zorg in onze school

1. Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie.

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

1. Onze visie op zorg

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

Lesvoorbereidingsformulier

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Scholengemeenschap SAS

Procedure zorg basisschool Prinsstraat, lagere school: 1. Handelingsgericht werken als uitgangspunt

Zorgbeleid Zorgbeleid

Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Ontwikkelingsgericht werken

Scholengemeenschap SAS

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Vooraf 3. Inleiding 4

FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR

De algemene basiszorg

Wat doen wij al zo? Graag voorbeelden!

Box 4: Evaluatie HGW in het handelen van de student tijdens stage

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

Het stappenplan van ons zorgbeleid

ZORGVISIE VK T KERSENPITJE

FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR BASISONDERWIJS

Zorg op K.S.T.S. Temse-Velle

Transcriptie:

FUNCTIEBESCHRIJVING KLASLEERKRACHT LAGER ONDERWIJS Naam en voornaam Geboorteplaats en datum Adres woonplaats Telefoonnummers E-mailadres Diploma: soort en datum Hogeschool: naam & adres Nummers: Stamboek rijksregister gezondheid visum Data eerste indiensttreding: in onze SG: TADD: vast benoemd: Naam eerste evaluator: Ann Osselaer DOEL De functiebeschrijving wil - bijdragen tot de waardering voor het personeelslid - de algemeen gestelde en de persoonsgebonden verwachtingen van de schoolleiding in het personeelslid (taken, competenties, leer- en werkpunten..) benoemen - het personeelslid aanzetten tot zelfreflectie op zijn functioneren als leerkracht én als teamlid - het uitgangspunt zijn voor een open communicatie tussen het personeelslid en de directeur - een referentiekader aanreiken voor de permanente opvolging, de ondersteuning en coaching van het personeelslid - de leerkracht stimuleren om de eigen professionaliteit te sturen en te optimaliseren. I. HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE LEERKRACHTEN Van de leerkracht wordt verwacht dat hij bijdraagt aan de realisatie van het opvoedingsproject van de school. Het opvoedingsproject van onze school staat omschreven in het schoolwerkplan. Wat de katholieke school in het algemeen betreft, staan de opdrachten geformuleerd in Opdrachtsverklaring van het katholiek onderwijs in Vlaanderen (VSKO,1994) en in Opvoedingsconcept voor de katholieke basisschool in Vlaanderen (VVKBaO, 2000). Van de leerkracht wordt ook verwacht dat hij de bepalingen respecteert die met betrekking tot de uitvoering van zijn opdracht geformuleerd staan in het Algemeen reglement van het personeel van het katholiek onderwijs (Centraal Paritair Comité van het Katholiek Onderwijs) en in het arbeidsreglement van de school. 1

II. OPDRACHTEN 1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT 1.1 TAKEN Op klas- of leerlingniveau 1.1.1 brengt de christelijke geloofstraditie ter sprake. 1.1.2 neemt het kerkelijk jaar op in bezinningsmomenten en klasinrichting. 1.1.3 neemt deel aan de pastorale zorg van een kind uit zijn klas. Op schoolniveau 1.1.4 denkt na over de levensbeschouwelijke inspiratie van het opvoedingsproject. 1.1.5 participeert aan initiatieven ter profilering van de katholieke basisschool. 1.1.6 bevordert de betrokkenheid van ouders op het identiteitsthema. 1.1.7 legt relaties met de lokale gemeenschap en organisaties (o.a. de parochie). 1.1.8 ziet toe op de naleving van het schoolreglement door de leerlingen. 1.1.9 draagt bij tot de pastorale zorg van kinderen en leden van de school. 1.1.10 neemt deel aan overleg om een beleid te ontwikkelen op schoolniveau. 1.1.11 neemt deel aan vieringen en acties. 1.1.12 zorgt voor integratie van het vak godsdienst. 1.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES Op klas- of leerlingniveau 1.2.1 is bereid om zich te verdiepen in levensbeschouwelijke thema s. 1.2.2 is bereid tot een gesprek met de ouders over de identiteit van de school. 1.2.3 helpt leerlingen waarden ontdekken en verwerven en leeft ze voor. 1.2.4 gaat respectvol om met verscheidenheid en achtergrond van de kinderen. 1.2.5 waardeert elk kind als unieke persoon en gelooft in zijn ontwikkelbaarheid. Op schoolniveau 1.2.6 wil een open gesprek voeren over levensbeschouwelijke thema s. 1.2.7 respecteert het mens- en wereldbeeld van zijn collega's. 1.2.8 wil zijn visie op onderwijs en opvoeding ontwikkelen. 1.2.9 respecteert en waardeert ieders werk. 1.2.10 werkt met anderen samen. 1.2.11 Kiest bij leermiddelen en activiteiten vanuit leerplannen en opvoedingsproject. 1.2.12 beoordeelt initiatieven in overleg en vanuit het pedagogisch project. 2. HET LEERPLAN TOEPASSEN EN HET ONDERWIJSAANBOD ORGANISEREN 2.1 TAKEN Op klas- of leerlingniveau 2.1.1 stelt planningen op. 2.1.2 registreert doelen. 2.1.3 kiest onderwijsleeractiviteiten conform zijn langetermijnplanning. 2.1.4 sluit aan bij de beginsituatie van de leerlingen. 2.1.5 sluit aan bij de belangstelling en de ervaringswereld van de leerlingen. 2.1.6 bevordert de zinvolle samenhang van het onderwijsaanbod. Op schoolniveau 2

2.1.7 volgt de leerplannen. 2.1.8 neemt deel aan het bestuderen en implementeren van de leerplannen. 2.1.9 neemt deel aan het bewaken of versterken van de verticale samenhang. 2.1.10 overlegt met de collega s over de horizontale samenhang. 2.1.11 stemt de klaswerking af op de pedagogische aandachtspunten van de school. 2.1.12 werkt mee aan een gemeenschappelijk doelenpakket. 2.1.13 overlegt over mogelijke differentiatie in het curriculum. 2.1.14 rapporteert over het nastreven en realiseren van eindtermen. 2.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES Op klas- of leerlingniveau 2.2.1 is bij de planning gericht op het raadplegen van de leerplannen. 2.2.2 volgt de ontwikkelingen in de leerplannen voor de eigen leerlingengroep. 2.2.3 werkt aan cognitieve, dynamisch-affectieve en motorische vorming. 2.2.4 respecteert de op schoolniveau vastgelegde verdeling van de onderwijstijd. 2.2.5 integreert leergebiedoverschrijdende leerdoelen in zijn onderwijsaanbod. 2.2.6 kan cursorisch onderwijs en thematisch onderwijs combineren. Op schoolniveau 2.2.7 overlegt over de afstemming van het onderwijsaanbod in de leerlingengroepen. 2.2.8 is vertrouwd met de uitgangspunten van het Ontwikkelingsplan. 2.2.9 neemt de specifieke accenten van de school mee in de eigen initiatieven. 3. ZORGEN VOOR EEN STIMULEREND OPVOEDINGSKLIMAAT EN VOOR EEN KRACHTIGE ONDERWIJSLEEROMGEVING 3.1 TAKEN Op klas- of leerlingniveau 3.1.1 kiest passende didactische werkvormen. 3.1.2 zorgt voor een passende klasschikking en werkafspraken. 3.1.3 zorgt voor een gestructureerde en veilige leer- en leefomgeving. 3.1.4 gebruikt onderwijsmedia die het leerproces ondersteunen. 3.1.5 voorziet toegankelijke informatiebronnen. 3.1.6 volgt passende leermaterialen. 3.1.7 betrekt leerlingen actief bij het onderwijsleerproces. 3.1.8 zet aan tot interactie en communicatie. 3.1.9 zet aan tot reflectie en zelfsturing. 3.1.10 stimuleert het toepassen van het geleerde in gevarieerde situaties. 3.1.11 legt de band met het leven en leren buiten de schoolmuren. 3.1.12 nodigt leerlingen uit om zelf keuzes te maken en zelfstandig te werken. 3.1.13 wendt de beschikbare onderwijstijd efficiënt aan en maakt hierover afspraken. 3.1.14 legt de planning van activiteiten schriftelijk vast. 3.1.15 is aanspreekbaar en observeert de leerlingen ook buiten de klas. Op schoolniveau 3.1.16 neemt deel aan het kiezen of het ontwikkelen van leermiddelen en methoden. 3.1.17 werkt mee aan het documentatiecentrum. 3.1.18 levert (met zijn klas) een bijdrage aan klasoverschrijdende activiteiten. 3.1.19 levert een bijdrage aan in team overlegde maatregelen. 3.1.20 houdt toezicht op de leerlingen buiten het klasverband. 3

3.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES Op klas- of leerlingniveau 3.2.1 geeft de leerlingen een gevoel van veiligheid en geborgenheid. 3.2.2 luistert naar leerlingen en waardeert hun inbreng. 3.2.3 kan zich inleven in de ervaringswereld van zijn leerlingen. 3.2.4 is authentiek (echt) in zijn pedagogische relatie met kinderen. 3.2.5 stelt heldere gedragsregels op en eist een consequente toepassing. 3.2.6 ontwikkelt een positief zelfbeeld bij kinderen. 3.2.7 varieert zijn aanpak doelbewust tussen sterk sturend en open. Op schoolniveau 3.2.8 draagt zorg voor opvoedingsklimaat en gestructureerde schoolomgeving. 3.2.9 zorgt voor de veiligheid, geborgenheid en welbevinden van alle kinderen. 3.2.10 laat leerlingen mee verantwoordelijkheid dragen voor het klimaat en voor de goede werking van de school. 3.2.11 werkt in overeenstemming met het eigen project en de leerplannen. 4. LEERLINGEN EVALUEREN OM ZE IN HUN LEREN EN ONTWIKKELING TE ONDERSTEUNEN 4.1 TAKEN Op klas- of leerlingniveau 4.1.1 registreert de leeruitkomsten van de leerlingen zorgvuldig. 4.1.2 beoordeelt t.o.v. de beoogde leerdoelen. 4.1.3 koppelt vaststellingen en beoordelingen snel naar de leerling terug. 4.1.4 rapporteert over resultaten van de leerlingen naar alle betrokkenen. 4.1.5 rapporteert op passende wijze. 4.1.6 laat de evaluatie efficiënt verlopen. 4.1.7 legt een individueel leerlingendossier aan. Op schoolniveau 4.1.8 neemt deel aan teamoverleg over leerlingenevaluatie op schoolniveau. 4.1.9 neemt deel aan schooloverstijgende peilproeven en interpreteert de resultaten. 4.1.10 neemt deel aan de klasoverstijgende bespreking van de leerlingenresultaten. 4.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES Op klas- of leerlingniveau 4.2.1 beoordeelt leerlingen objectief. 4.2.2 baseert zijn oordeel op verschillende vaststellingen. 4.2.3 communiceert respectvol en constructief over de leerlingen. 4.2.4 waardeert de inspanningen van elke leerling. 4.2.5 beoordeelt leerlingen op dieperliggende processen. 4.2.6 evalueert de leerlingen om ze in hun individuele ontwikkeling te ondersteunen en om zijn didactische handelen daarop af te stemmen. Op schoolniveau 4.2.7 evalueert en de rapporteert zoals in het schoolwerkplan is vastgelegd. 4.2.8 ziet leerlingenresultaten als een kans om het onderwijs op school te optimaliseren. 4

5. GEDIFFERENTIEERD EN ZORGBREED ONDERWIJS REALISEREN 5.1 TAKEN Op klas- of leerlingniveau 5.1.1 past zijn didactische aanpak en de leermiddelen aan de verschillen van de leerlingen aan. 5.1.2 werkt met groeperingsvormen die gedifferentieerd onderwijs bevorderen. 5.1.3 differentieert in het na te streven doelenpakket. 5.1.4 differentieert bij het evalueren. 5.1.5 signaleert risicoleerlingen. 5.1.6 houdt specifieke gegevens over zorgleerlingen zorgvuldig bij. 5.1.7 neemt ten minste zorgleerlingen op in het leerlingvolgsysteem. 5.1.8 organiseert individuele oudercontacten. 5.1.9 voorziet contactmogelijkheid voor ouders. 5.1.10 doet uitzonderlijk een relevant huisbezoek. 5.1.11 treft maatregelen voor kinderen die gedurende een lange tijd afwezig zijn. Op schoolniveau 5.1.12 houdt zorgvuldig de gegevens bij over bijzondere ondersteuning. 5.1.13 overlegt over de realisatie van zorgbreed onderwijs op school. 5.1.14 neemt deel aan het multidisciplinair leerlingenoverleg. 5.1.15 werkt samen om gedifferentieerd of zorgbreed onderwijs te bevorderen. 5.1.16 werkt mee aan initiatieven voor kansarme leerlingen. 5.1.17 participeert aan samenwerking met het buitengewoon onderwijs. 5.1.18 verzamelt de nodige GOK-gegevens. 5.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES Op klas- of leerlingniveau 5.2.1 spreekt positief en met optimisme over zijn leerlingen. 5.2.2 houdt rekening met de beginsituatie van elke individuele leerling. 5.2.3 respecteert iedere leerling. 5.2.4 levert extra inspanningen en geduld aan zorgleerlingen. 5.2.5 spant zich in voor goede communicatie met ouders van zorgenkinderen. Op schoolniveau 5.2.6 kan samenwerken met interne en externe ondersteuners. 5.2.7 is positief ingesteld t.o.v. kansengelijkheid en zorg voor leerbedreigden. 6. MEEWERKEN AAN DE KWALITEITSZORG EN DE ALGEMENE SCHOOLORGANISATIE 6.1 TAKEN 6.1.1 neemt deel aan de periodieke overlegmomenten (o.a. personeelsvergaderingen). 6.1.2 levert zijn bijdrage aan de schoolwerkplanning. 6.1.3 neemt deel aan schoolzelfevaluatie. 6.1.4 werkt mee aan externe verantwoording (o.a. inspectie). 6.1.5 werkt mee aan initiatieven rond beleid en besluitvorming. 6.1.6 werkt mee aan goede afstemming tussen kleuter, lager- en secundair onderwijs. 6.1.7 participeert aan vernieuwingsprojecten. 6.1.8 neemt deel aan het overleg over vernieuwingsprojecten. 5

6.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES 6.2.1 respecteert het Algemeen Reglement en het arbeidsreglement. 6.2.2 respecteert de directeur. 6.2.3 werkt samen met collega s met een specifieke pedagogische opdracht. 6.2.4 doet een relevante inbreng in de discussie over het eigen opvoedingsproject. III. SCHOOLSPECIFIEKE OPDRACHTEN 7.1.1 Alle afspraken die in het arbeidsreglement en het schoolwerkplan staan gelden voor alle personeelsleden. Ook de afspraken die gedurende het schooljaar gemaakt worden op de pedagogische en/of personeelsvergaderingen zijn bindend. IV. PROFESSIONELE ONTWIKKELING 8.1 TAKEN 8.1.1 neemt deel aan initiatieven rond professionalisering. 8.1.2 neemt deel aan functioneringsgesprekken. 8.1.3 levert een bijdrage in de begeleiding van nieuwe collega s en stagiairs. 8.2 ATTITUDES EN COMPETENTIES 8.2.1 reflecteert kritisch op zijn professioneel handelen. 8.2.2 is bereid om zijn visie en aanpak bij te sturen. 8.2.3 is erop gericht om van anderen te leren. 8.2.4 neemt deel aan nascholingssessies en begeleidingstrajecten. 8.2.5 werkt vanuit een visie op onderwijs en opvoeding. 8.2.6 communiceert over eigen beroepservaring met collega s. 8.2.7 ondersteunt collega s in hun professionele ontwikkeling. 8.2.8 werkt constructief mee aan personeelsevaluatie. V. PERSOONLIJKE WERKPUNTEN TAKEN ATTITUDES EN COMPETENTIES 6

MDO kind : Datum : 2004-2005 Aanwezigen overleg 0 CLB : 0 Klastitularis 0 moeder/vader : 0 directie... 0 revalidatie : 0 zorgcoördinator : 0 therapeut : 0 taak/zorgjuf : 0 andere : 1. Probleemstelling 2. Wat gebeurde er? In de klas : Met medewerking van de zorgploeg : Externe hulp : 3. Hulpvragen? 4. Handelingsplan afspraken Klas Zorgploeg Taakklas therapeuten CLB Andere

Aanmeldingsfiche MDO Datum :25/11/2011 Kind: Chris Geboortedatum: Klas : K3A Aanwezigen overleg 0 CLB : Jeroen Deridder 0 Klastitularis : Juf Kimberly 0 Moeder/Vader : 0 Directie : Ann Van Damme 0 Revalidatie : 0 Zorgleerkracht : Veerle Boucherie 0 Therapeut : 0 Andere : 1. Balans POSITIEVE KENMERKEN + (Welke kenmerken spelen bij de kleuter en omgeving in zijn/haar voordeel, zijn mooi om te zien, bieden kansen) Komt graag naar school Bewegingsopvoeding: Hij sport graag en wil als hij in de turnzaal komt zo snel mogelijk bewegen en zo lang mogelijk blijven sporten bewegen. Positieve ingesteldheid NEGATIEVE -? (Welke kenmerken spelen bij de kleuter en omgeving in zijn/haar nadeel, zijn zorgwekkend, vormen een obstakel) Doet niks tegen zijn zin! Kan samen werken aan iets Wil graag de juf helpen bij het opruimen van de klas! Emotioneel Sociaal Wisselt snel van emotie! Reageert heel anders in een andere omgeving! Doet vaak kinderen pijn, daagt hen uit. Bazig Heeft weinig vriendjes door zijn gedrag Vaak onbeleefd! kan geen sorry zeggen! Bewegingsopvoeding: Chris vindt meestal geen vriendje om bij hem in de rij te staan. Is heel nieuwsgierig naar iets Moreel Kan moeilijk afspraken en regels naleven Reageert onverschillig op opmerkingen, wil steeds het laatste woord hebben Kan moeilijk iets volhouden, als hij zichzelf iets voorneemt Godsdienstig Kan moeilijk stil worden! weinig respect naar anderen Vormgeving zit goed! Komt ook vaak werken aan knutselwerkjes Grof Motorisch sterk Bewegingsopvoeding: Zelfzeker in het ontdekken van de lichamelijke mogelijkheden. Muzisch Motorisch Zintuiglijk pengreep nog niet oké Ruimtelijk inzicht knap tijdsbesef oké herkent al heel veel cijfers meer, minder, evenveel, Denkontwikkeling herkent geen donker blauw = zwart Begrijpt meervoudige opdrachten kan verhalen goed navertellen Taalontwikkeling rijmen gaat goed heel slechte uitspraak: problemen met r,s, Is zeer zelfstandig om kledij, aan te doen Zelfsturing Voortdurend afgeleid 2. Hulpvragen (Wat heeft de leerling nodig om beter te kunnen functioneren?) Wat heeft de leerling zelf nodig? Duidelijke afspraken zowel thuis als in school

Logo Wat hebben de ouders van de leerling nodig? Bewustwording van zijn gedrag Wat heeft de leerkracht nodig? 3. Wat gebeurde er? In de klas : beloningssystemen helpen niet bij hem In zorg : In Externe hulp : 4. Handelingsplan afspraken Datum/klas Afspraken, interventies en hulpmiddelen Kind/ Klas/ Interne Zorg/ Ouders/ Externe Zorg (Therapeuten/ CLB /Reva/ Andere) 25/11/11 Klas Werken rond de fijne motoriek. Kind 25/11/11 Interne Zorg Taal observeren doorsturen naar Kristel voor taalscreening 25/11/11 Ouders Voorstellen van stopproject. Laten contact opnemen met het clb. via Mina. Volgend project start in januari. Navragen hoe hij thuis is? -taalscreening voorstellen Termijn Vrijdag 25/11/11 Opvolging slechte zinsbouw, vervoegingen, articulatie (s, z, sch ) logoscreening zeker aanvragen Ouders willen hier niet op ingegaan. Hebben een eigen systeem bedacht. Werken met mannekes tekenen, na 5 mag hij iets leuk doen. 25/11/11 Externe Zorg Taalscreening aanvragen via Kristel.

INTERVENTIEFICHE VAN : Chris Datum/klas Afspraken, interventies en/of hulpmiddelen. Kind/klas/interne zorg/ouders/externe zorg (therapeuten, CLB, REVA, andere) Termijn Opvolging 3 de kl. 2011-2012 16/02/2012 Mdo -Gedrag blijft een moeilijk probleem. Ouders willen niet ingaan op externe hulp. -Hebben een eigen systeem bedacht -Logoscreening nog niet doorgegaan. -nog eens voorstellen om contact op te nemen met Mina -structuur in het eerste leerjaar zal hem ten goede komen. 1/03/2012 Mama Oudercontact: is niet gekomen naar het oudercontact: nieuwe afspraak gemaakt 12/03/2012 OC -taal enorme achterstand slechte zinsbouw, articulatie Logoscreening is gebeurd. Logo is aangeraden. -gedrag van Chris: voelt zich steeds aangevallen of benadeeld. Thuis toont hij ook moeilijk gedrag. Wordt vaak hard aangepakt door de papa naar meerdere verwittigingen. Krijgt dan kletsen. Chris vertoont in de klas ook vaak fysiek geweld. Gebruikt een ongepaste woordenschat. Voorstel mama om contact op te nemen met clb de psychologe om tips te krijgen rond zijn gedrag. -motoriek geen soepele motoriek Maart 12 Interne zorg -Werken rond de motoriek Chris heft steeds zijn hand op bij het schrijven. -Werken rond zijn sociaal gedrag. - werken met een stoplicht voor zijn gedrag 19/04/2012 mdo Chris ging volledig uit de bol. Directie heeft de mama gecontacteerd om langs te komen. Voorstel aan mama om verder door te sturen voor hulp. Uitgebreid psychiatrisch onderzoek zou goed zijn. Via de huisarts een stap ondernemen? Clb? Vraag vanuit de school: om zeker een stap te ondernemen. Juf en kinderen leiden eronder. -bellen naar stopproject -huisarts contacteren -clb Systeem werkt niet. Nieuwe aanvraag in maart. Mama houdt ons op de hoogte wanneer hij start. Clb folder meegegeven Stopproject? Navragen of er nog plaats is en eventueel voor volgend schooljaar. -wekelijks afspraak maken met de mama om zijn gedrag te overlopen.

19/04/12 OC Oudercontact met mama, klasjuf, zorgjuf, directie Externe zorg: Mama heeft contact gehad met Mina (stopproject): 8 mei afspraak gemaakt. -Contact opgenomen met kinderpsychiater van het St.-Paulaziekenhuis. Kind: -werken met een heen en weer schriftje: vermelden hoe de dag is verlopen. Schematische voorstelling van waar hij naar toe moet op het einde van de dag. Opvang of opgehaald worden door de mama. 19/04/12 klas 25/04/12 OC Oudercontact met papa, klasjuf, zorgjuf directie Externe zorg: -Gesprek met Mina voor het stopproject is verlegd naar 3 mei. Papa houdt ons op de hoogte Thuis: -Probleem thuis: kdn. liggen te laat in bed. Mama staat te laat op om de kdn naar school te brengen. Papa denkt om hem eventueel op internaat te sturen om hem meer structuur aan te bieden. School: -Afspraak: aanbrengen van een duidelijk schema voor de kdn. om op tijd te komen in school. Karin brengt dit aan bij Katie. -directie spreekt mama nog eens aan ivm het te laat komen. 25/05/12 mdo Oudercontact afwachten mama Contact opnemen met Mina. Afspraak maken. In de klas minder woedeaanvallen. Er dadelijk op inspelen wanneer hij kwaad begint te worden. 22/06/12 Externe zorg 1a 2012-2013 sept 12 externe Gesprek Mina: ze ging het stopproject beter opvolgen en de mama nog eens contacteren Chris startte logo bij Catherine Van Landeghem. (articulatie) zorg 24/09/ 12 klas terug gestart met heen en weer schriftje (gedrag) 01/10/ 12 klas gestart met stempelkaart (goede reactie bij boos-zijn) 04/10/ 12 OC oudercontact met mama i.v.m. gedrag STOP-project start in januari! 29/11/ 12 externe zorg overleg met logo Chris is ontstuimig, hevig maar niet stout, heeft geen uitbarstingen doet heel hard zijn best omdat hij zo snel mogelijk wil stoppen met logo Volgende afspraak mama: 21 mei 12 om 15.30 Loopt goed het heeft hem een houvast. Lukt dan beter STOP-project zal al starten op 13 december (tot krokusvakantie)

HANDELINGSGERICHT WERKEN UITGANGSPUNT WAT BETEKENT DIT CONCREET? WAT DOEN WE AL OP DIE MANIER? WAT ZOU HANDELINGSGERICHTER KUNNEN? 1. ONDERWIJSBEHOEFTEN Ik denk na, kijk en praat over wat dit kind nodig heeft om een volgende stap te kunnen zetten, m.n. zijn onderwijsbehoeften. Al mijn activiteiten zijn erop gericht zicht te krijgen op wat dit kind nodig heeft en wat een positief effect heeft op het kind i.p.v. wat er mis is met dit kind. M.a.w. Ik benoem de onderwijsbehoeften van dit kind en vertaal dit naar een passend onderwijsaanbod. 2. WISSELWERKING EN AFSTEMMING Ik realiseer me dat een kind geen eiland is, maar leeft in interactie met zijn omgeving. Elke situatie is immers uniek! Ik neem in mijn denken over dit kind dus voortdurend de context mee: dit kind, in deze groep, bij deze leerkracht, in deze school en van deze ouders (5 aspecten) Ik focus daarom op datgene wat ik al bied als leerkracht en wat goed loopt zodat ik dit kan verder zetten op datgene wat nog meer kan afgestemd worden op de behoeften van dit kind. 3. DE LEERKRACHT DOET ERTOE Ik realiseer me welke cruciale rol ik heb in het ontwikkelingsproces van kinderen en daarom ga ik na wat al goed lukt en waarin ik nog verder dien te groeien. Concreet betekent dit: Wat kan ik zelf aan? Wat heb ik nog nodig, wat zijn mijn ondersteuningsbehoeften? kennis over vaardigheden om ondersteuning bij extra materiaal voor een collega die een directie die een zorgco, zorgteam, CLB, PB, die 4. POSITIEVE ASPECTEN Ik zoek, zie/hoor, benoem, noteer en benut (5 aspecten) de sterke kanten van het kind, de ouders, de groep, de leerkracht, de zorgco, het zorgteam, de directie, het CLB, de pedagogisch begeleider. Ik focus bij het kind op al lukt, op de momenten dat het wel goed gaat, waardoor zijn motivatie toeneemt.

5. SAMENWERKING Ik weet dat de leerkracht, de zorgcoördinator, het zorgteam en de directeur de onderwijsprofessionals zijn die de verantwoordelijkheid dragen voor goed basisonderwijs en daardoor hun werking op elkaar dienen af te stemmen. De leerkracht blijft echter de spil in het onderwijsgebeuren van het kind. Ik erken bovendien dat de ouders de ervaringsdeskundigen zijn waardoor een goede communicatie met hen fundamenteel is. Ik realiseer dat ook externe medewerkers zoals CLB, PB, bevoorrechte partners zijn die ondersteuning kunnen bieden bij het zorgproces. Maar ik besef dat de belangrijkste samenwerkingspartner allicht wel het kind zelf is Door samen met het kind zijn eigen handelingsplan op te stellen, groeit vaak ook zijn betrokkenheid en zijn motivatie. Ik zie het kind als eigenaar van zijn eigen ontwikkeling en ga hierover met hem in gesprek. 6. DOELGERICHT Ik vraag me van meet af aan af waar ik naartoe wil met dit kind en wat ik precies wil bereiken. Ik onderzoek alleen wat strikt noodzakelijk is om een goed plan te kunnen opzetten. Ik ga voor zeer concrete doelen die volgens het SMARTprincipe werden opgebouwd: Is het na te streven eindresultaar voldoende concreet en ondubbelzinnig?(specifiek) Is het effect meetbaar? (Meetbaar) Is er een draagvlak voor wat we gaan doen? (Acceptabel) Zijn het realistische doelen die haalbaar zijn? (Realistisch/Resultaatsgericht) Is er een planning in de tijd (Tijdgebonden) 7. SYSTEMATIEK Ik werk planmatig. Ik gebruik schooleigen formulieren die me helpen om zeer gestructureerd te werken. Ik maak gebruik van doordachte overlegstructuren. Ik waak over de nodige transparantie, m.a.w. ik zeg wat ik doe en waarom, en ik doe wat ik zeg. De zeven uitgangspunten van HandelingsGericht Werken in een notendop document gebaseerd op het referaat Handelingsgericht werken Noëlla Pameijer Oostmalle 7 oktober 2009

1. Onderwijsbehoeften centraal Wat heeft deze leerling nodig? instructie die opdrachten die. klasgenoten die een leerkracht die Ondersteuningsbehoeften Wat heeft de leerkracht nodig? Wat hebben ouders nodig? 2. Afstemming en wisselwerking We richten ons altijd op deze leerling, in deze klas, bij deze leerkracht, op deze school en van deze ouders! 3. De leerkracht doet ertoe! *Een sterke leerkracht gaat doelgericht om met verschillen, reflecteert over eigen rol, gaat in dialoog. * Ondersteuningsbehoeften Wat heeft de leerkracht nodig? zelf kan ik verder heb ik nodig kennis over materiaal dat ondersteuning voor collega s om 7. Systematisch en transparant Stap voor stap, geclusterd bijhouden van informatie zodat we overlap vermijden, aandacht voor evaluatie en opvolging! (zorgkaart en dropbox) 4. Aandacht voor het positieve Geef aan wat werkt, wat helpt. Dat breiden we uit. Benoem wat de school reeds doet Benoem wat leerlingen/ouders goed doen, waar ze sterk in zijn. 6. Doelgericht werken Elk overleg, elke interventie start met de vraag : Wat is het doel? Wat wil je bereiken? En dit volgens het smarti-principe: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden, inspirerend 5. Constructieve samenwerking *Wat is ieders rol in de samenwerking? Leerkracht / zorgleerkracht: onderwijsprofessional. Leerling: kan zelf vertellen wat helpt. Ouders: ervaringsdeskundigen. CLB: coach *Samen analyseren, doelen formuleren,oplossingen zoeken.

Balans Naam kleuter: B Klas: 1ka, januari 2013 Positieve kindkenmerken + (Welke kenmerken spelen bij de kleuter en omgeving in zijn/haar voordeel, zijn mooi om te zien, bieden kansen) Komt super graag naar school, gelukkig Is proper Komt zonder wenen naar school, lacht veel Goed contact met de verschillende juffen (zorg, gon) Laat zien dat hij het niet meer leuk vindt Geniet van stilte en rust Positieve ingesteldheid emotioneel sociaal moreel godsdienstig de zorgvraag? (Welke kenmerken spelen bij de kleuter en omgeving in zijn/haar nadeel, zijn zorgwekkend, vormen een obstakel) -vlug moe, zeker namiddag, geeft het dan op -veel bevestiging nodig Weinig contact met leeftijdsgenoten Laat zien wanneer hij het niet meer leuk vindt, vooral dan bij begeleide activiteiten (gon, koppig) Geniet ervan om te kijken naar muzische activiteiten muzisch B. kijkt vooral, deelnemen is minder Zie verslag motorisch Zie verslag Geniet ervan om te kijken naar activiteiten -kent kleuren -puzzels 4 stuks -wiskundige begrippen ok Kan woorden uitbrengen en samenbrengen tot een zin Zintuiglijk denkontwikkeling taalontwikkeling Weinig deelname -opdrachtbegrip moeilijk -vragen stellen na verhaal -gezelschapsspelletjes Stotteren, moeilijk verstaanbaar, vraagt energie van hem om te praten Probeert zoveel mogelijk zichzelf te verplaatsen in de klas (sluipen) Zelfsturing -potje helpen, broek aandoen helpen -jas aandoen, boekentas inladen en nemen -op stoel of bank gaan zitten, helpen -zich verplaatsen naar keywalker, helpen -wordt groot en zwaar -je voelt dat hij ook bij activiteiten heel individueel wordt begeleid

zorgoverleg met Juf J 3b 2012/2013 20/09 18/10 10/12 Alle kinderen overlopen zie atoma We wachten resultaten LVS af om de zorg in en uit de klas verder uit te bouwen. Somplex starten voor: Marten G Gilles M Nienke M Stien V Kilian V Uitleg bundel en verbetersleutel door zorg op een zorgmoment Om de 14 dagen extra begeleiding in de zorgklas samen met schaken? Zorgjuf mailt naar logo Isabelle Van de Vijver logo Tom V resultaten testing juli? Seb D: overleg met Leen Stuer woensdag 10 oktober 12.05 uur Uitvallers LVS wiskunde: Stien I: E 29/60 Nicolas M: E 30/60 Yannick V: E 25/60 (faalangstig) Bram V : D 35/60 Tom V: E 29/60 (dubbelde 1 ste ) stelt geen vragen, controle nodig! Opvolgen tijdens zorgmomenten Leervraag: Hoe het fysiek en verbaal geweld van sommige leerlingen intomen? We zoeken samen naar mogelijke aanpak van ongewenst gedrag: Leuze ophangen: Doe nooit bij een ander wat je zelf niet graag hebt! Nadenkhandje/plekje om na te denken over eigen gedrag en wat fout liep daarna verwoorden wat fout ging en hoe het anders kan Zeker altijd uitzoeken wat de oorzaak van het ongewenst gedrag is (niet zomaar straffen) en partijen samen roepen/bespreken hoe op een juiste manier kan gereageerd worden. Hier tijd voor maken. Dit is ook leren zelfs heel belangrijk Kinderen leren om een IK boodschap te gebruiken (info Kristien) Met een stappenplan werken om ruzie/ongewenst gedrag van anderen aan te pakken. Zelf even het gedrag van iemand nabootsen bij die persoon en reactie afwachten. In gesprek gaan: Vind jij dat leuk? Dat is wat jij net deed bij Kinderen er op wijzen dat als ze per ongeluk iemand pijn deden, ze welgemeend sorry moeten zeggen zodat de andere persoon weet dat het niet expres was. Somplex starten voor Mauro. Resultaten wiskunde zijn zeer sterk! 97% Nog steeds geen reactie van logo Tom V Jolien contacteert mama. Alle leerlingen overlopen (zie atoma schrift) AVI afname door juf Karine in december Meerbegaafden: Donderdag mogen de meerbegaafden weer naar de zorgklas (refter). Kilian maakt zijn bundels snel en bijna foutloos, ook de denkwerkboekjes. Kunnen we hem nog iets extra aanbieden? Bijv. Aansluitend aan een wero thema iets laten uitwerken of ander materiaal. (zorg zoekt bij materialen meerbegaafden) Parate kennis aanpakken: Vanaf januari inroosteren op vaste momentjes : bij hoekenwerk, Tablet, oefenkaartjes met uitkomst, spelvorm, (Zorgjuf maakt extra oefenmateriaal) Sommige leerlingen (zoals Nikolas) die niet evolueren, kunnen we leren werken met een hulprooster waar enkel de moeilijke oefeningen op staan. Na verloop worden er steeds meer geschrabt. Zwakke leerlingen parate kennis: zie LVS Vooral + tot 20 scoorde zwak tempo! Bezorgen aan Jolien: Doffe e spellingwijzer voor Vincent Beren wijzer Logolijst digitaal

zorgoverleg met Juf J 3b 2012/2013

Het kindercontact: onze visie Bij evalueren vinden wij het belangrijk dat kinderen, ouders en leerkrachten voldoende kansen krijgen om informeel en formeel met elkaar te communiceren. We willen daarbij aandacht besteden aan de communicatie met de leerling individueel en in groep. Tijd maken voor kindercontacten is daarbij noodzakelijk. Het zorgteam werkt ondersteunend door coaching van de leerkracht. In de gesprekken tijdens de kindercontacten kunnen we groeien naar onderwerpen zoals bv. : welbevinden, werkhouding, betrokkenheid, competenties, attitudes, leren leren. Zo kunnen afspraken over toekomstgerichte aanpak groeien. Vertaling naar de praktijk toe Tijdens een kindercontact gaat de lkr. in gesprek met de ll. rond zijn/ haar zijn, kunnen en kennen, dit a.d.h. van het rapport. Een kindercontact behoort tot de zachte evaluatie en laat kinderen reflecteren over hun handelen in vergelijking met de klasgroep maar vooral in vergelijking met zichzelf. Kinderen kunnen zo hun eigen groei in kaart brengen, of aangeven wat hen kan helpen om te groeien.tijdens het kindercontact wordt ook over welbevinden en betrokkenheid gepraat. Tijdstip: in de week voor of na het rapport. Waar: in de klas of een aan de klas palende rustige omgeving. Wanneer: tijdens hoekenwerk, contractwerk, zelfstandig werk Doel: de ll. leren reflecteren over zijn/ haar eigen handelen. Waar let ik als leerkracht op? 1.Gesprek tussen ll. en lkr. gebeurt vraaggestuurd, de ll. is meest aan het woord. Mogelijke vragen zijn: Wat vind je van je rapport. Wat zijn je sterke punten? Waarvan ben je niet tevreden? Ken je de oorzaak van deze zwakkere resultaten? Wat kan je daaraan doen?/ Wat zou je kunnen helpen?/heb je hier hulp bij nodig?/ Van wie zou die hulp kunnen komen? 2. Boodschap moet positief gebracht worden, begin met positieve zaken en zoek samen naar de werkpunten. 3. Lkr. gaat in overleg met de ll. Ll. geeft zelf aan wat hem/haar kan helpen. 4. Duidelijke afspraken maken rond bijsturen, baken eventueel af met subdoelen, stel een tijdspad op. 5. Spreek enkel dingen af die haalbaar zijn en kunnen opgevolgd worden.