177 177 HOOFDSTUK 11 Alleen is maar alleen WOORDEN 1 1 Heb jij het ook zo...? a los b druk 2 Aan welke... van de stad woon jij? a kant b plek 3 O, daar? Daar woont ook een... van me! a omgeving b kennis 2 1 Ik vind het jammer dat de vakantie al weer... is. a eenzaam b voorbij 2 Ik kan goed met mijn collega s.... Ik vind ze erg aardig. a overweg b belangstelling 3 Mijn ouders wonen gelukkig in dezelfde stad. We komen dus vaak bij elkaar op.... a binnenkort b visite 3 1 Vroeger liepen veel Nederlanders op.... Tegenwoordig zie je dat niet veel meer. a klompen b makkelijk 2 Vorig jaar was ik in Brazilië. Het was er erg leuk. Ik weet zeker dat ik nog eens.... a terugga b mis 177 177 177
178 178 3 Toen ik Brigitte ontmoette,... het meteen. Ze is nu al jaren mijn beste vriendin. a klikte b begreep 4 1 Zaterdag hebben we heerlijk gewandeld langs het strand en door de.... a duinen b spontaan c kant 2 Ieder jaar... ik voor een paar weken... naar mijn land. a denk... na b houd... op c ga... terug 3 Als er een kind geboren is, krijgen de ouders veel.... a visite b humor c ideaalbeeld 5 Wat hoort bij elkaar? 1 oma a schoonvader 2 schoonzus b oom 3 tante c zwager 4 nicht d opa 5 schoonmoeder e neef 6 Kies uit: binnenkort nadenken omgeving nergens dichtbij 1 Ik zoek een huis in de van Utrecht. 2 Ik ga namelijk in Utrecht studeren. 3 Natuurlijk vind ik het prettig om de universiteit te wonen. 4 Kun je eens of je niet een goede kamer voor me weet? 5 Een goede kamer is namelijk bijna te vinden. 7 1 Toen mijn man doodging, had ik veel.... a verdriet b verantwoordelijk 178 178 178
179 179 2 Ik houd erg van.... Ik vind het heerlijk om buiten te zijn. a wandelen b begrijpen 3 Bovendien is wandelen een goede manier om... te blijven. a vast b slank 8 1 Wat wil je nou toch? Ik... echt niet wat je wilt zeggen! a behandel b begrijp 2 Ik woon gelukkig... mijn werk. Ik kan er op de fiets naartoe. a dichtbij b nergens 3 Twee jaar geleden ging mijn vrouw.... Nu woon ik dus alleen. a verdriet b dood 9 Kies uit: familielid kennissen mis neef eenzaam 1 Ik woon in een vreemd land en ik mijn familie en vrienden. 2 Soms voel ik me. 3 Mijn woont gelukkig ook hier. 4 Hij is het enige dat ook in Nederland woont. 5 Nu ik studeer, maak ik gelukkig wel nieuwe vrienden en. 10 Wat hoort bij elkaar? 1 band a aantrekkelijk 2 belangstelling b alleenstaand 3 knap c lief 4 aardig d interesse 5 vrijgezel e relatie 179 179 179
180 180 11 Kies uit: geniet oma zelfstandig begrijpen vaste 1 Ik ben van drie kleinkinderen. 2 Mijn oudste kleindochter is een meisje. 3 Ze woont alleen in Amsterdam en ze wil nog geen relatie. 4 Ze van het studentenleven en van uitgaan met vrienden en vriendinnen. 5 Ik kan dat wel. Ik wou dat ik die vrijheid vroeger had gehad! 12 1 Ik kijk even in mijn agenda wanneer ik een afspraak met je kan maken. Ik heb het zo.... Mijn agenda zit helemaal vol. a bezig b druk 2 Ik kan... mijn pinpas vinden. Heb jij hem soms ergens zien liggen? a nergens b makkelijk 3 Jij ziet altijd overal problemen. Doe toch niet zo...! a negatief b positief 13 1 Mijn vader woont in een hele mooie.... Je kunt er heerlijk fietsen en wandelen. a nergens b onderwerp c omgeving 2 In sommige landen kunnen neef en... met elkaar trouwen. In Nederland kan dat niet zomaar. a vast b trouw c nicht 3 Peter zei... dat hij me wilde helpen met verhuizen. Dat vond ik erg aardig van hem. a negatief b spontaan c spelen 180 180 180
181 181 14 Kies uit: karakter positieve kanten vroeger ideale 1 Als je verliefd bent, zie je alleen de punten van iemand. 2 Maar natuurlijk heeft je partner ook negatieve. 3 Iedereen heeft immers goede en slechte kanten in zijn. 4 De partner zul je nooit vinden. 5 Ik vond het uiterlijk van iemand het belangrijkst, maar nu denk ik daar anders over. 15 1 Ik vind het niet belangrijk welke... iemand heeft. Het gaat om het karakter. a familielid b huidskleur 2 De brieven van Arnold zitten vol.... Ik moet er altijd vreselijk om lachen. a humor b ideaalbeeld 3 Maak die knoop eens.... Die broek zit veel te strak. a los b makkelijk 16 1 Ans heeft zoveel chocolade gegeten dat ze er heel erg... van werd. a resultaat b misselijk 2 Seks is een... waarover in veel culturen niet wordt gesproken. a verantwoordelijk b onderwerp 3 Wacht! U betaalt met 10,-. U krijgt nog 5,-.... a retour b makkelijk 181 181 181
182 182 17 Lees de woorden. Hoort het woord bij karakter? ja nee 1 verlegen 2 spontaan 3 misselijk 4 knap 5 aardig 6 eerlijk 7 aantrekkelijk 18 Wat hoort bij elkaar? 1 los a scheiden 2 vroeger b vast 3 dichtbij c nu 4 positief d ver 5 trouwen e negatief 19 Kies uit: vorige regende besloten makkelijke plek 1 Esther en Arjan hebben om op twaalf september te gaan trouwen. 2 Nederlands is geen taal om te leren. 3 Zal ik even bellen of er vanavond nog in het restaurant is? 4 Op vakantie het dagenlang. Vreselijk! 5 John moet vaak voor zijn werk naar het buitenland. Hij was week in Ierland en volgende week gaat hij naar Spanje. 20 1 José... dat ze volgend jaar meer salaris krijgt dan dit jaar. a verwacht b geniet 2 Els maakt zich... over haar vader. Hij is erg ziek. a eenzaam b zorgen 3 Ik ben... hoe de vriendin van Alex heet. Weet jij het misschien? a behandeld b vergeten 182 182 182
183 183 21 1 Vroeger was mijn... trouwen en kinderen krijgen. a trouw b humor c ideaalbeeld 2 Mijn vader is na dertig jaar nog steeds verliefd op mijn moeder. Dat is nou echte.... a verantwoordelijk b liefde c sterk 3 Over welke... wil je praten? We kunnen vandaag niet alles bespreken. a punten b nergens c nadenken 22 Kies uit: rij ruzie sterker sinds spelen 1 Deze man maakt met iedereen. Niemand vindt hem aardig. 2 Er stond een lange bij de kassa van Albert Heijn. Ik moest wel een kwartier wachten. 3 Ik werk hier al 1998. 4 Mama, mag Felix bij me komen? 5 Vincent is dan zijn vader. Dat vindt zijn vader niet leuk. 23 Kies uit: scheiden kleinkind oom 1 Marina is al oma. Ze haalt iedere woensdagmiddag haar van school. 2 De broer van mijn vader is mijn. 3 Marja is niet gelukkig met haar man. Ze denkt erover om te gaan. 24 1 Morgen wordt in de Nederlandse les een boek van W.F. Hermans.... a behandeld b begrepen 183 183 183
184 184 2 Abdel heeft... jaar het examen Nederlands als Tweede Taal gehaald. a vorig b volgend 3 We... dat de reis van Eindhoven naar Maastricht maximaal anderhalf uur duurt. a verwachten b behandelen 25 1 Ronald kan bij Shell gaan werken. Hij... morgen of hij dat doet. a besluit b verantwoordelijk 2 Het is al weken droog. Het wordt tijd dat het gaat.... a regenen b druk 3 De kinderen van groep drie zitten altijd op dezelfde.... a plek b resultaat 26 Lees de woorden. Hoort het woord bij uiterlijk? ja nee 1 aantrekkelijk 2 trouw 3 zelfstandig 4 slank 5 knap 6 belangstelling 7 verlegen 27 Kies uit: makkelijk inmiddels vergeten zorgen resultaat 1 Ik maak me over het examen van morgen. Ik heb niet genoeg gestudeerd. 2 Ik heb deze oefening snel klaar. Ik vind hem. 3 Sanjib is vijf maanden in Nederland. 4 Wat is het van je examen? Ben je geslaagd? 5 Sonja is haar bril. Nu moet ze naar huis om hem te halen. 184 184 184
185 185 28 1 Ik ben... voor deze brief. Ik heb hem geschreven. a trouw b verantwoordelijk c negatief 2 Volgende week krijg ik de... van mijn vwo-examen. Als ik geslaagd ben, ga ik aan de universiteit studeren. a resultaten b ruzie c retour 3 Zijn jullie nog bij tante Mimi geweest,... jullie in Parijs waren? a toen b inmiddels c dichtbij 29 1 Vicky is een makkelijk kind. Ze... met alle kinderen uit de straat. a humor b speelt c lief 2 De dokters kunnen niets meer voor Bert doen. Hij gaat.... a sterven b behandelen c besluiten 3 Mijn oma was een... vrouw. Ze zorgde voor zes kinderen en ze werkte ook nog in de winkel van mijn opa. a sterke b vroeger c karakter 30 Kies uit: voorbij overweg klikt duinen klomp 1 In de omgeving van Zandvoort zijn prachtige. 2 Het niet tussen mij en mijn nieuwe collega. We hebben al twee keer ruzie gehad. 3 Onze liefde is. We gaan scheiden! 4 Voor veel toeristen is de een symbool van Holland. 5 Ik kan goed met mijn schoonfamilie. Het zijn allemaal lieve mensen. 185 185 185
186 186 31 1 In Zweden hebben veel vrouwen blond haar en blauwe ogen: het... van veel mannen. a verlegen b ideaalbeeld 2... moet van twee kanten komen. a Eenzaam b Liefde 3 Ik heb... met mijn beste vriendin. Ze praat al dagen niet tegen me. a ruzie b positief 32 1 Ik wil twee dingen zeggen:... één de koffie is heerlijk, punt twee de taart ook. a plaats b punt 2 De kinderen stonden in een... op het schoolplein. a retour b rij 3... ik een bril draag, heb ik geen hoofdpijn meer. a Toen b Sinds 33 Kies uit: sterk toen verdriet stierf verantwoordelijk 1 Ik was vorige week op vakantie. Ik heb vijf boeken gelezen! 2 Ik draag die zware koffer wel. Ik ben heel. 3 Hij is al achttien jaar. Hij is zelf voor wat hij doet. 4 Ans en Peter hebben veel omdat hun kind ziek is. 5 Toen mijn vader, was hij nog maar vijftig jaar. 186 186 186
187 187 34 Kies uit: schoonmoeder tante trouw opa schoonvader 1 Ik ben heel aan mijn vrienden. De meeste vrienden ken ik al erg lang. 2 Mijn en oma hadden een groentewinkel in Amsterdam. Ik at als kind dus altijd voldoende groente en fruit. 3 Ik heb een hele goed band met de familie van mijn vrouw. Met haar vader, mijn dus, ga ik vaak zeilen. 4 Veel mannen maken grapjes over hun, maar de moeder van mijn vrouw is gewoon heel aardig. 5 De zus van mijn vrouw is dus de van mijn kinderen. Zij zorgt vaak voor onze kinderen. 35 1 De zus van mijn vrouw is mijn.... a schoonzus b tante 2 Emile en ik hebben veel dezelfde.... We houden allebei van muziek en van mooie kleren. a karakter b interesses 3 Ik... van het mooie weer! Voor mij mag het altijd zo blijven. a besluit b geniet 187 187 187