Interculturele communicatie Opdracht college 2 De opdracht voor deze week is: maak een quiz voor je klasgenoten over hoofdstuk 1 en 2. (paragraafindeling per groep). Voorbereidingstijd: 30 minuten. De quiz moet duren: 8 minuten, inclusief bespreking van de antwoorden. De quizvorm mag je zelf kiezen. 1. Leg uit wat een stereotype is en noem een voorbeeld. 2. Wat is het verschil tussen inter en intra culturele communicatie? 3. Wat is het verschil tussen waarden en normen? En kun je voorbeelden noemen? 4. Een cultuur, hoeveel normen, waarden en tradities kun je opnoemen bij de Islamitische cultuur? 5. Hoeveel culturele hotspots in Amsterdam kun je noemen. 6. Een vijfde van de Nederlandse populatie wordt vertegenwoordigd door immigranten: goed/fout 7. Over het algemeen bouwen immigranten snel een sociaal netwerk op met huidige inwoners: goed/fout? 8. Het Ocean-model bestaat uit vier factoren: goed/fout? 9. De Europese en Amerikaanse culturen contrasteren met de Aziatische en Afrikaanse culturen: goed/fout? 10. De meeste immigranten in Nederland komen uit Marokko: goed/fout? 11. De Belgische cultuur heeft de meeste overeenkomsten met de Spaanse cultuur: goed/fout? 12. Vrouwen integreren makkelijker in andere culturen dan mannen: goed/fout? 13. Nederland is klein. Heeft dit gevolgen voor hun aandeel in de economie en de politiek? a) Klein aandeel b) Groot aandeel 14. Hoeveel mensen hebben Nederlands als hun moedertaal? a) 22 miljoen mensen b) 25 miljoen mensen 15. Waar komen deze sprekers het meeste vandaan? a) NL, België, Suriname b) NL, België, Curaçao
16. In welke mate is eerlijkheid belangrijk in NL? a) Nederlanders houden er niet van om ergens om heen te draaien b) Nederlanders kijken goed uit met wat ze vertellen 17. Wanneer ben je officieel Nederlander? a) Als je van je ouders Nederlands bent b) Als je buitenlandse paspoort is ingeleverd 18. Waar of niet waar? - Nederlanders zijn punctueel en duidelijk - Individualisme is het tegenovergestelde van collectivisme - Nederlandse vrouwen vinden een directe aanpak door mannen aantrekkelijk, zoals fluiten naar een vrouw, arm om haar schouder. 19. Bij welke zin is de power distance het grootst? a) Hey baas, what s up? Hoe was je weekend? Nog chickies gescoord? b) Dag meneer, ik heb de nota voor u klaar liggen op het bureau. Ik hoop dat u tijd heeft om ernaar te kijken. 20. Waar is de masculiniteit het hoogste, Nederland of Marokko? 21. In welk land is sprake van een high-contect cultuur? Nederland of Japan? 22. Wat is de meest gewenste persoonlijke afstand voor Nederlanders? a) 30 cm b) 60-90 cm c) meer dan 90 cm 23. In welke cultuur vinden ze het geen probleem om meerder taken tegelijk uit te voeren? a) Latijns-Amerika b) Nederland 24. Wat is culturele competentie? 25. Iemand anders behandelen vanwege zijn afkomst is; a) discriminatie b) interculturele communicatie c) stereotypering 26. Is stereotypering acceptabel of onacceptabel gedrag? 27. Kan stereotypering een discriminerende actie zijn? 28. Bij welke bevolkingsgroep neuzen ze? 29. Noem het continent waar de mensen het dichtste bij elkaar op elkaar staan.
30. Als je ergens in het buitenland op bezoek bent, wat is belangrijk? a) deskresearch b) de taal vloeiend leren. c) hun cultuur volledig begrijpen d) een aantal gebruiken en woorden leren 31. Nederland wordt ook wel Holland genoemd. Hoe wordt Duitsland dan genoemd? a) Heineken b) Bavaria 32. Met welk land doet Nederland de meeste importzaken? a) Belgie b) Frankrijk 33. Wat is de reden dat in de Nederlandse cultuur rond het avondeten gasten naar huis gaan en niet mee-eten? a) Mensen willen voorbereid zijn op bezoek b) Nederlanders schamen zich voor hun kookkunsten 34. Waarom is Nederland zo n groot exportland geworden? a) Nederland heeft een sociale cultuur, kan goed onderhandelen en is een klein land. b) Nederland heeft een gebruiksvriendelijke transport, goede infrastructuur en wereldklasse. 35. In welke landen is Nederlands de officiële taal? a) Nederlandse Antillen, Ghana en Luxemburg b) Suriname, Nederlandse Antillen en Aruba 36. Wat kenmerkt de Nederlandse bevolking? a) Nederlanders zijn hoogopgeleid en spreken veel talen b) Nederlanders hebben veel geld en zijn sociaal aangelegd 37. Als een Nederlander te laat op een afspraak komt, wordt daar geen probleem van gemaakt. 38. Suriname werd in 1975 officieel afhankelijk van Nederland. 39. Eerlijkheid, bescheidenheid en zuinigheid zijn drie Nederlandse eigenschappen. 40. Tijdens een vergadering in Nederland is de deur van de vergaderruimte altijd gesloten. Wanneer je naar binnen wilt, moet je eerst op de deur kloppen. 41. Holi Phagwa is de benaming voor het Hindoestaanse nieuwjaar, wat gevierd wordt in juni/juli.
42. In Suriname zijn de belangrijkste religies Islam, Christendom en het Boeddhisme. 43. Welke hoort niet in het rijtje thuis? Wat zijn de grootste immigranten groepen in Nederland? A: Turkije B: Marokko C: Suriname D: China E: Nederlandse Antillen F: Aruba 44. Welke hoort wel in het rijtje thuis? In welk jaar zijn de Nederlandse Antillen apart verder gegaan? A) 2008 B) 2009 C) 2010 D) 2011 E) 2012 F) 2012 45. Welke hoort niet in het rijtje thuis? Wat zijn de oorzaken van de overeenkomsten in persoonlijkheid tussen mensen die in hetzelfde geografische gebied wonen? A) Hetzelfde genen B) Hetzelfde cultuur C) Hetzelfde klederdracht D) Hetzelfde fysieke milieu E) Hetzelfde klimaat F) Dezelfde genetische afkomst G) Dezelfde culturele overtuigingen 46. Welke hoort niet in het rijtje thuis? Wat zijn de barrières van integratie voor de immigranten? A) Taalbarrière B) Andere betekenissen van lichaamstaal C) Andere eetgewoontes D)Gevoel van isolatie en discriminatie E) Ze trekken naar andere immigranten toe vanwege de taal
47. Wat hoort niet in het rijtje thuis? A) Houden zich aan de rolverdeling van het gezin B) Passen hun cultuur aan C) Trekken naar andere immigranten D) Spanningen tussen oudere en jongere gezinsleden E) Contacten met familie verwateren