Auditrapportage 2014. Game changers in de samenwerking bedrijfsleven - onderwijs. Oktober 2014. Dynamiek onderweg



Vergelijkbare documenten
DAS Lectorenbijeenkomst 13 november Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Nederland heeft goud in handen

Het creëren van een innovatieklimaat

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Topsectoren. Hoe & Waarom

Doorlopende leerlijnen; Regionale visie als succesfactor

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Regionaal Investeringsfonds mbo

Nieuwe ronde Regionaal investeringsfonds mbo

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Position paper - Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) en Centres of Expertise (CoE)

LANDSDEEL NOORDWEST. 1. Inleiding

Kennisintermezzo: Co-makership in de regio. Onderwijs Eenheid: Perspectieven op beroepsonderwijs 1 - onderwijs & arbeid

Auditrapportage Eerste evaluatie Centra voor innovatief vakmanschap (start 2012) Juli Dynamiek onderweg

Samenvatting. Balans van de topsectoren

Infrastructuur landsdeel Zuidoost. 3 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 38 scholen en 13

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Ruimte voor Ontwikkeling

Model van Sociale Innovatie

Hier komt uw titel te staan 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

City Deal Kennis Maken, versie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Mbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling.

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL ZUIDOOST PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Duurzaam leren, werken en innoveren

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

Centra: innovatie in de voegen van onderwijs. We zien het succes: nu doorpakken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een veranderende arbeidsmarkt, wat betekent dit voor het beroepsonderwijs? Stef Beek Ministerie van OCW 14 november 2014

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113

WERKEN AAN KWALITEITSZORG

Slagvaardig MBO. Slagvaardig MBO is een project dat mogelijk is gemaakt door financiering van:

Het belang van een goede samenwerking

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Contextschets Techniek

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL ZUIDWEST PLATFORM BÈTA TECHNIEK

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 2 juni 2014 Betreft Beleidsdoorlichting Groen onderwijs

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 12 juli 2010 Stand van zaken Onderwijs en Ondernemen.

Auditrapportage Midterm review Centres of expertise & Centra voor innovatief vakmanschap. Dynamiek onderweg

Middelbaar Beroeps Onderwijs Onze referentie Inleiding

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

ELK PPS BEGIN IS MOEILIJK!

ENTANGLE - Nieuwsbrief

zuidwest Infrastructuur landsdeel Zuidwest 6 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 53 scholen en 17

HAN en duurzame energie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Convenant EBU en U10 regio

Analyse integrale aanpak arbeidsmarktbeleid Zuidoost-Nederland Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Centre of Expertise Healthy Ageing: Innovatie in zorg en welzijn en in onderwijs mbo en hbo

BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

Propositie City/Regio MAEXchange

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt; kan dat wel?

EFRO Ed Meijerink

Regionaal Investeringsfonds mbo

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Criteria Ontwikkelfonds Regio Zwolle

Lang leve een leven lang leren

Arbeidsmarktagenda 21

Techniek College Rotterdam

Infrastructuur landsdeel Noordvleugel. 5 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 31 scholen en 15

Navigatie techniekpact

TOPSECTOR Wereldoplossingen voor werelduitdagingen

Van denken naar doen bij A&F

Human Capital Agenda van de Topsector Chemie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen

Regionale VO-HO Netwerken FOCUS

Voor vakmensen voor de toekomst

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Auditrapportage Centres of expertise en Centra voor innovatief vakmanschap

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

STATUUT STRATEGISCHE SAMENWERKING AERES GROEP

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Uitdagingen in Gezondheidszorg & Opportuniteiten voor Lean

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Onderwijsinvesteringsdoelen Hogeschool Utrecht: hier kiezen wij voor

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORDVLEUGEL & PLATFORM BÈTA TECHNIEK

INNOVATIE- MOTOR VOOR HAVEN EN STAD

Welkom in het Horizon College

Anders samenwerken met het Bedrijfsleven

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie

Samenvatting. Achtergrond en adviesvraag. Wie is de kenniswerker? Innovatieve vaardigheden zijn hèt onderscheidende kenmerk

Hoe Nederland 30 Duurzaamheidsfabriek-en rijker wordt

Good-practices aan het woord

Transcriptie:

Auditrapportage 2014 Game changers in de samenwerking bedrijfsleven - onderwijs Oktober 2014 Dynamiek onderweg

Dynamiek is groot De afgelopen drie jaar is door de ministeries van OCW en EZ, bedrijven binnen de topsectoren, regionale en lokale overheden en onderwijsinstellingen ingezet op de ontwikkeling van Centres of expertise en Centra voor innovatief vakmanschap. Met ruim 45 Centra is er sprake van een rijksoverheidsinvestering van rond de 250 miljoen, met matching van partners. Door dit overheidsbeleid heeft de aansluiting van het beroepsonderwijs met de innovatiekracht van het bedrijfsleven de afgelopen jaren een flinke impuls gekregen. Bij onderwijsinstellingen vindt in toenemende mate profilering en zwaartepuntvorming plaats rond onderwijs en onderzoek en verbetert de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Veel bestuurders van bedrijven en onderwijsinstellingen geven al aan dat deze vorm van samenwerking noodzakelijk is en gemeengoed zou moeten worden zowel in het onderwijs als in op de innovatie gerichte netwerken van en tussen bedrijven. Verdere stimulering van deze co-creatie via het nationale overheidsbeleid loopt; publiek-private samenwerking staat centraal in het industriebeleid, zwaartepuntvorming is verankerd via prestatieafspraken in het hoger onderwijs, en in het mbo is sprake van een financieel stimulerend beleid waarin de Centra-ontwikkeling en andere concepten van privaat-publieke samenwerking een vooralsnog tijdelijke impuls krijgen. En ook op provinciaal/regionaal niveau is er sprake van het ontstaan van triple helix structuren waarbinnen de samenwerking en financiering van Centres of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap kan gedijen. Van wenselijk naar evident De wenselijkheid en evidentie van deze ontwikkeling die nu sedert 2008 loopt is nog altijd meer dan opportuun. De center ontwikkeling heeft tot doel de concurrentiekracht en groei van de bedrijven te bevorderen in de wetenschap dat de economische ontwikkeling en het ondernemerschap aan grote veranderingen onderhevig is. Waar marktleiderschap van bedrijven vroeger gemiddeld twintig jaar duurde, is dat nu minder dan tien jaar. Het ontwikke len en realiseren van nieuwe bedrijfsvoordelen en marktposities is daarmee steeds belangrijker. Daar hebben we veel kennis en exceptionele talenten voor nodig die nieuwe technologie als eerste weten te koppelen aan vaak nog verborgen marktvragen. Dat vraagt om flexibiliteit en differentiatie (excellentie) in opleiden en in (vraaggerichte) beschikbaarheid en toepassing van kennis. Het is in deze ontwikkeling dat de centers gepositioneerd zijn als opererend in twee werelden: in de wereld de onderwijs- en kenniswereld en tegelijkertijd partner in het bevorderen van het innovatief vermogen van bedrijven en hun groeipotentieel in termen van producten, diensten en human capital. Snellere productvernieuwing, het slechten van barrières tussen bedrijven en sectoren en de behoefte van bedrijven om meer kennis en human capital uit de interactie met het onderwijs te halen (aangewakkerd door beleid van landelijke en regionale overheden) maakt dat een groter deel van het beroepsonderwijs onderdeel zal worden van publiek-private samenwerking. Co-creatie is waar het in essentie om lijkt te gaan. 2 < game changers in de samenwerking bedrijfsleven dynamiek onderweg 2014

Proven concept en duurzaamheid Het is de afgelopen drie jaar snel gegaan met deze vorm van co-creatie tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Tegelijkertijd mogen we niet vergeten dat de 45 Centra zich echt nog in de pilotfase bevinden. Natuurlijk is er weliswaar sprake van een veelbelovend concept, er is nog geen sprake van een proven concept: de ambitie vanuit de stakeholders is hoog, de resultaten van de mid-term review zijn zeer bemoedigend, maar de stap naar inhoudelijk en financieel zelfstandige Centra op privaat-publieke basis is nog niet gerealiseerd of moet (nog) bij de meeste Centra gezet worden. Tipping points zijn er maar zeker nog niet over de gehele linie en lang niet voor alle centers die onderweg zijn. In deze agendanotitie staan twee punten centraal: 1. de borging van de pilotstatus en noodzakelijke randvoorwaarden voor de ontwikkeling van proven concepts en 2. het duurzaamheidsperspectief na 2016. Agendapunt 1: borging van de pilotstatus en noodzakelijke randvoorwaarden Allereerst is het belangrijk om te onderkennen dat Centra zich op verschillende manieren kunnen ontwikkelen, met diverse verschijningsvormen, al naar gelang de behoefte van het werkveld. De typologie zoals die figureert in de mid term review bevestigt deze karakteristiek van deze eenheid in verscheidenheid ontwikkeling. Ten tweede: het is een ontwikkeling die tijd vraagt en verdient. Het doel van Centra is nieuwe vormen van publiek-private samenwerking te realiseren; geen eenvoudige opdracht gezien de huidige ingesleten routines binnen mbo- en hbo-instellingen. Ten derde: om de Centra succesvol te maken, is het noodzakelijk om een systeem te realiseren dat zowel ruimte laat voor innovatie, monitoring, feedback (peerreview) als toetsing en bestuurlijke borging, bij voorkeur in een lerende cyclus. In deze leercyclus is ruimte voor deze elementen cruciaal om verandering te bewerkstelligen (Zeitlin, Heemsker, 2014, Public-private partnerships in Dutch vocational education and training: learning, monitoring and governance). Bij de huidige Centra is dit op verschillende wijze georganiseerd: Monitoring en toetsing 1 e generatie CoE/CIV Jaarlijks op basis van eigen doelstellingen, maatwerk mogelijk 2 e generatie CIV Jaarlijks op basis van eigen doelstellingen, maatwerk mogelijk 2 e generatie CoE Tweejaarlijkse monitoring op basis van eigen doelstellingen, maatwerk beperkt Ruimte voor innovatie Centres leren niet-vrijblijvend, inhoudelijke koppeling tussen bestuurljike borging en innovatie Centres leren niet-vrijblijvend, inhoudelijke koppeling tussen bestuurlijke borging en innovatie Centres leren, informele koppeling tussen toetsing/politiek-bestuurlijke borging en innovatie, opting-out t.a.v. innovatie is mogelijk 3 de generatie CiV Investeringsfonds mbo Eenmalige toets bij de start, geen geen maatwerk mogelijk Centres leren, opting-out is mogelijk, geen koppeling tussen toetsing en innovatie. 3 < game changers in de samenwerking bedrijfsleven dynamiek onderweg 2014

Deze verscheidenheid ontstaat doordat het stimulerende beleid van de overheid een sectoraal karakter heeft ofwel per onderwijssector wordt vormgegeven. Mede daardoor ontstaan variaties in subsidiearrangementen en de voorwaarden waaronder deze toegankelijk zijn. Maar als gevolg daarvan ontstaan er ook verschillen in de leer- en verbetercylus van en voor centers. Voor elk van de centers staat de weg open naar het participeren in het kennis- en begeleidingsprogramma zoals dat door het Platform Beta Techniek wordt uitgevoerd. Tegelijkertijd is de praktijk dat 2 de en 3 de generatie initiatieven lang niet altijd actief participeren. Vanuit de positie van het individuele centres beredeneerd is de opting out positie begrijpbaar. Maar bezien vanuit de ontwikkeling van een proven concept aanpak zou een actieve participatie van alle centra gewenst zijn. Een learning community van centres waarin good practices, bad en good experiences, troubles on the road, nieuwe inzichten, voortgang en successen met elkaar gedeeld worden, mede door betrokkenheid van (externe) experts. Een participatie waarin kennisborging en kennisdeling door centres wordt nagestreefd. Immers op deze wijze kan een bijdrage worden geleverd aan de inzichten die onder meer tot de eerste midterm review hebben geleid zoals het feit dat er tot dusver vier archetypes zijn te ontdekken. In de zienswijze dat alle centres die thans in ontwikkeling zijn en vallen te karakteriseren als pilots een bijdrage leveren aan het proven concept kan de vraag worden gesteld of een opting out als individueel centres bijdraagt aan de aanpak en toekomstig beleid van overheden, bedrijven en andere organisaties. Discussiepunten: 1. Op welke wijze kan de leercyclus worden gestimuleerd en gestroomlijnd, zodat er een eenduidige leercyclus ontstaat, waarbij monitoring, leren en innovatie aan elkaar zijn gekoppeld; 2. Welke rol kan het genoemde forum in het advies van de commissie Van der Touw hier een rol in spelen als verbindende factor; 3. Hoe kan eigenaarschap van de leercyclus worden gerealiseerd bij de Centra zelf, waardoor opting-out wordt geminimaliseerd. Agendapunt 2: het duurzaamheidsperspectief na 2016 De ervaringen van de pilotcentra en het feit dat er inmiddels meer dan 45 Centra actief zijn roept vragen op over de inbedding in het industrie-innovatiesysteem van Nederland en Europa, alsmede de institutionele inrichting van het onderwijs. Niet alleen uit het werkveld en onderwijsinstellingen wordt aangegeven dat samenwerking noodzakelijk is en binnenkort gemeengoed wordt; ook recente beleidsdiscussies in de Tweede Kamer over het mbo en uiteraard de beleidsbrief van de minister van OCW zijn een bewijs dat de toenemende dynamiek in de economie ook gevolgen heeft voor het onderwijs. 1 Ook in de diverse regio s en landsdelen speelt dit vraagstuk in toenemende, waarbij de innovatieagenda steeds vaker wordt gekoppeld aan de onderwijsagenda en juist gepleit wordt voor meer ruimte door sturing op doelen en realisaties en minder in subsidieregelingen. 1 Lucas: Veel van deze mooie opleidingen bleken uiteindelijk pilots te zijn, die formeel niet passen in het systeem. ( ) Werkgevers vragen flexibiliteit van scholen. In de regio doen scholen mooie dingen, maar het systeem zoals dat bedacht is staat het eigenlijk niet toe. (uit: MBO Krant, november 2014) 4 < game changers in de samenwerking bedrijfsleven dynamiek onderweg 2014

Dit benadrukt het belang om na te denken over de toekomst van de Centra-ontwikkeling. Zoals de midterm review toont is er veel dynamiek en met name veel variatie tussen de Centra, afhankelijk van regio en bedrijfssector. Deze ruimte om te innoveren is cruciaal, niet alleen in de ontwikkelfase zoals boven beschreven, maar ook op langere termijn. Geen eenvoudige opgave en een vraag die midden in de uitvoering van de Centra en in de waan van de dag soms op de achtergrond verdwijnt. Het vigerende - vooral op het stimuleren georiënteerde - overheidsbeleid kent nu nog een looptijd van 2-3 jaar. Tegen die tijd zullen veel centres in hun eindfase van hun ontwikkelingsproces zijn gekomen. De verwachting is dat in de komende jaren het aantal centres zich nog zal kunnen gaan uitbreiden. Verduurzaming is eerst en vooral een zaak van de centers en de private en publieke partners daarbinnen. Daar kan geen misverstand over bestaan. In de midterm review wijst de expertgroep echter ook op het te voeren beleid van de ministers van OCW en EZ. Van stimuleren naar verduurzamen, dat zou het motto voor de komende jaren kunnen zijn. Waarin voor de jaren 2016 en volgende de centerontwikkeling ruimhartig verankerd wordt in het beroepsonderwijsbestel en aanpalende beleidsterreinen als industrie- en fiscaalbeleid. Wij zouden dit agendapunt graag open willen bespreken, waarbij we de aanwezigen willen vragen om input over verduurzaming zodat de Dynamiek onderweg blijvend kan worden gerealiseerd. 5 < game changers in de samenwerking bedrijfsleven dynamiek onderweg 2014