Zorg & Welzijn HZP1F Leerjaar 4 periode 13 Schooljaar 2012-2013 Titel integrale opdracht: Met pen en papier Observeren en begeleiden voor, tijdens en na een behandeling Uitstroombranche: Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg [VVT] vierde jaar Werkprocessen: 1.1. Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op (klinisch redeneren) 1.2. Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden basiszorg 1.3. Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4. Begeleidt een zorgvrager 1.5. Begeleidt een groep zorgvragers 1.6. Geeft voorlichting, advies en instructie 1.7. Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.9. Evalueert de zorgverlening 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep (zie verder ook programma uitstroom niveau 4) Competenties: invullen competenties (staan bij de werkprocessen in het KD)) Beginvereisten: in periode 11 en 12 zijn een klinische les over pre- en post operatieve zorg verzorgd en is er een instructiefilm gemaakt over een behandeling in het algemeen ziekenhuis. Leerweg en leerjaar: BOL en BBL 4e jaar Aantal lesweken (lesdagen): 10 weken BOL- 1 lesdag per lesweek BBL- 1 lesdag per lesweek Individuele of groepsopdracht: 1
Casus: Als stagiaire mag je een avond mee lopen met de coördinerend verpleegkundige [WAN-hoofd]. Jullie worden opgeroepen om bij mevr. De Boer van 83 jaar te komen kijken. Zij is plotseling heftig benauwd geworden. Mevr. de Boer is in het verpleeghuis komen wonen, omdat zij de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium heeft. Naast haar anti-parkinson medicatie Levodopa en Sinemet gebruikt mevrouw ook Lanoxin en furosemide. Als jullie bij mevr. De Boer komen vertelt zij, dat zij sinds vanmiddag toenemend kortademig is geworden. Zij maakt een angstige indruk, zit nu rechtop in bed, is wat cyanotisch en ze heeft een hoorbare en snelle ademhaling. Jullie besluiten de dienstdoende arts te raadplegen, deze zegt onmiddellijk te komen en vraagt vast een injectiespuit met 80 mg furosemide k laar te maken. Opfrisdeel In periode 11 en 12 van vorig schooljaar hebben jullie je verdiept in de chronisch zieke zorgvrager en de geriatrische zorgvrager. De lesstof in het Traject boek 405 en 407 is afgerond met een theorietoets. Verdiepingsdeel Neem twee patiënten uit je eigen stage met verschillende ziektebeelden en behandelingen en maak onderstaande vragen: 1. geef bij deze twee patiënten een beschrijving van de stoornis en werk de oorzaak, de verschijnselen, de klachten en het verloop uit. 2. zoek op welke organen/orgaansystemen anders functioneren dan bij een gezond persoon 3. beschrijf de belangrijkste of meest kenmerkende symptomen die je kunt waarnemen en geef aan welk belang deze symptomen hebben voor de verpleegkundige zorg. 4. welke complicaties kunnen er optreden? Hoe kunnen deze complicaties voorkomen worden? 5. wat kunnen beperkingen en handicaps zijn bij patiënten met bovengenoemde stoornissen? 6. maak een overzicht van veel voorkomende verpleegproblemen en bijbehorende interventies. 7. geef een beschrijving van de informatie die je nodig hebt om de patiënt het hoe en waarom van de voorgestelde behandeling uit te leggen. Eindproduct: Observatieverslag van drie verschillende patiënten waarin je beschrijft welke eisen er aan de professionele begeleiding van deze patiënten gesteld worden. Zie voor gestelde eisen de beoordelingslijst eindproduct blz 9-12 2
Beoordelingslijst eindproduct observatieverslag met pen en papier O / V A Observatieverslag en feedback van drie verschillende patiënten Geeft van drie verschillende patiënten een uitwerking van ziektebeelden: de oorzaak, mogelijke verschijnselen, de beperkingen en mogelijke handicaps Geeft aan welke mogelijke symptomen belang kunnen hebben voor de verpleegkundige zorg Beschrijft kennis over mogelijke complicaties en hoe deze complicaties te voorkomen zijn Beschrijft welke emotionele problemen een patiënt met deze stoornis kan hebben Beschrijft waar de begeleiding bij de behandeling uit bestaat Beschrijf welke problemen naasten van de patiënt kunnen ervaren bij de behandeling Geeft aan waar uit de ondersteuning van de patiënt bestaat Geeft een beschrijving van wat er verstaan wordt onder een professionele houding laten zien. Belangrijk! Feedback van de praktijk op uitgevoerde observatie en het verslag is toegevoegd Belangrijk! Gebruikte bronnen zijn vermeld Laat in het observatieverslag zien rekening te houden met onder andere de rol van: 1. leeftijd, 2. verschillende culturen, 3. de psychische gesteldheid, 4. communicatieproblemen, 5. bekendheid met de ziekenhuisomgeving. Let op: heeft voldaan aan algemene criteria mbt schrijfvaardigheid - zie bijlage OPMERKINGEN: 3
Waardering van het eindresultaat met pen en papier eindproduct beoordelaar Waardering 1 e kans O/V/G Waardering herkansing O/V/G deel A het observatieverslag met beoordeling praktijk Onvoldoende als minder dan 60% van de criteria niet voldaan zijn Voldoende als 60-84 % van de criteria voldaan zijn Goed als 85 % of meer van de criteria voldaan zijn idem Nota bene: bij beoordeling van het verslag is aanwezige feedback van de praktijk en vermelden van gebruikte informatiebronnen een voorwaarde om tot een definitief eindoordeel te komen. Eindbeoordeling totale opdracht Naam student: Naam Beoordelaar Datum: 4
Zorg & Welzijn HZP1F Leerjaar 4 periode 13 Schooljaar 2012-2013 Titel integrale opdracht: De verpleegkundige aan zet Het in eigen woorden weergeven van ontwikkelingen in de klinische zorg voor, tijdens en na een behandeling Uitstroombranche: Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg [VVT] vierde jaar Werkprocessen: 1.1. Stelt verpleegkundige diagnose en stelt verpleegplan op (klinisch redeneren) 1.2. Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden basiszorg 1.3. Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4. Begeleidt een zorgvrager 1.5. Begeleidt een groep zorgvragers 1.6. Geeft voorlichting, advies en instructie 1.7. Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.9. Evalueert de zorgverlening 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep (zie verder ook programma uitstroom niveau 4) Competenties: invullen competenties (staan bij de werkprocessen in het KD)) Beginvereisten: in periode 11 en 12 zijn een klinische les over pre- en post operatieve zorg verzorgd en is er een instructiefilm gemaakt over een behandeling in het algemeen ziekenhuis Leerweg en leerjaar: BOL en BBL laatste jaar Aantal lesweken (lesdagen): 10 weken BOL- 1 lesdag per lesweek BBL- 1 lesdag per lesweek Individuele of groepsopdracht:. 5
Decubitus Aan het eind van de middag zitten alle verpleegkundigen bij elkaar voor een bespreking. Een van de verpleegkundigen is naar een congres geweest over verpleegkundige zorg bij decubitus. Aan de hand van een casus over een 90 jarige mevrouw wordt het volgende besproken: Mevrouw wordt opgenomen op de afdeling oogheelkunde. Zij is voor haar leeftijd in een goede lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Zij wordt opgenomen voor een cataractoperatie aan haar linkeroog. De operatie verloopt voorspoedig en mevrouw was na een uur weer terug op de afdeling. Mevrouw was na de operatie wat rillerig en klaagde vooral over koude voeten. De verpleegkundige pakte een extra deken en besloot een kruik te maken. Op het moment dat de verpleegkundige de kruik wilde pakken zag zij dat mevrouw op beide voeten een zwarte blaar ter grote van een euro op beide hielen had. De verpleegkundige vroeg mevrouw of deze blaren al lang bestonden Mevrouw ontkende dit. Deze casus is tijdens het symposium gebruikt om een aantal zaken gerelateerd aan decubitus te bespreken: preventie van decubitus scorelijsten verschillende behandelingsmethoden kosten ten gevolge van decubitus. De verpleegkundige vat kort samen wat er tijdens het symposium is besproken. Opfrisdeel - kennis over rode, gele en zwarte wonden is paraat - kennis over verpleegkundige interventies met betrekking tot decubitus en decubitus preventie is opgefrist 1. 2. 3. a. wat is een symposium a. wat is kwaliteit van zorg b. wat is kwaliteitsverbetering c. wat zijn verpleegkundige taken in het kader van kwaliteitsverbetering a. wat is deskundigheidsbevordering b. hoe doe je dat? Verdiepingsdeel 1. a. beschrijf het antidecubitusbeleid van drie verschillende verpleegafdelingen b. welk beleid spreekt jou het meeste aan? Waarom? c. welk beleid komt het meest overeen met de recente literatuur? 2. a. beschrijf van twee verschillende verpleegafdelingen wat zij doen om de kwaliteit en de deskundigheid te bevorderen b. welk beleid spreekt jou het meeste aan? Waarom? c. welk beleid komt het meeste overeen met de recente literatuur? 6
Eindproduct: 1. Maak een werkstuk over twee recente artikelen ( niet ouder dan twee jaar) uit een vaktijdschrift die gaan over een vernieuwing in de verpleegkundige zorg met betrekking tot een behandelingsmethode die op jouw afdeling gebruikt (kan worden) wordt. 2. Verzorg een presentatie van 10-15 minuten over deze inzichten op school en in de BPV. Zie voor gestelde eisen de beoordelingslijst eindproduct Beoordelingslijst eindproduct de verpleegkundige aan zet O / V A werkstuk Maakt een plan van aanpak en laat dit goedkeuren door opdracht begeleider te bespreken Voegt twee recente artikelen uit relevante vakliteratuur toe Geeft aan om welke vernieuwing binnen de verpleegkundige zorg het gaat in betreffende artikelen Geeft uitleg over de vernieuwingen - uitleg over voordelen - uitleg over nadelen Geeft aan of er andere meningen zijn over de vernieuwingen en legt dit uit. Geeft eigen mening over of de vernieuwing een verbetering kan zijn en kan dit onderbouwen met de literatuur en argumenten Geeft haar mening over of zij als verpleegkundige bevoegd is om deze vernieuwingen te implementeren Geeft haar mening over hoe de deskundigheid over de vernieuwing bij haar collega s bevorderd kan worden Geeft een presentatie in zowel de lesgroep als in de BPV volgens bijgevoegde observatielijst presenteren LET OP: Voegt feedback op de presentatie van de BPV en een aantal mede cursisten toe aan het werkstuk Let op: vermeldt gebruikte informatiebronnen Algemene criteria mbt schrijfvaardigheid - zie bijlage 2 blz 10-12 Deel B. presentatie Algemene criteria mbt uitvoering presentatie zie bijlage 2 blz 10-12 OPMERKINGEN: 7
Waardering van het eindresultaat de verpleegkundige aan zet eindproduct beoordelaar Waardering 1 e kans O/V/G Waardering herkansing O/V/G deel A het eindproduct Onvoldoende als minder dan 60% van de criteria niet voldaan zijn Voldoende als 60-84 % van de criteria voldaan zijn Goed als 85 % of meer van de criteria voldaan zijn idem deel B de presentatie idem idem Nota bene: bij beoordeling van het verslag en presentatie is aanwezige feedback van de praktijk en vermelden van gebruikte informatiebronnen een voorwaarde om tot een definitief eindoordeel te komen. Eindbeoordeling totale opdracht Naam student: Naam beoordelaar: Datum: 8
Bijlage. Standaarden beoordelingscriteria Nederlands op niveau 3F (mbo niveau 4) Beoordelingscriteria schriftelijk verslag/werkstuk (3F) Met pen en papier de verpleegkundige aan zet Omcirkel welk werkstuk beoordeeld is. De student gebruikt titels en eventueel tussenkopjes Voldaan Niet voldaan De student verdeelt de tekst duidelijk in verschillende alinea s (tussen elke alinea een regel wit) De student bouwt zijn/haar tekst op aan de hand van een inleiding, kern en slot. De student schrijft de werkwoorden in tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord foutloos De student spelt de woorden foutloos De student gebruikt de leestekens (punt, komma, vraagtekens, uitroeptekens, dubbele punt, aanhalingstekens) foutloos De student maakt leesbare zinnen. Zinnen van maximaal 15 woorden zijn leesbaar. De student begint elke zin met een hoofdletter. Ook namen van personen, instanties, adressen en landen worden met een hoofdletter geschreven. De student past zijn taalgebruik aan aan de situatie en het doel van het verslag (formeel/informeel) De student schrijft grammaticaal kloppende zinnen met minimaal een onderwerp en gezegde De student gebruikt regelmatig signaalwoorden om tekstverbanden duidelijk te maken Naam student: Datum en plaats beoordeling: Naam beoordelaar: 9
Beoordelingscriteria mondelinge presentatie (3F) de verpleegkundige aan zet De student kan een duidelijk verhaal houden in goedlopende zinnen Voldaan Niet voldaan De student bouwt zijn/haar verhaal op aan de hand van een inleiding, kern en slot. De student kan het publiek overtuigen met argumenten De student gebruikt (audio)-visuele hulpmiddelen als ondersteuning van zijn/haar verhaal De student heeft een actieve lichaamshouding (rechtop staan) De student maakt oogcontact met het publiek De student past zijn/haar taalgebruik aan aan de situatie en het doel van het verslag (formeel/informeel) De student stelt het publiek in de gelegenheid om vragen te stellen De student leest niet voor. Hij/zij vertelt zijn/haar verhaal aan de hand van een aantal kernwoorden op papier De student hanteert een prettig volume en spreektempo De student spreekt met grammaticaal correcte zinnen De student heeft voldoende woordenschat om het verhaal duidelijk over te brengen De student kan zonder aarzeling inspelen op reacties van het publiek Naam student: Datum en plaats beoordeling: Naam beoordelaar: 10
BIJLAGE Indeling programmaonderdelen uitstroom Algemeen Ziekenhuis niveau 4 periode 13 Periode 13 generiek Periode 13 AZ 3.1. Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Lesinhouden: - participatie in ontwikkel of intervisie groepen -leest vakliteratuur -volgt bijscholing -feedback vragen eigen handelen - met leidinggevende POP opstellen -neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega s - levert een bijdrage aan visie ontwikkeling (communicatieve vaardigheden/ feedback geven en ontvangen/ kennis hebben van de organisatie/ reflecteren/ vakliteratuur bijhouden) Zorgvragers ondersteunen voor en na onderzoek of behandeling - het informeren van de zorgvrager over het onderzoek of behandeling - assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/ behandelingen in verband met chirurgische behandelingen; - assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/ behandelingen in verband met intern/neurologisch onderzoek assisteren bij diagnostiek en behandeling - de nazorg bij onderzoek of behandeling; - het observeren en bewaken tijdens - het geven van emotionele ondersteuning Zorgvragers ondersteunen voor en na een chirurgische ingreep a. De pre-operatieve zorg b. Anesthesiologische zorg c. De postoperatieve zorg - postoperatieve pijnbestrijding - wonden, drains, anesthesie, - infuus, perfusiepomp, bloedtransfusie, venapunctie - hechtingen d. Hanteren medisch-technische apparatuur - aanschaf en gebruik van hulpmiddelen Periode 13 Per vak Verpleegkunde /professionalisering generiek klinisch redeneren/ inhoudelijke discussies met collega s/vakliteratuur specifiek a. De pre-operatieve zorg b. Anesthesiologische zorg Pathologie Overleg met docent pathologie Interactie Professionalisering nieuwe eed VPK participatie in ontwikkel of intervisie groepen communicatieve vaardigheden/ feedback geven en ontvangen 11
c. De postoperatieve zorg - postoperatieve pijnbestrijding - wonden, drains, anesthesie, - infuus, perfusiepomp, bloedtransfusie, venapunctie - hechtingen d. Hanteren medischtechnische apparatuur - aanschaf en gebruik van hulpmiddelen het geven van emotionele ondersteuning Periode 13 Opdrachten Opdracht 1 met pen en papier ; observeren en begeleiden zorgvrager voor, tijdens en na het onderzoek Opdracht 2 de verpleegkundige aan zet ; artikel uit Nursing over chirurgische ingreep bv 12
VP 4 e leerjaar Sem 7 periode 13 Lesprogramma zie voor lesinhouden de programmaonderdelen periode 13 bl z1 en 2 vakgebieden Aantal contacturen per week leerinhouden BOL BBL loopbaanbegeleiding 1 1 LB en opdrachtbegeleiding Verpleegkunde/ interactie (1.9. / 2.5.) 2 2 Combinatie met deskundigheidsbevordering en professionalisering Pathologie (1.9. / 2.5.) 1 1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering (3.1) 3 3 Combinatie met VEP en interactie Rekenen - - Periode 14 Nederlands 1 1 Beschrijf hier leerinhouden Engels Beschrijf hier leerinhouden Er wordt van de student verwacht dat hij per periode werkt aan de volgende onderdelen: a. 2 integrale opdrachten b. 1 integrale kennistoets c. 1 ingevuld feedbackformulier Deze bewijzen (formatieve toetsing ) worden afgetekend in het portfolio eindproeve VP De AVO toetsen zijn niet opgenomen in het portfolio. 13