Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers VASTGESTELD. Datum: 13 maart 2012 NL.IMRO.0040.



Vergelijkbare documenten
Tijdelijke School Meeroevers. Beeldkwaliteitplan

Tijdelijke School Meeroevers. Beeldkwaliteitplan

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 14 VASTGESTELD

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers I V A S T G E S T E L D

Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers II/b vlek 16b VASTGESTELD

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers III, vlek 17, 18 en 19 ONTWERP

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Notitie zienswijzen. Notitie zienswijzen Kort Ambacht

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Duinkampen 23 te Paterswolde

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D

Thematische herziening archeologie

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Heihorsten, Someren. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Definitief. Gemeente Someren. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 2 april 2010

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Zuidbroek herziening 2

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Addendum. Inleiding Toetsingskader plansituatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Bestemmingsplan. Zuidpolder-Oost. derde partiële herziening 2009

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Meeroevers III, vlek 17, 18 en 19 VASTGESTELD

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Zuidbroek herziening 2

Gemeente Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Wijzigingsplan Waterfront-Zuid Boulevard-West - Strandeiland V A S T G E S T E L D

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

Ruimtelijke onderbouwing

R02. Bestemmingsplan Borgwal in Renswoude Onderzoek milieuzonering de Hokhorst 2, 4 en 6. datum: 27 mei 2016

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Wet luchtkwaliteit. Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Onderzoek Milieuruimte

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10

Onderzoek Bedrijven en Milieuhinder

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Beheersverordening Krommeniedijk

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

Raadsstuk. Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Kinderopvang Hildebrandlaan 2 BBVnr: 2016/176044

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Ruimtelijke onderbouwing

Transcriptie:

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers VASTGESTELD Datum: 13 maart 2012 NL.IMRO.0040.up00004-41vg

Bestemmingsplan Meerstad -Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding NL.IMRO.0040.up00004-41vg 13 maart 2012 Projectnummer 231.12.00.90.01

O v e r z i c h t s k a a r t G e m e e n t e S l o c h t e r e n, b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

Toe l i c h t i n g 231.12.00.90.01.toe

I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 9 2 B e l e i d 13 2.1 Provincie 13 2.2 Gemeente 13 3 P l a n b e s c h r i j v i n g 17 3.1 Stedenbouwkundige opzet 17 3.2 Juridisch kader en vormgeving 19 4 T o e t s a a n w e t - e n r e g e l g e v i n g 23 4.1 Wet geluidhinder 23 4.2 MER 24 4.3 Wet milieubeheer 24 4.4 Externe veiligheid 26 4.5 Bodem 27 4.6 Luchtkwaliteit 28 4.7 Ecologie 30 4.8 Archeologie 31 4.9 Water 33 5 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d 35 6 M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d 37 B i j l a g e n 231.12.00.90.01.toe

1 I n l e i d i n g In het gebied tussen Harkstede, Slochteren en de stad Groningen zal 'Meerstad' verrijzen (zie navolgende afbeelding). Hiermee wordt door de gemeenten Groningen en Slochteren ingespeeld op de regionale behoefte voor wonen, werken en recreëren. Het hart van de plannen voor Meerstad wordt gevormd door een meer (Woldmeer). Voor de ontwikkeling van Meerstad is het Masterplan Meerstad Groningen opgesteld (september 2005). Dit plan geeft in hoofdlijnen aan wat waar komt. De concrete uitwerking vindt plaats in bestemmingsplannen. Het Masterplan voorziet in de ontwikkeling van een gebied dat overeenkomt met het huidige oppervlak van de stad Groningen. De bestaande (boerderij)bebouwing en de oude linten van de dorpen Engelbert, Middelbert en Harkstede zijn grotendeels ingepast binnen het stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied. Volgens het Masterplan zal twee derde van Meerstad uit water en natuur bestaan en een derde uit bebouwing. MEERSTAD M e e r s t a d : l i g g i n g e n b e g r e n z i n g Het Masterplan is het basisprincipe voor de verdere planvorming in het gebied. Vanwege de lange looptijd van het project wordt de ontwikkelingsstrategie van tijd tot tijd bijgesteld. Na de vaststelling van het Masterplan is het eerste bestemmingsplan opgesteld: het bestemmingsplan Meerstad-Midden. Dit plan heeft betrekking op het grondgebied van de gemeenten Groningen en Slochte- BESTEMMINGSPLAN MEER- STAD-MIDDEN 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 9

ren, ten zuiden van het Slochterdiep, globaal genomen tussen de Borgweg en de Hoofdweg, de bebouwde kom van Harkstede en het natuurgebied Rijpma. Ook de NAM-locatie 'Eemskanaal' hoort hierbij, evenals een hoofdontsluiting voor Meerstad op het Euvelgunnetracé/rijksweg A7. In het bestemmingsplan Meerstad-Midden zijn enkele uit te werken bestemmingen opgenomen. Voor een gedeelte van de bestemming Woongebied (uit te werken) is onderhavig uitwerkingsplan opgesteld. Het gaat om een gebied waarvoor in 2007/2008 en gedeeltelijk in 2009 vrijstellingsprocedures zijn gevoerd om te kunnen beginnen met het bouwrijp maken 1 en de verdere aanleg van Meeroevers 2. Deze uitwerking sluit op hoofdlijnen aan bij de vrijstellingsregels, maar detailleert deze aan de hand van een beeldkwaliteitsplan. De navolgende afbeelding geeft de relatie tussen het bestemmingsplan en het plangebied weer. Onderhavig uitwerkingsplan wordt onderdeel van het Bestemmingsplan Meerstad-Midden, (vastgesteld 20 december 2007). H e t p l a n g e b i e d a l s o n d e r d e e l v a n h e t b e s t e m m i n g s p l a n PLANGEBIED Het plangebied maakt deel uit van het gebied tussen het Grunostrand en 'Klein Harkstede', aan de noordoostzijde van de Hoofdweg. Op de overzichtskaart zijn de globale ligging en begrenzing aangegeven. Het plangebied sluit aan bij de andere fases voor Meeroevers (zie ook paragraaf 3.1) en omvat de bouw van een brede school binnen een groter gebied waar maatschappelijke voorzieningen zijn gepland. Het plan voorziet in ruimte voor scholen en kinderopvang. 1 Ruimtelijke onderbouwing Meerstad, Deelplan 1 (bouwrijp maken). BügelHajema Adviseurs, 15 april 2008. 2 Ruimtelijke onderbouwing Meerstad, Meeroevers - fase 1. BügelHajema Adviseurs, 12 maart 2009. 10 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

Het vigerend planologisch regime voor het plangebied is, zoals aangegeven, het bestemmingsplan Meerstad-Midden. Dit plan is op 20 december 2007 vastgesteld, op 31 juli 2008 (gedeeltelijk) goedgekeurd en zes weken later in werking getreden. Op 23 juni 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan over dit bestemmingsplan. Het plan is daarmee in hoofdzaak onherroepelijk geworden 3. In het volgende hoofdstuk is het ruimtelijk beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau beschreven. In hoofdstuk 3, de planbeschrijving, is vervolgens ingegaan op de toekomstige inrichting van het plangebied en de wijze waarop dat juridisch is geregeld. Hoofdstuk 4 is gewijd aan milieuhygiënische aspecten. In de laatste twee hoofdstukken komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan bod. LEESWIJZER 3 Er is onder andere goedkeuring onthouden aan wonen en woon-werkfuncties binnen de zone van 300 m ten westen van het Grunopark. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 11

2.1 2 B e l e i d P r o v i n c i e Het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (17 juni 2009) bevat het richtinggevend ruimtelijk beleid voor de provincie Groningen. Hoofddoelstelling van dit Omgevingsplan is duurzame ontwikkeling - voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien. Dit is uitgewerkt in drie centrale uitgangspunten: - werken aan een duurzame leefomgeving; - eigen karakter handhaven en versterken; - sterke steden en een vitaal platteland. Het plangebied is op de overzichtskaart van het omgevingsplan aangeduid als 'Gebiedsontwikkeling Meerstad'. De provincie typeert Meerstad als een complex en grootschalig project van bovenregionale betekenis, waar een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de gewenste concentratie van de woningbouw in de stad Groningen. Daarnaast is aangegeven dat Meerstad de ontwikkeling van natuur en recreatie binnen het deelgebied 'Midden-Groningen' kan bevorderen. In het omgevingsplan is Meerstad ook aangewezen als zoeklocatie voor noodberging bij wateroverlast. Het watersysteem van Meerstad zal zodanig worden vormgegeven dat het geschikt is als noodwaterberging. Tijdens de planperiode zal echter nog geen daadwerkelijke noodwaterberging plaatsvinden, omdat het watersysteem en de waterkwaliteit zich eerst moeten stabiliseren. Medio 2008 heeft de provincie het bestemmingsplan Meerstad-Midden goedgekeurd (zie inleiding). Op dat moment was het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 nog niet van kracht. Bij het vaststellen van het nieuwe POP is rekening gehouden met het ontwikkelen van de locatie Meerstad. Er mag daarom van worden uitgegaan dat met dit uitwerkingsplan aan de centrale uitgangspunten van het omgevingsplan wordt voldaan. 2.2 G e m e e n t e Beide in het project betrokken gemeenten achten het wenselijk dat de wijk Meeroevers in een vroeg stadium over een onderwijsvoorziening beschikt. Zo 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 13

kunnen de nieuwe bewoners goed worden bediend, wordt de wijk aantrekkelijker en wordt onnodige mobiliteit en druk op andere scholen voorkomen. Het streven is om ter plaatse een onderwijsvoorziening te bieden met ingang van het schooljaar 2012-2013, waarbij in beginsel ruimte wordt geboden voor een openbare en een christelijke school, alsmede kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Als er partners zijn die dat willen aanbieden, kunnen deze een plaats krijgen. Uiteindelijk is de wens te komen tot een brede school. Gelet op de aanwezigheid van de hoogspanningsleiding, de nog ongewisse termijn waarop deze zal worden verplaatst en de nog onbekende zone rond het Grunopark is nog onzeker hoe uiteindelijk de invulling van het gebied tussen Meeroevers II/a en het Grunopark zal zijn. Het staat daarmee nog niet vast dat deze locatie het zwaartepunt van Meeroevers zal zijn, of dat het zwaartepunt uiteindelijk toch op een andere plek in Meeroevers zal liggen. In verband daarmee is er voor gekozen te starten met een semipermanent gebouw op deze plek, in afwachting van het verder uitkristalliseren van de resterende delen van Meeroevers. Een semipermanent gebouw heeft eveneens als voordeel dat soepeler kan worden ingespeeld op de vraag, nu het groeitempo van Meeroevers en daarmee ook het groeitempo van de onderwijs en opvangvoorzieningen in het huidige economische klimaat lastig is te voorspellen. Het gebouw zal in de beginfase klein zijn. Door het bijplaatsen van ruimtes kan het gebouw meegroeien met het aantal leerlingen c.q. partijen. Het kan daarbij gaan om extra lokalen, gymzaal, andere ruimten et cetera. De semipermanente huisvesting is in eerste instantie bedoeld als overbrugging voor enkele jaren. In beginsel had daarom kunnen worden gekozen voor een tijdelijke omgevingsvergunning en een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor maximaal vijf jaar. Omdat het groeitempo en de ontwikkeling van Meerstad zoals gezegd lastig zijn te voorspellen, is toch voor een regeling op permanente basis gekozen. Mocht er na vijf jaar de wens zijn om het gebouw toch langer in stand te houden, dan is daartoe in ieder geval de mogelijkheid aanwezig. Hoewel het uiteindelijk streven een brede school is, is gekozen voor een bestemming die vooralsnog alleen onderwijsdoeleinden, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk toelaat. Dit heeft te maken met de gereduceerde grondprijs die de ontwikkelmaatschappij rekent voor onderwijsdoeleinden. De tijdelijke school is voorzien op de plaats waar eerder de permanente school voorzien was. De optie voor de bouw van een permanente school op deze locatie wordt daarmee feitelijk afgesloten. Ten zuiden van onderhavige locatie is een alternatieve locatie beschikbaar. Afhankelijk van de verdere ontwikkeling van Meeroevers is ook een definitieve locatie elders in Meeroevers denkbaar. 14 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

Het gemeentelijk beleidskader voor het plangebied is verwoord in het bestemmingsplan Meerstad-Midden (zie inleiding). Op dit punt wordt dan ook volstaan met een verwijzing naar de toelichting van dit plan (hoofdstuk 3 en 4). BESTEMMINGSPLAN MEERSTAD-MIDDEN Het plangebied valt binnen het gebied dat in het bestemmingsplan Meerstad- Midden is aangeduid als 'deelgebied 3'. Voor dit deelgebied zijn enkele bindende marges voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen aangegeven. Zo zijn per functie minimale en/of maximale oppervlaktepercentages aangegeven. Voor het aantal te bouwen woningen, de woningdichtheid en de bebouwingskarakteristieken zijn aantallen, dan wel hoogtes voorgeschreven. Doeleinden Deelgebied 3 Wonen en woon-werkcombinaties 40-60% Bedrijfsdoeleinden T Horeca en detailhandel T Natuurdoeleinden T Wijkgroenvoorzieningen 10-25% Water 15-50% Recreatieve doeleinden en sportdoeleinden max.20% De op de kaart aangeduide buurt- en wijkontsluitingen max.5% Niet met name genoemde en met (T) gemarkeerde doeleinden tezamen max.35% Aantal woningen 400-1300 Woningdichtheid 4-20 De marges in deze tabel gelden voor het gehele deelgebied. Aangezien dit uitwerkingsplan betrekking heeft op een gedeelte van deelgebied 3 (andere delen zijn opgenomen in uitwerkingsplannen voor fasen I en II/A van Meeroevers), kan het dus zijn dat individuele percentages afwijken. Bureau Meerstad monitort bij het opstellen van elk ruimtelijk (deel)plan de percentages. Zo wordt gewaarborgd dat elk deelgebied uiteindelijk aan alle uitwerkingsregels voldoet. Voor de functies die in dit uitwerkingsplan zijn opgenomen en de bijbehorende oppervlaktes wordt verwezen naar de bijlagen. Daarin is ook een cumulatieve tabel opgenomen waarin de functies in dit uitwerkingsplan en eerdere uitwerkingsplannen in Meeroevers samen zijn berekend. In 2010 heeft de gemeente Slochteren een nieuwe Welstandsnota opgesteld. Deze nota is niet van toepassing op grote delen van Meerstad, waaronder dit plangebied. Daarvoor geldt nog steeds de Welstandsnota Slochteren uit 2004. Deze oudere nota kent een gebiedsgewijze opzet waarbij de welstandscriteria zijn afgestemd op de aard van het desbetreffende gebied. De welstandsnota voorziet niet in welstandcriteria voor nog te ontwikkelen gebieden. Daarin kan alsnog worden voorzien door voor deze gebieden een aanvulling op de welstandsnota vast te stellen. Meeroevers is zo'n ontwikkelingslocatie waarvoor het wenselijk is de welstandsnota aan te vullen. Inmiddels zijn Beeldkwaliteitplannen voor de verschillende fasen van Meeroevers opgesteld, waaronder het Beeldkwaliteitsplan tijdelijke school Meeroevers. Dit beeldkwaliteitsplan en WELSTANDSNOTA SLOCHTEREN 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 15

voorliggend uitwerkingsplan zijn op elkaar afgestemd. In het beeldkwaliteitsplan zijn op basis van het stedenbouwkundig ontwerp zogenaamde gebiedsgerichte welstandscriteria ten behoeve van de welstandstoetsing opgenomen. Het volgende hoofdstuk volgt in hoofdlijnen de opzet van dit beeldkwaliteitsplan en gaat daarbij ook in op het stedenbouwkundig ontwerp. 16 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

3.1 3 P l a n b e s c h r i j v i n g S t e d e n b o u w k u n d i g e o p z e t Meeroevers is het eerste gebied dat in het kader van Meerstad wordt ontwikkeld. Er zijn goede redenen juist met dit gebied te beginnen. Met Meeroevers kan het beoogde imago van Meerstad direct goed worden neergezet; uiteenlopende woonmilieus die (in)direct aan het water zijn gelegen, op korte afstand van de stad Groningen. Daarnaast kan de ambitie om tegelijkertijd met de eerste woningen voorzieningen te ontwikkelen hier gestalte krijgen. Uit onderzoek onder potentiële Meerstadbewoners is gebleken dat naast het wonen aan het water, een grote voorkeur bestaat voor een dorps en natuurlijk woonmilieu. Dit woonmilieu kan bij uitstek in het plangebied worden gecreeerd, waar diverse combinaties tussen wonen, Groen In en Om de Stad (GIOS) en lichte (aan huis gebonden) bedrijfsactiviteiten mogelijk zijn. Ook dit maakt dat Meeroevers een goed vertrekpunt vormt voor de ontwikkeling van Meerstad. In de navolgende afbeelding zijn de stedenbouwkundige opzet van Meeroevers en de ligging van het plangebied weergegeven. S t e d e n b o u w k u n d i g e h o o f d o p z e t M e e r o e v e r s p l a n g e b i e d m e t g l o b a l e l i g g i n g 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 17

Het plangebied ligt aan de oostkant van Meeroevers. De tijdelijke brede school wordt gesitueerd nabij de kruising Zuidboldersweg-Meeroeverslaan, aan een nieuw weggedeelte in het verlengde van de Meeroeverslaan. Het weggedeelte wordt vooralsnog niet verder doorgetrokken dan het parkeerterrein. Ook langs het water van de havenkom zal voorlopig nog geen weg worden aangelegd. Het naar de school door te trekken Oeverpad hoeft daarmee vooralsnog geen autoverkeersroute te kruisen. De noodbebouwing heeft twee voorgevels: het maakt (tijdelijk) deel uit van de gevelwanden rond de havenkom en presenteert zich tevens naar de doorgetrokken Meeroeverslaan. B e e l d k w a l i t e i t s p l a n Voor de bouw van de brede school dient te worden voldaan aan de beeldkwaliteitseisen, beschreven in het Beeldkwaliteitsplan Tijdelijke School Meeroevers, dat is vastgesteld op 22 december 2011. Het beeldkwaliteitsplan maakt deel uit van de Welstandsnota van de gemeente Slochteren, waarbij het dient als toetsingskader voor de omgevingsvergunning (welstandstoets bij bouwen). Voor de onderhavige ontwikkeling zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing: - De ontsluiting van de school dient gebaseerd te zijn op de ontsluitingsstructuur van de Schoolwierde zoals aangegeven in de navolgende afbeelding. - Parkeerplaatsen dienen op de Schoolwierde te worden aangelegd en dienen zoveel mogelijk uit het straatbeeld te blijven. - Bebouwing is alleen toegestaan binnen het bouwvlak. - De maximale bebouwingshoogte bedraagt 9 m. - Het schoolgebouw dient als onderdeel van de bebouwingswand rond het haventje te worden vormgegeven. - Het schoolgebouw heeft twee voorgevels, de west- en de zuidgevel. Dit betekent dat beide gevels in ieder geval zijn voorzien van ramen van passende omvang op de begane grond. - Aanbouwen en bijgebouwen dienen achter de voorgevelrooilijnen te worden gebouwd. - Bijgebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging en dergelijke, mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, maar moeten wel achter de voorgevelrooilijnen van de school worden gebouwd. De gezamenlijke oppervlakte van deze bijgebouwen is maximaal 50 m 2 met een maximale bouwhoogte van 3,5 m. - De tijdelijke school wordt opgebouwd uit elementen, de school kan groeien en krimpen. De gevels van de school worden uitgevoerd in een van de volgende kleuren: zwart, wit of baksteenrood. De gevels worden uitgevoerd in houten planken. Kozijnen van ramen en deuren, extra omlijstingen, dakranden (et cetera) zijn wit of grijs. Bewegende delen zijn wit, grijs, donkergroen of hebben de kleur van de gevel. 18 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

Auto- e n f i e t s o n t s l u i t i n g t i j d e l i j k e s c h o o l M e e r o e v e r s D u u r z a a m h e i d Een belangrijk thema in het kader van duurzaamheid de laatste jaren is energie. Niet alleen vanwege de verandering van het klimaat, maar zeker ook door de snelle stijging van de energieprijzen. De verwachting is dat de energieprijzen en dan vooral die voor gas de komende tijd alleen nog maar verder zullen stijgen in verband met de eindigheid van fossiele brandstoffen. In Meeroevers wordt daarom geen gasleiding aangelegd en de verwarming van de school zal op een alternatieve manier moeten plaatsvinden. 3.2 J u r i d i s c h k a d e r e n v o r m g e v i n g Het beeldkwaliteitsplan tijdelijke school Meeroevers (zie vorige paragraaf) is toegevoegd aan de Welstandsnota. Harde normen uit het beeldkwaliteitsplan zijn als bouwregels opgenomen. Als de norm afhankelijk is van de toekomstige situering of om nadere afweging vraagt, kan deze via een nadere eisenregeling of via het binnenplans afwijken met een omgevingsvergunning 4 worden afgewogen. Dit plan is een uitwerking van een klein deel van deelgebied 3 van het bestemmingsplan Meerstad-Midden (moederplan). De uitwerking geldt voor de bestemming Woongebied (uit te werken) die in artikel 4 van het bestemmingsplan Meerstad-Midden is opgenomen. Het betreft een uitwerking van de functie maatschappelijke voorzieningen die onder artikel 4.1, sub g is opgenomen. JURIDISCHE OPZET 4 Artikel 2.11, sub c juncto 2.12 lid 1, sub a onder 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 19

In dit uitwerkingsgebied zijn geen dubbelbestemmingen van toepassing. N i e u w e W r o Het bestemmingsplan Meerstad-Midden is voor de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro, 1 juli 2008), ter visie gelegd (en vastgesteld). Dat betekent dat dit plan volgens de oude eisen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) tot stand is gekomen. Dit uitwerkingsplan komt onder de nieuwe Wro tot stand. Dit heeft gevolgen voor de terminologie en de procedures. Zo wordt in het moederplan bijvoorbeeld gesproken over artikel 11 WRO. Dit is in de nieuwe Wro vervangen door artikel 3.6 Wro. Ook zijn diverse termen als vrijstelling en voorschriften in de Wro vervangen door respectievelijk ontheffing en regels. Tot 1 juli 2009 gold de oude WRO nog steeds voor uitwerkings- en wijzigingsplannen, maar na deze datum zijn de eisen van de nieuwe Wro van toepassing. Dit geldt niet voor de nieuwe standaardiserings- en digitaliseringseisen die sinds 1 januari 2010 van kracht zijn geworden (zie artikel 8.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening). Er is wel geprobeerd om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de nieuwe standaard. Ook is wat betreft de bestemmingsinhoud aangesloten bij het Handboek digitale bestemmingsplannen van de gemeente Slochteren. W a b o Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. De Wabo heeft ook weer een nieuwe terminologie geïntroduceerd. Deze is in dit plan opgenomen. In de Wabo staat de omgevingsvergunning centraal. In de omgevingsvergunning worden zeer veel toestemmingen uit het omgevingsrecht geïntegreerd, waaronder de voormalige bouwvergunning en afwijking van het bestemmingsplan (voorheen ontheffing en daarvoor vrijstelling genaamd), maar ook de kapvergunning en sloopvergunning. Kort gezegd komt het erop neer dat nu met één procedure al die toestemmingen kunnen worden verkregen. De proceduretijd kan daarmee behoorlijk worden verkort. De inhoud van de toestemmingen en de voorwaarden die daarvoor golden, veranderen echter niet. Het bestemmingsplan, in dit geval het uitwerkingsplan, is net als voorheen toetsingskader voor een te verlenen vergunning. ZELFSTANDIG LEESBAAR Het plan is zo opgesteld dat het zelfstandig leesbaar is. Dit betekent dat niet wordt verwezen naar de van toepassing zijnde voorschriften uit het moederplan, maar dat deze zijn overgenomen in de regels van dit uitwerkingsplan. Met de uitwerkingsregels van artikel 4 van het bestemmingsplan Meerstad- Midden is in dit uitwerkingsplan rekening gehouden. De regels van het moederplan geven de vrijheid om binnen de deelgebieden verschillende uitwerkingen 20 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

op te stellen. De Wro biedt bovendien de vrijheid om uitwerkingen bij te stellen of opnieuw vast te stellen bij gewijzigde inzichten. De bestemming Woongebied uit te werken uit het moederplan gaat uit van de hoofdfunctie wonen, maar geeft ook de mogelijkheid voor allerlei andere functies binnen het plangebied. Dit uitwerkingsplan heeft hoofdzakelijk betrekking op bebouwing voor basisonderwijs (bestemming Maatschappelijk - Onderwijs). Daarnaast zijn twee andere bestemmingen opgenomen, te weten Groen en Verkeer. Hierna wordt op elke bestemming afzonderlijk ingegaan. BESTEMMINGEN De bestemmingen zijn net als de definities van artikel 1 in alfabetische volgorde opgenomen. Hierbij is de nieuwe Wro-systematiek gevolgd. G r o e n De bestemming Groen is gelegd op een groenstrook tussen de weg en de school. Daarmee wordt tevens gegarandeerd dat deze weg niet te dicht op de school wordt geprojecteerd. V e r k e e r De bestemming Verkeer is toegekend aan de ontsluitingsweg die naar de parkeerplaats leidt. Deze weg kan later worden doorgetrokken naar andere (woon)gebieden. Bij de opzet van dit plan is rekening gehouden met afstanden van de school ten opzichte van de as van de weg. In paragraaf 4.1 is een nadere toelichting opgenomen ten aanzien van het wegverkeerslawaai. M a a t s c h a p p e l i j k - O n d e r w i j s Het nieuw te bouwen schoolgebouw valt onder de bestemming Maatschappelijk - Onderwijs. Onder Maatschappelijk vallen diverse maatschappelijke voorzieningen die zijn gedefinieerd in artikel 1. Het uitwerkingsgebied is uitdrukkelijk bedoeld voor scholen, kinderopvang, en peuterspeelzaalwerk. Deze termen zijn ontleend aan de Wet kinderopvang. Het doel is ook om de daar bedoelde vormen van kinderopvang mogelijk te maken. Daarom is vooralsnog gekozen voor een in hoofdzaak tot die functies beperkte bestemming. Binnen de bestemming Maatschappelijk Onderwijs is een bouwvlak geprojecteerd. In dit bouwvlak dient de schoolbebouwing te worden gebouwd. Daarbuiten mag eventueel wel een bijgebouw (bijvoorbeeld in de vorm van een fietsenstalling) worden gebouwd. Het bouwvlak is overigens ook op ruime afstand (meer dan 300 m) gesitueerd van het Grunopark. Aan de oostzijde is binnen de bestemming de aanduiding parkeerterrein opgenomen. Binnen deze aanduiding zijn geen zogenaamd hindergevoelige, magneetveldgevoelige of magneetveldbeoordelingsplichtige functies toegestaan. Dit vanwege de (gedeeltelijk) over het parkeerterrein lopende contouren als 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 21

beschreven in paragraaf 4.3. Magneetveldgevoelige functies zijn in artikel 1 gedefinieerd en komen overeen met de definities uit het Handboek digitale bestemmingsplannen van de gemeente Slochteren en het bestemmingsplan Meerstad-Midden. Hoewel de regeling stringenter is dan op grond van richtlijnen van het Rijk noodzakelijk zou zijn, is daar in dit geval voor gekozen ook met het oog op het bieden van vertrouwen naar de toekomstige gebruikers van de school. Zodra de hoogspanningsleiding is verdwenen (verlegd), vervalt de beperking ten aanzien van het gebruik ter plaatse. O v e r i g e r e g e l s Het bestemmingsplan kent verder enkele aanvullende regelingen ten aanzien van welstand om duidelijk te maken binnen welke grenzen, ook vanuit artikel 11 Woningwet, eisen aan bouw- en goothoogten mogen worden gesteld. Verder zijn regels (anti-dubbeltelbepaling en overgangsrecht) opgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening, die overigens nagenoeg overeenkomen met het moederplan. 22 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

4 T o e t s a a n w e t - e n r e g e l g e v i n g In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan milieu-eisen en andere ruimtelijk relevante wet- en regelgeving. De onderzoeken die hierna worden aangehaald, hebben ook betrekking op het overige Meeroevergebied. 4.1 W e t g e l u i d h i n d e r In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. Wanneer geluidsgevoelige bebouwing binnen een zone wordt opgericht, dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. In het plangebied komen langs woningen alleen wegen te liggen waarvoor een snelheidsregime van 30 km/uur regime zal gelden. De zuidelijke ontsluitingsweg (Zuidboldersweg) heeft gedeeltelijk een 50 km/uur-regime, maar dit geldt niet in de buurt van het schoolgebouw. Hoewel akoestisch onderzoek daarmee niet wettelijk verplicht is, is dat uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening toch gedaan. Gekeken is of de in andere situaties wettelijke vereiste voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt overschreden. Uit het geluidsonderzoek 5 en aanvulling 6 van Adviesbureau WMA is gebleken dat dit voor de scholen niet het geval is. De doelstelling dat er in het plangebied een goed woon en leefklimaat dient te heersen, wordt ruimschoots gehaald. De vormgeving en het profiel van de 30 km-wegen zullen zodanig zijn dat deze in overeenstemming zijn met het gebruik als buurtontsluiting en niet voor het gebruik door sluipverkeer en dergelijke. Overigens is een doorgaande weg langs het schoolgebouw (zowel richting het noorden als richting het oosten) vooralsnog niet aan de orde. Uit deze conclusies volgt dat er geen nader akoestisch onderzoek hoeft te worden verricht en er geen (aanvullende) geluidsprocedures noodzakelijk zijn. 5 6 Akoestisch onderzoek Uitwerkingsplan Meeroevers I en II ten behoeve van Uitwerkingsplan Meeroevers II/A, Bestemmingsplan Meerstad Midden. Adviesbureau WMA, 9 mei 2011. Memo over geluidscontouren voor uitwerking School. Adviesbureau WMA, 28 september 2011. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 23

4.2 M E R Voor het plangebied is het Milieueffectrapport Meerstad Deelplan 1 (MER, juni 2007) van toepassing. De navolgende tekst is afgestemd op deze milieueffectrapportage, waarvoor een positief toetsingsadvies is afgegeven door de Commissie m.e.r. 4.3 W e t m i l i e u beheer Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stelt zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan wij het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen: - het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; - het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Als uitgangspunt voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt veelal de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke indicatieve richtafstand. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het plan mogelijk is. S i t u a t i e e n c o n c l u s i e Op enige afstand van het plangebied is het bedrijf Grunopark gevestigd, dat op grond van de Wet milieubeheer over een hinder- of veiligheidszone beschikt. Over de exacte grootte van de zone is nog geen overeenstemming. De gemeente zal de zone opnieuw onderzoeken. In de aangehaalde gerechtelijk uitspraak van 23 juni 2010 (zie inleiding) wordt voor het Grunopark een strook van maximaal 300 m aangehouden waarin vooralsnog geen woonfuncties 24 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

zijn toegestaan. In dit uitwerkingsplan zijn hindergevoelige functies, waaronder de school, buiten deze strook gesitueerd. Niet hindergevoelige functies, zoals parkeerplaatsen, zijn in dit uitwerkingsplan wel binnen de 300 m-strook gesitueerd. Het Grunopark wordt daardoor niet in zijn mogelijkheden beperkt. Evenmin is er invloed op de definitieve zonevaststelling. Andersom bekeken, is de afstand van de school tot het Grunopark zodanig groot dat het Grunopark geen onevenredige hinder van de school zal ondervinden. Binnen het plangebied liggen geen kabels en leidingen. In de directe nabijheid van het plangebied ligt wel een hoogspanningsleiding. Deze zal op termijn verdwijnen op deze plaats, maar zo lang dat niet is gebeurd, dient hier rekening mee te worden gehouden. Artikel 4.3.9, sub c geeft hier ook uitwerkingsregels voor. In die regels wordt aangegeven dat magneetveldgevoelige- en beoordelingsplichtige objecten op ten minste 42 m uit de as van de leiding dienen te worden gesitueerd. KEMA heeft met de meest recente inzichten nader onderzoek gedaan naar de magneetveldzones ter plaatse 7. Uit deze berekening blijkt dat de sterkte van het magneetveld op een afstand van 60 m uit de as verwaarloosbaar klein is (minder dan 0,4 microtesla). In dit uitwerkingsplan ligt het bebouwingsvlak op 75 m uit de as van de hoogspanningsleiding, derhalve ruim buiten de 0,4 microtesla-contour (zie verbeelding en paragraaf 3.2). In de navolgende afbeelding is de strook van 300 m rond het Grunopark met een rode onderbroken streep weergegeven en de hoogspanningszone (75 m) met een gele onderbroken streep. 7 Rapport "Specifieke magneetveldzones berekeningen tracé Groningen-Dellerweerde, nabij het schoolgebouw in Meerstad", KEMA Arnhem d.d. 30 november 2011. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 25

A f b e e l d i n g v a n d e g e h a n t e e r d e z o n e s G r u n o p a r k ( r o o d g e s t i p p e l d ) en h o o g s p a n n i n g s z o n e ( g e e l g e s t i p p e l d ) o v e r h e t p l a n g e b i e d Bij het voorgenomen initiatief wordt met beide afstanden rekening gehouden. Het bouwvlak van het onderhavig plan valt geheel buiten de strook en de zone. Hiermee vormt het onderdeel milieuzonering geen belemmering voor de voorgestane ontwikkeling. 4.4 E x t e r n e v e i l i g h e i d Het plangebied valt niet binnen de invloedssfeer van inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen. Ook is het plangebied buiten de effectafstand van aardgastransportleidingen gelegen (bron: Risicokaart Groningen). Om te bepalen of er sprake is van een aanvaardbaar risico wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen, kan gebruik worden gemaakt van de gegevens uit de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen. Hieruit blijkt dat binnen de provincie Groningen geen wegvakken voorkomen waar het risico de normen overschrijdt. 26 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

4.5 B o d e m Voor het onderdeel bodem zijn verschillende bronnen geraadpleegd. De resultaten hiervan zijn weergegeven op de Bodemkwaliteitskaart Meerstad-Midden 8. Hieruit is naar voren gekomen dat enkele locaties in Meeroevers zijn verontreinigd of als verdacht worden aangemerkt. Deze locaties liggen niet binnen de grenzen van dit uitwerkingsplan. Dit blijkt uit de navolgende figuren. B o d e m k w a l i t e i t s k a a r t l o c a t i e s c h o o l 8 Bodemkwaliteitsplan Meerstad-Midden, 25 mei 2011, vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren op 27 september 2011 onder nr. 2011/2847. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 27

V e r d a c h t e l o c a t i e s i n d e o m g e v i n g v a n d e l o c a t i e v a n d e s c h o o l 4.6 L u c h t k w a l i t e i t De Wet milieubeheer geeft aan dat voor een ruimtelijk plan zorgvuldig moet worden gekeken naar de luchtkwaliteit en dat de normstelling, zoals deze is opgenomen in de Wet milieubeheer, in acht moet worden genomen. In dat kader zijn voor het project Meerstad twee onderzoeken gedaan naar de luchtkwaliteit. Het gaat om de volgende onderzoeken: a. Rapportage Luchtkwaliteit Meerstad. Luchttoets conform het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Wet milieubeheer (Grontmij, 11 april 2008). b. Rapportage Luchtkwaliteit Bestemmingsplan Meerstad: Luchttoets conform de Wet milieubeheer (5.2 Luchtkwaliteitseisen) (Grontmij, 14 mei 2008). Op grond van deze rapportages kunnen de volgende conclusies worden getrokken. a. Berekeningen hebben plaatsgevonden voor 2010 bij autonome ontwikkeling, 2010 inclusief planrealisatie, 2020 bij autonome ontwikkeling en 2020 inclusief planrealisatie. In geen van deze situaties is sprake van overschrijding van de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005. Er is ten aanzien van het Besluit luchtkwaliteit 2005 dan ook geen knelpunt voor de bestemming. Aangezien in de Wet milieubeheer (5.2 Luchtkwaliteitseisen) de normen voor de verschillende stoffen onveranderd zijn 28 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

overgenomen, zijn er ten aanzien van de Wet milieubeheer ook geen knelpunten voor de bestemming. b. Uit de berekeningen met Geostacks voor de verschillende varianten blijkt dat er in de toetsjaren geen overschrijdingen zullen optreden van de normen voor NO 2 en PM 10 zoals deze zijn vastgelegd in de Wet milieubeheer. De concentraties van de stoffen zwaveldioxide (SO 2 ), koolstofmonoxide (CO), stikstofoxiden (NO x ), lood en benzeen liggen in Nederland zo laag dat mag worden aangenomen dat aan de grenswaarden wordt voldaan. Ter onderbouwing van deze aanname is op het meest kritische punt nabij het Meerstadgebied een berekening uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er in de toetsjaren geen overschrijdingen zijn van de grenswaarden voor de overige stoffen uit de Wet milieubeheer. Uit het onderzoek naar de invloed van Meerstad op de luchtkwaliteit in de wijdere omtrek, blijkt dat er op die wegen waar een significante bijdrage is van het verkeer uit Meerstad, geen overschrijdingen zijn van de luchtkwaliteitseisen zoals opgenomen in de Wet milieubeheer. Voor kleinere ruimtelijke plannen en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het voormalige Ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil de 'nibm-tool 3-8-2009' ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO 2 en PM 10 bepaald. De onderhavige ontwikkeling betreft de bouw van een brede school. De scholen zijn volgens de CROW-brochure Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden gelegen in het type woonmilieu Groen-stedelijk. Het aantal leerlingen dat op de scholen gaat verblijven is 520. Met de nibm-tool komt het extra verkeer als gevolg van het plan uit op 422 extra voertuigbewegingen. U i t k o m s t b e r e k e n i n g d. d. 28-09- 2 0 1 1 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 29

C o n c l u s i e Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 Pg/m³ NO 2 of PM 10 ) niet overschrijdt. Het project wordt dan beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven. 4.7 E c o l o g i e Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet. Onderzoek door Buro Bakker 9 heeft uitgewezen dat binnen Meeroevers beschermde flora en fauna aanwezig is. AMFIBIEËN De voornaamste natuurwaarde binnen Meeroevers betreft een populatie van de zeldzame heikikker (tabel 3, Flora- en faunawet). De heikikker plant zich voort in de agrarische sloten. Enkele populierenbosjes fungeerden als land- en overwinteringsbiotoop. Deze zijn ondertussen gekapt. Er is ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet aangevraagd bij de voormalig minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) 10. De minister heeft op 6 maart 2007 geoordeeld dat de voorgestelde compensatiemaatregelen in het kader van de ontheffingsaanvraag voldoende zijn uitgewerkt. Een door het voormalig Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurd compensatieplan ten aanzien van deze populatie is momenteel in uitvoering. De gunstige staat van instandhouding komt niet in gevaar. Inmiddels zijn van 2007 tot en met 2010 heikikkers afgevangen en overgebracht naar Rijpema en zijn in de nabijheid van Rijpema twee compensatiegebieden (5 en 2b) conform de ontheffing aangelegd. In 2011 zal deze actie voor de laatste keer worden uitgevoerd. De gronden binnen Meeroevers zullen in 2011 allemaal zijn opgehoogd of bouwrijp zijn gemaakt, waardoor het landbiotoop en overwinteringsbiotoop voor de heikikker verdwenen zullen zijn. Voor het overige zijn binnen Meeroevers uitsluitend algemene amfibieën (tabel 1, Flora- en faunawet) aanwezig, waarvoor een algemene ontheffing geldt. PLANTEN De licht beschermde zwanebloem (tabel 1, Flora- en faunawet) komt in Meeroevers voor. In dezelfde sloten waar ook de heikikker zich voortplant, is tevens de Rode lijstsoort brede waterpest aangetroffen. Voor beide soorten geldt geen ontheffingsplicht. 9 Ecologisch onderzoek naar beschermde flora en fauna Meerstad 2010. Buro Bakker, mei 2011. 10 Ontheffing is verleend op 6 maart 2007. Per brief d.d. 21 december 2007 is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangegeven dat de compensatiegebieden voor 31 januari 2012 dienen te worden gerealiseerd. Twee compensatiegebieden zijn inmiddels aangelegd. Voor een derde compensatiegebied is een ruimtelijke procedure afgerond. 30 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

In Meeroevers komen een groot aantal licht beschermde zoogdieren (tabel 1, Flora- en faunawet) voor. Het gaat om muizen, marterachtigen, egel, haas, konijn, vos en ree. Hiervoor geldt geen ontheffingsplicht. LICHT BESCHERMDE ZOOGDIEREN De strikt beschermde (tabel 3, Flora- en faunawet) gewone dwergvleermuis, grootoorvleermuis en laatvlieger hebben verblijfplaatsen rond Meeroevers. De bebouwing waarin deze vleermuizen hun verblijfplaatsen hebben, blijft behouden. Ook het merendeel van de vliegroutes, die grotendeels samenvallen met de bestaande wegenstructuur, wordt niet aangetast. Slechts een gedeelte van een vliegroute zal verdwijnen, maar hiervoor is geen compensatie nodig, omdat het een zeer marginale vliegroute betreft. In de toekomst zullen voldoende nieuwe jachtgebieden en vliegroutes binnen het openbaar gebied en de woongebieden ontstaan. VLEERMUIZEN Er is een aantal verblijfplaatsen van vogels rond Meeroevers aanwezig die jaarrond worden benut, zoals die van de soorten steenuil en kerkuil. Er is ontheffing verkregen voor het slopen van de bebouwing aan de Hoofdweg 179 met het oog op de aanwezigheid van kerkuil en steenmarter. Ter compensatie hiervan zijn enkele nestkasten in de omgeving geplaatst. In het woonhuis van Hoofdweg 183 bevindt zich een verblijfplaats van steenuil. Deze woning blijft behouden. Hoofdweg 179 en 183 vallen buiten het plangebied. VOGELS/STEENMARTER De berekende verkeersintensiteiten enerzijds en de verwachte migratiebehoefte van fauna anderzijds, geven geen aanleiding om binnen Meeroevers faunapassages aan te leggen. Wel wordt gedacht aan kleinere voorzieningen ter plaatse van de grotere kruisingen, bijvoorbeeld in de vorm van een sleuf in het wegdek met een afdekrooster, dan wel een betonnen legger. FAUNAPASSAGES Binnen het GIOS zullen zoveel mogelijk inheemse boomsoorten worden gebruikt. Het gaat dan met name om soorten als es, eik, berk en els. De plaatselijke toepassing van deze soorten is afhankelijk van het natuurlijk substraat en de bodem. Het GIOS krijgt een natuurlijk karakter. Het microreliëf dat wordt aangebracht, komt de soortenrijkdom ten goede. INHEEMSE SOORTEN EN MICRORELIËF 4.8 A r c h e o l o g i e Archeologische (verwachtings)waarden dienen op grond van de Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen is door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd 11. Dit heeft geleid tot 11 Plangebied Meerstad. Gemeenten Groningen en Slochteren. Inventariserend cultuurhistorisch onderzoek. RAAP, januari 2002. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 31

een archeologische kwaliteitskaart waarop is aangegeven waar archeologische resten kunnen worden verwacht en welke kwaliteit deze mogelijk zullen hebben. Ten behoeve van het bestemmingsplan Meerstad-Midden is door ARC in drie fases een Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn door de betrokken gemeenten, de provincie en de voormalige Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) beoordeeld. Dit heeft er toe geleid dat de gebieden met een hoge archeologische (verwachtings)waarde op de verbeelding van het bestemmingsplan zijn overgenomen. Het plangebied -een gedeelte van het bestemmingsplangebied- is nader onderzocht door middel van een verkennend megabooronderzoek 12, teneinde eventuele waarden en de omvang daarvan vast te stellen. De resultaten van dit onderzoek zijn door de betrokken gemeenten, de provincie en de RACM beoordeeld. Dit heeft geleid tot een kaart waarop gebieden zijn aangegeven waar nader onderzoek is aanbevolen. De resultaten van deze onderzoeken 13 zijn opgenomen in het selectiebesluit van 4 november 2008. Het besluit is als bijlage toegevoegd. Op dit punt wordt ook verwezen naar de inmiddels verleende vrijstelling voor het bouwrijp maken van het plangebied (zie inleiding). Het selectiebesluit geeft aan dat op de meeste plaatsen werkzaamheden mogelijk zijn en dat op enkele plaatsen archeologische begeleiding zal plaatsvinden en opgravingen zullen plaatsvinden en dat op andere plaatsen de waarden niet van belang zijn, dan wel kunnen worden behouden. Zoals aangegeven in de inleiding, is voor het plangebied een vrijstellingsprocedure gevoerd om met het bouwrijp maken te kunnen beginnen. In dat kader wordt er al gewerkt in het betreffende gebied onder de voorwaarden van het selectiebesluit. CONCLUSIE Voor het plangebied zijn een bureauonderzoek (Meerstad), een inventariserend veldonderzoek (Meerstad-Midden) en een verkennend megabooronderzoek (het plangebied als gedeelte van het bestemmingsplangebied) uitgevoerd. Vervolgens is een archeologisch inventariserend veldonderzoek verricht door middel van proefsleuven. Op basis van deze onderzoeken is inmiddels vrijstelling verleend voor het bouwrijp maken van het plangebied. Hiervoor is op 4 november 2008 een selectiebesluit genomen. De conclusie is dat voor het plangebied op onderdeel archeologie alle benodigde onderzoeken zijn uitgevoerd en de vereiste zorgvuldigheid in acht is genomen. 12 Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van megaboringen in deelplan 1 van het plangebied Meerstad te Harkstede, gemeente Slochteren (Gr). ARC, 22 november 2007. 13 - Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad fase1, deelgebied B te Harkstede gemeente Slochteren (Gr.), ARC- Rapporten 2008-132, 16 oktober 2008. - Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad te Ruischerbrug, gemeente Slochteren (Gr.) fase1, ARC-Publicaties 194, Groningen 2008. 32 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012

4.9 W a t e r De waterhuishoudkundige aspecten van het plangebied zijn op hoofdlijnen reeds geregeld in de verleende vrijstelling voor het bouwrijp maken (zie inleiding). Op basis daarvan wordt de hoofdwaterinfrastructuur voor heel Meeroevers aangelegd. Voor het plangebied, de eerste fase van de verdere inrichting van Meeroevers, is de waterstructuur verder gedefinieerd en uitgewerkt. Deze zal bij de exacte verkaveling nog verder vorm krijgen. Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen en het bestemmingsplan Meerstad-Midden heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met het Waterschap Hunze en Aa's over de (toekomstige) waterhuishoudkundige situatie binnen het plangebied. Deze paragraaf vat de belangrijkste afspraken samen. Voor een uitgebreide beschrijving van het (toekomstige) watersysteem wordt verwezen naar de bijlagen waarin de 'waterparagraaf' uit het bestemmingsplan Meerstad- Midden integraal is overgenomen. De technische details van het watersysteem zijn te lezen in het separaat te raadplegen Milieueffectrapport Meerstad Deelplan 1 (MER, juni 2007). OVERLEG Vooruitlopend op het bestemmingsplan Meerstad-Midden is een waterstructuurvisie 14 opgesteld, welke is overgenomen in het MER. De Commissie m.e.r. heeft hierbij enkele kanttekeningen geplaatst, waarna de verwachte interne en externe fosfaatbelastingnormen zijn bijgesteld. Ook is afgesproken dat het zogenaamde 'PCLake' metamodel (voorzover mogelijk en beschikbaar) als extra toetsingsinstrument zal worden ingezet. WATERSTRUCTUURVISIE In de waterstructuurvisie is een 'ontwikkelvariant' opgenomen. Deze geldt als uitgangspunt voor het watersysteem binnen Meeroevers. Daarmee is Meeroevers een kleinere versie van het uiteindelijke watersysteem voor het gehele Meerstadgebied. Alle onderdelen van het totale systeem zijn aanwezig: Woldmeer (met een 100% zandbodem), kwelvaart, natuurlijke zuivering door een bezinkbekken en moeraszone en recirculatie via kwaliteitsduikers. Het gebied is qua grondbalans, watersysteem en waterbeheer als een opzichzelfstaand plan te realiseren, maar zal later worden ingepast in het grotere geheel van Meerstad. Er wordt een heldere waterkwaliteit nagestreefd met zo weinig mogelijk bacteriologische verontreiniging. Het meer wordt aangelegd met een waterdiepte van circa 1,70 m ten opzichte van winterpeil, met een resulterende vaardiepte van circa 1,10 m. Voor aanpassingen in het watersysteem is een watervergunning van het Waterschap Hunze en Aa s nodig. Deze zal worden aangevraagd; overleg met het waterschap hierover is gaande. WATERONTHEFFING 14 Waterstructuurvisie Meerstad. Royal Haskoning, januari 2005. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 33

5 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d Meerstad wordt ontwikkeld door de Grondexploitatiemaatschappij Meerstad (GEMM), een zogenoemde CV-BV constructie. In de GEMM participeren tot begin 2012 zowel publieke als private partijen. De overheden die indirect (middels een stichting) in de GEMM participeren, zijn het voormalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Bureau Beheer Landbouwgronden), de provincie Groningen, de gemeente Groningen en de gemeente Slochteren. De private partijen die indirect (middels een grondbank) in GEMM participeren, zijn AM, BPF Bouwinvest, Hanzevast en Heijmans. Ook het Waterschap Hunze en Aa's en Staatsbosbeheer, die niet deelnemen als partij, zijn bij het project betrokken. De deelnemende partijen hebben op 28 september 2005 een samenwerkingsovereenkomst (SOK) ondertekend waarbij de financiële haalbaarheid van het Masterplan Meerstad Groningen door alle partijen is onderschreven en geborgd. Begin 2012 zal een wijziging van de structuur worden geëffectueerd, waarbij de gemeente Groningen enig aandeelhouder in de GEMM wordt. De gemeente Groningen zal verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en de grondexploitatie binnen het exploitatiegebied van Meerstad. In een set van nieuwe overeenkomsten wordt de verhouding tussen de betrokken partners in het project geregeld. De voor de school benodigde gronden worden aangekocht van de GEMM. De stichtings- en exploitatiekosten voor het gebouw worden gedragen door de gemeente. De ontsluiting en het parkeerterrein worden aangelegd door de GEMM. Het gebouw is geschikt voor verschillende gebruikers: één of meer scholen en wellicht voorzieningen als buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf et cetera, afhankelijk van de behoefte die partijen op enig moment hebben. Het gebouw kan al naar gelang de behoefte worden uitgebreid. In het gemeentefonds is voor onderwijsvoorzieningen een bedrag opgenomen voor bouw, inrichting en het onderhoud van schoolgebouwen. De scholen betalen zelf de verbruikskosten en het binnenonderhoud van hun deel en krijgen daarvoor een rijksvergoeding. De overige gebruikers betalen huur voor de door hen gebruikte ruimten, die in beginsel kostendekkend is. 231.12.00.90.01.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan tijdelijke school Meeroevers - 13 maart 2012 35