Samenwerking onderwijs autismebehandeling: Samen staan we sterker! Het KAIRO project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van ESF-Equal.



Vergelijkbare documenten
Samenwerking onderwijs autismebehandeling: Samen staan we sterker!

Je bent jong, je kunt leren, je hebt een ASS en je wilt zo gewoon mogelijk functioneren, maar

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Collectief aanbod Jeugd Houten

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

STEVIGE STAP TRAINING 1. stevige stap training.

Bijlage Stoere Schildpadden

Stabilisatiecursus Scelta Nijmegen

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

ABC - Ambulant Behandelcentrum

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Cursus VRIENDEN MAKEN.KUN JE LEREN

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld?

informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova)

opleiding Leergang Train de Trainer Trainers in

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden

Cognitieve gedragstherapie bij autisme

Internet hulpverlening Dementie de Baas Peter Paul Feith Stichting Geriant

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Reflectiegesprekken met kinderen

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Cursusgids 2016 Den Helder & Schagen

E-LEARNING. Beroepsoriëntatie 2014/2015. HEART4HAPPINESS Eva Hendrix s

Met therapie werken aan je problemen Sterker in de samenleving.

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten.

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Nehalennia Breeweg trainingen 2015

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Van werkdruk naar werkplezier

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni presentatie symposium pleegzorg

LEERGANG MIDDLE MANAGEMENT

Bijeenkomst 2: Houding en gedrag

Verbetertraject Zeggenschap / Kwaliteit van Bestaan sector Lichamelijke Gehandicaptenzorg

STA STERK TRAINING 1. sta sterk training.

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Het gedragmodel. 1. Inleiding

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

Promens Care GEZINSBEHANDELING

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

TRAINING WERKBEGELEIDING

PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek

Workshop Mindfulness Gemeente Halderberge Betsie Wagemakers. Het enige moment wat telt is:

Omgaan met Boosheid en Agressie 2. Grip op Agressie (GoA), module 6

Aanbod Persoonlijke Vaardigheden

training van basis naar brug

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Praktijkgerichte Scholing tot praktijkmanager

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

vaardigheden - 21st century skills

Cognitieve klachten bij MS: een casusbespreking Er is geen sprake van belangenverstrengeling.

Flyer Intervisie. Intervisie is vooral taakgericht en resultaatgericht werken met collega s ter optimalisering van de werkzaamheden van alledag.

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Op eigen kracht, zelf regie nemen

Doelstellingen van PAD

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Trainingen Coaching Intervisie Supervisie. Voor de zorg

Ondersteuningscarrousel Lorentz Lyceum

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Psychomotorische Therapie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Stress & Burn Out. ubeon Academy

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Blijvend belang training, 49 respondenten

training voor volwassenen met een autisme-spectrumstoornis verder met autisme dr. leo kannerhuis

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

Werk aan je winkel. Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren. Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken

Leerstraf TACt Individueel. Informatie voor jongeren

Herkennen van Gedachten. Grip op Agressie (GoA), module 3

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Mindfulness bij ASS en arbeidsparticipatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog / Senior onderzoeker GGZ Eindhoven

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren

Beter Leren Communiceren. U zoekt een training om uw communicatieve vaardigheden te versterken?

Behandelprogramma. Pijnrevalidatie

Leergang Positieve Psychologie

GRIP OP PRIKKELBAARHEID

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN

Teamkompas voor Zelfsturing

Bijlage 17: Informatie voor de individuele behandelaar

Mindfulness bij volwassenen met een autismespectrumstoornis. Annelies Spek Klinisch psycholoog / Senior onderzoeker GGZ Eindhoven

Communiceren is teamwork

Omgaan met een moeilijke klas. Susan de Bruin

Mindfulness-Based Cognitieve Therapie (MBCT) Aandachttraining/Mindfulnesstraining

LEERGANG MIDDLE MANAGEMENT

PeerEducatie Handboek voor Peers

Transcriptie:

Samenwerking onderwijs autismebehandeling: Rijn IJssel en Da Vinci college leiden jongeren op voor een beroep met arbeidsperspectief Het dr. Leo Kannerhuis en De Steiger begeleiden jongeren met ASS Samen staan we sterker! KAIRO: Een gezamenlijke aanpak van onderwijs en autismebehandeling waardoor jongeren met ASS een mbo kunnen volgen die recht doet aan hun mogelijkheden, inzicht en acceptatie brengt t.a.v. realistische mogelijkheden én beperkingen van de jongeren, de zelfredzaamheid van de jongeren stimuleert en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Het KAIRO project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van ESF-Equal.

KAIRO: Inclusief Onderwijs: een integrale benadering school KAIRO deelnemer ouders behandeling In deze bijlage treft u een overzicht van de behandeltrainingen voor jongeren met ASS die zij in het kader van KAIRO Onderwijs Behandel Programma volgen. KAIRO TRAININGEN IDENTITEITSONTWIKKELING PSYCHO-EDUCATIE IDENTITEITSONTWIKKELING BEROEPSORIËNTATIE VRIJE TIJD COGNITIEVE EN TAAKGERICHTE VAARDIGHEDEN PLANNINGSVAARDIGHEDEN ANDERS LEREN DENKEN PROBLEEM OPLOSSENDE VAARDIGHEDEN SOCIALE EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 2 GESPREKSVOERING SAMENWERKING

KAIRO TRAININGEN IDENTITEITSONTWIKKELING PSYCHO-EDUCATIE IDENTITEITSONTWIKKELING BEROEPSORIËNTATIE VRIJE TIJD COGNITIEVE EN TAAKGERICHTE VAARDIGHEDEN PLANNINGSVAARDIGHEDEN ANDERS LEREN DENKEN PROBLEEM OPLOSSENDE VAARDIGHEDEN SOCIALE EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 2 GESPREKSVOERING SAMENWERKING

TRAINING PSYCHO-EDUCATIE 1 Beschrijving van de training In de training Psycho-educatie worden hulpmiddelen aangeboden die erop gericht zijn de deelnemers steviger in het leven te laten staan (empowerment). De training geeft deelnemers een helder beeld van de belangrijkste aspecten van ASS en wat dit concreet aan mogelijkheden en beperkingen oplevert. De training biedt onder andere theorie over ASS, beeldmateriaal (DVD en video s over ASS), maar vooral ook de mogelijkheid om deelnemers zelf te laten verwoorden wat ASS voor hen betekent. Door de groepsgerichte benadering kunnen ze herkenning bij elkaar vinden, maar ook zien dat er grote verschillen zijn tussen de ene en de andere deelnemer. Naast begrip en inzicht is acceptatie een belangrijk onderdeel van de training. Acceptatie hangt direct samen met goede informatie, het serieus nemen van de eigen ervaringen van deelnemers, inzicht geven in wat ze nodig hebben als ook inzicht bieden in hun mogelijkheden. De mogelijkheden, die bij jongeren met ASS soms zelfs bijzonder zijn te noemen, zijn vaak een onderbelicht terrein bij Psychoeducatie over ASS. Deze training richt zich op empowerment van de deelnemers en het voorkomen van of verminderen van het stigmatiserende beeld van ASS. 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training Psycho-educatie is om de deelnemers steviger in het leven te laten staan (empowerment), door hen een helder beeld te geven van de belangrijkste aspecten van ASS en hen inzicht te geven in wat dit voor henzelf oplevert aan mogelijkheden en beperkingen. Subdoelen zijn: Deelnemers zijn competenter (meer balans brengen in verhouding tussen taken en vaardigheden). Herkenning en contact kunnen maken met andere deelnemers met ASS. Kunnen verwoorden van hun eigen sterke en minder sterke kanten. Kunnen verwoorden wat ASS voor hen betekent op school/stage/werk. Beter functioneren in verschillende sociale situaties door meer inzicht in sterke en minder sterke kanten (school, thuis, vrije tijd). Gerichter hulp kunnen vragen en accepteren. Beter met problemen kunnen omgaan. Vergroten van oplossingsvaardigheden. Opmerking: Dit zou ik er toch in laten staan 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De training bestaat uit 9 thema s. Hiervoor zullen, afhankelijk van het proces in de groep 9 tot maximaal 12 bijeenkomsten nodig zijn. Elke bijeenkomst duurt ongeveer 60 minuten. 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door 2 vaste trainers. Eén van de trainers is de vaste groepsleider die de groepsleden goed kent en voor continuïteit in het proces zorgt. De andere trainer is de inhoudelijk trainer en is degene die zich verantwoordelijk stelt voor de lesopzet.

3.4 Materialen DVD en/of videomateriaal ( De zus van Einstein, Autimatisch, Kairo video). Ik ben speciaal (Vermeulen, 2005). Flap-over. Stiften. 3.5 Randvoorwaarden Een vast lokaal. Voldoende tijd voor voorbereiding. Extra ruimtes voor subgroepen. Video apparatuur. Flap-over. Stiften. 4 Programma opzet De training Psycho-educatie richt zich op het steviger in het leven laten staan van deelnemers. Onderwerpen die tijdens de training behandeld worden zijn afhankelijk van de leerdoelen van de deelnemers. Onderwerpen die behandeld worden zijn over het algemeen: Informatieverwerking. Informatie over ASS. Hoe werken de hersenen? Mogelijkheden en beperkingen. Ervaringen delen. Herkenning. ASS en school. Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen en het tempo waarin ze leeractiviteiten aanbieden. Dit is afhankelijk van het tempo, de veiligheid binnen de groep, het niveau en de leerstijl van de groep. Elke bijeenkomst begint met een vast patroon: beginronde, leerdoelen bespreken, terugblik op vorige bijeenkomst. Daarna volgt het nieuwe thema.

Training identiteitsontwikkeling 1 Beschrijving van de training Ieder mens heeft 7x24 uur per week met zichzelf te leven. En iedere minuut daarvan met zichzelf rekening te houden. In de training Identiteit staat de deelnemer stil bij wat en wie hem heeft gevormd tot de persoon die hij 1 nu is. Ook gaat hij na wat hij van zichzelf vindt, wat hij denkt dat anderen van hem vinden, wat hij zou willen zijn en wat zijn kwaliteiten zijn op diverse gebieden. De training draagt bij aan het verhogen van het zelfinzicht in relatie tot anderen. De deelnemer staat stil bij zijn gezin van herkomst, persoonlijke voorkeuren, karaktereigenschappen en kwaliteiten, belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven, functioneren op school, vriendschap en zelfbeeld. Wat is identiteit? Identiteit is een samenhangend beeld van jezelf in relatie tot anderen op diverse gebieden. Om een psychologische identiteit te ontwikkelen zoeken mensen naar antwoorden op veel gebieden: Wat, in mijn persoonlijke geschiedenis, heeft me gevormd tot wie ik ben: naam, sociaal economische en culturele achtergrond, opvoeding, dat wat je hebt meegemaakt, levensfase bijv. puberteit. Hoe ervaar ik mijn lichaam? lichaamsbeeld. Hoe ervaar ik mezelf in seksueel opzicht? seksuele identiteit. Hoe ervaar ik mezelf ten opzichte van belangrijke anderen (familie, vrienden)? sociale identiteit. Hoe ervaar ik mezelf ten aanzien van schoolse/ intellectuele taken? intellectuele identiteit. Tot welke religieuze of spirituele stroming reken ik me? spirituele identiteit. Wie je bent is deels aangeboren (erfelijkheid) en deels aangeleerd door de (sociale) omgeving. Een belangrijke ontwikkeling van kinderen aan het eind van de basisschoolperiode is het ontwikkelen van een positieve sociale identiteit (Delfos, 2005): het idee positief ervaren te worden door anderen. Een positieve sociale identiteit hangt samen met een evenwichtige balans tussen enerzijds je kunnen aanpassen aan anderen en anderzijds je kunnen onderscheiden van anderen. Met andere woorden: hoe zien mensen mij en wat vind ik van mijzelf? Identiteit is geen statisch gegeven. Een mens is er zijn leven lang zoet mee. Maar jongeren zijn er het meest intensief mee bezig door alle veranderingen in hun lichaam en veranderingen in de verwachtingen van hun omgeving. Het ontwikkelen van een psychologische identiteit hoeft geen problemen te geven als deze gedragen wordt door een positieve sociale identiteit. Een positieve sociale identiteit is als het ware een soort vangnet voor het goed doorkomen van de puberteit. Waarom een training Identiteit? Een deelnemer is meer dan zijn autisme. Deelnemers vinden het terecht vervelend als ze worden herleid tot hun beperking (die autist). Daarnaast vinden deelnemers het soms lastig om onderscheid te maken tussen wat bij hen als persoon hoort en wat te maken heeft met ASS. Tot slot kan bij jongeren met ASS de identiteitsvorming problematisch zijn vanwege de volgende factoren: Een negatieve sociale identiteit. Een beperkt vermogen tot reflectie op zichzelf. Een onvermogen om samenhang aan te brengen. 1 Waar hij staat kan ook zij worden gelezen.

Verschillen in ontwikkelingsgebieden: bijv. een verschil tussen sociaal emotionele en intellectuele ontwikkeling. Bovenstaande kan leiden tot een onrealistisch gevoel van eigenwaarde. Vaak is het gevoel van eigenwaarde laag ook wel laag zelfbeeld genoemd - wat veel onzekerheid geeft. Maar soms overschatten jongeren zichzelf ook op bepaalde gebieden. Wanneer een jongere met een laag zelfbeeld in de wereld staat, zal hij ervan uitgaan dat anderen hem als negatief beoordelen. Zo gaat hij zich ook gedragen, met als gevolg dat hij door zijn gedrag een negatief oordeel over zichzelf afroept. Als een jongere zichzelf overschat, maakt hij zich onbereikbaar voor steun en zal niet emotioneel groeien op dit punt. Als een jongere eenmaal in zichzelf gelooft, zal hij vertrouwen op zijn eigen oordeel en probleemoplossend vermogen. Ook zal hij om hulp kunnen vragen waar nodig. Met als gevolg dat het zelfvertrouwen groeit en de jongere steeds weerbaarder wordt. Voldoende redenen om in een training stil te staan bij de identiteitsontwikkeling. 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training Identiteit is dat deelnemers inzicht krijgen in de kern van hun persoonlijkheid. Subdoelen zijn (de deelnemer kan): beter begrijpen wat (of wie) hem heeft gevormd tot wie hij is ervaringen delen zijn sterke kanten benoemen zijn zwakkere kanten benoemen beschrijven hoe hij graag zou willen zijn weten wat vriendschap voor hem betekent zich positiever over zichzelf uitlaten 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur Wekelijks gedurende een training. De training Identiteit bestaat uit 13 à 15 bijeenkomsten. 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door twee trainers. Hierdoor is het mogelijk om de groep op te splitsen in twee subgroepen van drie personen. Eén trainer is de vaste groepstrainer, die de groepsleden goed kent, voor continuïteit in het proces zorgt en groepssituaties goed overziet. De tweede trainer is de inhoudelijke trainer. 3.4.Materialen Kwaliteitenspel (Gerritsen). Kaart van Nederland. 3.5.Randvoorwaarden Een vast lokaal per trainingsgroep. Extra gespreksruimtes wanneer er in subgroepen wordt gewerkt. Flap-over of bord en stiften. Een perforator. Een kopieermachine. Coaching door gedragswetenschapper.

4 Programma opzet Vaste ingrediënten van een bijeenkomst zijn: Uitleg van de training (bijeenkomst 1) of terugblik op (huiswerk van) de vorige bijeenkomst. Benoemen onderwerp, werkwijze en doel van de huidige bijeenkomst. Uitvoeren diverse leeractiviteiten (opdracht, werkblad). Nabespreking en samenvatting. Indien van toepassing: huiswerkopdracht. Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen en het tempo waarin ze leeractiviteiten aanbieden. Dit is afhankelijk van het tempo, de veiligheid binnen de groep en het niveau/leerstijl van de groep. Een globaal voorstel voor leeractiviteiten per trainingsbijeenkomst wordt aangereikt.

TRAINING BEROEPENORIËNTATIE 1 Beschrijving van de training Mensen met een autisme-spectrumstoornis (ASS) zien de wereld vaak in losse puzzelstukjes. Het is voor hen moeilijk om samenhang te zien. Door de gedetailleerde waarneming is het moeilijk om informatie binnen de juiste context te plaatsen. Dat kan leiden tot het verkeerd begrijpen van situaties en overprikkeling. Ieder mens ontwikkeld zijn eigen manieren om met informatie om te gaan die moeilijk te begrijpen is of die overweldigend zijn. Je ontwikkeld in de loop van je leven schema s 2, waarin op grond van ervaringen kennis wordt opgeslagen die in een nieuwe situatie kan worden benut. Zo activeert een sombere stemming een schema waarin een negatief zelfbeeld ligt opgeslagen. Schema s bepalen ook aan welke aspecten van een gebeurtenis aandacht wordt besteed en welke betekenis hieraan toegekend wordt. Als iemand binnenkomt in de klas en er wordt gelachen, dan zal dit schema snel leiden tot de gedachte en vrees dat hij/zij wordt uitgelachen. Dit bevestigt het schema waarin het negatieve zelfbeeld ligt opgesloten. Het komt vaak voor dat mensen met ASS onvoldoende schema s ontwikkeld hebben om diverse situaties te lijf te gaan, waardoor ze zich niet redden in moeilijke sociale situaties. Het komt ook voor dat mensen met ASS juist te sterke, rigide schema s ontwikkelen over hoe de wereld in elkaar zit, wat fout en goed is. Dat geeft houvast en overzicht. Het nadeel van deze schema s is dat ze weinig flexibel zijn, moeilijk toegepast kunnen worden in andere situaties en onvoldoende rekening houden met de mening van anderen. Het G-schema, een techniek uit de cognitieve therapie, laat deelnemers verbanden zien en open staan voor de mening en gedachten van anderen. In de training Anders Leren Denken wordt de deelnemers geleerd om met het G-schema te werken. De G staat voor Gebeurtenis Gedachte-Gevoel-Gedrag-Gevolg. Het is een middel om gebeurtenissen en de daarbij behorende gedachten te analyseren. Om dit schema effectief te kunnen gebruiken wordt gewerkt aan de ontwikkeling van diverse vaardigheden om: een gebeurtenis te analyseren basale gevoelens te herkennen niet-helpende gedachten te herkennen open te staan voor andere gedachten over een gebeurtenis verbanden te leggen (oorzaak-gevolg) 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training is dat deelnemers het G-schema leren gebruiken om beter om te gaan met niet-helpende en irrationele gedachten en helpende en rationele gedachten ontwikkelen. Dit beïnvloedt gevoelens en de manier van handelen. Hierdoor kan het probleemoplossend vermogen en daarmee het zelfvertrouwen toenemen. 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De training bestaat uit 7 bijeenkomsten en vindt wekelijks plaats gedurende een trainingsuur. 2 Kennis waarover een persoon beschikt is in het algemeen georganiseerd in schema's. Schema's zijn vergelijkbaar met een kennisbestand of database. In de cognitieve psychologie zijn schema's om de informatie verwerking te sturen. Schema's dienen om informatie te selecteren, te reduceren en te interpreteren.

3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door twee trainers. Hierdoor is het mogelijk om de groep op te splitsen in twee subgroepen van drie personen. Eén trainer is de vaste procesbegeleider, die de groepsleden goed kent, voor continuïteit in het proces zorgt en groepssituaties goed overziet. De tweede trainer is de inhoudelijke trainer met gevoel voor deze cognitieve manier van denken. 3.4.Materialen De spellendoos. 3.5.Randvoorwaarden Een vast lokaal per trainingsgroep. Extra gespreksruimtes wanneer er in subgroepen wordt gewerkt. Videoapparatuur. Flap-over of bord en stiften. Een perforator. Een kopieermachine. Coaching door behandelcoördinator. 4 Programma opzet Onderwerpen waarmee tijdens de training geoefend wordt zijn onder andere: Het analyseren van een gebeurtenis. Het herkennen van basale gevoelens. Het herkennen van niet-helpende of irrationele gedachten. Open staan voor andere gedachten over een gebeurtenis. Verbanden leggen (oorzaak-gevolg). Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen. Dit is afhankelijk van het tempo, de veiligheid binnen de groep en het niveau/leerstijl van de groep. Tijdens het eerste thema wordt een introductie en uitleg gegeven over de training Anders leren denken. Tevens stellen de deelnemers leerdoelen vast voor de rest van de training. Wanneer deelnemers het G-schema kunnen hanteren, kan in de loop van het onderwijsbehandelprogramma dit schema gebruikt worden tijdens de individuele begeleidingsgesprekken met de deelnemer. Samengevat zijn vaste ingrediënten binnen de diverse thema s van de training Anders Leren Denken: Uitleg van de training (bijeenkomst 1) of terugblik op (huiswerk van) de vorige bijeenkomst. Benoemen onderwerp, werkwijze en doel van het huidige thema. Uitvoeren diverse leeractiviteiten. Nabespreking en samenvatting. Indien van toepassing: huiswerkopdracht.

TRAINING VRIJE TIJD 1 Beschrijving van de training De training Vrije Tijd geeft inzicht in hoe deelnemers met vrije tijd omgaan en wat ontspanning voor hun is. Er wordt gewerkt aan uitbreiding en/of variatie van vrije tijdsmogelijkheden. Voor school kan dit onder andere betekenen dat deelnemers vaardigheden leren om beter met wachtmomenten en pauzes om te gaan. Binnen de thuissituatie betekent dit onder andere dat deelnemers zich leren ontspannen. 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training Vrije Tijd is uitbreiding van vrije tijdsmogelijkheden en/of het bereiken van meer variatie in vrijetijdsbesteding. Subdoelen zijn: 1) het versterken van de deelnemer (empowerment) door meer inzicht te krijgen in wat hij/zij goed kan en/of leuk vindt om te doen, 2) het verbeteren van sociale en communicatieve vaardigheden zoals onder andere om hulp kunnen vragen, 3) zicht krijgen op sterke en minder sterke kanten, 4) contact maken met leeftijdsgenoten, 5) vriendschap aangaan, 6) vriendschap onderhouden, 7) verbeteren van samenwerkingsvaardigheden, planningsvaardigheden, zelfredzaamheidsvaardigheden en leren ontspannende bezigheden te doen. Subdoelen (smart geformuleerd) zijn onder andere: Ik weet wat ik goed kan. Ik weet wat ik leuk vind om te doen, zowel alleen als met anderen. Ik heb meer zicht op wat er zoal aan vrije tijdsmogelijkheden zijn. Ik weet hoe ik me kan ontspannen. Ik kan hulp vragen. Ik kan initiatief nemen tot contact met leeftijdsgenoten. Ik kan vriendschap aangaan. Ik kan vriendschap onderhouden. Ik kan samenwerken. Ik kan plannen. Ik ben meer zelfredzaam. 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De training vindt wekelijks plaats gedurende één trainingsuur (ongeveer 60 minuten). 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit 4 tot maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door 2 trainers. 3.4.Materialen Geen extra benodigde materialen. Opmerking: Moet hier niet dezelfde formulering worden gekozen als bij de andere trainingen?

3.5.Randvoorwaarden De trainers moeten voldoende tijd nemen om de bijeenkomsten met elkaar voor te bespreken en na te bespreken. Een vast lokaal per trainingsgroep. Flap-over of bord en stiften. Een perforator. Een kopieermachine. Informatie over vrije tijdsmogelijkheden in de omgeving. Digitaal fototoestel. Computer met internetverbinding. Coaching door gedragswetenschapper. 4 Programma opzet De training Vrije Tijd richt zich op het vergroten van mogelijkheden in vrijetijdsbesteding van de deelnemers. Onderwerpen die tijdens de training behandeld worden zijn afhankelijk van de leerdoelen van de deelnemers. Onderwerpen die behandeld worden zijn over het algemeen: Contact aangaan met leeftijdsgenoten. Vriendschap onderhouden. Aanmelden bij een club. Ontspanning. Vrijetijdsactiviteiten. Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen en het tempo waarin ze leeractiviteiten aanbieden. Dit is afhankelijk van het groepstempo, de veiligheid binnen de groep, het niveau en de leerstijl van de groep. De training bestaat uit twee gedeeltes. Bij de eerste bijeenkomst wordt uitleg gegeven over de training en wordt een inventarisatie gemaakt van sterke en minder sterke kanten van deelnemers met betrekking tot vrije tijdsbesteding. Op grond van deze inventarisatie worden individuele leerdoelen vastgesteld waaraan tijdens de training stapsgewijs wordt gewerkt. Wekelijks wordt een stap besproken en wordt nagegaan of deelnemers door kunnen gaan naar een volgende stap. In het tweede gedeelte van de training wordt gewerkt met praktische opdrachten. De eerste praktische opdracht die elke deelnemer gaat doen is om de beurt een presentatie geven over zijn/haar hobby. Wanneer een deelnemer geen problemen ondervindt met vrijetijdsbesteding, dan is het doel van de training om één of meerdere presentaties over hobby s en vrijetijdsbesteding te geven. Als alle deelnemers hun presentatie hebben gegeven, bepalen de trainers wanneer en welke andere praktische opdrachten worden gedaan. Door de kwalitatieve beperking in de communicatie van mensen met ASS, is het van belang dat trainers expliciet de interactie tussen de deelnemers op gang brengen en houden. Omdat de training groepsgericht aangeboden wordt oefenen de deelnemers ook met samenwerkingsvaardigheden, communicatieve- en sociale vaardigheden.

KAIRO TRAININGEN IDENTITEITSONTWIKKELING PSYCHO-EDUCATIE IDENTITEITSONTWIKKELING BEROEPSORIËNTATIE VRIJE TIJD COGNITIEVE EN TAAKGERICHTE VAARDIGHEDEN PLANNINGSVAARDIGHEDEN ANDERS LEREN DENKEN PROBLEEM OPLOSSENDE VAARDIGHEDEN SOCIALE EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 COMMUNICATIEVE EN SOCIALE VAARDIGHEDEN 2 GESPREKSVOERING SAMENWERKING

TRAINING PLANNINGSVAARDIGHEDEN 1 Beschrijving van de training De training Planningsvaardigheden is een doorlopende training, bestaande uit de dagopening (hiermee wordt de trainingsdag begonnen) en een dagafsluiting (hiermee wordt de trainingsdag afgesloten). Voor mensen met een autisme-spectrumstoornis (ASS) is plannen, en daarmee structuur aanbrengen in de dag en dagelijkse bezigheden, vaak lastig. Dat komt omdat zij op een andere manier informatie verwerken dan mensen zonder ASS. Mensen met ASS richten zich vaak meer op details of op één enkele activiteit, in plaats van op verschillende activiteiten. Ze hebben regelmatig moeite om overzicht te behouden en het geheel te overzien. Hierdoor komen ze vaak niet aan bepaalde activiteiten toe, die wel zouden moeten gebeuren. 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training Planningsvaardigheden is om de deelnemers te trainen zodat ze zelf meer structuur in hun dag kunnen aanbrengen, meer overzicht hebben en hun zelfredzaamheid wordt vergroot. Subdoelen zijn onder andere (smart geformuleerd): Ik kan op tijd opstaan. Ik kan mezelf verzorgen. Ik kan mijn schooltas inpakken en meenemen. Ik kan met het lesrooster omgaan. Ik kan me aan afspraken houden. Ik kan met wisselingen in het rooster omgaan. Ik kan mijn agenda gebruiken. 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De duur van de onderdelen dagopening en dagafsluiting is twee keer 30 minuten per dag. 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De werkwijze is groepsgericht (4 tot maximaal 6 jongeren). 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door 1 trainer. 3.4.Materialen Geen extra materialen nodig. 3.5.Randvoorwaarden Vast lokaal. Flap over of bord met stiften. Perforator. Kopieermachine. Coaching door behandelcoördinator.

4 Programma opzet De onderwerpen die gedurende de dagopening en dagafsluiting worden behandeld zijn: planning, overzicht en evaluatie van de planning en doelen. Deze onderwerpen worden tijdens de training praktisch uitgewerkt. Tevens kunnen trainers per bijeenkomst variëren met de diverse werkvormen. Dit is afhankelijk van de veiligheid binnen de groep en het niveau en de leerstijl van de groep. Tijdens de dagopening wordt gekeken wat wel en wat eventueel niet is gelukt van de planning van de dag daarvoor. Tijdens de dagafsluiting wordt een planning gemaakt tot de volgende KAIRO bijeenkomst op de behandelsetting. Telkens vullen de deelnemers tijdens de dagafsluiting op hun doelenformulier in hoe ze vinden dat ze die dag aan hun doelen hebben gewerkt.. Deelnemers geven elkaar, op uitnodiging van de trainer, feedback op de door hen ingevulde planning.

TRAINING ANDERS LEREN DENKEN 1 Beschrijving van de training Mensen met een autisme-spectrumstoornis (ASS) zien de wereld vaak in losse puzzelstukjes. Het is voor hen moeilijk om samenhang te zien. Door de gedetailleerde waarneming is het moeilijk om informatie binnen de juiste context te plaatsen. Dat kan leiden tot het verkeerd begrijpen van situaties en overprikkeling. Ieder mens ontwikkeld zijn eigen manieren om met informatie om te gaan die moeilijk te begrijpen is of die overweldigend zijn. Je ontwikkeld in de loop van je leven schema s 3, waarin op grond van ervaringen kennis wordt opgeslagen die in een nieuwe situatie kan worden benut. Zo activeert een sombere stemming een schema waarin een negatief zelfbeeld ligt opgeslagen. Schema s bepalen ook aan welke aspecten van een gebeurtenis aandacht wordt besteed en welke betekenis hieraan toegekend wordt. Als iemand binnenkomt in de klas en er wordt gelachen, dan zal dit schema snel leiden tot de gedachte en vrees dat hij/zij wordt uitgelachen. Dit bevestigt het schema waarin het negatieve zelfbeeld ligt opgesloten. Het komt vaak voor dat mensen met ASS onvoldoende schema s ontwikkeld hebben om diverse situaties te lijf te gaan, waardoor ze zich niet redden in moeilijke sociale situaties. Het komt ook voor dat mensen met ASS juist te sterke, rigide schema s ontwikkelen over hoe de wereld in elkaar zit, wat fout en goed is. Dat geeft houvast en overzicht. Het nadeel van deze schema s is dat ze weinig flexibel zijn, moeilijk toegepast kunnen worden in andere situaties en onvoldoende rekening houden met de mening van anderen. Het G-schema, een techniek uit de cognitieve therapie, laat deelnemers verbanden zien en open staan voor de mening en gedachten van anderen. In de training Anders Leren Denken wordt de deelnemers geleerd om met het G-schema te werken. De G staat voor Gebeurtenis Gedachte-Gevoel-Gedrag-Gevolg. Het is een middel om gebeurtenissen en de daarbij behorende gedachten te analyseren. Om dit schema effectief te kunnen gebruiken wordt gewerkt aan de ontwikkeling van diverse vaardigheden om: een gebeurtenis te analyseren basale gevoelens te herkennen niet-helpende gedachten te herkennen open te staan voor andere gedachten over een gebeurtenis verbanden te leggen (oorzaak-gevolg) Het gebruik van dit schema in alledaagse situaties kan de deelnemer helpen om minder te piekeren en om helpende gedachten te ontwikkelen.hierdoor kunnen ongewenste gevoelens en emoties verminderen en leert de deelnemer effectiever te handelen. Veel mensen met ASS hebben negatieve ervaringen meegemaakt die hen angstig, boos en/of somber kunnen maken. 2 Doelstelling Het hoofddoel van de training is dat deelnemers het G-schema leren gebruiken om beter om te gaan met niet-helpende en irrationele gedachten en helpende en rationele gedachten ontwikkelen. Dit beïnvloedt gevoelens en de manier van handelen. Hierdoor kan het probleemoplossend vermogen en daarmee het zelfvertrouwen toenemen. 3 Kennis waarover een persoon beschikt is in het algemeen georganiseerd in schema's. Schema's zijn vergelijkbaar met een kennisbestand of database. In de cognitieve psychologie zijn schema's om de informatie verwerking te sturen. Schema's dienen om informatie te selecteren, te reduceren en te interpreteren.

3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De training bestaat uit 7 bijeenkomsten en vindt wekelijks plaats gedurende een trainingsuur. 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden De training wordt gegeven door twee trainers. Hierdoor is het mogelijk om de groep op te splitsen in twee subgroepen van drie personen. Eén trainer is de vaste procesbegeleider, die de groepsleden goed kent, voor continuïteit in het proces zorgt en groepssituaties goed overziet. De tweede trainer is de inhoudelijke trainer met gevoel voor deze cognitieve manier van denken. 3.4.Materialen De spellendoos. 3.5.Randvoorwaarden Een vast lokaal per trainingsgroep. Extra gespreksruimtes wanneer er in subgroepen wordt gewerkt. Videoapparatuur. Flap-over of bord en stiften. Een perforator. Een kopieermachine. Coaching door behandelcoördinator. 4 Programma opzet Onderwerpen waarmee tijdens de training geoefend wordt zijn onder andere: Het analyseren van een gebeurtenis. Het herkennen van basale gevoelens. Het herkennen van niet-helpende of irrationele gedachten. Open staan voor andere gedachten over een gebeurtenis. Verbanden leggen (oorzaak-gevolg). Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen. Dit is afhankelijk van het tempo, de veiligheid binnen de groep en het niveau/leerstijl van de groep. Tijdens het eerste thema wordt een introductie en uitleg gegeven over de training Anders leren denken. Tevens stellen de deelnemers leerdoelen vast voor de rest van de training. Wanneer deelnemers het G-schema kunnen hanteren, kan in de loop van het onderwijsbehandelprogramma dit schema gebruikt worden tijdens de individuele begeleidingsgesprekken met de deelnemer. Samengevat zijn vaste ingrediënten binnen de diverse thema s van de training Anders Leren Denken: Uitleg van de training (bijeenkomst 1) of terugblik op (huiswerk van) de vorige bijeenkomst. Benoemen onderwerp, werkwijze en doel van het huidige thema.

Uitvoeren diverse leeractiviteiten. Nabespreking en samenvatting. Indien van toepassing: huiswerkopdracht.

TRAINING PROBLEEMOPLOSSENDE VAARDIGHEDEN (POV) 1 Beschrijving van de training De training Probleemoplossende vaardigheden (POV) is bedoeld voor deelnemers die in bepaalde situaties niet goed in staat zijn adequaat te handelen. Zij realiseren zich vaak onvoldoende welke keuzemogelijkheden er zijn in de diverse situaties. De training POV ondersteunt de deelnemers bij het vergroten van hun probleemoplossend vermogen. 2 Doelstelling De training POV heeft tot doel om deelnemers op systematische wijze te leren om diverse problemen te analyseren, verschillende oplossingen (handelingsalternatieven) tegen elkaar af te wegen en uit deze oplossingen een keuze te maken. Daarbij leren zij gebruik te maken van hulpmiddelen, van elkaar én van helpende anderen. Hierdoor leren deelnemers in probleemsituaties bewust te handelen. Samengevat zijn de diverse subdoelen: Analyseren probleem. Bedenken oplossingen. Kiezen oplossingen. Gebruik maken van hulpmiddelen. Om hulp vragen. Uitvoeren oplossing. Evalueren oplossing. 3 Organisatie 3.1 Frequentie / duur De training vindt wekelijks plaats in een vaste groep van 4 tot 6 deelnemers, gedurende ongeveer 7 bijeenkomsten. De training wordt gegeven door twee vaste trainers. 3.2 Groepsvorm / deelnemers aantal De trainingsgroep bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 deelnemers. 3.3 Betrokken disciplines en verantwoordelijkheden Eén trainer is de vaste groepstrainer, die de groepsleden goed kent, voor continuïteit in het proces zorgt en groepssituaties goed overziet. De tweede trainer is de inhoudelijke trainer. Zij is degene die zich verantwoordelijk stelt voor de trainingsopzet en het kopiëren van de benodigde materialen voor de werkmap van de deelnemers. Het gebruik maken van twee trainers maakt het mogelijk in subgroepen te werken. 3.4.Materialen Geen extra materialen nodig. 3.5.Randvoorwaarden Een vast lokaal per trainingsgroep. Flap-over of bord en stiften. Een perforator. Een kopieermachine. Coaching door gedragswetenschapper.

4 Programma opzet Vaste onderwerpen van een bijeenkomst zijn: Uitleg van de training (bijeenkomst 1) of terugblik op (huiswerk van) de vorige bijeenkomst. Benoemen onderwerp, werkwijze en leerdoelen van de huidige bijeenkomst. Uitvoeren diverse leeractiviteiten. Nabespreking en samenvatting. Indien van toepassing: huiswerkopdracht. Tevens kunnen trainers per thema variëren met de diverse werkvormen en het tempo waarin ze leeractiviteiten aanbieden. Dit is afhankelijk van het tempo, de veiligheid binnen de groep en het niveau/leerstijl van de groep.