Onderwijsinvesteringsdoelen Hogeschool Utrecht: hier kiezen wij voor

Transcriptie

1 Kwaliteitsafspraken Hogeschool Utrecht Mei 2018 Versterken kwaliteit hoger onderwijs Op 9 april 2018 heeft de minister van OCW in het Sectorakkoord hoger beroepsonderwijs 2018 afspraken gemaakt met de Vereniging Hogescholen. Onderdeel van deze afspraken is dat alle hogescholen kwaliteitsafspraken formuleren, om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren. Hiervoor stelt de minister middelen beschikbaar, die vrij zijn gekomen door de invoering van het leenstelsel. De kaders voor de inzet van deze middelen zijn beschreven in het Sectorakkoord. Thematische investeringsvoorwaarden: gerichte bestedingen in extra onderwijskwaliteit Het Sectorakkoord noemt zes thema s waarop de middelen van het studievoorschot moeten worden ingezet: 1. intensiever en kleinschalig onderwijs (onderwijsintensiteit); 2. meer en betere begeleiding van studenten; 3. studiesucces; 4. onderwijsdifferentiatie; 5. passende en goede onderwijsfaciliteiten; 6. professionalisering van docenten (docentkwaliteit). Iedere hogeschool maakt, passend bij de koers van de eigen organisatie, beargumenteerd keuzes op welke van deze thema s ze wil inzetten. De thema s uit het Sectorakkoord sluiten goed aan bij de onderwijsvisie van Hogeschool Utrecht Onze wereld van morgen. Zo continueren we onze ingezette koers. Onderwijsinvesteringsdoelen Hogeschool Utrecht: hier kiezen wij voor Hogeschool Utrecht (HU) zet de middelen uit het studievoorschot in voor het aanstellen van extra OP, voor HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid en voor een extra impuls voor de digitale leeromgeving. De keuze voor de onderwerpen waarop we investeren is tot stand gekomen in dialoog met onze onderwijsgemeenschap en centrale en decentrale medezeggenschap. De wijze waarop we de middelen inzetten sluit aan bij onze sturingsfilosofie. Belangrijke componenten uit de sturingsfilosofie zijn externe en interne verbinding, professionele ruimte, werken in teams, en participatie. De HU ontvangt in de periode 2019 tot en met 2024 een oplopend bedrag voor investeringen in de kwaliteit van het onderwijs. Bij gelijkblijvende studentaantallen gaat het naar verwachting om 6 miljoen euro in 2019 en om 24 miljoen euro in De HU heeft het voornemen een deel van de middelen van 2023 en 2024 al eerder in te zetten, zodat studenten eerder meer effect zien van de kwaliteitsimpuls. Ook wordt zo de druk op de organisatie gespreid. 1/6

2 De HU zet de middelen in op drie onderwerpen: A. Aanstellen van extra OP; B. HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid; C. Vernieuwing digitale leeromgeving (DLO). Extra OP vergroot de onderwijskracht Hogeschool Utrecht zet het overgrote deel van de beschikbare middelen uit het studievoorschot in om meer OP aan te stellen. Er komen meer docenten, docentonderzoekers, trainees, en instructeurs per student beschikbaar. Daardoor daalt de OP/studentratio: van 1 docent op 24 studenten in 2019, naar 1 op 22 in Dat betekent ruimte voor kleinere klassen, meer tijd van docenten voor studenten, meer begeleiding en individuele aandacht en meer tijd voor docenten om het onderwijs contextrijker te maken vanuit de verbinding onderwijs, beroepspraktijk en onderzoek. Zo versterken we ook het thuisgevoel en de HU gemeenschap, waardoor het studiesucces toeneemt. Extra inzet van OP kan bijdragen aan alle 6 thema s uit het Sectorakkoord. Conform afspraken met de toenmalige minister hebben de hogescholen in de periode 2015 tot en met 2017 zelf middelen vrijgemaakt als voorinvestering voor de kwaliteitsverhoging van het onderwijs. De HU heeft vanaf dat jaar extra middelen naar de instituten gealloceerd, om extra docenten aan te stellen. Sinds 2017 ging het HU-breed jaarlijks om 6 miljoen euro. Dit bedrag loopt op tot 18 miljoen euro in HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid: zelf meewerken aan gemeenschappelijke thuisbasis HU-studenten geven aan dat een thuisbasis bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs en dat gemeenschapsvorming hierin cruciaal is. We vinden dit een belangrijk onderwerp. Betrokken studenten leveren een flinke bijdrage aan de verbetering van het onderwijs, de verhoging van ons maatschappelijk rendement, en reductie van de uitval. Daarom versterken we de studentparticipatie, de relatie van studenten onderling en de relatie van studenten met de HU. Denk bijvoorbeeld aan voorzieningen in de opleidingen zoals leerteams, student learning centres, studentassistenten en peermentoring. En aan het uitbouwen van reeds bestaande initiatieven als honoursonderwijs, green office, studieverenigingen, (Trajectum) productiehuis en sciencecafé s gerund door studenten. Ook gaat het om algemene voorzieningen zoals extra decanaat, het creëren van gelijke kansen voor studenten en het wegnemen van belemmeringen voor studenten met een beperking. Dit draagt met name bij aan de thema s 1, 2, 3 en 4 uit het Sectorakkoord (intensiever en kleinschalig onderwijs, meer en betere begeleiding van studenten, studiesucces, en onderwijsdifferentiatie). Dergelijke initiatieven leveren een bijdrage aan de HU als lerend netwerk en onze visie op waardeoriëntatie en inclusiviteit. Ook sluiten ze aan bij de thematiek waarop de HU eerder een deel van de voorinvesteringen op de studievoorschotmiddelen heeft gealloceerd. In 2016 is er 2/6

3 een fonds ingericht waar studenten aanvragen kunnen indienen voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Voor HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid is vanaf miljoen euro per jaar beschikbaar en dit bedrag loopt op tot 4 miljoen euro in Structurele vernieuwing digitale leeromgeving: slimmer leren door digitaal innoveren Om de innovatie in onderwijs en onderzoek mogelijk te maken is een digitale leeromgeving cruciaal. De doorontwikkeling ervan bevindt zich in het hart van onderwijsinnovatie. Deze inzet draagt bij aan thema 5 uit het Sectorakkoord, passende en goede onderwijsfaciliteiten. Voor deze noodzakelijke innovatie stelt de HU vanaf 2020 naast het voorziene meerjareninvesteringsplan vanuit het studievoorschot structureel jaarlijks 1 miljoen euro beschikbaar voor de inzet van docent/onderzoekers voor implementatie van de digitale leeromgeving. Ook is vanaf dat jaar eenzelfde bedrag beschikbaar voor de inzet van medewerkers van de ondersteunende dienst Informatiemanagement (IM)&ICT voor de innovatie van de digitale leeromgeving. Uitvoering en verantwoording Aansluitend bij de sturingsfilosofie van de HU alloceren we de middelen op de plek waar de meeste impact op het onderwijs kan worden gemaakt. De middelen voor het aanstellen van extra OP wijzen we daarom decentraal toe aan de instituten. De andere twee onderwerpen HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid, en vernieuwing van de digitale leeromgeving pakken we HU-breed op. Bij deze onderwerpen is een HU-brede aanpak van belang door onderlinge afhankelijkheid en meerwaarde van samenwerking en synergie over de organisatie-eenheden heen. Inzet van extra OP per opleiding: samen invulling geven aan de thematieken uit het sectorakkoord - Voor het aanstellen van OP en de uitwerking van de opgave tot 2024 per opleiding worden de middelen gealloceerd naar de instituten. - Voor de inzet van de middelen voor extra OP richten de instituutsdirecteuren een participatief traject in voor de formulering van de jaarlijkse bestedingsvoornemens. - Al naar gelang hun ontwikkelfase, en in relatie tot de onderwijsvisie van de HU, maken de opleidingen de keuze op welke van de zes thematieken uit de Kwaliteitsafspraken dit OP wordt ingezet. Zo biedt de HU de ruimte om per opleiding in samenspraak met opleidingscommissies, studenten, docenten en medezeggenschap invulling te geven aan de bestedingen die bijdragen aan de gewenste merkbare kwaliteitsverbetering van het onderwijs. - Opleidingscommissies en de opleidingsmanager voorzien de instituutsdirecteur van advies over besteding en zijn daarmee zelf aan zet om per opleiding aan te geven waar (waarom, wat en hoe) zij kwaliteitsverbetering nodig achten. 3/6

4 - De instituutsdirecteur integreert deze adviezen in de instituutsbegroting en het managementplan. - De instituutsdirecteur legt het managementplan ter instemming aan de Instituutsraad voor. - Waar er geen Instituutsraad is, neemt de Hogeschoolraad deze taak over. - De directeuren leggen over voornemens en realisatie, en de betrokkenheid van de medezeggenschap en studentparticipatie verantwoording af in de Planning en Control Cyclus. Het College van Bestuur beperkt zich tot marginale toetsing van de decentrale planvorming aan de hand van de 6 thematieken voor kwaliteitsverbetering, de ontwikkelfase van het instituut, de HU onderwijsvisie en de HU Kwaliteitsafspraken HU gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid: leren van en met elkaar - Omdat het gaat over HU-brede inzet waarin we over de opleidingen heen van elkaar willen leren, worden deze middelen centraal gealloceerd. - De directeur Onderwijs, Onderzoek en Studentzaken (OO&S) richt een proces in waarbij op participatieve wijze criteria worden ontwikkeld voor toekenning. Deze criteria sluiten aan bij de HU onderwijsvisie en de zes thema s van de kwaliteitsafspraken. - Deze criteria worden ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Bestuur en ter instemming aan de Hogeschoolraad. - Aanvragen kunnen zowel gaan over structurele als incidentele financiering. o Aanvragen voor structurele financiering worden ter besluitvorming voorgelegd aan het College van Bestuur. Instemming verloopt via de HSR. o Over aanvragen met incidentele financiering besluit de directeur OO&S. - Aanvragen kunnen worden gedaan door studenten en medewerkers. - Verantwoording over voornemens en realisatie verloopt via de aanvragers van gehonoreerde verzoeken. Vernieuwing digitale leeromgeving: innoveren doen we samen - Omdat we samenwerking willen stimuleren en van elkaar willen leren, worden deze middelen voor vernieuwing DLO centraal gealloceerd. - De portfolio-stuurgroep richt een proces in waarbij op participatieve criteria worden ontwikkeld voor toekenning. Deze criteria sluiten aan bij de HU onderwijsvisie en thema 5 van de kwaliteitsafspraken (passende en goede onderwijsfaciliteiten). o Deze portfolio-stuurgroep speelt ook een rol bij de toekenning van de innovatiemiddelen van de HU. Het College van Bestuur legt een voorstel voor vertegenwoordiging van rollen en functies in de portfolio-stuurgroep voor aan de Hogeschoolraad. o Het College van Bestuur stelt de samenstelling van de port-foliostuurgroep vast. - Deze criteria worden ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Bestuur en ter instemming aan de Hogeschoolraad. 4/6

5 - Opleidingen en kenniscentra kunnen samen met de dienst IM&ICT voorstellen indienen voor vernieuwing van de digitale leeromgeving. - Aanvragen gaan over incidentele financiering. - Deze voorstellen zijn passend bij de ontwikkelfase van de betreffende opleiding of het kenniscentrum en zijn vóór indiening besproken met de medezeggenschapsraad van het instituut of het kenniscentrum. - Besluiten over de aanvragen worden genomen door de portfolio-stuurgroep. De instituten en kenniscentra die middelen ontvangen leggen over voornemens en realisatie verantwoording af in de Planning en Control Cyclus; dit geldt ook voor IM&ICT. Externe verantwoording: een vanzelfsprekendheid Hogeschool Utrecht legt in haar jaarverslagen vanaf 2019 verantwoording af over de voortgang van de besteding van de studievoorschotmiddelen voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs. De Hogeschoolraad heeft eveneens de gelegenheid daarin zelfstandig te rapporteren over de besteding van de studievoorschotmiddelen. In dialoog voortbouwen op de ingeslagen weg De investeringsbehoeften binnen Hogeschool Utrecht zijn vanaf eind 2017 verkend in dialoog met opleidingscommissies, Hogeschoolraad, leidinggevenden, instituuts- en dienstdirecteuren, en de Raad van Toezicht. De behoeften verschillen per opleiding en instituut afhankelijk van het tempo van onderwijsinnovatie, behoeften van studenten en ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Met de hierboven geformuleerde ambities bouwt de HU voort op een reeds ingeslagen weg. Beschikbare middelen uit het studievoorschot Hieronder een overzicht van de beschikbare middelen uit het studievoorschot op HU niveau en de wijze waarop de HU deze inzet. Het gaat om een inschatting; de precieze bedragen zijn gerelateerd aan de ingeschreven studenten en kunnen per jaar fluctueren. Naast deze extra middelen uit het studievoorschot zijn er bezuinigingen aangekondigd, waardoor de Rijksbijdrage niet met de genoemde bedragen toeneemt. Toekenning van middelen aan de instituten vindt plaats conform het allocatiemodel; er is dus sprake van differentiatie. De HU heeft het voornemen een deel van de middelen van 2023 en 2024 al eerder in te zetten, zodat studenten eerder meer effect zien van de kwaliteitsimpuls en de druk op de organisatie wordt gespreid. 5/6

6 Colofon Meer weten? Voor nadere informatie over de Kwaliteitsafspraken Hogeschool Utrecht kunt u contact opnemen met Tamara.deBruin@hu.nl. Versie Vastgesteld 23 mei /6