Tweemaandelijkse nieuwsbrief + Jaargang 13 + Nr. 2 + September 2013 + De nieuwe anticipatieve liquidatieheffing praktisch bekeken + De incorporatie van reserves vanuit juridisch standpunt contact@vdl.be www.vandelanotte.be + Een nieuw VVPR-regime voor KMO-aandelen vanaf 1 juli 2013
2 3 + De nieuwe anticipatieve liquidatieheffing praktisch bekeken Liquidatieboni worden vanaf 1 oktober 2014 onderworpen aan een uniform tarief van 25% roerende voorheffing. Om te vermijden dat vennootschappen massaal zouden overgaan tot vereffening werd met ingang van 1 juli 2013 een overgangsmaatregel ingevoerd. Deze overgangsmaatregel houdt in dat de belaste reserves die op 31 maart 2013 bestaan, kunnen worden uitgekeerd met toepassing van slechts 10% roerende voorheffi ng. Enige voorwaarde hierbij is dat de verworven dividenden onmiddellijk moeten worden aangewend voor het verhogen van het maatschappelijk kapitaal. Bij een latere kapitaalvermindering kunnen deze geïncorporeerde reserves vervolgens worden uitgekeerd zonder verschuldigde roerende voorheffi ng. Indien de incorporatie werd verricht door een KMO, dan kan deze vanaf het 5de jaar deze geïncorporeerde reserves belastingvrij uitkeren. Indien echter een grote vennootschap haar geïncorporeerde reserves vrij van roerende voorheffi ng wil uitkeren, dient zij hiervoor te wachten tot het 9de jaar. De belaste reserves die in aanmerking komen voor de incorporatie in kapitaal zijn deze die ten laatste op 31 maart 2013 zijn goedgekeurd door de algemene vergadering. Praktisch: Een vennootschap voert haar boekhouding per kalenderjaar. Per 31 maart 2013 werd de jaarrekening nog niet goedgekeurd dus kan men enkel overgaan tot incorporatie van de belaste reserves die bestonden per einde van het boekjaar dat afsloot op 31/12/2011. De belaste reserves van boekjaar 2012 komen niet in aanmerking voor de dividenduitkering aan 10%. Deze overgangsmaatregel trad in werking op 1 juli 2013, en kan slechts worden toegepast op de inbrengen die zijn tot stand gekomen in het boekjaar dat wordt afgesloten vóór 1 oktober 2014. Dit houdt in dat, afhankelijk van de afsluitdatum van de vennootschap, men slechts beperkt de tijd heeft van deze maatregel te genieten. Onderstaande tabel geeft weer wanneer men ten laatste moet overgaan tot een incorporatie van de reserves, afhankelijk van de afsluitdatum van de vennootschap (elke wijziging aan de afsluitdatum van het boekjaar vanaf 1 mei 2013 blijft hierbij zonder gevolg): Afsluitdatum van de vennootschap Uiterste datum voor incorporatie 30/09/2013 30/09/2014 31/10/2013 31/10/2013 30/11/2013 30/11/2013 31/12/2013 31/12/2013 31/01/2014 31/01/2014 28/02/2014 28/02/2014 31/03/2014 31/03/2014 30/04/2014 30/04/2014 31/05/2014 31/05/2014 30/06/2014 30/06/2014 31/07/2014 31/07/2014 31/08/2014 31/08/2014 Vennootschappen met een afsluitdatum op 31/10, 30/11 of 31/12 moeten tot actie overgaan in de periode van 1 juli 2013 tot ten laatste 31 december 2013. Vennootschappen die hun boekjaar afsluiten in de periode van 1 januari tot en met 30 september hebben hiervoor langer de tijd. Voorbeeld 1: Vennootschap X sluit af per 31/10. De algemene vergadering wordt jaarlijks op 15 april gehouden. Het eigen vermogen van de vennootschap is per 31/10/2011 als volgt samengesteld: Gestort kapitaal: Wettelijke reserves: Beschikbare reserves: Overgedragen winst: 2.000 EUR 10.000 EUR 1.000 EUR Aangezien de algemene vergadering over boekjaar 2012 na 31 maart 2013 heeft plaatsgevonden, mag slechts rekening worden gehouden met de belaste reserves beschikbaar na boekjaar 2011. In dit voorbeeld kan vennootschap X, gedurende de periode van 1/7/2013 tot en met 31/10/2013, maximaal 9.900 EUR in kapitaal incorporeren. Dit bedrag wordt als volgt samengesteld: Belaste reserves: 11.000 EUR Roerende voorheffi ng (10%): 1.100 EUR Maximaal te incorporeren: 9.900 EUR Voorbeeld 2: Stel dat in bovenstaand voorbeeld, vennootschap X zou afsluiten per 30/09, met een jaarlijkse algemene vergadering telkens op 15 maart, dan zou in bovenstaand voorbeeld de vennootschap X, gedurende een periode van 1/7/2013 tot en met 30/9/2014, kunnen overgaan tot de incorporatie van de belaste reserves in kapitaal. Het eigen vermogen van vennootschap X per 30/09/2012 is als volgt samengesteld: Gestort kapitaal: Wettelijke reserves: Beschikbare reserves: Overgedragen winst: 2.000 EUR 15.000 EUR 5.000 EUR Gezien de belaste reserves werden goedgekeurd op de algemene vergadering van 15 maart 2013, kunnen deze eveneens worden geïncorporeerd aan een tarief van 10%. In dit voorbeeld kan vennootschap X maximaal 18.000 EUR in kapitaal incorporeren. Dit bedrag wordt als volgt samengesteld: Belaste reserves: Roerende voorheffi ng (10%): 2.000 EUR Maximaal te incorporeren: 18.000 EUR Behoud van dividendenpolitiek Om te vermijden dat vennootschappen tijdens de overgangsregeling hun dividendenpolitiek wijzigen en in tegenstelling tot de voorbije jaren geen gewone dividenden uitkeren (belastbaar tegen 25% RV), maar daarentegen alles incorporeren in kapitaal tegen 10% RV, werd voorzien in een specifi eke antimisbruikbepaling. Concreet houdt deze in dat een extra (niet-aftrekbare) aanslag van 15% verschuldigd zal zijn op het positieve verschil tussen het effectief uitgekeerde dividend en het normale dividend zoals verwacht zou zijn geweest op basis van de dividendenpolitiek van de laatste 5 boekjaren. stephanie.vanmarcke@vdl.be
4 5 + De incorporatie van reserves vanuit juridisch standpunt Eerder in deze InfoActive wordt het principe van de nieuwe anticipatieve heffi ng, smalend ook wel de antisympathieke heffi ng genoemd, uit de doeken gedaan. Om te beginnen is deze incorporatie van reserves juridisch en fi scaal gezien geen incorporatie van reserves. Een (rechtstreekse) incorporatie van reserves zorgt er namelijk voor dat dit stuk kapitaal fi scaal gezien nog altijd reserves zijn, waarop bij uitkering roerende voorheffi ng verschuldigd is. Vermits het de bedoeling is van de wetgever om op vandaag al de roerende voorheffi ng te heffen en de kapitaalverhoging te beschouwen als werkelijk fi scaal kapitaal (weliswaar op termijn en stapsgewijs), is een (rechtstreekse) incorporatie dus niet aan de orde. Wat is het dan wel? De bedoelde incorporatie van reserves dient beschouwd te worden als een uitkering van een dividend onmiddellijk gevolgd door een kapitaalverhoging ten belope van het netto-dividend. Dit houdt in dat bij de eerste stap, met name de uitkering van het dividend, er (verlaagde) roerende voorheffi ng verschuldigd is van 10%. De tweede stap, zijnde de kapitaalverhoging van het netto-dividend zorgt er wel voor dat het gevormde kapitaal werkelijk fi scaal kapitaal wordt, weliswaar pas na minstens 5 jaar. Dergelijke kapitaalverhoging kan op twee manieren plaatsvinden. Enerzijds door inbreng in geld, anderzijds door inbreng in natura. Beide procedures worden kort besproken. Inbreng in geld Dit houdt in dat een bijzondere algemene vergadering beslist om een dividend uit te keren afkomstig uit de beschikbare reserves of overgedragen winst. Het netto-dividend, na afhouding van de roerende voorheffi ng, dient daarna gestort te worden op een geblokkeerde rekening. De fi nanciële instelling maakt net als bij een oprichting in geld een bankattest op, die moet afgegeven worden aan de notaris. De wetgever spreekt echter van een onmiddellijke (lees: rechtstreeks; zonder uitstel) inbreng in het kapitaal. In het beste geval kan aan de vennootschap opdracht gegeven worden om het netto-dividend rechtstreeks op de geblokkeerde rekening te storten. In het slechtste geval zal dit eerst op de rekening van de individuele aandeelhouder gestort moeten worden, waarna hij/zij dit opnieuw overschrijft naar de geblokkeerde rekening, alvorens attest op te maken en de notariële akte te verlijden. De stroom van de gelden dient hier voor 100% gerespecteerd te worden opdat aangegeven zou kunnen worden dat het geld afkomstig van de dividenduitkering rechtstreeks werd geïncorporeerd. Gelet op de wettelijke verplichtingen inzake de geblokkeerde rekening en het bankattest, kan deze operatie (inclusief overschrijvingen) enkele dagen in beslag nemen, wat dan weer meer risico s inhoudt waar vereist is dat de inbreng zonder uitstel dient te gebeuren. De kapitaalverhoging in geld dient dus in zo n kort mogelijke tijdspanne te gebeuren. Echter, zelfs indien de vennootschap zou beschikken over de liquide middelen om een kapitaalverhoging in geld te doen, kan nog steeds worden geopteerd voor een inbreng in natura. Inbreng in natura Dit houdt naast de dividenduitkering en de notariële akte tevens een bijzonder verslag van de zaakvoering alsook een revisoraal verslag met zich mee. In deze beslist de raad van bestuur om een kapitaalverhoging door te voeren door middel van de techniek van het keuzedividend. Dit houdt in dat de individuele aandeelhouder het recht heeft om zijn dividend in liquide middelen te ontvangen of om zijn vordering op de vennootschap (ten belope van het netto-dividend) in te brengen in het kapitaal. Voordeel hiervan is dat alle verslaggeving kan gebeuren onder opschortende voorwaarde van de uitkering van het dividend door de algemene vergadering. De beslissing tot uitkering van het dividend, en dus het voldoen aan de opschortende voorwaarde, wordt dan genomen bij notariële akte, die tevens de kapitaalverhoging omvat. Op deze manier vermijden we de rompslomp van het overschrijven van de gelden, het openen van de geblokkeerde rekening en het afl everen van het bankattest én zorgen we ervoor dat de uitgekeerde dividenden onmiddellijk, zijnde zowel rechtstreeks als zonder uitstel, in het kapitaal worden geïncorporeerd. Deze techniek is ook de enige optie indien de vennootschap niet beschikt over voldoende middelen om het netto-dividend uit te keren. Zoals eerder aangegeven is deze optie ook aan te raden indien er wel voldoende middelen aanwezig zijn. Al was het maar om zeker te zijn dat we de doelstelling van de wet (de onmiddellijke inbreng) zo secuur mogelijk volgen. Het moge duidelijk zijn dat in ieder geval de 10% roerende voorheffi ng steeds in liquide middelen aanwezig dient te zijn om deze te kunnen voldoen. Conclusie De wettelijke voorziene gunstregeling voor de incorporatie van reserves behelst dus een dividenduitkering en een kapitaalverhoging ten belope van het netto-dividend. De twee mogelijke wijzen van kapitaalverhoging, in geld of in natura, zijn beiden juridisch mogelijk. Onze voorkeur gaat uit naar de kapitaalverhoging door middel van inbreng in natura omdat op die manier voldaan wordt aan de wettelijke vereiste van de onmiddellijke inbreng. jonathan.schuermans@vdl.be + Een nieuw VVPR-regime voor KMO-aandelen vanaf 1 juli 2013 Het oude VVPR-stelsel maakte het vroeger mogelijk om voor aandelen die aan bepaalde voorwaarden voldeden een verlaagde roerende voorheffi ng te heffen van 15%. Nadat dit stelsel begin januari 2013 werd afgeschaft, voorziet de Programmawet van 28 juni 2013 opnieuw in een verlaging van roerende voorheffi ng op gewone dividenden die voortkomen uit nieuwe aandelen in KMO s die uitgegeven zijn ter gelegenheid van een kapitaalverhoging of bij oprichting: - Verlaging naar 20% voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld bij de winstverdeling van het tweede boekjaar volgend op de inbreng; - Verlaging naar 15% voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld bij de winstverdeling vanaf het derde boekjaar volgend op de inbreng. - Vanaf het vierde jaar: 15% RV, ook als de vennootschap in een later stadium kwalifi ceert als grote onderneming of geliquideerd wordt. Het regime is van toepassing op nieuwe aandelen uitgegeven vanaf 1 juli 2013. De maatregel bevat een reeks voorwaarden: - Enkel kleine ondernemingen genieten van dit regime voor het belastbaar tijdperk waarin de kapitaalverhoging plaatsvindt; - Het betreft dividenden uit nieuwe aandelen op naam; - De aandelen zijn verworven met nieuwe inbrengen in geld; - De inbreng in geld, gedaan vanaf 1 juli 2013, mag niet voortkomen uit de verdeling van belaste reserves onderworpen aan 10%RV; - Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is minstens gelijk aan het minimum kapitaal van een BVBA, zijnde 18.550 EUR; - Het ingebrachte kapitaal is volledig volstort; - De belastingplichtige heeft de aandelen op naam ononderbroken in volle eigendom vanaf de kapitaalinbreng (uitzondering geldt voor een aantal specifi eke gevallen). Een uitzondering geldt ook voor belastingneutrale herstructureringen; - De dividenden zijn verleend of toegekend uit winstverdeling voor het tweede boekjaar of het volgende na dat van de inbreng; - Er worden geen preferente aandelen gecreëerd n.a.v. de inbreng. Er werden enkele antimisbruikbepalingen ingevoerd, om te voorkomen dat men aandelen die niet in aanmerking komen zou vervangen door aandelen die wel in aanmerking komen: - Verhoging van het kapitaal na een kapitaalvermindering zal vanaf 1 mei 2013 enkel nog in aanmerking kunnen komen voor de toekenning van het verlaagde tarief voor dat deel van de kapitaalverhoging dat de vermindering overstijgt. - Er geldt een vergelijkbaar stelsel als de vermindering en de verhoging betrekking hebben op verschillende vennootschappen, indien de kapitaalverhoging wordt gefi nancierd met sommen afkomstig van een kapitaalvermindering van een verbonden vennootschap vanaf 1 mei 2013. De algemene antimisbruikbepaling van art. 344, 1 WIB blijft ook van toepassing. barbara.blomme@vdl.be
6 7 + Het eenheidsstatuut: is de kogel nu door de kerk? De Regering en de Sociale partners hadden tot 8 juli 2013 de tijd om een oplossing te vinden voor het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. De oplossing is geen wetsontwerp, maar een nota die de basis moet vormen voor de noodzakelijke wetswijzigingen. Vooreerst worden de opzeggingstermijnen hervormd voor alle nieuwe werknemers die in dienst treden vanaf 2014. van toepassing op alle arbeiders met een anciënniteit van 30 jaar of meer, vanaf 2014 op deze met een anciënniteit van 20 jaar, vanaf 2015 op deze met 15 jaar ancienniteit, vanaf 2016 op deze met 10 jaar anciënniteit en vanaf 2017 alle arbeiders. Dit alles leidt tot de volgende nieuwe opzegtermijnen (in weken): Eerste vijf jaar: Jaar 2-3 12 Jaar 3-4 13 Jaar 4-5 15 Na 5 jaar wordt er verder opgebouwd aan 3 weken per kalenderjaar tot 62 weken. Van zodra een anciënniteit van 20 jaar is bereikt, bouwt het recht aan opzeggingsvergoeding verder op aan 1 week per loopbaanjaar. + Fairness Tax Op 1 augustus jl. werd de wet inzake invoering van de zogeheten fairness tax gepubliceerd. Deze tax vindt toepassing vanaf aanslagjaar 2014. Voormalig bedienden die reeds vóór 1 januari 2014 in dienst waren, hebben hun opzeggingstermijn opgebouwd vóór 2014. Voor de periode vanaf 2014 bouwen zij verder op onder het nieuwe systeem. Voor de arbeiders wordt het nieuwe systeem geleidelijk van toepassing. Vanaf de publicatie van de wetswijzigingen is het 1ste Kwartaal 2 2de Kwartaal 4 3de Kwartaal 6 4de Kwartaal 7 5de Kwartaal 8 6de Kwartaal 9 7de Kwartaal 10 8ste Kwartaal 11 Tot slot wordt de carensdag afgeschaft. De sectoren van de tijdelijke en mobiele werkplaatsen, hout en stoffering, kleding en confectie, diamant, land- en tuinbouw en enkele kleinere sectoren worden uitgesloten van de nieuwe regeling en zullen hun eigen systeem uitwerken. anneleen.wydooghe@vdl.be De regering Di Rupo wenst hiermee te realiseren dat winsten die als dividenden worden uitgekeerd, maar niet worden belast wegens de toepassing van de notionele interest aftrek en/of de verrekening van overgedragen verliezen, alsnog worden onderworpen aan een minimumbelasting. Het tarief van deze belasting bedraagt 5%, te verhogen met de aanvullende crisisbelasting maakt dit 5,15%. Bovendien mag hierop geen enkele aftrek worden toegepast. Deze nieuwe belasting is enkel van toepassing op vennootschappen (en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen) die niet gekwalifi ceerd worden als een kleine vennootschap conform artikel 15 W.Venn. Is uw vennootschap dus een KMO conform artikel 15 W.Venn. of maakt u voor een bepaald belastbaar tijdperk over dewelke u dividenden uitkeert geen gebruik van notio nele interestaftrek en/ of overgedragen verliezen, dan is deze fairness tax voor u niet van toepassing. Belastbare basis a) De belastbare basis wordt berekend door in eerste instantie het verschil te maken tussen de voor het belastbaar tijdperk uitgekeerde dividenden en het uiteindelijke fi scale resultaat dat aan de vennootschapsbelasting onderworpen wordt. Is dit verschil negatief, dan is er geen fairness tax verschuldigd. b) Vervolgens mag van dit positief resultaat het gedeelte van de uitgekeerde dividenden worden afgetrokken dat afkomstig is van voorheen (uiterlijk voor het aanslagjaar 2014) belaste reserves. Als overgangsmaatregel wordt toegelaten dat de uitgekeerde dividenden voor het aanslagjaar 2014 niet worden geacht afkomstig te zijn van de voor dit aanslagjaar belaste reserves. c) In derde instantie wordt dit verkregen resultaat dan vermenigvuldigd met een percentage dat als volgt wordt berekend: Toegepaste notionele interestaftrek + gebruikte overgedragen fi scale verliezen Fiscaal resultaat exclusief vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden Conclusie Het tijdstip waarop dividenden zullen worden uitgekeerd zal bij bepaalde vennootschappen van groot belang zijn rekening houdend met deze fairness tax. dries.torreele@vdl.be + Bouwen aan de toekomst dankzij de nieuwe loopbaancheques! Met zijn allen zullen we langer moeten werken. De keuzes die werk nemers maken rond hun loopbaanverloop worden dan ook belang rijker dan ooit. Om medewerkers aan te sporen om meer actief over hun loopbaan na te denken en hun carrière in een richting te sturen die meer aansluit op hun persoonlijke talenten en sterktes, riep de Vlaamse Overheid sinds 1 juli de loopbaancheque in het leven. De loopbaanbegeleiding bestaat uit verschillende stappen: - Een intakegesprek waarbij de loopbaanvraag- en situatie wordt besproken en de behoefte aan loopbaanbegeleiding wordt afgetoetst; - Een analyse van de competenties, kwaliteiten, motivatiefactoren en verwachtingen; - De vertaling naar een persoonlijk ontwikkelingsplan; - Een afsluitend gesprek waarbij de evolutie t.o.v. het actieplan wordt nagegaan. Om gebruik te kunnen maken van de loopbaancheques moet de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen: - Werken in het Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - Wonen in België, een lidstaat van de EU of EER; - Werkzaam zijn op het ogenblik van de aanvraag; - Minstens 12 maanden werkervaring hebben opgebouwd in de 24 voorafgaande maanden. Als die werkervaring bestaat uit 4 weken ononderbroken tewerkstelling als uitzendkracht, dan volstaat een werkervaring van 9 maanden; - Geen loopbaanbegeleiding gevolgd hebben in de voorbije 6 jaar. Een werknemer heeft recht op maximum 2 loopbaancheques gedurende een periode van 6 jaar. Iedere cheque omvat een pakket van 4 uur loopbaanbegeleiding, verspreid over minimum 2 dagen. Loopbaancheques dienen door de werknemer zelf aangevraagd te worden bij de VDAB en kosten 40 euro per stuk. Aangezien de loopbaanbegeleiding op eigen verzoek en initiatief van de werknemer moet gebeuren, kan de werkgever geen loopbaan cheques aanvragen voor zijn werknemers. Wel kan de werkgever tussenkomen in de kost ervan. sarah.vandenbroucke@vdl.be
8 Member of The Leading Edge International Alliance of Global Accountants & Auditors Vandelanotte heeft vestigingen in: Antwerpen Herentalsebaan 71-75 2100 Deurne T 03 320 97 97 Brugge Koningin Astridlaan 29 8200 Brugge T 050 39 28 75 Brussel Esplanade 1/85 1020 Brussel T 02 427 44 53 Deinze Kastanjelaan 17 bus 2 9800 Deinze T 09 381 51 81 Dendermonde Grootzand 166 9200 Dendermonde T 052 21 85 07 Kortrijk President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk T 056 43 80 60 Tournai Avenue de Maire 101 7500 Tournai T 069 22 64 95 Jaargang 13, nr. 2 - September 2013 + Wist u dat Nieuwe maatregelen dienstencheques Vanaf 1 januari 2014 verhoogt de aankoopprijs van een dienstencheque van 8,50 EUR naar 9,00 EUR voor wat betreft de eerste 400 dienstencheques per persoon of de eerste 800 dienstencheques per gezin per kalenderjaar. Voor elke bijkomende dienstencheque zal men 10,00 EUR betalen. Per gebruiker per kalenderjaar is het aantal dienstencheques beperkt tot 500. Dienstencheques die aangekocht of omgeruild worden tussen 1 september en 31 december 2013 zullen een geldigheidsduur hebben tot en met 30 april 2014. Dit betekent dat deze cheques tot 30 april 2014 kunnen gebruikt, omgeruild of terugbetaald worden. Het maximumbedrag waarop de belastingvermindering voor dienstencheques van toepassing is, wordt vanaf 1 juli 2013 beperkt tot 1.350,00 EUR geïndexeerd per persoon per jaar. Er is wel voorzien in een uitzondering voor de uitgaven van voor 1 juli 2013 waardoor voor deze uitgaven de belastingvermindering nog geldt tot 2.720,00 EUR geïndexeerd. barbara.blomme@vdl.be Vrijstelling doorstorten van bedrijfsvoorheffing Vanaf 1 juli 2013 werd de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffi ng voor wetenschappelijk onderzoek opgetrokken van 75% naar 80%. anneleen.wydooghe@vdl.be OLO op 10 jaar/20 jaar 3,5 3,3 3,1 2,9 2,7 2,5 2,3 2,1 1,9 1,7 1,5 1/02/2013 1/03/2013 1/04/2013 1/05/2013 OLO 10 jaar 1/06/2013 1/07/2013 OLO 20 jaar 1/08/2013 Verantwoordelijke uitgever Nikolas Vandelanotte President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk nikolas.vandelanotte@vdl.be Redactie Barbara Blomme Jonathan Schuermans Dries Torreele Nikolas Vandelanotte Sarah Vandenbroucke Stephanie Vanmarcke Anneleen Wydooghe Coördinatie Els Tanghe + Belangrijke data tijdens het volgende kwartaal 20/09/2013: Betaling tweede voorschot BTW kwartaalaangevers + BTW-aangifte voor de maand augustus 30/09/2013: Uiterste datum voor het indienen van het verzoek om teruggave van de BTW betaald in 2012 in een andere EU-lidstaat 10/10/2013: Derde mogelijke voorafbetaling directe belastingen 21/10/2013: BTW-verplichtingen voor de maand september of voor het derde kwartaal + indienen IC-listing derde kwartaal