Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie)
|
|
- Jozef Simons
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Domein Lezen (van zakelijke teksten en van fictie) 1. Taken: (In Leerstoflijnen lezen beschreven is toegevoegd: Leesomgeving en Functies van lezen.) Leesomgeving - groot en gevarieerd aanbod aan zakelijke teksten - groot en gevarieerd aanbod aan fictie - uitnodigende, afgebakende plek - activiteiten die het lezen stimuleren - activiteiten waardoor kinderen kunnen reageren op wat ze gelezen hebben Functies van lezen - communicatieve functies: lezen om geïnformeerd, geïnstrueerd, overtuigd, overgehaald te worden - conceptualiserende functies: lezen om te leren, om greep te krijgen op eigen gedachten en omringende wereld - expressieve/affectieve functies: lezen om te ontspannen, de fantasie te prikkelen, emoties een plek te geven, te genieten, een eigen normen- en waardenpatroon op te bouwen Leestaken: 1F 2F/1S Lezen van informatieve teksten Lezen van instructies Lezen van betogende teksten Lezen van verhalen en gedichten Eenvoudige informatieve teksten zoals zaakvakteksten, naslagwerken, (eenvoudige) internetteksten, eenvoudige schematische overzichten. Eenvoudige instructieve teksten lezen, zoals (eenvoudige) routebeschrijvingen en aanwijzingen bij opdrachten (uit de methode). Eenvoudige betogende teksten, zoals in schoolboeken voor taal- en zaakvakken, maar ook advertenties, reclames, huis- aan-huisbladen. Jeugdliteratuur belevend lezen. Informatieve teksten, zoals schoolboeken en studieteksten, standaardformulieren, populaire tijdschriften, teksten van internet, notities en schematische informatie (waarin verschillende dimensies gecombineerd worden) en het alledaagse nieuws in de krant. Instructieve teksten lezen zoals recepten, veel voorkomende aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen en bijsluiters van medicijnen. Betogende teksten zoals reclameteksten, advertenties, folders, maar ook brochures van formele instanties of licht opiniërende artikelen uit tijdschriften. Jeugdliteratuur herkennend lezen 1
2 2. Tekstkenmerken: 1F 2F/1S Zakelijke teksten Fictie Eenvoudig van structuur; informatie is herkenbaar geordend; lage informatiedichtheid, belangrijke informatie is gemarkeerd of wordt herhaald; er wordt niet te veel informatie gelijktijdig geïntroduceerd; voornamelijk frequent gebruikte (of voor de leerlingen alledaagse) woorden De structuur is eenvoudig. Het tempo waarin de spannende of dramatische gebeurtenissen elkaar opvolgen is hoog. In de Leerstoflijnen lezen worden de volgende tekstkenmerken uitgewerkt: onderwerp, structuur (tekstniveau, alineaniveau, zins- en woordniveau), relatie woord beeld. Heldere structuur; verbanden in de tekst duidelijk aangegeven; overwegend lage informatiedichtheid en niet te lang De structuur is helder. Het verhaal heeft een dramatische verhaallijn waarin de spanning af en toe wordt onderbroken door gedachten of beschrijvingen. Poëzie en liedjes hebben meestal een verhalende inhoud en een emotionele lading. En apart voor fictie: vertelstructuur en perspectieven, setting, personages en plot, verhaal en werkelijkheid En bij gedichten: ritme en metrum, klank en rijm, woordgebruik, vergelijking en beeldspraak, herhaling, parallellie en contrast 2
3 3. Kenmerken van de taakuitvoering: Techniek en woordenschat Begrijpen en interpreteren met behulp van kennis van de wereld, kennis van zakelijke teksten, kennis van verhalen en gedichten, taalkennis en strategieën tekstbegrip ontwikkelen op: - tekstniveau, - structurerend niveau en - beschrijvend niveau - vloeiend lezen zodat woordherkenning tekstbegrip niet in de weg staat - de meest alledaagse (frequente) woorden kennen,) - betekenis van een onbekend woord uit de context afleiden - woordenschat is voldoende om teksten te lezen - betekenis ook afleiden uit de vorm of samenstelling In Leerstoflijnen lezen beschreven : Tekstniveau: communicatieve doel van zakelijke teksten herkennen, functies herkennen, thema en strekking bepalen, achter de bedoeling van de schrijver (illustrator komen), globale lijn en opbouw herkennen, tekstsoorten en verschillende genres en gedichten onderscheiden, en teksten vergelijken. Structurerend niveau: verbanden leggen tussen prenten/illustraties, tussen illustraties en tekst, tussen titel/kopjes en inhoud van de tekst, tussen tekstdelen, tussen verwijzingen en referenten, tussen vorm en inhoud in gedichten, inferenties maken (= tussen de regels lezen ). Beschrijvend niveau: specifieke informatie herkennen (personen, dieren, objecten, gebeurtenissen, plaats, tijd); begrijpen van woorden en zinnen. 3
4 Begrijpen - zakelijke teksten Referentieniveaus: 1F Specifieke informatie herkennen wanneer naar één expliciet genoemde informatie-eenheid gevraagd wordt (letterlijk begrip); in het kader van het leesdoel belangrijke informatie uit de tekst halen en manier van lezen daar op afstemmen (bijvoorbeeld globaal, precies, selectief/gericht). 2F De hoofdgedachte van de tekst weergeven en hoofd- en bijzaken onderscheiden; relaties leggen tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten; informatie ordenen (bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip; beeldspraak herkennen (letterlijk en figuurlijk taalgebruik). - fictie Interpreteren: - zakelijke teksten Basale structuurelementen herkennen, zoals wisselingen van tijd en plaats, rijm en versvorm; meeleven met een personage en uitleggen hoe een personage zich voelt; gedichten en verhaalfragmenten parafraseren of samenvatten. Informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan. Het genre en letterlijk en figuurlijk taalgebruik herkennen; situaties en verwikkelingen in de tekst beschrijven; het denken, voelen en handelen van personages en de ontwikkeling van de hoofdpersoon beschrijven; de geschiedenis chronologisch navertellen. Relaties leggen tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis; de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden; de bedoeling van de schrijver verwoorden. - fictie Relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst aanwijzen; verschillende emoties in de tekst zoals verdriet, boosheid en blijdschap herkennen. (1F) Bepalen in welke mate de personages en gebeurtenissen herkenbaar en realistisch zijn; personages typeren, zowel innerlijk als uiterlijk; het onderwerp van de tekst benoemen. 4
5 Evalueren Op basis van kennis van (literaire) teksten waardering ontwikkelen voor (literaire) teksten en die waardering beargumenteerd formuleren Studietechnieken: Samenvatten Zakelijke teksten: Oordeel over een tekst(deel) verwoorden Fictie: tekst met emotieve argumenten evalueren; met medeleerlingen leeservaringen uitwisselen, interesse in bepaalde fictievormen aangeven. Relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen. Tekst ook met realistische argumenten evalueren, persoonlijke reacties toelichten met voorbeelden uit de tekst, interesse in bepaalde genres of onderwerpen motiveren. Zakelijke teksten: een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (2F) In Leerstoflijnen lezen toegevoegd, voorafgaand aan samenvatten: herlezen, onderstrepen, aantekeningen maken, schematiseren Opzoeken - Kennis: wat is waar te vinden? Wegwijs in bronnen - Vaardigheden: je weg vinden in het aanbod, informatie opzoeken in bronnen - Schematische informatie lezen Zakelijke teksten: - informatie opzoeken in duidelijk geordende naslagwerken, zoals woordenboeken, telefoongids e.d. - Schematische informatie lezen en relaties met de tekst expliciteren. Zakelijke teksten: - Systematisch informatie zoeken (op bijvoorbeeld het internet of in de schoolbibliotheek) bijvoorbeeld op basis van trefwoorden. 5
6 Leesgesprek met leerlingen individueel Welke vragen stel je? Waar let je op? Eerst algemeen: Wat kun jij allemaal lezen? Welke teksten kun jij lezen? Daarna per tekst: - Hoe weet je dat? (Waaraan kun je dat zien?) Wat betekent dat? - Wanneer/waarvoor zou je deze tekst lezen? - Welke teksten pakt de leerling? - Wat doet hij ermee? (Bladeren? Voorkant, achterkant bekijken? Inhoudsopgave? Op welke tekstkenmerken let hij? - Welke tekstkenmerken noemt de leerling? - Wat zegt hij over die kenmerken in relatie tot zijn eigen lezen? - Zegt hij ook iets over de (moeilijkheidsgraad van) het onderwerp? - Vergelijkt hij het onderwerp met zijn eigen voorkennis? - Zegt hij iets over wat hij verstaat onder het kunnen lezen van de tekst? (bijvoorbeeld iets wat te maken heeft met techniek, woordenschat, begrip, studietechnieken, waardering kunnen geven) - Welke functie koppelt de leerling aan het lezen van deze tekst? Kan hij dat benoemen? Noemt hij bijvoorbeeld situaties waarin hij dit zou lezen of waarvoor deze tekst geschikt is? - Met welk(e) doel(en) leest hij deze tekst? Aan het eind ingaan op wat jullie samen over het lezen van de leerling ontdekt hebben en afspraken maken voor het vervolg. 6
7 Wat ligt er op tafel? Boeken/teksten voor leesgesprekken: Op tafel ligt een grote variatie aan teksten/boeken voor verschillende leeftijden. Het is belangrijk dat er in ieder geval informatieve teksten, instructieve teksten, betogende teksten, verhalen en gedichten liggen. De leeftijd van de leerling speelt een rol bij de keuze, al blijft het belangrijk dat er teksten en boeken liggen voor alle leeftijdsgroepen, ook voor pubers en volwassenen. Bij een jonger kind zul je iets meer prentenboeken en leesboeken voor hun leesniveau neerleggen; bij een leerling uit groep 7/8 leg je nog wat meer boeken voor volwassenen neer (bijvoorbeeld sciencefiction, een thriller, een filosofieboek). Informatieve teksten Informatieve (prenten)boeken (bijv. Kijkdoosserie en Informatie Junior, boeken over heelal, auto s, cowboys, natuur) Dierenboeken: voor jeugd en voor volwassenen Zoekboeken (bijv. Waar is Wally) Tijdschriften (bijv. Zo zit dat, National Geographic) Reisgids Woordenboeken: voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen Kranten: een kinderkrant (bijv. Kidsweek en een krant voor volwassenen Zaakvakboeken: bijv. een aardrijkskundeboek voor groep 4 en voor groep 7 Atlas, kaart Brochure Een paar boeken voor volwassenen (bijv. Leerstoflijnen lezen beschreven, een filosofieboek, een boek met een historisch onderwerp) Instructieve teksten Kookboeken: een kinderkookboek en een kookboek voor volwassenen Handleiding bij een apparaat, bijv. voor een camera of tv Spelregels Tomtom Betogende teksten Verhalen Poster (met een aankondiging en aansporing te komen of mee te doen bijv. en met informatie over wat, waar, wanneer iets plaatsvindt) Reclamefolder Advertenties, gericht op kinderen en gericht op volwassenen (zie hiervoor ook in de verschillende bladen en kranten) 7
8 Verhalende prentenboeken (zonder tekst en met tekst) Prentenboek voor oudere kinderen Fictieboeken: voor kinderen uit verschillende groepen( groep 3-8) Voorleesboek Sprookjesboek Romans voor volwassenen Stripboek Gedichten Dichtenbundels: voor kleuters, voor oudere kinderen en voor volwassenen Liedbundel Poëzieposter En verder Teksten, boeken in verschillende talen (in thuistalen van leerlingen en in het Engels en Duits bijvoorbeeld) Tijdschriften die typisch op meisjes zijn gericht, zoals Hoe overleef ik of Tina. (In dit soort bladen staan verschillende tekstsoorten. Dat geldt ook voor bladen als Donald Duck.) Digitale teksten: hiervoor kunnen een ipad, Game Boy en dergelijke neergelegd worden. 8
9 Leesgesprekken met leerlingen individueel Doel De bedoeling van dit leesgesprek is om te kijken of kinderen: - in staat zijn tekstkenmerken te zien (en welke); of ze die kunnen benoemen en of ze in staat zijn die tekstkenmerken te koppelen aan hun eigen leesvaardigheid; - kunnen verwoorden wat zij onder het lezen van verschillende teksten verstaan en of zij kenmerken van de taakuitvoering noemen en die kunnen koppelen aan hun eigen leesvaardigheid; - verschillende leestaken en functies van lezen onderscheiden en die koppelen aan hun eigen lezen; Daarnaast geeft het gesprek informatie over leesmotivatie en leesvoorkeuren. Het gesprek is als het ware een ontdekkingstocht; leerkracht en leerling doen samen ontdekkingen over het lezen van de leerling. Het is dus de bedoeling dat het gesprek zowel de leerkracht als de leerling inzicht geeft in het lezen van de leerling. De leerkracht kan daarmee zijn ondersteuning en onderwijsaanbod afstemmen op deze leerling en de leerling krijgt greep op zijn eigen lezen en ervaart eigenaarschap en zeggenschap. Werkwijze Op tafel liggen allerlei teksten: verschillende tekstsoorten en genres, voor verschillende leeftijden. Van belang bij de keuze is dat de verschillende soorten teksten die in het referentiekader taal onderscheiden worden, op tafel liggen. Dus: informatieve teksten, instructieve teksten, betogende teksten, verhalen en gedichten. Het gesprek is een een-op-eengesprek tussen de leerkracht en een leerling. De kinderen moeten bij het gesprek niet het gevoel krijgen dat ze in een toetssituatie zitten. Het gaat erom door samen over lezen te praten een beeld te krijgen van het leesgedrag van de leerling. Een paar algemene tips daarbij zijn: - Geef de leerling de ruimte om na te denken, te bladeren en te vertellen; laat gerust stiltes vallen. - Moedig aan om te vertellen, bijvoorbeeld met Vertel eens, Hoe weet je dat? of Wat denk je nu? Wees nieuwsgierig en geïnteresseerd. - Vermijd waarom-vragen; die komen vaak bedreigend over. Kinderen hebben dan het gevoel dat ze zich moeten verantwoorden en klappen dicht. - Geef niet de opdracht iets hardop voor te lezen (dat geeft ze het gevoel dat ze getoetst worden), tenzij ze dat uit zichzelf willen doen om iets voor te lezen waar ze wat over willen zeggen bijvoorbeeld. Aan het eind van het gesprek wordt duidelijk welke ontdekkingen er zijn gedaan en er worden er afspraken gemaakt voor het vervolg. 9
10 Welke vragen stel je? Eerst algemeen: Wat kun jij allemaal lezen? Welke teksten kun jij lezen? Daarna per tekst: - Hoe weet je dat? (Waaraan kun je dat zien?) Wat betekent dat? - Wanneer/waarvoor zou je deze tekst lezen? Je wijst naar de teksten die op tafel liggen en vraagt: Welke teksten kun jij lezen? Het is aan de kinderen of ze in de teksten willen lezen of niet; ze krijgen daarvoor geen aanwijzingen. Wanneer kinderen bijvoorbeeld even in een boek gaan bladeren, geeft dat al informatie over de tekstkenmerken waarnaar ze kijken en die ze dus gebruiken (bijvoorbeeld een inhoudsopgave, titels, kopjes, plaatjes, vetgedrukte woorden, een inleiding, de lay-out). Vervolgvragen zijn: Hoe weet je dat? en Wat betekent dat? De vraag Hoe weet je dat? geeft kinderen de gelegenheid om onderscheidende tekstkenmerken te benoemen. Bijvoorbeeld: Ik kan deze tekst nog niet lezen, want er staan helemaal geen plaatjes in en de zinnen zijn lang en moeilijk. Wanneer een leerling zegt: Ik kan het niet lezen, omdat het een boek voor grote mensen is, dan is de vraag hoe weet je dat? een manier om door te vragen. Waaraan kun je dat zien? kan ze dan nog verder op een spoor zetten. De vraag stimuleert ze om iets over de eigen leesvaardigheid te zeggen in relatie tot de tekstkenmerken, bijvoorbeeld: Dit kan ik wel lezen, want er staan veel plaatjes bij, de letters zijn groot, de zinnen zijn kort, er staat niet zoveel op een bladzijde. Het onderwerp van de tekst kan hier ook ter sprake komen, bijvoorbeeld: Ik kan dit wel lezen, want het gaat over een onderwerp waar ik goed in zit. Of: Dit is denk ik lastig voor mij om te lezen, want het gaat over een moeilijk onderwerp. Of: Dit kan ik niet lezen, het is een onderwerp voor grote mensen. Dan vergelijkt de leerling het onderwerp van de tekst dus met de eigen voorkennis. Het kan ook zijn dat nu blijkt dat een leerling moeite heeft met een bepaalde tekstsoort of met een bepaald genre. Hier gaat het dus om het herkennen van verschillende leestaken (lezen van informatie, lezen van instructies, lezen van betogende teksten, lezen van verhalen, lezen van poëzie), en die leestaken koppelen aan de eigen leesvaardigheid. De vraag Wat betekent dat? stimuleert kinderen te verwoorden wat zij onder het kunnen lezen van de betreffende tekst verstaan. Heeft dat bijvoorbeeld vooral met technische aspecten te maken? Met woordenschat? Met begrip? Met het kunnen geven van een oordeel over de tekst? Met studietechnieken? Hier gaat het dus met andere woorden om kenmerken van de taakuitvoering, zoals die in het referentiekader en de leerstoflijnen onderscheiden zijn. We zijn er benieuwd naar welke kenmerken ze uit zichzelf noemen. De volgende vraag heeft betrekking op de functies van lezen: Wanneer/waarvoor zou je deze tekst lezen? 10
11 In het referentiekader worden de functies niet onderscheiden, maar in de leerstoflijnen nadrukkelijk wel. Met deze vraag kunnen we een indruk krijgen van het beeld dat kinderen van lezen hebben: hoe bewust zijn ze zich ervan dat je met verschillende doelen leest? En met welke doelen lezen ze? Tijdens het gesprek wordt vaak ook duidelijk of een leerling van lezen houdt (wanneer wel, wanneer niet), welke leesvoorkeuren een leerling heeft, wat hij thuis leest, of en wat er thuis gelezen wordt. Daarmee krijgen we een beeld van de verschillende geletterdheidspraktijken. 11
12 12
Referentiekaders taal en Goed Gelezen!
Referentiekaders taal en Goed Gelezen! In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
Nadere informatieDe doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes
+ De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek Kees Broekhof Sardes + Agenda Doorgaande lijnen rond lezen Wat zijn zwakke lezers? Welke maatregelen zijn mogelijk? Wat kan de bibliotheek doen? +
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen taal
31 Doorlopende leerlijnen taal Doorlopende leerlijnen taal Concretisering van de referentieniveaus In januari 2008 bood de Expertgroep Doorlopende leerlijnen taal en rekenen haar rapport Over de drempels
Nadere informatieNaar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs
Ronde 2 Harry Paus & Anita Oosterloo SLO, Enschede Contact: H.Paus@slo.nl A.Oosterloo@slo.nl Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs 1. Inleiding De commissie Meijerink heeft
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatieNederlands ( 2F havo vwo )
Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van
Nadere informatieOnderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming
Nadere informatieOnderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F
Nadere informatieLeerstofoverzicht Lezen in beeld
Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan in gesprekken over alledaagse en niet-alledaagse onderwerpen uit
Nadere informatieEindtermen Nederlands
Nederlands 1F NE2 Eindtermen Nederlands Deze eindtermen bestaan uit drie onderdelen: zakelijke teksten, fictionele teksten en schrijven. Zakelijke teksten Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO
NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO Inhoud 1 Voorwoord 4 2 Inleiding 5 3 Uitgangspunten bij het examen 6 4 Niveau 3F 7 5 Lezen 8 6 Luisteren 12 Bijlage 1 15 Integrale tekst
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het
Nadere informatieIn het vervolg beperken wij ons tot wat met taal te maken heeft.
Pagina 1 van 12 Station en de referentieniveaus De vraag hoe de methode Station omgaat met de referentieniveaus wordt in deze toelichting beantwoord. We geven hierin aan hoe de methode aansluit op die
Nadere informatieRegistratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2
Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van
Nadere informatieReferentieniveaus. Conclusies
Referentieniveaus In Alles-Apart worden alle regels en strategieën aangeboden op het gebied van begrijpend lezen, (werkwoord)spelling, grammatica en Engels. Tijdens de projecten worden deze regels en strategieën
Nadere informatieDe Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands
Hoe motiveer je docenten om mee te doen? Hoe beoordeel je de vaardigheden? Hoe maak je de beschrijvingen van het rapport Over de drempels met taal werkbaar? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen betrokken
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2016
NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO ingangsdatum 1 augustus 2016 pagina 1 van 22 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Inleiding 4 3 Uitgangspunten bij het examen 5 4 Niveau 3F 6 5 Lezen
Nadere informatieWerken met een ontwikkelingsperspectief begrijpend lezen. Programma. Doelen. www.hetabc.nl 1
Professionaliseringsprogramma Passend Onderwijs, Amsterdam Zuid-Oost Werken met een ontwikkelingsperspectief begrijpend lezen Dianne Roerdink & Moniek Sanders 28 januari 2015 1 Programma Welkom Begrijpend
Nadere informatieSTANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO
STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO BIJLAGE 7: KIJKWIJZER TAAL LEERSTANDAARD (V)SO AAN PASSENDE PERSPECTIEVEN VERSIE 5.0 Korte toelichting Versie 5.0 Deze kijkwijzer bevat selecties van doelen uit
Nadere informatieROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F
ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieSamenhang opdrachten en leerjaren
Samenhang opdrachten en leerjaren Leerjaar 1 Opdrachten Start leerjaar Opdracht 1 Leesautobiografie deel 1 Overkoepelende opdracht Vrij Lezen Vervolg Opdracht 2 Digiroute in de bibliotheek Opdracht 3 Voorleeskampioen
Nadere informatieFictielezen groep 5 en 6
Fictielezen groep 5 en 6 Waar werkt u aan in groep 5 en 6? In groep 5 en 6 is de technische leesvaardigheid van de leerlingen weliswaar nog in ontwikkeling, maar die heeft inmiddels wel een niveau bereikt
Nadere informatieLeerroute 1 naar 1S: Gesprekken
Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken - Is zich ervan bewust dat hij een gesprek voert met als doel informatie te verkrijgen. - Is zich bewust dat hij een gesprek voert met een bepaald doel. - Blijft trouw aan
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieTaalbeleid op het Cals College IJsselstein. 7 februari 2013
Taalbeleid op het Cals College IJsselstein 7 februari 2013 leespiramide Taalbeleid Cals College IJsselstein Stimuleren leesplezier Lekker lezen in de lounsj Samen fictie lezen Bazarprojecten Schrijver
Nadere informatieWorkshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen
Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO. ingangsdatum 1 augustus 2015
NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN MBO ingangsdatum 1 augustus 2015 pagina 1 van 22 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 4 2 Uitgangspunten bij het examen 5 3 Niveau 2F 6 4 Lezen 7
Nadere informatieLeerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)
Herkomst Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Eigen school Periode DL -20 t/m 200 Schrijven Schrijven - 1-2 GL + Schrijft tekens die op letters ( beginnen te) lijken -19-0 -19-0 -19-0 Soort tekst
Nadere informatie(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding
(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg
Nadere informatieBasisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen
Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F (MBO-2 EN MBO-3)
NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 2F (MBO-2 EN MBO-3) CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL ONTWIKKELD EXAMEN Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 2 Uitgangspunten bij het examen 6 3 Niveau 2F 7 4 Lezen 8 5 Luisteren
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieNederlands ( 2F bb kb/gl/tl )
Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid
Nadere informatieWat te doen met zwakke begrijpend lezers?
Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen
Nadere informatieTips voor het curriculum schrijfvaardigheid Nederlands
Tips voor het curriculum schrijfvaardigheid Nederlands Omschrijving aspecten van de taak: Algemeen Niveau Omschrijving Inhoud/context Leerlingen op niveau kunnen eenvoudige teksten lezen over alledaagse
Nadere informatieROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F
ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en
Nadere informatieOnderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
- NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al
Nadere informatie8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens
Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan
Nadere informatieLeerroute 1: Schrijven
Leerroute 1: Schrijven op doel Samenhang Woordgebruik & woordenschat Voorwaardelijk op publiek Leesbaarheid Taalverzorging - Kan fonemen onderscheiden - Weet dat letters met klanken corresponderen - Schrijft
Nadere informatiePraten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers
Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen
Nadere informatieKinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl
Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang
Nadere informatieUitwerking kerndoel 4 Nederlandse taal
Uitwerking kerndoel 4 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 4 Stichting
Nadere informatieCONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden
Nadere informatieFictielezen groep 7 en 8
Fictielezen groep 7 en 8 Waar werkt u aan in groep 7 en 8? In groep 7 en 8 is de technische leesvaardigheid van zo n niveau dat de leerlingen verhalen en gedichten vlot kunnen lezen. U houdt rekening het
Nadere informatieVertel eens - aanpak van Aidan Chambers
Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.
Nadere informatieEindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)
Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F (MBO-4)
NEDERLANDSE TAAL REFERENTIENIVEAU 3F (MBO-4) CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL ONTWIKKELD EXAMEN Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 2 Uitgangspunten bij het examen 6 3 Niveau 3F 7 4 Lezen 8 5 Luisteren 12 6 Vraagvormen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieTussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden
Nadere informatieLeestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname
Leestoets Nederlands Afsluitende toets niveau 2F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke
Nadere informatieLeerstoflijnen lezen beschreven
Leerstoflijnen lezen beschreven Uitwerking van het referentiekader Nederlandse taal voor het leesonderwijs op de basisschool SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Leerstoflijnen lezen beschreven
Nadere informatieModel om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren
1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan
Nadere informatie2.1 FaVoriete leestips
Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011
Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve
Nadere informatieVrij lezen groep 4. Doelen eind groep 4
Vrij lezen groep 4 Doelen eind groep 4 Leerlingen hebben plezier in voorgelezen worden hebben plezier in lezen en voorlezen hebben belangstelling voor verhalende teksten (waaronder poëzie) en informatieve
Nadere informatieTaalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)
Taalprofiel Kwalificatiedossier Parketteur Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier
Nadere informatieBrochure Begrijpend lezen VMBO 1
Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van
Nadere informatieNederlands ( 3F havo vwo )
Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie
Nadere informatiePIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling
Nadere informatieNEDERLANDSE TAAL 2F TITEL IN KAPITALEN MBO KAN OVER TWEE REGELS. Syllabus (concept) Subtitel. Versie 1,december 2011
NEDERLANDSE TAAL 2F TITEL IN KAPITALEN MBO KAN OVER TWEE REGELS Syllabus (concept) Subtitel Versie 1,december 2011 Versie 1.0, september 2011 Inhoud Voorwoord... 3 1. Syllabus... 5 1.1 Kader... 5 1.2 Vorm
Nadere informatieDoorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011
Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - vmbo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve en
Nadere informatieToelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)
Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1.1. Gesprekken Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding
Nadere informatieUitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B ( )
Uitslagen Cito 0 en Cito-1-toets Leesvaardigheid klas 2B (2012-2013) rood = lager dan niveau 1F geel = op niveau 1F groen = op niveau 2F of hoger Achternaam Voorletters Toets 0 Toets 1 Toets 2 Toets 3
Nadere informatieHet ERK onderscheidt 6 taalcompetentieniveaus: van beginner tot nearnative.
NEDERLANDS Van Straatsburg naar Brussel via Den Haag -over de beheersingsniveaus bij taalvaardigheden- De nieuwe leerplannen Nederlands VVKSO van de tweede graad hebben een grondige oppoetsbeurt taalbeschouwing
Nadere informatieBegrijpend Luisteren
WORKSHOP PRENTENBOEKEN Begrijpend Luisteren in de onderbouw van de basisschool Doel Een theoretische verdieping en praktische voorbereiding om een prentenboek interactief voor te kunnen lezen. Begrijpend
Nadere informatieVisie leesbevordering
Visie leesbevordering Leesbevordering zien we als basis van het totale leesonderwijs Zonder aandacht voor leesbevordering mist het technisch lezen een belangrijke stimulans. Leesbevordering is dus niet
Nadere informatieteksten 1 niveau AA (november), voor deel 1 en 2
Handleiding Toets informatieve en andere teksten pagina 1 van 8 pagina 1 van 8 Inleiding Handleiding Toets informatieve en andere teksten De Toetsen informatieve en andere teksten bij Nieuwsbegrip hebben
Nadere informatieBeoordeling power-point groep 5
Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel
Nadere informatieDe theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan
De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,
Nadere informatieteksten 2 niveau AA (februari), voor deel 1 en 2
7-17 pagina 1 van 8 Inleiding De Toetsen informatieve en andere teksten bij Nieuwsbegrip hebben als doel om te meten of een leerling teksten op een bepaald niveau kan begrijpen. Deze toetsen hebben een
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2012-2013
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieBegrijpend Lezen moet je Lezen Denken Begrijpen!
Begrijpend Lezen moet je Lezen Denken Begrijpen! Drie soorten strategieën: Sturingsstrategieën: Leesdoel bepalen Oriënteren op de tekst Actualiseren van kennis en woordenschat Actief lezen door toepassen
Nadere informatieReferentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4
Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4 Noordhoff Uitgevers bv, 2010 1 Inhoudsopgave 1 vmbo t/havo (5 e editie)... Hoofdstuk 1... 3 Hoofdstuk 2... 5
Nadere informatieniveau A Toets 1 versie 2 (november)
pagina 1 van 10 pagina 1 van 10 Inleiding De en bij Nieuwsbegrip hebben als doel om te meten of een leerling teksten op een bepaald niveau kan begrijpen. Deze toetsen hebben een andere functie dan de diagnostische
Nadere informatieDruk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.
Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste
Nadere informatieniveau A Toets 1 versie 1 (november)
pagina 1 van 10 Inleiding De Toetsen informatieve en andere teksten bij Nieuwsbegrip hebben als doel om te meten of een leerling teksten op een bepaald niveau kan begrijpen. Deze toetsen hebben een andere
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)
Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting door V. 1312 woorden 4 januari 2013 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Cursus lezen Hoofdstuk 1: De verschillende
Nadere informatieDe praktijk Begrijpend lezen
De praktijk Begrijpend lezen Plaats de tekst centraal Praat vooral met de leerlingen over de inhoud van de tekst! Praat over woordbetekenissen. Praat over tekstsoort en structuur. Praat over figuurlijk
Nadere informatieVoorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.
R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de
Nadere informatieUitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal
Uitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 7 Stichting
Nadere informatieBekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:
Samenvatting door M. 1142 woorden 21 oktober 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesdoel Leesstrategie Aanpak Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor
Nadere informatieOp weg naar 1F en 2F Tussendoelen voor de referentieniveaus zakelijk lezen en woordenschat
Op weg naar 1F en 2F Tussendoelen voor de referentieniveaus zakelijk en woordenschat De referentieniveaus voor taal en rekenen van de commissie Meijerink (2008) weergegeven in het rapport Over de drempels
Nadere informatie