Referentiekaders taal en Goed Gelezen!



Vergelijkbare documenten
Doorlopende leerlijnen taal

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie)

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

In het vervolg beperken wij ons tot wat met taal te maken heeft.

Programma van Inhoud en Toetsing

Nederlands ( 2F havo vwo )

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F)

Eindtermen Nederlands

Referentieniveaus. Conclusies

Nederlands ( 3F havo vwo )

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F

Op weg naar 1F en 2F Tussendoelen voor de referentieniveaus zakelijk lezen en woordenschat

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2016

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

Nederlands ( 3F havo vwo )

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)

Werken met een ontwikkelingsperspectief begrijpend lezen. Programma. Doelen. 1

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2015

Samenhang opdrachten en leerjaren

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

De school over de drempel met taal!

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Tips voor het curriculum schrijfvaardigheid Nederlands

Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( )

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Taalbeleid op het Cals College IJsselstein. 7 februari 2013

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F (MBO-2 EN MBO-3)

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname

NEDERLANDSE TAAL 2F TITEL IN KAPITALEN MBO KAN OVER TWEE REGELS. Syllabus (concept) Subtitel. Versie 1,december 2011

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)

filmpje bewindslieden (

Kinderen leren schrijven.

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F (MBO-4)

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Referentieniveaus taal en rekenen Primair onderwijs

Taalontwikkelend lesgeven en het referentiekader taal

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort

Programma van Inhoud en Toetsing

Kijkwijzers Beter zicht op het referentiekader taal SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

TNN 1F NIVEAUBEPALENDE TAALTOETS NEDERLANDS NIVEAU 1F

Leerroute 1: Schrijven

Fictielezen groep 5 en 6

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad

Referentiekader taal en rekenen

Referentiekader taal en rekenen

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Montagemedewerker timmerindustrie

Begrijpend lezen algemeen

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Referentiekader Nieuw Nederlands havo 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4/5

Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Transcriptie:

Referentiekaders taal en Goed Gelezen! In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde. Het gaat om basiskennis en basisvaardigheden die voor álle leerlingen van belang zijn. Doel van de overheid is om hiermee in brede zin een algemene niveauverhoging te bereiken. Basiskennis en basisvaardigheden kunnen kinderen op verschillende niveaus beheersen. In het referentiekader zijn voor taal vier domeinen of vier niveaus beschreven. De niveaus geven een opklimmende moeilijkheidsgraad in basiskennis en -vaardigheden aan. Elk fundamenteel niveau (F) omvat het voorgaande niveau. En bij het behalen van een fundamenteel niveau kan het volgende niveau gezien worden als een streefniveau (S). Voor taal zijn er vier domeinen beschreven: 1. Mondelinge taalvaardigheid met de drie subdomeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid. 2. Leesvaardigheid met de twee subdomeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten. 3. Schrijfvaardigheid. Schrijven wordt ruim opgevat, het gaat om het produceren van creatieve en zakelijke teksten. 4. Begrippenlijst en taalverzorging. In de begrippenlijst staan begrippen en concepten die leerlingen en docenten nodig hebben om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen. Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van een verzorgde schriftelijke taalproductie. Van kinderen met een VMBO-advies wordt na de basisschool verwacht dat zij het Voortgezet Onderwijs (VO) instromen op 1F-niveau. Van kinderen met een havo- en vooral een vwo-advies wordt verwacht dat ze het VO instromen op 1S-niveau. Goed Gelezen! voldoet aan domein 2, niveau 1F en niveau 1S (= 2F). Voor kinderen die dit niveau niet aankunnen zijn er speciale materialen voor zwakkere lezers. Zo bevat de kopieermap bijvoorbeeld bij iedere tekst alternatieve (eenvoudiger) vragen, zijn er bakkaarten op een eenvoudiger niveau en kunnen de kinderen speciale voorinstructielessen krijgen. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 8

Zakelijke teksten Niveau 1F Niveau 2F In Goed Gelezen! Algemene omschrijving lezen zakelijke teksten Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling en over onderwerpen die verder van de leerling af staan. Door de afwisseling in ieder blok van teksten maken kinderen kennis met verschillende soorten (zakelijke) teksten. Het gaat dan om teksten over onderwerpen die direct aansluiten bij de leefwereld van kinderen, bijvoorbeeld over pesten op school, en teksten die wat verder van hen afstaan, zoals een informatieve tekst over kunst of een handleiding bij een tandenborstel. Daarnaast biedt Goed Gelezen! tweewekelijks actuele teksten als aanvullend lesmateriaal. Het aandeel zakelijke teksten neemt toe van ongeveer 50% in groep 4 tot bijna 80% in groep 8. Goed Gelezen! maakt gebruik van uiteenlopende bronnen en biedt verschillende tekstsoorten (informatieve teksten, fictieve teksten, instructieve teksten, betogende teksten (mening- en reclameteksten)) en tekstvormen aan. De kinderen kunnen zo hun eigen leessmaak ontwikkelen. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 2 van 8

Teksten Tekstkenmerken De teksten zijn eenvoudig van structuur; de informatie is herkenbaar geordend. De teksten hebben een lage informatiedichtheid; belangrijke informatie is gemarkeerd of wordt herhaald. Er wordt niet te veel (nieuwe) informatie gelijktijdig geïntroduceerd. De teksten bestaan voornamelijk uit frequent gebruikte (of voor de leerlingen) alledaagse woorden. De teksten hebben een heldere structuur. Verbanden in de tekst worden duidelijk aangegeven. De teksten hebben overwegend een lage informatiedichtheid en zijn niet te lang. De teksten van Goed Gelezen! zijn speciaal geselecteerd op de aanwezige verbanden. Kinderen krijgen eerst instructie over de structuur van teksten, en leren vervolgens dat steeds zelfstandiger toe te passen op teksten. Daarbij worden ze geholpen door denkplaatjes, die hen stap voor stap begeleiden bij het vinden van de juiste verbanden. Deze denkplaatjes kunnen door de leerkracht en door de computer uitgelegd worden. De technische moeilijkheidsgraad van de teksten loopt op van AVI E3 (begin groep 4) tot AVI E7 (groep 8). Taken 1. Lezen van informatieve teksten Kan eenvoudige informatieve teksten lezen, zoals zaakvakteksten, naslagwerken, (eenvoudige) internetteksten, eenvoudige schematische overzichten. Kan informatieve teksten lezen, waaronder schoolboek en studieteksten (voor taal- en zaakvakken), standaardformulieren, populaire tijdschriften, teksten van internet, notities en schematische informatie (waarin verschillende dimensies gecombineerd worden) en het alledaagse nieuws in de krant. In Goed Gelezen! komen alle genoemde vormen informatieve teksten voor, van eenvoudiger tot complex, evenals schematische tekeningen, grafieken en tabellen waaruit ze informatie moeten halen. Daarnaast oefenen de kinderen in het toepassen van het geleerde op o.a. schoolboekteksten in de Stap-uit-je-boekles. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 3 van 8

Taken (vervolg) 2. Lezen van instructies Kan eenvoudige instructieve teksten lezen, zoals (eenvoudige) routebeschrijvingen en aanwijzingen bij opdrachten (uit de methode). Kan instructieve teksten lezen, zoals recepten, veelvoorkomende aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen en bijsluiters van medicijnen. Idem v.w.b. instructieve teksten. 3. Lezen van betogende teksten Kan eenvoudige betogende teksten lezen, zoals voorkomend in schoolboeken voor taal- en zaakvakken, maar ook advertenties, reclames, huis-aan huisbladen. Kan betogende, vaak redundante teksten lezen, zoals reclameteksten, advertenties, folders, maar ook brochures van formele instanties of licht opiniërende artikelen uit tijdschriften. Idem v.w.b. betogende teksten. Kenmerken van de taakuitvoering Techniek en woordenschat Kan teksten zodanig vloeiend lezen dat woordherkenning tekstbegrip niet in de weg staat. Kent de meest alledaagse (frequente) woorden, of kan de betekenis van een enkel onbekend woord uit de context afleiden. Op dit niveau is de woordenschat geen onderscheidend kenmerk van leerlingen meer. De woordenschat van de leerling is voldoende, om teksten te lezen en wanneer nodig kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, de samenstelling of de context afgeleid worden. Regelmatig wordt in Goed Gelezen aandacht besteed aan woordleerstrategieën en woordraadstrategieën. De leerkracht biedt daarnaast aan de zwakker leerlingen in de voorinstructie de moeilijke woorden in een woordstructuur aan, zodat ook voor zwakkere leerlingen de onbekende woorden geen belemmering zijn voor het lezen van de tekst. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 4 van 8

Kenmerken van de taakuitvoering (vervolg) Begrijpen Herkent specifieke informatie, wanneer naar één expliciet genoemde informatieeenheid gevraagd wordt (letterlijk begrip). Kan (in het kader van het leesdoel) belangrijke informatie uit de tekst halen en kan zijn manier van lezen daarop afstemmen (bijvoorbeeld globaal, precies, selectief/gericht). Kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten. Ordent informatie (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip. Herkent beeldspraak (letterlijk en figuurlijk taalgebruik). In Goed Gelezen! beginnen de kinderen met het vinden van de antwoorden op vragen naar letterlijk begrip. Stapsgewijs worden de verschillende leesmanieren aangeboden en ingeoefend. De vragen bij de verschillende tekstsoorten helpen de kinderen de hoofdgedachte te herkennen, hoofdvan bijzaken te onderscheiden, de opbouw van een tekst te doorzien, tekstverbanden te herkennen en tussen de regels te lezen. Interpreteren Kan informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan. Legt relaties tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis. Kan de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden. Kan de bedoeling van de schrijver verwoorden. Kinderen oefenen met het vinden van feiten en meningen van eenvoudig tot wat complexer. Voor de zwakkere leerlingen blijft het bij herkennen en interpreteren van feiten en meningen in de tekst, voor het hogere niveau leren kinderen er ook de mening van de schrijver en hun eigen kennis van de wereld bij te betrekken. De vragen bij de verschillende tekstsoorten helpen de kinderen relaties te leggen tussen bestaande en nieuwe kennis, tekstgedeelten te duiden en het doel van de schrijver te benoemen. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 5 van 8

Kenmerken van de taakuitvoering (vervolg) Evalueren Kan een oordeel over een tekst(deel) verwoorden. Kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen. Overeenkomsten en verschillen binnen en tussen teksten en het vormen van een oordeel over teksten worden bij Goed Gelezen! in de denkplaatjes aangeboden. De vragen bij de verschillende tekstsoorten helpen de kinderen teksten te vergelijken en hun mening te vormen dan wel aan te passen. Samenvatten Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten. Het maken van een samenvatting is een belangrijk onderdeel in groep 7 en 8 van Goed Gelezen!, waar uitgebreid aandacht aan besteed wordt. Zowel passief (het herkennen van een goede samenvatting) als actief (het aanvullen van de juiste informatie die nodig is voor het maken van een samenvatting). Het is een belangrijke voorbereiding op studerend lezen in het VO. Opzoeken Kan informatie opzoeken in duidelijk geordende naslagwerken, zoals woordenboeken, telefoongids e.d. Kan schematische informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren. Kan systematisch informatie zoeken (op bijvoorbeeld het internet of de schoolbibliotheek) bijvoorbeeld op basis van trefwoorden. Regelmatig is er in Goed Gelezen! aandacht voor opzoekvaardigheden, zowel in teksten in Goed Gelezen! als in teksten en bronnen buiten Goed Gelezen! Malmberg, s-hertogenbosch blz. 6 van 8

Fictionele, narratieve en literaire teksten Algemene omschrijving Lezen fictionele, narratieve en literaire teksten Niveau 1F Niveau 2F In Goed Gelezen! Kan jeugdliteratuur Kan eenvoudige De kinderen lezen naast belevend lezen. adolescentenliteratuur informatieve, instructieve, herkennend lezen. en betogende teksten ook fictieteksten. Daarbij wordt gekozen voor verschillende verhalen (verhaalgenres) en is er veel aandacht voor andere tekstvormen zoals mop, lied en gedicht. Binnen het onderdeel Stap in je rol wordt speciaal aandacht besteed aan belevend lezen: het inleven in de hoofdpersoon, het verwoorden van je eigen mening over de tekst en het herkennen van verhaalstructuren. Teksten Tekstkenmerken De structuur is eenvoudig. Het tempo waarin de spannende of dramatische gebeurtenissen elkaar opvolgen is hoog. De structuur is helder. Het verhaal heeft een dramatische verhaallijn waarin de spanning af en toe wordt onderbroken door gedachten of beschrijvingen. Poëzie en liedjes hebben meestal een verhalende inhoud en een emotionele lading. Er is een aparte opbouw in het maken van een samenvatting van een verhalende tekst. Daarin wordt steeds meer aandacht besteed aan de structuur van de tekst, en aan de verschillende tekstkenmerken die bijdragen aan het verhaal. Malmberg, s-hertogenbosch blz. 7 van 8

Kenmerken van de taakuitvoering Begrijpen Herkent basale structuurelementen, zoals wisselingen van tijd en plaats, rijm en versvorm. Kan meeleven met een personage en uitleggen hoe een personage zich voelt. Kan gedichten en verhaalfragmenten parafraseren of samenvatten. Herkent het genre. Herkent letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Kan situaties en verwikkelingen in de tekst beschrijven. Kan het denken, voelen en handelen van personages beschrijven. Kan de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven. Kan de geschiedenis chronologisch navertellen. Idem Interpreteren Kan relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid. Kan spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst aanwijzen. Herkent verschillende emoties in de tekst, zoals verdriet, boosheid en blijdschap. Kan bepalen in welke mate de personages en gebeurtenissen herkenbaar en realistisch zijn. Kan personages typeren, zowel innerlijk als uiterlijk. Kan het onderwerp van de tekst benoemen. Idem Evalueren Evalueert de tekst met emotieve argumenten. Kan met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen. Kan interesse in bepaalde fictievormen aangeven. Evalueert de tekst ook met realistische argumenten en kan persoonlijke reacties toelichten met voorbeelden uit de tekst. Kan met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen en kan de interesse in bepaalde genres of onderwerpen motiveren. Idem Malmberg, s-hertogenbosch blz. 8 van 8