Kaderovereenkomst TUSSEN



Vergelijkbare documenten
School of Education: Bruggen bouwen en onderhouden

<^ ^- Onverminderd de interuniversitaire overeenkomst die de samenwerking tussen de K.U.Leuven en de K.U.Brussel

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

Verken je toekomst. Infomomenten van de instellingen van de Associatie K.U.Leuven.

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Mogelijkheden tot differentiatie binnen de SLO voor (toekomstige) leraren die (willen) werken met laaggeschoolde volwassenen

Vraag nr. 139 van 5 december 2012 van GERDA VAN STEENBERGE

Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent.

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Huishoudelijk reglement ouderraad Sint-Ritacollege

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT

Statuten HoGent Studentenraad

Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel

Statuten jeugdraad Glabbeek

Associatie KU Leuven: Sterke partners voor beter hoger onderwijs

Statuten HoGent Studentenraad

Samenstelling van de ouderraad

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Provincieraadsbesluit

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel fax

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE BELGISCHE WIELRIJDERSBOND

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst

Beleidsplan AUHL

Het adviesorgaan voor toerisme heeft zijn zetel en adres te 2460 Kasterlee, Markt 13.

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENSTEN

Overzicht en samenstelling van beleidsorganen

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

Feitelijke vereniging Nieuwe Technologie voor Boyoma Studenten STATUTEN

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid

MEMORIE VAN TOELICHTING

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

Vraag nr. 103 van 6 juni 2002 van mevrouw BRIGITTE GROUWELS. Hogescholen Financiering

Hoofdstuk 1. - Naam, zetel, doel

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

Statuten gemeentelijke cultuurraad

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Statuten BEHEERSORGAAN gemeentelijk gemeenschapscentrum van Herne

PP5 Kwaliteitszorgsysteem in SLO in CVO s van expertisenetwerk School of Education

STATUTEN CULTUURRAAD

Student Information Networking

Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 8 mei 2014)

Werden benoemd als: a) Voorzitter van de raad van bestuur: b) Secretaris van de raad van bestuur: c) Penningsmeester: d) Afgevaardigde bestuurder:

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

STATUTEN JEUGDRAAD DE HAAN

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Standpuntnota werkgroep toekomst lerarenopleidingen

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

VR DOC.0277/4BIS

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond jeugd en jeugdwerk van het gemeentebestuur.

Verslag aan de Provincieraad

Seniorenadviesraad Galmaarden

Ontwerp van samenwerkingsakkoord

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

LIO-BAANOVEREENKOMST

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO

SPORTRAAD STATUTEN SPORTRAAD LEUVEN. De statuten van de Sportraad van Leuven worden vastgesteld.

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven;

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD VAN BOECHOUT Statuten cultuurraad Boechout

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 november 2015

DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE

Leren van en met elkaar en co-teaching in de Specifieke Lerarenopleiding (SLO)

Huishoudelijk Reglement

LIOBAANOVEREENKOMST Inservicetraining. Specifieke Lerarenopleiding

Artikel 3 Duur De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur, zij kan ten allen tijde ontbonden worden.

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

Functie en bevoegdheden Sociale raad

Akte Oprichting gecoördineerde versie

Projectvereniging Kempens Karakter - Statuten

Huishoudelijk reglement gemeentelijke cultuurraad

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

Transcriptie:

Kaderovereenkomst Expertisenetwerk School of Education TUSS CVO LimLo, met zetel te 3590 Diepenbeek, Stationsstraat 36, hier vertegenwoordigd door Jos Faes, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 18 maart 2010 CVO Hoger Instituut der Kempen, met zetel te 2440 Geel, Kleinhoefstraat 4, hier vertegenwoordigd door Tony Bastijns, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 18 juni 2010 CVO Lethas, met zetel te 1030 Ganshoren, Landsroemlaan 126, hier vertegenwoordigd door Veerle Adams, directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 19 mei 2010 CVO Technicum Noord-Antwerpen, met zetel te 2000 Antwerpen, Londenstraat 43, hier vertegenwoordigd door Vic De Schepper, afgevaardigd beheerder van TNA,vzw en Sandra Schepens, adjunct-directeur en coordinator SLO, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 27 mei 2010 CVO VIVO Kortrijk, met zetel te 8500 Kortrijk, Scheutistenlaan 12, hier vertegenwoordigd door Ann Derycke, pedagogisch adjunct-directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 20 april 2010 CVO VTI Aalst, met zetel te 9300 Aalst, Sint-Annalaan 99, hier vertegenwoordigd door Maurits Lievens, voorzitter Inrichtend Comité Volwassenonderwijs, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 10 mei 2010 CVO VTI Brugge, met zetel te 8000 Brugge, Boeveriestraat 73, hier vertegenwoordigd door Philippe Lecluyse, voorzitter, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd.29 maart 1

2010 CVO Technische Scholen Mechelen, met zetel te 2800 Mechelen, Jef Denynplein 2, hier vertegenwoordigd door Fonny Van Oerle, directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 21 april 2010 CVO VTI Leuven, met zetel te 3000 Leuven, Dekenstraat 3, hier vertegenwoordigd door Philippe Houben, directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dd. 20 april 2010 HUB-EHSAL vzw, met zetel te 1000 Brussel, Stormstraat 2, hier vertegenwoordigd door Dirk De Ceulaer, afgevaardigd bestuurder, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 28 april 2010 Groep T Leuven Education College, met zetel te 3000 Leuven, Andreas Vesaliusstraat 13, hier vertegenwoordigd door Arthur D'Huys, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. Hogeschool Sint-Lukas Brussel, met zetel te 1030 Brussel, Paleizenstraat 71, hier vertegenwoordigd door Willem De Greef, directeur onderwijs en onderzoek, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 7 mei 2010 Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, met zetel te 1030 Brussel, Koningsstraat 328, hier vertegenwoordigd door Maria De Smet, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 12 mei 2010 Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, met zetel te 8200 Brugge, Xaverianenstraat 10, hier vertegenwoordigd door Piet De Leersnyder, algemeen directeur, en Johan L. Vanderhoeven, departementshoofd lerarenopleiding, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 27 april 2010 2

Katholieke Hogeschool Kempen, met zetel te 2440 Geel, Kleinhoefstraat 4, hier vertegenwoordigd door Maurice Vaes, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 27 mei 2010 Katholieke Hogeschool Leuven, met zetel te 3001 Heverlee, Abdij van Park 9, hier vertegenwoordigd door Toon Martens, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 18 maart 2010 Katholieke Hogeschool Limburg, met zetel te 3590 Diepenbeek, Campus Diepenbeek Agoralaan gebouw B, bus 1, hier vertegenwoordigd door Willy Indeherberghe, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 23 april 2010 Katholieke Hogeschool Mechelen, met zetel te 2800 Mechelen, Zandpoortvest 13, hier vertegenwoordigd door Johan Cloet, algemeen directeur en Piet Bloemen, departementshoofd lerarenopleiding, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 18 maart 2010 Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, met zetel te 9000 Gent, Gebroeders Desmetstraat 1, hier vertegenwoordigd door Frank Baert, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 28 april 2010 Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, met zetel te 8500 Kortrijk, Doorniksesteenweg 145, hier vertegenwoordigd door Eric Halsberghe, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 30 maart 2010 Lessius Hogeschool, met zetel te 2018 Antwerpen, Jozef de Bomstraat 11, hier vertegenwoordigd door Flora Carrijn, algemeen directeur, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 29 april 2010 De Katholieke Universiteit te Leuven, ondernemingsnr. 0419.052.173, met zetel te 3000 Leuven, Oude Markt 13, 3000 Leuven, hier vertegenwoordigd door prof.dr. Mark Waer, rector, en prof.dr. Ludo Melis conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 20 april 2010 3

De vzw, penvoerende instelling, met zetel te 3000 Leuven, Schapenstraat 34, 3000 Leuven, hier vertegenwoordigd door André Oosterlinck, voorzitter, en Ludo Melis, vicerector onderwijs, conform de goedkeuring door de Raad van Bestuur dd. 26 maart 2010 GELET OP Het decreet betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen dd. 15 december 2006 (hierna het Decreet genoemd), inzonderheid artikelen 12 decies van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs en 55 decies van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, en het decreet van 15 juni 2007 betreffende de organisatie van het volwassenenonderwijs, dat onder meer de lerarenopleidingen binnen de CVO s regelt; De mogelijkheden voor een Raad van Bestuur om bepaalde bevoegdheden te delegeren aan gemandateerden binnen of buiten de organisatie; De beheersovereenkomst afgesloten tussen het Expertisenetwerk en de Vlaamse Gemeenschap (hierna de Beheersovereenkomst genoemd). WORDT OVEREGEKOM WAT VOLGT Art. 1. Missie en uitgangspunten van het expertisenetwerk Partijen komen overeen samen te werken op het vlak van de lerarenopleiding op grond van de bestaande lerarenopleidingen. Samenwerking op andere terreinen is mogelijk. 1.1 Missie Het expertisenetwerk School of Education (hierna SoE ) heeft de volgende opdracht: Het expertisenetwerk School of Education wordt opgericht in uitvoering van het decreet op de lerarenopleiding en onderschrijft daarmee de belangrijke ambitie van de verdere professionalisering van de leraar en de lerarenopleidingen. Zoals decretaal bepaald heeft het tot doel de expertise van de verschillende lerarenopleidingen in complementariteit te bundelen en te ontwikkelen, ter verbetering van de kwaliteit van de lerarenopleidingen en ter versterking van de dienstverlening op het vlak van de continue professionalisering van leraren. Het expertisenetwerk School of Education is een samenwerkingsverband van aanbieders van lerarenopleidingen met als doel de lerarenopleidingen zoals georganiseerd door de partners verder te optimaliseren. Hierdoor wordt er naar gestreefd de opleiding voor cursisten en studenten te verbeteren en zo bij te dragen tot een kwaliteitsverhoging in het onderwijs. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen sterke punten van de verschillende lerarenopleidingen en gezocht naar een optimale synergie van de specifieke expertise van de diverse aanbieders. Het expertisenetwerk beoogt reeds bestaande initiatieven voor 4

samenwerking inzake opleiding, nascholing, onderzoek, ontwikkeling en kwaliteitszorg te versterken en aan te vullen. Deze versterking vindt plaats op initiatief van verschillende partners van het expertisenetwerk. Gegeven de complexiteit van het leraar zijn, de diversiteit bij studenten en cursisten en de rechtmatigheid van meerdere benaderingen in opleiding van leraren beoogt het expertisenetwerk heldere opleidingsprofielen uit te tekenen die de eigenheid van de verschillende aanbieders reveleren. Het expertisenetwerk School of Education heeft tot doel een toonaangevende rol te spelen op het domein van de lerarenopleiding en dit zowel in Vlaanderen als internationaal. Het expertisenetwerk beoogt kwaliteitsvolle lerarenopleidingen aan te bieden die het gevolg zijn van een diepgaande en systematische reflectie op wat het betekent in de 21 ste eeuw leraar te zijn. 1.2 Uitgangspunten De werking van het expertisenetwerk is gebaseerd op de volgende uitgangspunten. Toetreding tot het expertisenetwerk impliceert dat de verregaande ambities inzake samenwerking en optimalisering van de lerarenopleiding ten volle worden onderschreven. Het impliceert met name een bereidheid om de eigen expertise in het expertisenetwerk in te brengen, zich te engageren tot daadwerkelijke betrokkenheid en participatie. De leden van het expertisenetwerk stellen het belang van de student, cursist centraal, leveren bijdragen die het geheel van het expertisenetwerk ten goede komen en onthouden zich te allen tijde en in alle omstandigheden van initiatieven die de belangen van het expertisenetwerk als geheel of van een van de partners kunnen schaden. Het expertisenetwerk wordt opgericht binnen de. Dit heeft als gevolg dat maximaal van de op vele terreinen reeds bestaande samenwerking binnen de Associatie K.U.Leuven zal worden uitgegaan en dat er ook naar gestreefd wordt het geheel van de activiteiten onderzoeksmatig te onderbouwen. Opgericht binnen de onderschrijft het expertisenetwerk de missie van deze associatie en met name het uitgangspunt dat De associatie wil, als een op kwaliteit georiënteerde gemeenschap van onderwijs- en onderzoeksinstellingen en geïnspireerd door het waardevolle en veelzijdige christelijke gedachtegoed, haar opdracht uitvoeren in dialoog met en in dienst van een open, pluralistische en interculturele samenleving. Dit in volle erkenning van een pluraliteit aan wereldvisies. Het expertisenetwerk School of Education is een in Vlaanderen verankerd expertisenetwerk dat regionale, nationale en internationale uitwisseling en samenwerking nastreeft. Dit zal onder meer op projectbasis worden aangemoedigd. Met partners al dan niet uit andere expertisenetwerken of regionale platformen kan in projecten worden samengewerkt indien ze op gelijkwaardige manier bijdragen als de partners uit het expertisenetwerk School of Education. De middelen van het expertisenetwerk worden uitsluitend gebruikt voor initiatieven en projecten die de opdracht van het expertisenetwerk helpen te realiseren. Middelen van het expertisenetwerk kunnen niet worden gebruikt voor de specifieke doelstellingen van afzonderlijke partners. 5

Alle personeelsleden van de partijen worden geacht te handelen in het belang van het expertisenetwerk. Art. 2. Samenstelling van en mandatering aan het expertisenetwerk 2.1. Het expertisenetwerk School of Education brengt 22 aanbieders van lerarenopleidingen samen: centra voor Volwassenenonderwijs met een geïntegreerde en specifieke lerarenopleiding, hogescholen met een geïntegreerde en specifieke lerarenopleiding en de universiteit met een specifieke lerarenopleiding. De leden van deze instellingen zijn vertegenwoordigd in de verschillende organen van het expertisenetwerk. De leden kunnen worden ondergebracht in drie geledingen: CVO s Hogescholen Universiteit CVO LimLo CVO Hoger Instituut der Kempen CVO Lethas CVO Technicum Noord-Antwerpen CVO VIVO Kortrijk CVO VTI Aalst CVO VTI Brugge CVO Technische Scholen Mechelen CVO VTI Leuven Hogeschool-Universiteit Brussel Groep T Leuven Education College Hogeschool Sint-Lukas Brussel Hogeschool voor Wetenschap & Kunst Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Katholieke Hogeschool Kempen Katholieke Hogeschool Leuven Katholieke Hogeschool Limburg Katholieke Hogeschool Mechelen Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Katholieke Hogeschool Zuid-West- Vlaanderen Lessius Hogeschool Katholieke Universiteit Leuven 2.2. Voor de duur van de overeenkomst engageren de CVO s zich ertoe geen overeenkomst af te sluiten met andere expertisenetwerken, tenzij met uitdrukkelijk akkoord van het beheerscomité van het Expertisenetwerk School of Education. 2.3. De hogergenoemde instellingen gaan ermee akkoord aan het beheerscomité de bevoegdheid te delegeren besluiten te nemen binnen het goedgekeurde actieplan en de afgesproken budgetten voor het Expertisenetwerk onverminderd het feit dat : 6

- elke instelling ten aanzien van de lerarenopleiding zijn inhoudelijk bepaalde onderwijsbevoegdheid en het beslissingsrecht om het curriculum van de opleiding te bepalen, behoudt; - de studenten voor de subsidieerbare lerarenopleidingen inschrijven in één instelling; - het afleveren van de diploma s voor de lerarenopleiding aan de ingeschreven studenten de bevoegdheid blijft van de afzonderlijke instellingen. Art. 3. Middelen van het expertisenetwerk De middelen, o.a. vanwege de overheid voor het expertisenetwerk worden op de rekening van de associatie geboekt, maar als een zelfstandig budget. Binnen het netwerk wordt afgesproken wie gevolmachtigd is om deze budgetten te beheren volgens de afspraken gemaakt binnen de Overkoepelende Vergadering op voorstel van het beheerscomité en bekrachtigd in de Raden van bestuur van de deelnemende instellingen en in de Raad van bestuur van de. De begroting van de SoE wordt opgesteld en goedgekeurd door het Beheerscomité. De begroting en het actieplan vormen de bijlagen van de kaderovereenkomst. Het actieplan verandert op regelmatige basis. Art. 4. Bestuur en coördinatie van het expertisenetwerk 4.1 Principes 1. Het expertisenetwerk beoogt maximaal overleg te realiseren zonder evenwel aan bestuurskracht in te boeten. Dit impliceert dat alle betrokkenen ruim de kans moeten krijgen om aan de besluitvorming te participeren. 2. Het expertisenetwerk is een samenwerkingsverband binnen de. Dit impliceert dat het expertisenetwerk opereert binnen het kader dat door de Raad van bestuur van de wordt vastgelegd. 3. Op het coördinerend niveau van het expertisenetwerk worden volgende bestuursorganen opgericht: a. de overkoepelende vergadering b. het beheerscomité c. de coördinatiecel 4. Binnen het expertisenetwerk zullen verschillende werkgroepen en projecten ontstaan die voorstellen met betrekking tot verschillende aspecten van de lerarenopleiding zullen formuleren. Deze voorstellen worden eerst door de verschillende bestuursorganen besproken alvorens ze al dan niet na revisie ter finalisering van de besluitvorming aan de Overkoepelende Vergadering worden voorgelegd. 5. Jaarlijks presenteert het Beheerscomité aan de Raad van bestuur van de en de Raden van bestuur van de betrokken CVO s een jaarverslag en een actieplan voor het volgend werkingsjaar. Dat actieplan dient door de Raden van bestuur van de verschillende partijen te worden goedgekeurd. 4.2. Organogram 2009-2011 (zie pagina 9) 4.3. Bestuursorganen: 7

De coördinatiecel staat in voor het dagelijks bestuur van het expertisenetwerk. De coördinatiecel bereidt de de besluitvorming voor en voert de besluiten uiteindelijk in naam van beheerscomité/overkoepelende vergadering ook uit. Deze cel neemt eveneens de volledige opvolging van de projecten op zich (vragen ivm verlengingen en aanpassingen aan de projecten). Het beheerscomité staat in voor concrete dossiers inzake bestuurlijke en inhoudelijke aangelegenheden van het expertisenetwerk. Meer in het bijzonder betreft het: o o o o Opstellen en goedkeuren van de begroting binnen de grenzen van het goedgekeurde actieplan, het jaarverslag en de jaarrekeningen opvolging uitvoering actieplan de structuren van de SoE de inhoudelijke prioriteiten De overkoepelende vergadering heeft twee belangrijke functies: o o goedkeuring van de voorstellen uit het beheerscomité communicatiekanaal naar de betrokken instellingen en koepels De samenstelling en aanduiding van bovenstaande bestuursorganen is als volgt: o De overkoepelende vergadering: een vertegenwoordiger per hogeschool, een vertegenwoordiger per CVO, vijf vertegenwoordigers van de lerarenopleidingen van de K.U.Leuven, drie vertegenwoordigers van de Coördinatie (directeur, de directeur Professioneel Hoger Onderwijs Associatie K.U.Leuven en de stafmedewerker Projectcoördinatie ). Als waarnemende leden kunnen per onderwijskoepel twee vertegenwoordigers aan de vergadering participeren. Stafmedewerkers kunnen als secretaris en waarnemer de vergaderingen bijwonen. o o Het beheerscomité: vijf leden aangeduid door de Raad van Bestuur van de Associatie K.U.Leuven (waarvan twee vertegenwoordigers van de Coördinatie Associatie K.U.Leuven), drie leden aangeduid door de Raden van Bestuur van de CVO's, twee vertegenwoordigers aangeduid door de participerende hogescholen, een vertegenwoordiger aangeduid door de K.U.Leuven, een vertegenwoordiger aangeduid door CVO s. Elke geleding beslist autonoom over de wijze waarop de vertegenwoordiging wordt samengesteld. De voorkeur gaat uit naar een geheime stemming. Een stafmedewerker kan als secretaris de vergadering bijwonen. De coördinatiecel: In de coördinatiecel is elke geleding met een lid vertegenwoordigd. De voorzitter wordt aangeduid door de Raad van Bestuur van de, de ondervoorzitter wordt door de CVO's verkozen en de Raad van Bestuur van de K.U.Leuven duidt de beheerder aan. Ook de stafmedewerker die de rol van coördinator vervult is lid van de coördinatiecel. De praktische regelgeving met betrekking tot samenstelling en duur van het mandaat, voorzitterschap, vergaderingen, verslaggeving, uitvoering van de beslissingen en arbitrageproces met betrekking tot de verschillende bestuursorganen werd neergeschreven in een huishoudelijk 8

reglement (zie bijlage) voor deze organen. Elk orgaan stelt met unanimiteit zijn eigen huishoudelijk reglement op. 4.4. De KU.Leuven zal instaan voor de Coördinatie van het expertisenetwerk. Dit wordt nader uitgewerkt in de bijlage over de werking van de coördinatie van het expertisenetwerk. Het Beheerscomité kan bovendien bij unanimiteit beslissen één of meerdere coördinatietaken toe te vertrouwen aan één of meerdere andere partners. In dit geval gaat het om personeelsleden die vanuit één van de partners als opdracht krijgen mee het expertisenetwerk en zijn activiteiten uit te bouwen. De betrokken partner tekent de beslissing van het beheerscomité waarin afspraken gemaakt worden met betrekking tot taakstelling en personeels-, uitrustings- en werkingsmiddelen, mee voor akkoord. 9

Organogram 2009-2011 Partnerinstellingen Expertisenetwerk School of Education - 9 CVO's: CVO LimLO, CVO Hoger Instituut der Kempen, CVO Lethas, CVO Technicum Noord-Antwerpen, CVO VIVO Kortrijk, CVO VTI Aalst, CVO VTI Brugge, CVO Technische Scholen Mechelen, CVO VTI Leuven - 12 hogescholen: Hogeschool-Universiteit Brussel, Groep T- Leuven Educational College, Hogeschool Sint-Lukas Brussel, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Katholieke Hogeschool Kempen, Katholieke Hogeschool Leuven, Katholieke Hogeschool Limburg, Katholieke Hogeschool Mechelen, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, Lessius Hogeschool - 1 universiteit: Katholieke Universiteit te Leuven Overkoepelende Vergadering Raden van Bestuur Beheerscomité Coördinatiecel 9

Art. 5. Prioritaire actieterreinen en aanpak van het expertisenetwerk 5.1 Inleiding Maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden de lerarenopleidingen rechtstreeks doordat ze invloed uitoefenen op de doelen van de opleiding, de studenten en de cursisten, de visies op leren en opleiden en onrechtstreeks doordat ook het onderwijs waarin de leraren na hun initiële opleiding actief zullen zijn, wordt beïnvloed door deze maatschappelijke ontwikkelingen. Het expertisenetwerk School of Education beoogt een toonaangevend samenwerkingsverband te zijn dat proactief en beredeneerd inspeelt op deze maatschappelijke ontwikkelingen. Als belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling onderkent het expertisenetwerk de zich binnen een globale context ontwikkelende kennissamenleving. Deze ontwikkeling houdt onmiddellijk verband met een grote dominantie van de economische rationaliteit, een versterkt belang van technologie in vele maatschappelijke sectoren, de vraag naar steeds verdergaande flexibiliteit en van uitermate belang voor onderwijs en opleiding- een steeds groter wordend belang van kennisontwikkeling en de daarmee samenhangende reflectiviteit. De ontwikkelingen doen zich daarenboven voor in een samenleving die alsmaar diverser, multicultureler en internationaler wordt en ook dualer dreigt te worden. Als onderwijs tot doel heeft leerlingen, studenten en cursisten voor te bereiden tot een volwaardige en dus mondige deelname aan de zich ontwikkelende kennissamenleving dan hebben de lerarenopleidingen als grote taak leerkachten voor te bereiden (en te begeleiden) die in staat zijn met leerlingen, studenten en cursisten in interactie te treden met het oog op het uitlokken van passende leerprocessen. Het realiseren van een dergelijk hooggegrepen doel vereist leeromgevingen waarin de ontwikkeling, het leren van de aankomende leraar (student, cursist) centraal is geplaatst. De uitdagingen zijn zo groot en de context is vaak zo complex dat samenwerking en continue wederzijdse bevraging essentieel zijn. Juist deze samenwerking en wederzijdse bevraging beoogt het expertisenetwerk verder te bevorderen en waar nodig tot stand te brengen. 5.2 Actieterreinen Hiertoe wenst het expertisenetwerk op twee niveaus actief te zijn. 5.2.1 Randvoorwaarden Vooreerst beoogt het expertisenetwerk de randvoorwaarden voor samenwerking te optimaliseren. Op tal van punten wordt momenteel de samenwerking tussen aanbieders van lerarenopleidingen onderling en tussen deze aanbieders en andere betrokkenen in het werkveld immers bemoeilijkt en wordt zelfs de onderlinge concurrentie aangewakkerd. Voorbeelden hiervan zijn de verschillen inzake financiering van de verschillende aanbieders, de verschillende decretale bepalingen waaraan de onderscheiden aanbieders gebonden zijn, verschillen inzake statuten en reglementering. Om de randvoorwaarden voor samenwerking te optimaliseren neemt het expertisenetwerk samen met de betrokken Raden van bestuur en met andere betrokken partners (o.m. het Departement Onderwijs) het initiatief om bestaande hinderpalen weg te werken of minstens om de effecten van deze hinderpalen te verminderen. Meer in het bijzonder neemt het expertisenetwerk initiatieven met betrekking tot : 10

a. het in kaart brengen en onderling afstemmen van het opleidingsaanbod zowel naar inhoud, doelpubliek als naar vorm en organisatie. b. de transparante financiering van gemeenschappelijk georganiseerde initiatieven. c. het certificeren van gemeenschappelijk georganiseerde opleidingsinitiatieven. 5.2.2 Samenwerking Op het tweede niveau beoogt het expertisenetwerk de samenwerking zelf concreet gestalte te geven. Uitgangspunt is dat het expertisenetwerk geen formele, administratieve superstructuur is maar wel een dynamisch samenwerkingsverband waardoor de leerkansen voor alle betrokkenen (studenten, cursisten, opleiders, lectoren, docenten) worden verhoogd en waarbinnen de verdere professionalisering van de lerarenopleidingen en van de leraren kan plaatsvinden. Hiertoe zal het expertisenetwerk op verschillende terreinen actief zijn. Op het terrein van de opleiding en de opleidingsinnovatie (Actieterrein I) beoogt het expertisenetwerk mede in functie van het behouden, c.q. versterken van de flexibiliteit voor de studenten en cursisten een onderlinge afstemming van de curricula van de verschillende vormen en soorten van lerarenopleidingen en een transparant doelgroepenbeleid. Belangrijk is dat heldere curricula ontstaan met een grote equivalentie. De diversiteit inzake doelgroepen en benaderingen vereisen dat verschillende curriculumprofielen worden ontwikkeld die elk op een eigen en transparante wijze de mogelijkheid creëren voor studenten en cursisten om de basiscompetenties van leraar te ontwikkelen. De afstemming en samenwerking betreft niet uitsluitend de structuur van de curricula maar ook de onderscheiden componenten (meer praktijkgerichte, meer theoretisch gerichte, meer algemene, meer vakspecifieke) en hun onderlinge integratie. In dit verband zullen de stages en alles wat daar integraal deel van uitmaakt (stageopdrachten, stagebegeleiding, stageovereenkomsten, samenwerking met scholengemeenschappen) een vooraanstaand samenwerkingsterrein vormen. Samenwerking met het werkveld is in deze essentieel. Ten derde zal de samenwerking betrekking hebben op het innoveren van verschillende componenten van de lerarenopleidingen. Belangrijke aandachtspunten in dit verband zijn de integratie van ICT in de opleidingen, de meertaligheid, de diversiteit en de internationalisering van de opleidingen. Een tweede actieterrein is de interne en externe kwaliteitszorg (Actieterrein II). Door de overheid zijn tal van initiatieven genomen en worden nog bijkomende initiatieven in het vooruitzicht gesteld die opleidingen aanzetten om meer nadrukkelijk de eigen aanpak en het eigen programma te verantwoorden. Het expertisenetwerk heeft tot doel enerzijds de ervaring inzake deze externe kwaliteitszorgprocessen te delen zodat alle partners de aanwezige kwaliteit maximaal kunnen valoriseren en anderzijds het gebruik van de resultaten van deze processen van externe kwaliteitszorg te versterken. Bij dit alles kan nauw worden aangesloten bij de initiatieven en inzichten die reeds ontwikkeld werden binnen de stuurgroep Kwaliteitszorg van de en dient rekening te worden gehouden met afspraken op het niveau van Vlir, Vlhora en Vluhr. Naast deze initiatieven op het domein van de externe kwaliteitszorg, bestaan reeds heel wat initiatieven die op recurrente basis de eigen aanpak bevragen en voortdurend optimaliseren. Samenwerking op dit terrein zal inhouden dat zinvolle initiatieven en benaderingen worden uitgewisseld maar ook dat op basis 11

van onderling overleg eigen kwaliteitsstandaarden voor lerarenopleidingen en de verschillende componenten ervan worden ontwikkeld en toegepast. Aansluitend bij een zich steeds vernieuwende kennissamenleving vormt navorming (Actieterrein III) zowel van (a) leraren als van (b) lerarenopleiders een derde actieterrein. Naast het ondersteunen van reeds lopende initiatieven onder meer door te helpen bij bekendmaking en opvolging, beoogt het expertisenetwerk op dit vlak en complementair aan de bestaande initiatieven eigen initiatieven te nemen. In functie van het creëren van een maximale synergie betreffen de eigen initiatieven van het expertisenetwerk initiatieven die moeilijk of niet door een partner alleen kunnen worden genomen (bijv. gespecialiseerde vormingen of organisatorisch zeer zware initiatieven). Op dit moment wordt reeds door partners samengewerkt rond de uitbouw en toelevering van bijvoorbeeld mentorenvormingen. Een zich dynamisch ontwikkelende samenleving enerzijds en evoluties in het denken over leren en opleiden anderzijds vereisen dat voortdurend wordt nagegaan hoe onderwijs en opleiding binnen een gegeven context best inhoud en vorm kan krijgen. Een vierde actieterrein is daarom onderzoek (Actieterrein IV). De kansen die in de samenwerking worden geboden worden bij voorkeur aangewend enerzijds om lacunes in het onderzoek weg te werken en anderzijds om het onderzoekspotentieel te vergroten. Een analyse van de prioritaire onderzoeksbehoeften en nagaan hoe leraren en lerarenopleiders in hun onderzoek methodologisch en praktisch kunnen worden ondersteund vormen belangrijke aandachtspunten. Daarnaast geldt dat het expertisenetwerk ook een belangrijke taak heeft bij het verspreiden van het relevante vakdidactisch, onderwijskundig en pedagogisch onderzoek. Het kunnen beschikken over vlot functionerende werkinstrumenten levert een belangrijke bijdrage aan professionalisering. Het uitbouwen van een optimale infrastructuur (Actieterrein V) vormt daarom het vijfde actieterrein van het expertisenetwerk School of Education. Aansluitend bij talrijke initiatieven die op dit vlak reeds genomen zijn zal het expertisenetwerk samenwerken om de toegang tot bibliotheken te faciliteren en een vlot gebruik van een elektronisch leerplatform (best afgestemd op wat ook in het onderwijs zelf wordt gehanteerd) mogelijk te maken. Daarnaast betreft de samenwerking het wederzijds gebruik van de bestaande infrastructuur (bijv. laboratoria, sportfaciliteiten, lokalen voor stagebegeleiding..) en desgevallend afspraken terzake met het afnemend veld. Bij dit alles dient de opmerking te worden gemaakt dat zeker in de aanvangsjaren de uitbouw van het expertisenetwerk zelf en de samenwerking met het werkveld, de andere expertisenetwerken en andere belangrijke betrokkenen ook veel tijd en energie zal vergen. 5.3 Samenwerkingsmodaliteiten De vermelde actieterreinen vereisen verschillende samenwerkingsmodaliteiten. Op dit moment voorziet het Expertisenetwerk drie samenwerkingsmodaliteiten: werkgroepen (al dan niet beleidsgericht), themagebonden overleg en projecten. Werkgroepen vormen een eerste wijze van samenwerken. In werkgroepen plegen rechtstreeks betrokkenen en desgevallend daartoe uitgenodigde deskundigen overleg in functie van het maken van beleidsafspraken. Werkgroepen kunnen actief zijn op eigen initiatief van een of meerdere partners in het expertisenetwerk of op initiatief van het beheerscomité van het expertisenetwerk. Bij de aanstelling van 12

een werkgroep wordt een specifieke taakstelling geformuleerd en worden ook afspraken gemaakt inzake timing. De besluiten van werkgroepen zijn voorstellen die eerst door de coördinatiecel en het beheerscomité worden besproken en kunnen worden geamendeerd. Afhankelijk van de resultaten van de bespreking binnen de beheerscomité wordt het voorstel rechtstreeks of na revisie voorgelegd aan de Overkoepelende Vergadering. Creëren de werkgroepen het kader waarbinnen de samenwerking en de lerarenopleidingen verder vorm kunnen krijgen dan zijn de ondersteuning van het themagebonden overleg en de projecten de concrete uitingen van deze samenwerking. Het expertisenetwerk ondersteunt bestaande initiatieven van themagebonden overleg en stimuleert dergelijk overleg waar het nog niet bestaat. Deze ondersteuning is voornamelijk inhoudelijk en logistiek. Het expertisenetwerk ondersteunt daarnaast specifieke samenwerkingsprojecten. Deze projecten kunnen alle verschillende aspecten betreffen van de lerarenopleiding. Uit het actieplan (zie bijlage) van het expertisenetwerk als geheel blijkt waaraan in een specifiek werkingsjaar prioritair aandacht zal worden gegeven. De projecten kunnen alle hierboven vermelde actieterreinen (opleiding en innovatie, kwaliteitszorg, ) betreffen. De ondersteuning bij projecten is niet alleen inhoudelijk en logistiek maar ook financieel. De financiering van projecten gebeurt op basis van vooraf bepaalde regels. Hierbij wordt naar de projectovereenkomst verwezen. Minimaal is er in projecten samenwerking tussen drie partners uit het expertisenetwerk, is er een heldere resultaatverbintenis, is de besteding van de middelen transparant en worden de uitkomsten ter beschikking gesteld van het geheel van het expertisenetwerk. Art. 6. Resultaten van de samenwerking De resultaten en/of producten van de projecten ontwikkeld met de gelden toegekend aan de School of Education zijn, met erkenning van de intellectuele rechten van de betrokkenen, eigendom of mede-eigendom van dit expertisenetwerk, zijnde alle partijen bij deze overeenkomst. Art. 7 Duur Deze overeenkomst treedt in werking op 1 september 2010 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Elke partij kan wat haar betreft de overeenkomst opzeggen mits het naleven van een opzeggingstermijn van 12 maanden. Bij opzegging geldt de duidelijke verplichting voor alle lopende engagementen ten aanzien van personen bevredigende overgangsoplossingen tot stand te brengen, ook na afloop van de overeenkomst. Art. 8 Toepasselijk recht en betwistingen Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch en Vlaamse recht. Indien binnen het W beslissingen worden genomen die door één van de partijen als een bedreiging voor één van de essentiële belangen van de instelling, de polen of het expertisenetwerk wordt gepercipieerd, kan deze partij via haar Raad van Bestuur of haar gevolmachtigde zonodig een 13

arbitrageprocedure voorstellen. Zowel de, bij monde van haar Raad van Bestuur, als de betrokken partij stelt dan een arbiter voor. Samen coöpteren zij een derde arbiter. De instellingen leggen zich neer bij de door de arbitragecommissie voorgestelde oplossing. Art. 9 Bijlagen Partijen verklaren dat zij kennis hebben genomen van de Beheersovereenkomst en de hierna opgesomde bijlagen, alsook dat zij daarmee akkoord gaan. Bijlage 1 Bijlage 2 Coördinatie Expertisenetwerk School of Education Huishoudelijk reglement beheerscomité. Bijlage 3 Actieplan 2009-2010 Bijlage 4 Projectovereenkomst (model) Opgemaakt te Leuven op 18 juni 2010 in evenveel exemplaren als er partijen zijn. CVO LimLO, Jos Faes HUB, Dirk De Ceulaer CVO HIK, Tony Bastijns Groep T, Arthur D'Huys CVO Lethas, Veerle Adams KHL, Toon Martens CVO TNA, Vic De Schepper en Sandra Schepens KHLim, Willy Indeherberghe CVO VIVO Kortrijk, Ann Derycke KHM, Johan Cloet CVO VTI Aalst, Maurits Lievens KaHo Sint-Lieven, Frank Baert 14

CVO VTI Brugge, Philippe Lecluyse KATHO, Eric Halsberghe CVO TSM, Fonny Van Oerle Lessius, Flora Carrijn CVO VTI Leuven, Philippe Houben Hogeschool Sint Lukas Brussel, Willem De Greef K.U.Leuven, Marc Waer en Ludo Melis KHBO, Piet De Leersnyder en Johan L. Vanderhoeven, André Oosterlinck en Ludo Melis WK, Maria De Smet KHK, Maurice Vaes 15