TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Vergelijkbare documenten
TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Visuele Leerlijn Spelling

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Studiewijzer TaalCompetent

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

(werkwoordelijk gezegde)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Als muziek in je oren

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Eigen vaardigheid Taal

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Online cursus spelling en grammatica

Programma van Inhoud en Toetsing

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Maandbrief groep 7/8 april / mei 2016

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Programma van Inhoud en Toetsing

Lesstof overzicht Station vanaf

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

instapkaarten taal verkennen

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Visuele Leerlijn Taal

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT:

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Sterk in Taal en Spelling

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

instapkaarten taal verkennen

Auditieve oefeningen bij het thema: sport en spel

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Meer dan grammatica!

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Thema 10. We ruilen van plek

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.

Z I N S O N T L E D I N G

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

SKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Zakelijke Correspondentie Nederlands

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

instapkaarten taal verkennen

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

SKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Schriftelijke Communicatie Nederlands

SKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Zakelijke Correspondentie Nederlands

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Lesstof overzicht Station complete methode Nederlands vmbo

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Lesstof groep 8 Wat leert uw kind de komende maanden.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Transcriptie:

Sportief! TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2 Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten. Daarom herhalen we op elk perron het belangrijkste. Laten we dat maar even warmlopen noemen. Pas daarna kan het echte werk beginnen, namelijk nieuwe dingen leren en uitproberen! Ben je er klaar voor? Dan kunnen we aan de slag! Station BK 2 Sportief.indd 20-4-205 3:28:6

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF Wat ga je doen? Je gaat aan de slag met allerlei opdrachten die met Taalverzorging te maken hebben. Je herhaalt de belangrijkste regels van leerjaar en je leert nieuwe regels. Het thema in deze module is sport en je zult dan ook veel over sporters en sportieve prestaties kunnen lezen. Misschien ben jij aan het einde van deze module net zo goed in spelling en grammatica als Ireen Wüst in schaatsen is! Wat heb je daarbij nodig? Om de opgaven goed te kunnen maken, heb je informatie over spelling en grammatica nodig. Wat leer je? Je leert: - opnieuw over klanken, lettergrepen, hoofdletters en leestekens; - wat leenwoorden zijn; - wat een citaat is en wanneer je aanhalingstekens gebruikt; - de trappen van vergelijking en de woorden als en dan goed te gebruiken; - samenstellingen foutloos te schrijven; - wat enkelvoudige en wat samengestelde zinnen zijn; - een aantal voegwoorden; - een zin in zinsdelen te verdelen en de persoonsvorm, het onderwerp, het gezegde, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp te benoemen; - persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen te benoemen; - de volgende woordsoorten herkennen, benoemen en gebruiken: persoonlijke voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, aanwijzende voornaamwoorden en betrekkelijke voornaamwoorden; - waar de klemtoon in een woord ligt; - de meervoudsvormen foutloos te schrijven; - de persoonsvorm, het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk naamwoord dat op een werkwoord lijkt te herkennen en foutloos te schrijven; - de werkwoordsvormen van werkwoorden die uit het Engels komen foutloos te schrijven; - in welke tijd een zin staat; - een flink aantal woorden foutloos te spellen. 2

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON Warmlopen Als je een atletiekwedstrijd of een tennistoernooi hebt, ga je natuurlijk nooit de baan op zonder warming-up. De kans op blessures is dan veel te groot. Warmlopen is daarom altijd erg belangrijk. De eerste tien opdrachten op dit perron zijn ook bedoeld om je warm te laten lopen. Kijk wat jij nog weet. De eerste meters Vul de ontbrekende woorden of letters in. Schrijf alle letters uit ons alfabet op. 2 In datzelfde alfabet staan zes klinkers. Schrijf ze op:. 3 Letters zoals de b, d, f, k, m, p noemen we. 4 Het woord voetbalstadion bestaat uit medeklinkers en klinkers. 5 Het woord wereldrecords bestaat uit medeklinkers en klinkers. 6 Je kunt een woord ook in stukjes verdelen, die stukjes noemen we. 7 Het woord schoen bestaat uit lettergreep. 8 Het woord sportschool bestaat uit lettergrepen. 9 Je mag een woord alleen afbreken aan het einde van een : sport-school. 0 Het woord schaatstrainer bestaat uit klinkers, medeklinkers en lettergrepen. Open of gesloten 2 Een lettergreep kan op een klinker eindigen. Dan noemen we dat een open lettergreep. Een lettergreep kan ook op een medeklinker eindigen. Dat is een gesloten lettergreep. Kijk naar de dikgedrukte lettergrepen in de volgende woorden en geef dan aan of de lettergreep open of gesloten is. Lees zo nodig Herhaling: lettergreep, korte en lange klanken, samenstelling op bladzijde 6. atletiekbaan open lettergreep / gesloten lettergreep 2 hardloper open lettergreep / gesloten lettergreep 3 startschot open lettergreep / gesloten lettergreep 4 verspringbak open lettergreep / gesloten lettergreep 5 finish open lettergreep / gesloten lettergreep 6 paardendressuur open lettergreep / gesloten lettergreep 7 publiek open lettergreep / gesloten lettergreep 8 prestatie open lettergreep / gesloten lettergreep 9 judopak open lettergreep / gesloten lettergreep 0 badmutsen open lettergreep / gesloten lettergreep 3

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON Kort en lang 3 De klinkers in het Nederlands kunnen kort of lang klinken. Zo klinkt de a in kast kort en Kort 2 Lang de a in wagen lang. Lees de volgende woorden en luister goed naar de klank van de dikgedrukte klinkers. Zet de woorden op de juiste plaats: dun, schuren bakstenen, best, slapen, mast, dikke, rivier, hoog, stokken. Lange lanen 4 Lange klanken moet je in het Nederlands soms met één klinker en soms met twee atletiekbaan atletiekbanen 2 groot 3 doelpaal 4 roeiboot 5 kuur klinkers schrijven. Heb je een lange klank én een gesloten lettergreep? Dan heb je twee klinkers nodig: maan-dag. Heb je een lange klank én een open lettergreep? Dan heb je maar één klinker nodig: bo-men. In de volgende woorden moet je telkens een lange klank krijgen. Maak het woord volledig. 6 atleten 7 droge 8 trage 9 onderdelen 0 prestatielopen Korte stokken 5 Korte klanken worden in het Nederlands doorgaans met één klinker geschreven: stok. Als je een klank kort moet houden, zoals in stokken, schrijf je een extra medeklinker. Je krijgt dan een gesloten lettergreep. In de volgende woorden moet je telkens een korte klank houden. Maak het woord volledig. startblok 2 zwem 3 voetbal 4 skihut 5 scharrelkip 6 rugtas 7 verspringbak 8 skistok 9 stil 0 ver 4

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON Kort of lang? 6 Maak de volgende woorden volledig door de letters tussen haakjes te gebruiken. Let op, want soms moet je dezelfde letter twee keer gebruiken. Schrijf het volledige woord op. De eerste is voorgedaan. kampioensch en (a p) kampioenschappen 2 judom en (a t) 3 korfbalp l (a) 4 volleybaln en (e t) 5 valssp rs (e l) 6 wegwedstrijdatl (e t) 7 spoorwegb en (o m) 8 t enstand (u s) 9 fietsst en (u r) 0 tenniss en (o k) Samen 7 Een samenstelling is een woord dat uit twee of meer woorden bestaat. Alle woorden die je bij opdracht 6 Kort of lang? hebt ingevuld, zijn samenstellingen. Ook in deze opdracht staan samenstellingen. Neem ze over en verdeel ze in lettergrepen door er horizontale streepjes tussen te zetten. De eerste is al voor je gedaan! verspringbak ver-spring-bak 2 judopakken 3 wielerbanen 4 cornervlaggen 5 tennisballen 6 tennisstadion 7 voetbalwedstrijd 8 scheenbeschermers 9 kniebanden 0 voetbalcoach Favoriet 8 Maak nu zelf vijf samenstellingen die met jouw favoriete sport te maken hebben. Schrijf ze op en verdeel ze daarna in lettergrepen. 2 3 4 5 5

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON Herhaling: lettergreep, korte en lange klanken, samenstelling Elk samengesteld woord kun je in stukjes verdelen. Zo n stukje noem je een lettergreep: duik-plank. Een open lettergreep is een lettergreep die op een klinker eindigt: A-re-na. Een gesloten lettergreep is een lettergreep die op een medeklinker eindigt: sport-tas. Klinkers kunnen kort of lang klinken. Zo klinkt de a in kast kort en de a in wagen lang. Lange klanken moet je in het Nederlands soms met één klinker en soms met twee klinkers schrijven. Heb je een lange klank én een gesloten lettergreep? Dan heb je twee klinkers nodig: maan-dag. Heb je een lange klank én een open lettergreep? Dan heb je maar één klinker nodig: bo-men. Korte klanken worden in het Nederlands doorgaans met één klinker geschreven: stok. Als je een klank kort moet houden, zoals in stokken, schrijf je een extra medeklinker. Je krijgt dan een gesloten lettergreep: stok-ken Een samenstelling is een woord dat uit twee of meer woorden bestaat: hockey-stick / voet-bal-veld. Een puntje op de i 9 Vorig jaar heb je geleerd waar hoofdletters en leestekens horen te staan. Neem de onderstaande tekst over en plaats waar dat nodig is hoofdletters, komma s, vraagtekens, uitroeptekens en punten. Lees zonodig de theorie Herhaling: hoofdletters en leestekens. de ontwikkeling van de sport in de griekse oudheid waren mannen van adel vooral bezig met oorlogvoeren en sport vanaf de zesde eeuw voor christus waren ook gewone burgers voor de oorlog nodig om hun conditie op peil te brengen werden er sportscholen opgericht in deze sportscholen leerden de mannen veel verschillende sporten zoals worstelen hardlopen en boogschieten de deelnemer aan een sportwedstrijd werd een athlètès genoemd herken je daarin het nederlandse leenwoord atleet De ontwikkeling van de sport 2 3 4 5 6 6