uw brief ons kenmerk datum bijlagen / / 9 november 2006 onderwerp doorkiesnummer behandeld door bezwaarschrift van Milieuvereniging Land van Cuijk



Vergelijkbare documenten
Aan de gemeenteraad van Boxmeer. Postbus AL BOXMEER. Nijmegen, 29 september : TL/cb : Boxmeer / Windenergie

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Made, 30 maart 2004

Raadsvergadering Made, 6 december december 2002

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

De commissie bezwaarschriften heeft partijen gehoord en aan u advies uitgebracht.

B en W Adviesnota ADVIES. Ja, na informeren van betrokkenen. Beslissing op bezwaar

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

Ik verwijs u verder naar het advies van de commissie en de rest van het dossier.

RAADSVOORSTEL. Par.afd.hfd. Kenmerk

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

* *

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

Uitspraak /1/A1

tegen de afwijzing van het verzoek om vergoeding planschade.

Raadsvoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Afweging:

Adviesnota aan B en W

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

Uitspraak ex artikel 8:84 en 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht

BIJLAGE BIJ HET RAADSVOORSTEL INZAKE HET BEZWAARSCHRIFT TEGEN HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET BEDRIJVENTERREIN KOPPELING DE SCHAFT

Bezwaar maken - hoe en wat

Hilversum. De Vereniging Vrienden van 't Gooi t.a.v. het bestuur Postbus BB HUIZEN. Geacht bestuur,

Gemeente jn Eergen op Zoom

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman,

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

datum ons kenmerk uw brief/kenmerk

Beslissing op bezwaar last onder dwangsom perceelafscheiding Tongerloostraat, Elshout

b e z w a a r m a k e n

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

B en W Adviesnota ADVIES

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2008/7

Beslissing op bezwaar tegen een kapvergunning

Onderwerp: Beschikking op bezwaarschrift tegen afwijzing verzoek ligplaatsvergunning voor het woonschip "Annemarij"

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Ontwerpomgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

De commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften Gemeente Dordrecht

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:


2 1FEB datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

besluit op bezwaarschrift tegen besluit toepassing bestuursdwang

Zaaknr.: Par. coördinator: Par. afdelingshfd: Par. PH : Documentnr.: XXXXX. Opgesteld door: mevrouw drs. G.S.L.C. Roomer

Ik adviseer u in dit verband uw besluit van 8 januari 2009 te herroepen.

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Leidraad voor het nakijken van de toets

Bezwaar en beroep februari 2013

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

Documentenlijst Besluit-verlenen heroverweging (P) (GG)

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland PER EAX Over het beroep met zaaknummer ZUT 12 / 249 WRO 219 deel ik u het volgende mee.

* *

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

Beslisdocument college van Peel en Maas

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Raadsvoorstel Advies van de Commissie voor bezwaarschriften inzake een bezwaarschrift van Nieuw Leefbaar Nijmegen

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) binnengekomen.

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 12 oktober 2010 Nummer voorstel: 2010/103

M van den Bosch Kokkelbank MA LEIDEN. Geachte mevrouw, heer,

* *

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

OMGEVINGSVERGUNNING Uitgebreide procedure

Rapport. Datum: 24 juni 2004 Rapportnummer: 2004/259

Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. Zittingsplaats Groningen. Bestuursrecht. zaaknummer: LEE 17/1763

U ontvangt hierbij het ontwerpbesluit tot het verlenen van de door u gevraagde omgevingsvergunning.

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

g^atwijk - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie van de Wabo)

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

Beslissing op bezwaar

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

* *

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Mevrouw A. van Leeuwen Watermolen KK ALPHEN AAN DEN RIJN. Geachte mevrouw Van Leeuwen,

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

* *

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

Transcriptie:

Postadres Kantooradres Bank: BNG 28.50.01.388 Postbus 450 Bakelgeertstraat 43-45 Telefoon: 0485-585911 5830 AL BOXMEER Boxmeer Telefax: 0485-572432 De Kempenaer Advocaten t.a.v. mevrouw mr.drs. I.E. Nauta Postbus 9218 6800 HX ARNHEM uw brief ons kenmerk datum bijlagen / / 9 november 2006 onderwerp doorkiesnummer behandeld door bezwaarschrift van Milieuvereniging Land van Cuijk 0485-585702 Geachte mevrouw Nauta, Bij brief van 13 oktober 2005 heeft u namens Milieuvereniging Land van Cuijk te Mill bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeenteraad van 9 juni 2005. Naar aanleiding van dit bezwaarschrift overweegt de gemeenteraad het volgende. 1. Inleiding Op 20 en 21 april en 14 juni 2004 is een vijftal verzoeken om planologische medewerking voor de bouw van in totaal 27 windturbines in de gemeente Boxmeer ingediend. Bij besluit van 8 april 2004 heeft de gemeenteraad het beoordelingskader vastgesteld tegen welke achtergrond initiatieven met betrekking tot de realisering van windturbines mede dienen te worden beoordeeld. Burgemeester en wethouders hebben besloten de ontvangen verzoeken ter inzage te leggen en gelegenheid te bieden schriftelijk en mondeling reacties in te brengen. Van de in het kader van de inspraakprocedure binnengekomen reacties is een inspraakverslag gemaakt. Bij besluit van 9 juni 2005 heeft de gemeenteraad het inspraakverslag vastgesteld en besloten de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de WRO niet verder te vervolgen. Burgemeester en wethouders hebben de indieners van de vrijstellingsverzoeken bij brieven van 13 september 2005 in kennis gesteld van het raadsbesluit van 9 juni 2005. Tegen het besluit van 9 juni 2005 is een aantal bezwaarschriften ingediend. Par:

De ontvangen bezwaarschriften zijn in handen gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften, hierna de Commissie. Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie haar advies aan de gemeenteraad gezonden. Een exemplaar van het advies is reeds in uw bezit. De Commissie adviseert: 1. J. Hermens niet-ontvankelijk te verklaren in het bezwaarschrift dat hij heeft ingediend als mede-initiatiefnemer van Windpark Sambeek; 2. Milieuvereniging Land van Cuijk niet-ontvankelijk te verklaren; 3. L.M.A. Hendriks en M.J.A. Hendriks niet-ontvankelijk te verklaren; 4. de bezwaren van Windpark Maarsven B.V. i.o alsmede C.J.L. Hendriks, H.J.G. Evers, A. Janssen, E. Denissen en A. Wijgerde gegrond te verklaren, het besluit tot stopzetting van de vrijstellingsprocedure te herroepen met betrekking tot de aanvraag voor Windpark Maarsven en de vrijstellingsprocedure voor deze aanvraag voort te zetten; 5. de bezwaren van Windpark D n Oksel B.V. i.o., A.C.J. van Vught, M.J.T. Martens, C.J.M. de Wit, T. Mooren en J.W.P. Martens gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren alsmede het besluit tot stopzetting van de vrijstellingsprocedure met betrekking tot de aanvraag voor Windpark D n Oksel in stand te laten met verbetering van de motivering; 6. de bezwaren van Windpark Rijkevoort B.V. i.o, P.J.M. Cuypers, J.W.M. Broeren, J.W.F. van de Poel Ingenbleek, H. Lamers, M. Thijssens en H. Stevens gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren alsmede het besluit tot stopzetting van de vrijstellingsprocedure met betrekking tot de aanvraag voor Windpark Rijkevoort in stand te laten met verbetering van de motivering; 7. de bezwaren van F. van Kempen, P. van Kempen, J. Hermens, L. van Duijnhoven, J. van den Bosch, P. Verberkt en H. Boumans (initiatiefnemers Windpark Sassekamp) ongegrond te verklaren; 8. het namens haar cliënten gedane verzoek van mevrouw mr. drs. I.E. Nauta om een vergoeding van rechtsbijstandskosten toewijzen, voorzover het betreft het bezwaarschrift sub 4 en dit verzoek af te wijzen voorzover het betreft de bezwaarschriften sub 5 en 6. De bezwaarmaker sub 1 wordt aangeduid als Sambeek c.s. De bezwaarmakers sub 4 tot en met 7 als respectievelijk Maarsven c.s., D n Oksel c.s. en Rijkevoort c.s. en Sassekamp c.s., 2. Ontvankelijkheid De Commissie heeft onderzocht of de bezwaren ontvankelijk zijn. De Commissie adviseert de bezwaren van Sambeek c.s. en die van de Milieuvereniging Land van Cuijk niet-ontvankelijk te verklaren.

2.1 Sambeek c.s. Voor wat betreft het bezwaarschrift van Sambeek c.s. overweegt de Commissie: De heer Hermens heeft niet gereageerd op de verzoeken d.d. 27 oktober 2005 en 24 november 2005 van de bezwarencommissie om binnen drie weken respectievelijk voor 28 november 2005 het bezwaarschrift van hem als mede-initiatiefnemer Windpark Sambeek schriftelijk te motiveren. In de brief van de bezwarencommissie d.d. 24 november 2005 is vermeld dat het niet tijdig voldoen aan de wettelijke eis van een schriftelijke motivering ertoe zal leiden dat de commissie zonder hem te horen aan de gemeenteraad zal adviseren hem niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaarschrift. Op de brief van 24 november 2005 heeft Sambeek c.s. niet nader gereageerd. Dit betekent dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de eisen van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, zodat het bezwaarschrift niet ontvankelijk is. De gemeenteraad besluit onder verwijzing naar het advies van de Commissie en het bovenstaande het bezwaarschrift van Sambeek c.s. niet-ontvankelijk te verklaren. De gemeenteraad besluit: het bezwaarschrift van Sambeek c.s. niet-ontvankelijk te verklaren. 2.2 Milieuvereniging Land van Cuijk Ten aanzien van het bezwaarschrift van Milieuvereniging Land van Cuijk overweegt de Commissie: De Commissie onderschrijft het standpunt van de gemeenteraad dat vaste jurisprudentie leert dat tegen een weigering van een vrijstelling ex artikel 19 van de WRO slechts bezwaar kan worden gemaakt door de aanvrager van de vrijstelling. Het staat buiten kijf dat de vereniging niet als aanvrager betrokken is geweest bij de indiening van het vrijstellingsverzoek inzake Windpark Maarsven. Daarom is zij nietontvankelijk. Onder verwijzing naar het advies van de Commissie besluit de gemeenteraad het bezwaar van Milieuvereniging Land van Cuijk niet-ontvankelijk te verklaren.

De gemeenteraad besluit: het bezwaarschrift van Milieuvereniging Land van Cuijk nietontvankelijk te verklaren. 2.3 L.M.A. Hendriks en M.J.A. Hendriks Ten aanzien van het bezwaarschrift van L.M.A. Hendriks en M.J.A. Hendriks overweegt de Commissie dat zij niet worden genoemd als initiatiefnemer/opdrachtgever in de projectomschrijving betreffende windpark Maarsven noch de aanvraag hebben ondertekend. De Commissie adviseert deze bezwaarmakers daarom niet-ontvankelijk te verklaren. De gemeenteraad neemt dit advies over. De gemeenteraad besluit: het bezwaarschrift van L.M.A. Hendriks en M.J.A. Hendriks niet-ontvankelijk te verklaren. De bezwaarmakers sub 4,5,6 en 7 hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit om de vrijstellingsprocedure voor Maarsven c.s., Rijkevoort c.s., D n Oksel c.s. en Sassekamp c.s. niet verder te vervolgen. 2.4 Maarsven c.s., Rijkevoort c.s., D n Oksel c.s. en Sassekamp c.s. De Commissie adviseert de bezwaren van Maarseven c.s, Rijkevoort c.s., D n Oksel c.s. en Sassekamp c.s. ontvankelijk te verklaren. De gemeenteraad volgt het advies van de Commissie, zodat wordt toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de betreffende bezwaarschriften. 3. Inhoudelijke beoordeling 3.1 Vooraf De bezwaren van Maarsven c.s., Rijkevoort c.s en D n Oksel c.s. zijn (nagenoeg) identiek, terwijl de feitelijke situatie van het windpark Maarsven naar oordeel van de gemeenteraad, daarbij het advies van de Commissie volgend, niet vergelijkbaar is met die van de andere twee windparken. Het bezwaarschrift van Sassekamp c.s. kan niet over één kam geschoren worden met de andere in deze paragraaf genoemde bezwaarschriften. Reden daarvoor is dat Sassekamp c.s. in het bezwaarschrift uitsluitend aanvoeren dat de gemeenteraad het bestreden besluit niet had

mogen nemen zonder aan Sassekamp c.s. de kosten te vergoeden die zij gemaakt hebben om de aanvraag om vrijstelling voor te bereiden. Deze kosten worden becijferd op een bedrag van 32.000,00. In onderdeel 3.2 komt het bezwaarschrift van Sassekamp c.s. aan bod. In onderdeel 3.3 worden de bezwaren van Maarsven c.s., Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. besproken. 3.2 Sassekamp c.s. De Commissie adviseert het bezwaarschrift van Sassekamp ongegrond te verklaren. Naar aanleiding van de stelling van Sassekamp c.s. dat sprake zou zijn van een harde toezegging om planologische medewerking te verlenen, overweegt de Commissie: In casu heeft het gemeentebestuur zich door het raadsbesluit van 14 juni 2001 en de daarop aansluitende brief van het college van 18 juli 2001 (slechts) verplicht tot het leveren van voldoende inspanning om de planologische procedure tot realisatie van de windturbineprojecten tot een goed einde te brengen. Het gemeentebestuur heeft, voor zover het betreft de locatie Sassekamp, op goede gronden kunnen besluiten die procedure te beëindigen. Daarmee heeft het voldaan aan de plicht tot het leveren van voldoende inspanning. Overigens kan niet worden gesteld dat het besluit van 9 juni 2005 is genomen zonder dat de raad zich rekenschap heeft gegeven van de financiële gegevens van de (financiële) belangen van de initiatiefnemers en eventuele gerechtvaardigde verwachtingen hunnerzijds als gevolg van het gemeentelijk handelen in de daaraan voorafgaande jaren. De gemeenteraad besluit onder verwijzing naar het advies van de Commissie het bezwaarschrift van Sassekamp c.s. ongegrond te verklaren. De gemeenteraad besluit: het bezwaarschrift van Sassekamp c.s. ongegrond te verklaren. 3.3 Maarsven c.s., Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. 3.3.1 Algemeen Maarsven c.s., Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. hebben een groot aantal bezwaren tegen het besluit van 9 juni 2005 geformuleerd. Deze bezwaren worden weergegeven in het advies van de Commissie op de pagina s 16 en 17. Deze weergave van de bezwaren dient als hier

letterlijk herhaald en ingelast beschouwd te worden. Het advies van de Commissie ten aanzien van de opgeworpen bezwaren is weergegeven op de pagina s 19 tot en met 26 van het advies. Eén van deze bezwaren was dat de gemeenteraad gewekte verwachtingen zou hebben geschonden en dat om die reden planologische medewerking niet geweigerd zou kunnen worden (bezwaarschrift Maarsven, onderdelen 33-40, bezwaarschrift Rijkevoort c.s, onderdelen 31-38, bezwaarschrift D n Oksel, onderdelen 31-38). Ten aanzien van dit bezwaar overweegt de Commissie: De Commissie vindt dat de door reclamanten genoemde stukken niet duiden op het bestaan van harde toezeggingen over het verlenen van vrijstellingen. Aan reclamanten kan worden toegegeven dat in het raadsbesluit van 14 juni 2001 een planologische toets besloten ligt. Het is evenwel evident dat de toen uitgevoerde planologische toets slechts een globaal karakter draagt en nadere uitwerking behoeft. Ten onrechte stellen reclamanten dat in de brief van het college van 18 juli 2001 slechts wordt gesproken over onderzoek naar landschappelijke inpassing en niet over onderzoek naar planologische inpassing. De brief maakt letterlijk gewag van studie naar planologische inpasbaarheid. Bovendien gaan reclamanten voorbij aan het feit dat het college in een brief van 6 november 2002 aan initiatiefnemers het voorbehoud van onderzoek naar maatschappelijk draagvlak heeft gemaakt. Ook in de aan de initiatiefnemers bekende brief van het college van 16 oktober 2002 aan de MER-commissie is het voorbehoud van maatschappelijk draagvlak opgenomen. Aangezien de gemeenteraad evenals de Commissie van oordeel is dat geen sprake is van gewekte verwachtingen, kan aan het vertrouwensbeginsel geen betekenis worden toegekend. Voor zover de bezwaren geen betrekking hebben op de aantasting van het landelijk karakter/ het landschap en het maatschappelijk draagvlak, die hierna aan de orde komen, volgt de gemeenteraad het advies van de Commissie: deze bezwaren zijn ongegrond. Bij brief van 6 januari 2006 heeft de Commissie medegedeeld dat zij van oordeel is dat het bij het besluit van 9 juni 2005 behorende inspraakverslag ruimte biedt voor een meer gedifferentieerde benadering van de afzonderlijke vrijstellingsverzoeken dan het raadsbesluit biedt. De Commissie heeft in deze brief voorts aangegeven dat het raadsbesluit naar haar voorlopig oordeel (gedeeltelijk) niet aan de eisen van een kenbare en deugdelijke motivering voldoet. De Commissie heeft de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld voor elk

vrijstellingsverzoek aan de hand van het vastgestelde beoordelingskader inzichtelijk te maken op grond van welke afwegingen de gemeenteraad tot een weigering is gekomen. Bij brief van 13 februari 2006 heeft de gemachtigde van de gemeenteraad de brief van de Commissie beantwoord. Van deze brief heeft u een kopie ontvangen. In haar advies heeft de Commissie in navolging van haar brief van 6 januari 2006 de drie aanvragen om vrijstelling separaat beschouwd. De gemeenteraad volgt de Commissie in haar benadering en heeft in het kader van de beslissing op bezwaar de aanvragen voor de windparken Maarsven, Rijkevoort en D n Oksel ieder op zijn eigen merites beoordeeld. In het inspraakverslag is op een tweetal punten een keuzemogelijkheid aan de gemeenteraad voorgelegd. De eerste keuzemogelijkheid heeft betrekking op de aantasting van het landschappelijke karakter/ het landschap als gevolg van de plaatsing van windturbines. Een nadere omschrijving van de op dit punt te maken keuze is weergeven op de pagina s 15 en 16 van het inspraakverslag. Kort gezegd is aan de gemeenteraad de vraag voorgelegd of hij nagenoeg iedere of iedere aanzienlijke beïnvloeding van landschapswaarden en leefomgeving in visueel opzicht als onaanvaardbaar c.q. als maatstaf wenst te hanteren. Luidt het antwoord op deze vraag ontkennend, en wordt als criterium gehanteerd dat minimalisering van de uitstralingseffecten door een zo goed/optimaal mogelijke structurele inpassing in het landschap de maatstaf is, dan zou hieraan bij de ruimtelijke onderbouwing alsnog nadere invulling gegeven kunnen worden. Op 9 juni 2005 heeft de gemeente geopteerd voor de hier als eerste geschetste keuzemogelijkheid. Inmiddels heeft de gemeenteraad zijn standpunt gewijzigd. De gemeenteraad is thans van oordeel dat een beperkte beïnvloeding van landschapwaarden en leefomgeving op dit moment nog geen reden is de vrijstellingsprocedure niet voort te zetten. In het kader van de beoordeling van de ruimtelijke onderbouwing zal de gemeenteraad te zijner tijd een oordeel moeten vellen over de vraag of sprake is van voor hem aanvaardbare inpassing in het landschap. Op basis van het gewijzigde standpunt heeft de gemeenteraad de aanvragen om vrijstelling ten aanzien van de windparken Maarsven, Rijkevoort en D n Oksel opnieuw beoordeeld. De gemeenteraad is van oordeel dat voor wat betreft het windpark Maarsven op dit moment geen aanleiding is de vrijstellingsprocedure niet verder te vervolgen. In het kader van de ruimtelijke onderbouwing zal er eerst een draagvlakonderzoek gehouden moeten worden. Er vanuit gaande dat dit positief uitpakt zal er voor dit windpark inzichtelijk gemaakt moeten worden op welke wijze de uitstralingseffecten geminimaliseerd (kunnen) worden. Op basis

van het draagvlakonderzoek als eerste en de nadere ruimtelijke onderbouwing als tweede zal de gemeenteraad moeten beslissen of, in de procedure een volgende stap gezet kan worden. Voor de windparken Rijkevoort en D n Oksel blijft de gemeenteraad bij het op 9 juni 2005 ingenomen standpunt. Daarbij is van belang dat in het inspraakverslag wordt overwogen dat deze windparken zijn gesitueerd in het relatief grote open gebied tussen de kernen Sambeek- Boxmeer-Beugen-Rijkevoort-Sint Anthonis. In dit gebied kan blijkens het inspraakverslag sprake zijn van een aanzienlijke visuele uitstraling, die als storend ervaren kan worden (zie inspraakverslag). De gemeenteraad acht de als storend omschreven visuele uitstraling in het gebied tussen de kernen Sambeek-Boxmeer-Beugen-Rijkevoort-Sint Anthonis ongewenst. Daarom wenst de gemeenteraad de vrijstellingsprocedure ten aanzien van de windparken Rijkevoort en D n Oksel niet verder te vervolgen. De tweede keuze die de gemeenteraad op 9 juni 2005 heeft moeten maken, heeft betrekking op de vraag of er voldoende draagvlak voor de plaatsing van windturbines aanwezig is. In het inspraakverslag worden drie keuzemogelijkheden geschetst: (1) uitsluitend afgaan op de afwijzende reacties, (2) er is vooralsnog niet gebleken van voldoende of onvoldoende draagvlak, maar er is wel sprake van aanzienlijke maatschappelijke verdeeldheid en onrust binnen de gemeente. Dit gegeven kan worden beschouwd als een bijdrage aan onvoldoende maatschappelijk draagvlak; (3) inspraakreacties per locatie bekijken met inachtneming van het provinciale beleidskader. Aan het besluit van 9 juni 2005 ligt een keuze voor keuzemogelijkheid 2 ten grondslag. Mede door het advies van de commissie BBS heeft de gemeenteraad zijn standpunt gewijzigd. De gemeenteraad is thans van oordeel dat de inspraakreacties per locatie bekeken moeten worden. De Commissie heeft in dit verband overwogen: Blijkens het inspraakverslag onderscheidt de locatie Maarsven zich van de andere projecten door het (aanzienlijk) grote(re) aantal positieve reacties en een beperkt(er) aantal negatieve reacties uit die omgeving en door een ligging grotendeels buiten de GHSlandbouw (struweelvogelgebied) waardoor de locatie ook op zichzelf past in het provinciale beleidskader. Zo zijn er 2610 inspraakreacties binnengekomen ten faveure van Maarsven en circa 50 tegen dit initiatief. De gemeenteraad is thans van oordeel dat op basis van de in het inspraakverslag vastgelegde informatie en de commotie die ontstaan is na bekendwording van het advies van de commissie voor het Maarsven een nader draagvlakonderzoek noodzakelijk is.. Voor de windparken Rijkevoort en D n Oksel komt de gemeenteraad aan het beoordelen van het draagvlak niet toe, omdat hij vanwege de landschappelijke uitstraling van deze windparken in

het relatief grote open gebied tussen de kernen Sambeek-Boxmeer-Beugen-Rijkevoort-Sint Anthonis aan de realisatie van deze parken geen medewerking wenst te verlenen. De brief van mr. W. van de Kam van 27 augustus 2006 heeft de gemeenteraad, hoewel hij daartoe niet gehouden is, bij zijn afweging betrokken. De gemeenteraad stelt vast dat degenen die een inspraakreactie hebben ingediend waarin zij kenbaar hebben gemaakt geen windmolens te willen, niet als belanghebbende of als partij bij het besluit van 9 juni 2005 hebben te gelden, zodat de Commissie niet gehouden was hen te horen of anderszins in de gelegenheid te stellen hun argumenten voor het voetlicht te brengen. Op basis van vorenstaande overwegingen besluit de gemeenteraad ten aanzien van windpark Maarsven de vrijstellingsprocedure voort te zetten. Dat wil zeggen dat reclamanten conform procedurestap 3 eerst een draagvlakonderzoek dienen uit te voeren waarna de gemeenteraad een besluit kan nemen omtrent de nog nader aan te leveren volledige ruimtelijke onderbouwing en de MER-beoordelingsnotitie. De gemeenteraad besluit: Het bezwaarschrift van Maarsven c.s. gegrond te verklaren en te bepalen dat in de vervolgprocedure na overleg met en voor rekening van verzoekers een onafhankelijk draagvlakonderzoek dient aan te tonen dat er sprake is van voldoende draagvlak waarna duidelijkheid verkregen wordt over de volgende stappen in de procedure. Op basis van vorenstaande overwegingen besluit de gemeenteraad de bezwaren van Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. ongegrond te verklaren. De gemeenteraad besluit: De bezwaarschriften van Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. ongegrond te verklaren. 4. Kosten van rechtsbijstand Ten aanzien van de gevorderde kosten van rechtsbijstand in de bezwaarfase overweegt de Commissie:

Reclamanten hebben een verzoek ingediend om vergoeding van de rechtsbijstandskosten ter zake van de bezwaarschriftprocedure. Ingevolge artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht is een kostenvergoeding op haar plaats indien het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid is te wijten aan het bestuursorgaan. Aangezien de commissie de gemeenteraad adviseert het besluit van 9 juni 2005 te herroepen ter zake van het project Maarsven wegens (aan de gemeenteraad te wijten) gebreken bij de voorbereiding en motivering van het besluit, komen reclamanten naar de mening van de commissie in aanmerking voor een vergoeding van rechtsbijstandskosten. De hoogte van deze kostenvergoeding dient te worden berekend aan de hand van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Op basis van deze regeling geldt een forfaitair tarief van 322,-- per proceshandeling. In casu zijn er twee proceshandelingen verricht met professionele bijstand, te weten het indienen van het bezwaarschrift en het verschijnen op de hoorzitting. Het Besluit proceskosten bestuursrecht maakt de hoogte van de kostenvergoeding mede afhankelijk van het gewicht van de zaak. Dit gewicht kan variëren van 0,25 voor een zeer lichte zaak tot 2 voor een zeer zware zaak. De commissie beschouwt de onderhavige zaak als een zeer zware zaak, hetgeen overeenkomt met wegingsfactor 2. Eén en ander impliceert dat de gemeente op grond van artikel 7:15 van de Awb een vergoeding van 1288,-- ter zake van rechtsbijstandskosten dient te betalen aan reclamanten naar aanleiding van hun bezwaarschrift betreffende het project Maarsven. De gemeenteraad neemt het advies van de Commissie ten aanzien van de proceskosten van de bezwaarfase, onder verwijzing naar artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, over, voorzover het betreft het bezwaarschrift van Maarsven c.s. De Commissie heeft in haar advies een negatief oordeel uitgesproken over de verzoeken van D n Oksel c.s. en Rijkevoort c.s. om een vergoeding van rechtsbijstandskosten, omdat in die twee gevallen er geen aanleiding bestaat tot herroeping van de primaire beslissing. Ook op dit punt neemt de gemeenteraad het advies van de Commissie over. 5. Beslissing op bezwaar Op basis van het vorenstaande besluit te gemeenteraad: 1. het bezwaarschrift van Sambeek c.s. niet-ontvankelijk te verklaren; 2. het bezwaarschrift van de Milieuvereniging Land van Cuijk niet-ontvankelijk te verklaren; 3. het bezwaarschrift van Maarsven c.s. gegrond te verklaren en te bepalen dat in de vervolgprocedure na overleg met en voor rekening van verzoekers een onafhankelijk

draagvlakonderzoek dient aan te tonen dat er sprake is van voldoende draagvlak waarna duidelijkheid verkregen wordt over de volgende stappen in de procedure. 4. het bezwaarschrift van Sassenkamp c.s. ongegrond te verklaren; 5. het bezwaarschrift van Rijkevoort c.s. ongegrond te verklaren; 6. het bezwaarschrift van D n Oksel ongegrond te verklaren; 7. het verzoek om vergoeding van de kosten van de bezwaarfase voor zover dat is gedaan namens Rijkevoort c.s. en D n Oksel c.s. af te wijzen en voor zover dat betrekking heeft op Maarsven c.s. toe te wijzen en ter zake de kosten van rechtsbijstand een vergoeding toe te kennen van 1.288,00. 6. Beroep Uw cliënte kan tegen het besluit van de raad van 9 november 2006 tot het nietontvankelijk verklaren van haar bezwaren op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk beroep instellen bij de rechtbank s-hertogenbosch (sector Bestuursrecht), Postbus 90125, 5200 MA s-hertogenbosch. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na de datum van verzending van dit besluit. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de datum van het beroepschrift; - een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt; - de gronden van het beroep (motivering). Voorts kan uw cliënte op grond van artikel 8:81 de Algemene wet bestuursrecht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank s-hertogenbosch (sector Bestuursrecht) verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het vragen van een voorlopige voorziening is slechts mogelijk indien u binnen de genoemde termijn van zes weken beroep instelt. Hoogachtend, De gemeenteraad, De griffier, De voorzitter,

Schematische samenvatting van de conclusies van het Inspraakverslag (d.d. 17 mei 2005) betreffende de verzoeken tot vrijstelling ex art 19 lid 1 WRO ten behoeve van 27 windturbines langs de A73, voor de 3 nog relevante locaties. Corresponderende ASPECTEN volgens inspraakverslag hoofdstuk 2 CRITERIA uit raadsbesluit 04 ASPECTEN van de reacties van bezwaar 18d A: Geluidhinder / slagschaduw / schittering LOCATIES D n Oksel Rijkevoort Maarsven + 1) + 1) + 1) 18b B: aantasting landelijk karakter / landschap 1. iedere (aanzienlijke) uitstraling - - - 2. minimalisering uitstraling + + + 18d C: onveiligheid + + + 18b D: negatieve gevolgen natuurwaarden + + + 2) 18d/e E: waardevermindering / planschade + + + 18b/d F: ruimtelijke mogelijkheden omgeving + + + 18c/d G: gebrek informatie / ontoereikendheid gegevens + + + 18f H: maatschappelijk draagvlak 1. negatieve reacties - - - 2. verdeeldheid reacties - - - 3. negatieve / positieve reacties +/- 3) +/- 3) + 3) 18a I: effecten op broeikaseffect / taakstelling 1. beperkte bijdrage +/- +/- +/- 2. provinciale taakstelling + + + 3. gemeentelijke taakstelling - - +/- 18a J: rendement / doelmatigheid + + + ASPECTEN van de reacties ten faveure 18d A toelaatbaarheid Maarsven +/- 18a B bijdrage aan schoner milieu +/- +/- +/- Verklaring: + = geen aanleiding om af te zien van de volgende procedurestap - = aanleiding om af te zien van de volgende procedurestap +/- = twijfelachtig om al dan niet af te zien van volgende procedurestap 1) = met extra aandacht voor cumulatie van hinderaspecten 2) = met extra aandacht voor alternatief (buiten GHS-landbouw ) of compensatie 3) = op grond vanwege voorkeursvolgorde op basis van positieve en negatieve reacties = de 2 aspecten die bij de opstelling / behandeling van het raadsvoorstel / besluit doorslaggevend zijn geweest.