Jaar verslag Jaarverslag ING



Vergelijkbare documenten
Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Najaarsbijeenkomst Vereniging Senioren ING Regio Rotterdam/Zeeland

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Verkort jaarverslag 2013

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Jaarverslag Volgende pagina

Ontwikkelingen in 2012

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Pensioenen... Herstelplan 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Verkort jaarverslag : Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten?

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Later AOW en pensioen

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

stichting pensioenfonds wonen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Terugblik 2011 in cijfers

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Het jaarverslag 2014 samengevat

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Kwartaalbericht Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. 20 juni 2013

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Stichting Norit Pensioenfonds

De pensioenleeftijd zal omhoog gaan

Transcriptie:

Jaarverslag 2012

Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds ING Postbus 79160, 1070 NE Amsterdam Telefoon: 020-8101000 Telefax: 020-8101099 www.pensioenfondsing.nl Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41214453

Financiële risico s zullen er altijd blijven. De kunst is, er verstandig en gecontroleerd op te anticiperen. Alfred Pop Heeft gewerkt bij ING Bank als Marktmanager Corporate Clients Nederland

INHOUD PROFIEL 2012 4 KERNCIJFERS 6 1. BESTUURSVERSLAG 7 1.1 Voorwoord 7 1.2 Bijzondere ontwikkelingen in het verslagjaar 9 1.3 Uitvoering pensioenregelingen 13 1.4 Financiële positie 21 1.5 Marktontwikkelingen en financieel beleid 25 1.6 Kengetallen kosten 39 1.7 Governance 45 1.8 Risicomanagement 49 1.9 Gebeurtenissen na balansdatum 5 1 1.10 Toekomstparagraaf 53 2. JAARREKENING 2012 55 2.1 Balans per 31 december 2012 56 2.2 Staat van baten en lasten over 2012 58 2.3 Kasstroomoverzicht over 2012 59 2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 60 2.5 Toelichting op de balans per 31 december 2012 65 2.6 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2012 73 2.7 Actuariële analyse 78 2.8 Risicoparagraaf 79 3. OVERIGE GEGEVENS 93 3.1 Gebeurtenissen na balansdatum 93 3.2 Overeenkomsten 94 3.3 Bestemming Saldo van baten en lasten 95 3.4 Verantwoordingsorgaan 96 3.5 Visitatiecommissie 101 3.6 Actuariële verklaring 104 3.7 Controleverklaring 106 3.8 Personalia per 31 december 2012 108 Jaarverslag 2012 3

Pensioenfonds ING PROFIEL 2012 Stichting Pensioenfonds ING (het fonds) is op 1 januari 1995 opgericht en is statutair gevestigd te Amsterdam. De statutaire doelstelling van het fonds luidt als volgt: Het Pensioenfonds heeft ten doel Pensioenen en/of andere uitkeringen te verstrekken ter zake van ouderdom en arbeidsongeschiktheid en ter zake van overlijden van Deelnemers of Gewezen Deelnemers, overeenkomstig de bepalingen van de Pensioenreglementen. Gegeven deze doelstelling streeft het fonds naar het op lange termijn nakomen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten tegen een acceptabele premie. Het fonds voert pensioenregelingen uit die gelden voor huidige en voormalige medewerkers van ING in Nederland. Het fonds administreert de pensioenaanspraken, betaalt pensioenen uit en belegt en beheert het fondsvermogen. Bestuur Het Bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van het fonds, het voorlichten van de Verzekerden, het uitvoeren van de bij het fonds ondergebrachte pensioenregelingen, het voeren van het financiële beheer en het beheersen van de risico s die het fonds loopt. Het Bestuur bestaat statutair uit acht personen. Per 31 juli 2012 is er één vacature namens de Deelnemers in het Bestuur. ING Nederland (de Werkgever) benoemt vier bestuursleden. De Deelnemers in de Deelnemersraad benoemen drie bestuursleden en de Pensioengerechtigden kiezen één bestuurslid. Leden van het Bestuur worden benoemd voor vier jaar. Deelnemersraad De Deelnemersraad behartigt de belangen van de Deelnemers, de Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden van het fonds. De Deelnemersraad brengt gevraagd advies uit over aangelegenheden die het fonds betreffen, zoals advies over wijziging van de pensioenreglementen, de actuariële en bedrijfstechnische nota en over het vaststellen van het jaarverslag. Daarnaast kan de Deelnemersraad uit eigen beweging advies uitbrengen. De Deelnemersraad bestaat uit zestien leden, waarvan elf leden zijn gekozen door en uit de Deelnemers en vijf leden zijn gekozen door en uit de Pensioengerechtigden. In januari 2010 is de Deelnemersraad begonnen aan een zittingstermijn van vier jaar. Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan oordeelt over het door het Bestuur van het fonds gevoerde beleid en de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst. Ook oordeelt het Verantwoordingsorgaan of het Bestuur zich aan de Principes voor goed pensioenfondsbestuur houdt en of 4

het Bestuur bij het nemen van besluiten op evenwichtige wijze met de belangen van alle belanghebbenden rekening houdt. Het Verantwoordingsorgaan brengt gevraagd advies uit over onder andere de vorm en inrichting van het interne toezicht, de faciliteitenregeling van het Bestuur en het communicatiebeleid. Daarnaast kan het Verantwoordingsorgaan uit eigen beweging advies uitbrengen. In het Verantwoordings orgaan zijn alle bij het fonds betrokken partijen vertegenwoordigd. De Deelnemers, de Pensioengerechtigden en de Werkgever worden elk door twee leden vertegenwoordigd. Leden van het Verantwoordingsorgaan worden benoemd voor vier jaar. Sinds november 2012 is er één vacature in het Verantwoordingsorgaan namens de Deelnemers. Visitatiecommissie De Visitatiecommissie voert het intern toezicht uit op het functioneren van (het Bestuur van) het fonds. In dit kader beoordeelt de Visitatiecommissie de beleids- en de bestuursprocedures en de checks en balances (interne controle) binnen het fonds. Tevens beoordeelt de Visitatiecommissie de wijze waarop door het Bestuur wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn. De Visitatiecommissie bestaat uit drie externe, onafhankelijke deskundigen. Bestuursbureau Het Bestuursbureau ondersteunt het Bestuur, de Deelnemersraad, het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie bij de uitoefening van hun taken. Het Bestuursbureau is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en de uitvoerende taken op de gebieden governance en organisatie, risicomanagement, balansbeheer, actuariële zaken, pensioenreglementen, control, communicatie en externe verantwoording. Daarnaast houdt het Bestuursbureau toezicht op de werkzaamheden die zijn uitbesteed aan de diverse uitvoeringsorganisaties. Het Bestuursbureau bestaat uit 21 personen, waaronder financiële specialisten, beleggings deskundigen, risicomanagers, juristen, een actuaris, een communicatie adviseur en een secretariaat. Uitvoeringsorganisaties Het Bestuur heeft de uitvoering van het vermogensbeheer, de beleggings administratie, de bewaarneming van de beleggingen alsmede de pensioenadministratie en de financiële administratie uitbesteed aan partijen die voldoen aan hoge eisen van deskundigheid, integriteit, operationele stabiliteit, efficiency en risicobeheersing. Compliance Officer KPMG Advisory N.V. voert de controle op de naleving van de wet- en regelgeving en de Gedragscode uit. Accountant KPMG Accountants N.V. fungeert als externe accountant en geeft in die hoedanigheid de controleverklaring af bij de gepubliceerde jaarrekening. De accountant voert hiertoe de noodzakelijk geachte controles uit en rapporteert zijn bevindingen aan het Bestuur. Actuaris Mercer Nederland B.V. is belast met de actuariële certificering en brengt verslag uit aan het Bestuur over de controle van de berekeningen van de pensioenverplichtingen, de actuariële analyse van de resultaten en de beoordeling van de financiële positie van het fonds. Adviseurs Het fonds en zijn organen worden bijgestaan door externe adviseurs. Jaarverslag 2012 5

Pensioenfonds ING KERNCIJFERS Balanswaarde en dekkingsgraad (bedragen in miljoenen euro s) 2012 2011 2010 2009 2008 Voorziening pensioenverplichtingen 14.804 13.591 11.527 10.267 10.154 Reserves 3.754 2.369 2.175 1.715 689 Beleggingen 1 18.310 15.836 13.664 11.881 9.958 DNB-dekkingsgraad (%) 2 125,4 117,4 118,9 116,7 106,8 Marktwaardedekkingsgraad (%) 3 118,4 113,2 118,9 116,7 106,8 Baten en lasten (in miljoenen euro s) Premiebijdragen 4 638 447 344 490 1.651 Beleggingsopbrengsten 5 2.330 2.177 1.731 962-1.375 Pensioenuitkeringen 356 354 336 318 290 Resultaat 1.386 193 460 1.026-2.550 Rendement op beleggingen (%) Totale portefeuille 14,4 15,8 11,3 15,2-12,2 Benchmark 15,1 14,8 10,9 15,2-8,1 DNB-rente van de verplichtingen 2,5 2,8 3,5 3,9 3,5 Aantal Verzekerden einde boekjaar Deelnemers 27.301 29.411 30.473 30.711 31.941 Gewezen Deelnemers 28.353 27.671 28.399 28.017 27.005 Totaal Pensioengerechtigden 17.398 17.057 16.118 15.364 14.369 waarvan Ouderdomspensioen 12.703 12.448 11.638 11.005 10.134 waarvan Nabestaanden- en Wezenpensioen 4.695 4.609 4.480 4.359 4.235 Totaal Verzekerden 73.052 74.139 74.990 74.092 73.315 Kostenratio s Pensioenbeheerkosten (in euro s) 6 217 157 225 Vermogensbeheerkosten (in bps) 28,0 33,5 7 pm Transactiekosten (in bps) 11,9 pm pm 1 Beleggingen voor risico Pensioenfonds ING (inclusief derivaten). 2 De DNB-dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van Pensioenfonds ING (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). 3 De marktwaardedekkingsgraad wordt berekend zoals de DNB-dekkingsgraad, waarbij de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen) wordt berekend op basis van de rentetermijnstructuur zoals die op de balansdatum uit de markt kan worden afgeleid (zonder rentemiddeling en UFR). 4 De Kostendekkende premie voor 2012 bedraagt 563 miljoen (2011: 400 miljoen). 5 Beleggingsopbrengsten inclusief resultaat derivaten ad 521 miljoen ten behoeve van het balansbeheer. 6 Pensioenbeheerkosten hebben betrekking op Deelnemers en Pensioengerechtigden. 7 Op basis van voortschrijdend en verbeterd inzicht zijn de vermogensbeheerkosten 2011 aangepast. 6

1 1.1 Bestuursverslag BESTUURSVERSLAG Voorwoord Het jaar 2012 werd gekenmerkt door de stabiele ontwikkeling van de dekkingsgraad, de voorbereiding op de mogelijke splitsing van het fonds en juridische procedures inzake de toeslagen. Het fonds hanteert de marktwaardedekkingsgraad als maatstaf om een goed beeld te vormen van de werkelijke stand en ontwik keling van zijn financiële positie en bij de implementatie van het beleggings- en risicobeleid. De marktwaardedekkingsgraad vertoonde in 2012 een relatief stabiele stijging mede dankzij de renteafdekking. Hierbij is de kanttekening op zijn plaats dat stabiel niet alleen inhoudt dat de marktwaardedekkingsgraad minder daalt als de rente daalt, maar ook dat de dekkingsgraad minder snel stijgt als de rente stijgt. In februari 2012 heeft de Werkgever besloten om geen middelen aan het fonds ter beschikking te stellen voor de verhoging van de pensioenen van de Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden op basis van de prijsindex per 1 januari 2012. Nadat de vakbonden en de Vereniging Senioren ING (VSI) hadden aangegeven vooralsnog geen stappen te zullen ondernemen, heeft het Bestuur besloten om een arbitrageprocedure te starten. Tijdens de zitting in december 2012 gaven de arbiters aan dat de uitspraak eind januari 2013 zou volgen. Het niet verhogen van de pensioenen leidde net als in de voorgaande jaren tot onrust onder de Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden die voor voorwaardelijke verhogingen in aanmerking kwamen. Het Bestuur heeft deze onzekerheid onderkend en heeft in een speciale uitgave van de Pensioenkrant in maart 2012 alle aspecten van de toeslagverlening toegelicht. Het geven van uitleg over de wijze van toeslagverlening bij ING heeft bijgedragen aan een herstel van het vertrouwen onder de Pensioengerechtigden, zo bleek uit het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. De Werkgever heeft het fonds in mei 2012 verzocht mee te werken aan een splitsing van het fonds per 1 januari 2014. Het Bestuur heeft aangegeven aan dit verzoek te willen meewerken onder de voorwaarden dat er duidelijkheid is over de toekomstige verhaalsmogelijkheden bij ING Bank en ING Verzekeren/IM dan wel dat de financiering van de toeslagen aan het fonds is overgedragen of dat er voldoende zekerheid is dat de overdracht hiervan op afzienbare termijn na splitsing zal plaatsvinden. Het fonds en de Werkgever gingen verder in gesprek om te onderzoeken onder welke omstandigheden de toeslagverlening van de Werkgever naar het fonds kan worden overgedragen. Eind 2012 was er nog geen oplossing voor de toeslagverlening Jaarverslag 2012 7

Pensioenfonds ING in zicht en was er geen duidelijkheid over de verhaalsmo gelijkheden, zodat het Bestuur geen besluit kon nemen over het verzoek van de Werkgever om het fonds te splitsen. Desalniettemin is het fonds in 2012 gestart om zich voor te bereiden op een mogelijke splitsing. De Werkgever besloot eveneens in 2012 om geen middelen ter beschikking te stellen voor de verhoging van de pensioenen van de Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden op basis van de loonindex per 1 juni 2012 (CAO ING Verzekeren/IM) en per 1 oktober 2012 (CAO ING Bank). Omdat er op die momenten nog geen uitspraak van de arbiters was, besloot het Bestuur zijn eigen besluitvorming aan te houden tot de uitspraak bekend was. In juli 2011 hebben de Stichting Collectieve Actie Pensioengerechtigden ING Nederland, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en acht individuele Pensioengerechtigden (hierna tezamen Scaping) een aantal Nederlandse ING-vennootschappen en het fonds voor de rechter gedaagd. De belangrijkste vraag in de procedure was of er voor Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden sprake is van een onvoorwaardelijk recht op indexatie. De kantonrechter heeft in november geoordeeld dat de toezegging om te indexeren voorwaardelijk is. Het Bestuur dankt de leden van de Deelnemersraad, het Verantwoordingsorgaan, de Visitatiecommissie, de externe adviseurs en de medewerkers van het Bestuursbureau voor de bijdragen die zij in 2012 hebben geleverd aan de verdere versterking en het goed functioneren van het fonds. In dit jaarverslag 2012 treft u de verantwoording aan over het afgelopen boekjaar en kunt u meer lezen over de ontwikkeling van de financiële positie en de doelstellingen die zijn gerealiseerd. 8

1.2 Bestuursverslag Bijzondere ontwikkelingen in het verslagjaar 1.2.1. Dekkingsgraad Het fonds berekent de waarde van de pensioenverplichtingen zowel op basis van de in de markt waargenomen rentetermijnstructuur als op basis van de door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerde rentetermijnstructuur. DNB past sinds december 2011 de rentetermijnstructuur aan door uit te gaan van de 3-maands gemiddelde rente. Sinds september 2012 heeft DNB de rentetermijnstructuur bovendien aangepast aan de hand van de zogeheten Ultimate Forward Rate (UFR). Deze twee berekeningsmethoden van de pensioenverplichtingen leiden tot verschillende waarden van de dekkingsgraad. Het fonds refereert derhalve in zijn communicatie op de website naar zowel de DNB-dekkingsgraad als de marktwaardedekkingsgraad. De DNBdekkingsgraad is bepalend voor het voldoen aan de wettelijke vereisten. De marktwaardedekkingsgraad geeft naar de mening van het Bestuur een beter beeld van de werkelijke stand en ontwikkeling van de financiële positie van het fonds en wordt daarom gehanteerd bij de uitvoering van het beleggings- en risicobeleid. In 2012 heeft de dekkingsgraad (zowel de DNB- als de marktwaardedekkingsgraad) de vanaf september 2011 ingezette opgaande lijn verder doorgezet. De DNB-dekkingsgraad is in 2012 gestegen van 117,4% naar 125,4%. De marktwaardedekkingsgraad steeg in dezelfde periode van 113,2% naar 118,4%. In figuur 1 is de ontwikkeling van beide dekkingsgraden van het fonds weergegeven. In deze figuur is een sterke piek zichtbaar van de DNB-dekkingsgraad in mei 2012. Deze piek werd veroorzaakt door een scherpe rentedaling aan het eind van die maand. Door de rentemiddeling over drie maanden had deze rentedaling slechts zeer beperkte invloed op de waarde van de pensioenverplichtingen bij de berekening van de DNB-dekkingsgraad. Aangezien de rentedaling wel sterk doorwerkte in de waarde van de beleggingen, gaf de ontwikkeling van de DNB-dekkingsgraad een afwijkend beeld van de ontwikkeling van de marktwaardedekkingsgraad. Vanaf september 2012 steeg de DNB-dekkingsgraad fors als gevolg van de invoering van de UFR voor de bepaling van de pensioenverplichtingen. Jaarverslag 2012 9

Pensioenfonds ING Figuur 1. Ontwikkeling dekkingsgraden 128 124 126 124 125 120 121 120 119 119 116 112 108 Dec. 2010 Mrt. 2011 122 122 122 122 121 121 Jun. 2011 116 Sept. 2011 114 113 113 112 111 Dec. 2011 118 116 116 117 117 115 115 115 Mrt. 2012 113 112 Jun. 2012 117 117 118 118 118 117 116 116 Sept. 2012 Dec. 2012 DNB-dekkingsgraad Marktwaardedekkingsgraad De ontwikkeling van de DNB-dekkingsgraad van het fonds kan worden vergeleken met de gewogen gemiddelde DNB-dekkingsgraad van alle Nederlandse pensioenfondsen (figuur 2). Figuur 2. Ontwikkeling DNB-dekkingsgraad Pensioenfonds ING ten opzichte van de gemiddelde DNB-dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen 2009-2012 125 125 120 121 121 122 115 117 119 118 117 116 110 114 113 112 111 111 113 105 109 108 107 100 95 90 Dec. 2009 Mrt. 2010 100 Jun. 2010 99 Sept. 2010 Dec. 2010 Mrt. 2011 Jun. 2011 98 94 Sept. 2011 Dec. 2011 99 Mrt. 2012 94 Jun. 2012 102 101 Sept. 2012 Dec. 2012 DNB-dekkingsgraad Pensioenfonds ING Gemiddelde DNB-dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen 10

Uit de grafiek blijkt dat het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds zich in een dekkingstekortsituatie bevindt. Het verschil tussen de DNB-dekkingsgraad van Pensioenfonds ING en die van het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds is groter geworden, met name als gevolg van het gevoerde renteafdekkingsbeleid. Mocht de rente stijgen, dan zal het verschil weer kleiner worden. Bij deze vergelijking past de kanttekening dat bij Pensioenfonds ING de toeslagen, indien toegekend, door ING worden gefinancierd. Bij de meeste andere fondsen worden de toeslagen uit het vermogen gefinancierd. Vanuit een meerjarenperspectief voert het fonds een beleggingsbeleid gericht op het op prudente wijze laten toenemen van de marktwaardedekkingsgraad van het fonds tot ten minste het niveau van een drempelwaarde waarmee wordt voldaan aan de beginselen van veiligheid, kwaliteit en risicodiversificatie. De drempelwaarde is de marktwaardedekkingsgraad waarbij het fonds beschikt over voldoende vermogen om alle bekende risico s te kunnen opvangen ten opzichte van de huidige verplichtingen (zie paragraaf 1.4). In 2011 is de drempelwaarde door het fonds vastgesteld op 135%. In 2012 heeft dit beleid geresulteerd in een relatief stabiele stijging van de marktwaardedekkingsgraad. In 2013 zal de drempelwaarde worden herrekend. 1.2.2. Toeslagverlening Verhoging pensioenen Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden De verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers en de ingegane pensioenen van de Pensioengerechtigden is voorwaardelijk. Overeenkomstig de Uitvoeringsovereenkomst kan het fonds deze pensioenen alleen verhogen indien de Werkgever de daarvoor benodigde middelen aan het fonds ter beschikking stelt. De Werkgever heeft in het verleden aangegeven alleen in geval van zwaarwegende redenen geen middelen voor toeslagfinanciering aan het fonds ter beschikking te stellen. De Werkgever heeft voor de verhoging van de pensioenen van de Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden per 1 januari 2012, per 1 juni 2012 en per 1 oktober 2012 geen middelen aan het fonds ter beschikking gesteld. Het betrof de verhogingen waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient (2,33% per 1 januari 2012) en de verhogingen conform de CAO ING Verzekeren/IM en de CAO ING Bank waarvoor de looninflatie als maatstaf dient (respectievelijk 2,0% per 1 juni 2012 en 2,0% per 1 oktober 2012). Naar aanleiding van het besluit van de Werkgever heeft het Bestuur de vakbonden en de VSI gevraagd of zij van plan waren stappen te zetten. De vakbonden en de VSI hebben aangegeven vooralsnog geen stappen te ondernemen. Het Bestuur heeft besloten om een arbitrageprocedure te starten met betrekking tot de toeslagverlening per januari 2012. Arbitrageprocedure Het Bestuur was van mening dat de door de Werkgever genoemde redenen om geen middelen ter beschikking te stellen voor het verhogen van de pensioenen per 1 januari 2012 niet aan te merken zijn als zwaarwegende redenen en heeft daarom besloten tot arbitrage, zoals vastgelegd is in de Uitvoeringsovereenkomst. Op 21 december 2012 vond de zitting plaats, gevolgd door de uitspraak in januari 2013 (zie paragraaf 1.9.). Scapingprocedure Scaping heeft in juli 2011 de Werkgever en het fonds voor de rechter gedaagd. De Werkgever werd gedaagd over onder andere de voorwaardelijkheid van de indexatie toezegging en over het uitblijven van de indexatie per 1 september 2009, 1 januari 2010 en 1 januari 2011. Het fonds werd gedaagd over de vraag of bij het ontbreken van financiering door de Werkgever het fonds dit uit eigen middelen had moeten voldoen. Daarnaast speelde de vraag of het fonds zich voldoende had ingespannen om de Werkgever te bewegen de indexatie te financieren. Op 9 november 2012 is in deze procedure uitspraak gedaan. De kanton rechter heeft geoordeeld dat de toezegging om te indexeren voorwaardelijk is. Dit betekent dat het aan de Werkgever is om te besluiten of hij de middelen voor toeslagfinanciering aan het fonds ter beschikking stelt. De Werkgever stelt de middelen ter beschikking tenzij sprake is van zwaarwegende redenen. De rechter verwijst hierbij ook naar de uitspraak van juli 2011 in de procedure tussen het fonds en de Werkgever. Daarnaast geeft de rechter aan dat de indexatie niet ten laste van de eigen middelen van het fonds mag worden toegekend. De rechter heeft bevestigd dat het fonds zich voldoende heeft ingespannen voor de belangen van de Pensioengerechtigden. 1.2.3. De voorbereidingen op een mogelijke splitsing van het fonds De Werkgever heeft het fonds in mei 2012 formeel verzocht om in gezamenlijkheid aan Jaarverslag 2012 11

Pensioenfonds ING de slag te gaan om een splitsing van het fonds in een pensioenfonds voor Bank en een pensioenfonds voor Verzekeren/IM te realiseren. Het Bestuur heeft aangegeven aan dit verzoek mee te willen werken, onder de voorwaarden dat er duidelijkheid is over de toekomstige verhaalsmogelijkheden bij ING Bank en ING Verzekeren/IM dan wel dat de financiering van de toeslagen aan het fonds is overgedragen of dat er voldoende zekerheid is dat de overdracht hiervan op afzienbare termijn na splitsing zal plaatsvinden. Zolang deze voorwaarden niet zijn vervuld, kan het Bestuur geen besluit nemen over een mogelijke splitsing van het fonds. De Commissie Splitsing heeft in 2012 de voorbereidingen op een mogelijke splitsing van het fonds voortgezet. Er is verder onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de indexatieverplichting van de Werkgever door het fonds over te laten nemen en er is onderzocht op welke wijze een splitsing van het fonds te realiseren is. Daarnaast is in dit traject veel aandacht besteed aan het overleg met belanghebbenden en hun vertegenwoordigers zoals de Werkgever, de Deelnemersraad, de Centrale Ondernemingsraad, de vakbonden en de VSI om voor een goede belangen behartiging zorg te dragen. 1.2.4. Nieuwe pensioenregelingen bij de Werkgever De Werkgever en de vakbonden hebben overeenstemming bereikt over de invoering van een nieuwe pensioenregeling voor de medewerkers die vallen onder de CAO ING Bank en een pensioenregeling voor de medewerkers die vallen onder de CAO ING Verzekeren/IM. De regelingen worden ondergebracht bij twee nieuw op te richten pensioenfondsen, één voor ING Bank en één voor Verzekeren/IM. De ingangsdatum van de nieuwe pensioenregelingen is 1 januari 2014. De tot die datum bij het fonds opgebouwde rechten blijven bij het bestaande fonds. 1.2.5. Transitie van fondsen naar discretionaire mandaten Het Bestuur heeft in 2010 besloten maatregelen te treffen om meer inzicht te verkrijgen in de feitelijke posities en risico s in de beleggingsportefeuilles met als doel deze posities en risico s beter te kunnen monitoren en beheersen. Hiertoe is een aantal fondsbeleggingen omgezet naar discretionaire mandaten. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat het fonds meer inzicht heeft in de postities waarin het fonds belegt. Tevens kan het fonds meer invloed uitoefenen op het beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen. Daarnaast zijn de gemiddelde vermogensbeheerkosten gedaald. 1.2.6. Nationale en internationale waardering voor fonds Het fonds heeft tijdens de jaarlijkse uitreiking van de npn prijzen op 1 november 2012 de prijs Pensioenfonds van het jaar 2012 in ontvangst mogen nemen. Deze prijs is een initiatief van het vakblad Nederlands Pensioen & Beleggingsnieuws (npn), een uitgave van de Financial Times. De vakjury oordeelde dat het fonds de afgelopen jaren hard heeft gewerkt om zich volledig te reorganiseren en toonde respect voor de volhardendheid van het Bestuur en de daarmee behaalde resultaten. Op 29 november 2012 is de IPE Award Best Pension Fund in The Netherlands toegekend aan het fonds. De IPE European Pension Funds Awards zijn een initiatief van het maandblad Investment & Pensions Europe. De jury oordeelde dat de governance en het risicomanagement bij het fonds goed op orde zijn. 12

1.3 Bestuursverslag Uitvoering pensioenregelingen 1.3.1. Pensioenregelingen Het fonds voert pensioenregelingen uit voor (gewezen) werknemers van ING in Nederland. Bij de start van een dienstverband treden medewerkers toe tot de Basisregeling Pensioen 65. Deze Basisregeling Pensioen 65 is een eindloonregeling voor het vaste inkomen tot een grensbedrag en een middelloonregeling voor een aantal in de CAO genoemde variabele beloningscomponenten. De overige pensioenregelingen betreffen gesloten regelingen waartoe geen Deelnemers meer kunnen toetreden. De Verzekerden van het fonds zijn te onderscheiden in Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden. Het fonds behartigt de belangen van alle Verzekerden. 1.3.2. Ontwikkeling aantal Verzekerden Het totaal aantal Verzekerden van het fonds is in 2012 gedaald. Net als in voorgaande jaren daalde het aantal Deelnemers (in 2012: -2.110 en in 2011: -1.062). Het aantal Gewezen Deelnemers nam in 2012 toe met 682. Het aantal Pensioengerechtigden is gestegen naar 17.398 (in 2011: 17.057). Opvallend is dat voor het eerst het aantal Gewezen Deelnemers groter is dan het aantal Deelnemers (zie figuur 3). Dit hangt samen met de ontwikkelingen die de Werkgever doormaakt. Eind 2003 bestond 54% van alle Verzekerden uit Deelnemers. Eind 2012 is dit aandeel gedaald tot 37,4% (eind 2011: 39,7%). Figuur 3. Ontwikkeling aantallen Verzekerden (gesplitst naar groep) 40.000 35.000 30.000 25.000 Deelnemers Gewezen Deelnemers Pensioengerechtigden 20.000 15.000 10.000 Dec. 2003 Dec. 2004 Dec. 2005 Dec. 2006 Dec. 2007 Dec. 2008 Dec. 2009 Dec. 2010 Dec. 2011 Dec. 2012 Jaarverslag 2012 13

Pensioenfonds ING De ontwikkeling van de aantallen Verzekerden heeft als gevolg dat de verhouding tussen de premie-inkomsten en het vermogen van het fonds afneemt. Ook zal de looptijd van de verplichtingen afnemen. In toekomstprojecties (ALM-studies) voor de onderbouwing van het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met deze ontwikkeling. Ook kan de ontwikkeling op termijn gevolgen hebben voor de governance van het fonds. De uitsplitsing van de Verzekerden naar mannen en vrouwen is in tabel 1 weergegeven. Tabel 1. Verzekerden 2012 2011 2012 2011 Mannen Vrouwen Totaal Totaal In % In % Deelnemers 16.757 10.544 27.301 29.411 37,4 39,7 Gewezen Deelnemers 15.466 12.887 28.353 27.671 38,8 37,3 Pensioengerechtigden 9.757 7.641 17.398 17.057 23,8 23,0 Totaal Verzekerden 73.052 74.139 100,0 100,0 De uitsplitsing van de Pensioengerechtigden is in tabel 2 weergegeven. Tabel 2. Pensioengerechtigden 2012 2011 2012 2011 Mannen Vrouwen Totaal Totaal In % In % Ouderdomspensioen 9.218 3.485 12.703 12.448 73,0 73,0 Partnerpensioen 386 3.977 4.363 4.264 25,1 25,0 Wezenpensioen 153 179 332 345 1,9 2,0 Totaal Pensioengerechtigden 17.398 17.057 100,0 100,0 1.3.3. Communicatie met Verzekerden Informatieverstrekking aan Verzekerden dient begrijpelijk, juist en volledig te zijn en op tijd plaats te vinden. Dit zijn de kwalitatieve normen die de Pensioenwet aan informatieverstrekking stelt. Voor 2012 heeft het fonds zich wederom als doel gesteld om de relevantie van de informatie verstrekking aan de Verzekerden te verbeteren. Verzekerden werden in leeftijdsgroepen ingedeeld. De inhoud en opzet van de communicatiemiddelen werden afgestemd op de informatiebehoefte van deze groepen. De communicatie met de Verzekerden vond in 2012 plaats via nieuwsberichten op de website van het fonds, de Pensioenkrant, de digitale nieuwsbrieven, het kwartaalbericht, het 14

Pensioenloket en gerichte correspondentie. In 2012 heeft het fonds de Verzekerden onder andere geïnformeerd over: het besluit van de Werkgever om geen middelen ter beschikking te stellen voor de verhoging van de ingegane pensioenen en pensioenaanspraken (januari 2012); de arbitrage over de verhoging van de pensioenen (maart 2012); de administratieve gevolgen van de invoering van gescheiden CAO s voor ING Bank en ING Verzekeren/IM (juni 2012); de nieuwe pensioenregelingen per 1 januari 2014 (juni 2012); de uitspraak in de Scapingprocedure (november 2012); en de ontwikkeling van de financiële positie van het fonds (op maand- en kwartaalbasis). 1.3.4. Communicatiemiddelen Om de kwalitatieve normen te behalen heeft het fonds in 2012 diverse communicatiemiddelen ingezet. Pensioenkrant en website In juni 2012 is het Magazine Pensioen vervangen door de Pensioenkrant. Ten behoeve van de relevantie zijn artikelen per leeftijdscategorie gegroepeerd en gekenmerkt. De onderwerpen in de Pensioenkrant sluiten aan op hetgeen op dat moment leeft onder de Verzekerden. Ook op de website staan de Verzekerden en de belangrijke momenten in hun leven centraal. Om de Verzekerden te bereiken heeft het fonds ook in 2012 op verschillende momenten gedurende het jaar digitale nieuwsbrieven gestuurd. Door de link in de digitale nieuws brieven naar de website wordt getracht het websitebezoek te bevorderen. Om de Verzekerden inzicht te geven in de ontwikkeling van de financiële positie, de marktontwikkelingen en het financiële beleid heeft het fonds voor de website een kwartaalbericht ontwikkeld. Uniform Pensioen Overzicht (UPO) en pensioenoverzicht In het tweede kwartaal van 2012 heeft het fonds het UPO, met daarin de stand van zaken per 1 januari 2012, gestuurd aan de Deelnemers. Hiermee voldeed het fonds ruimschoots aan de verplichting jaarlijks voor 30 september de toezending gereed te hebben. In het derde kwartaal zijn pensioenoverzichten naar alle Pensioengerechtigden verzonden. Pensioenloket Het Pensioenloket is ingericht om pensioenvragen van Verzekerden te beantwoorden, bijvoorbeeld over pensioenopbouw of over de consequenties van veranderingen in de persoonlijke omstandigheden. Ook in 2012 hebben de medewerkers van het Pensioenloket veel Verzekerden geholpen. In totaal zijn 51.896 vragen beantwoord. Dit is een daling ten opzichte van 2011 (67.368). Jaarverslag 2012 15

Pensioenfonds ING Tabel 3. Aantal contacten van Verzekerden met het Pensioenloket 2012 2011 2010 Telefonisch 9.609 11.034 13.069 Per mail 5.517 7.074 8.772 Via de post 9.589 13.880 13.227 Subtotaal 24.715 31.988 35.068 Pensioenplanner bezoeken 27.181 35.380 20.743 Totaal via het Pensioenloket 51.896 67.368 55.811 Tabel 4. Soort vragen van Verzekerden aan het Pensioenloket 2012 2011 2010 Pensioenregelingen 4.722 4.723 2.850 Waardeoverdracht 4.161 6.964 7.701 Pensioenplanner 1.666 1.257 2.364 UPO 1.510 2.612 5.024 Pensioeningang 1.140 2.948 3.320 Jaaropgave 259 437 630 Toeslagverlening 242 557 78 Klachten 99 145 117 Overig 10.916 12.345 12.984 Totaal 24.715 31.988 35.068 Pensioenplanner bezoeken 27.181 35.380 20.743 Pensioenplanner Met de Pensioenplanner, die te vinden is op de website van het fonds, kunnen Deelnemers het door hen opgebouwde pensioen op een overzichtelijke wijze in beeld krijgen. Een Deelnemer kan in de Pensioenplanner persoonlijke keuzes invullen waarna de Pensioenplanner uitrekent wat de consequentie is van deze keuze voor de hoogte van het pensioen. De Pensioenplanner is in 2012 minder frequent dan in 2011 bezocht (2012: 27.181 en 2011: 35.380 keer). Daarentegen zijn er wel meer vragen over de Pensioenplanner gesteld (2012: 1.666 en 2011: 1.257), onder andere over het verlenen van toegang daartoe aan Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden. 1.3.5. Communicatieresultaten Om te toetsen of de informatieverstrekking van het fonds voldoet aan de verwachtingen van Verzekerden, heeft het fonds diverse onderzoeken uitgevoerd. Deelnemers en Pensioengerechtigden namen deel aan onderzoeken met betrekking tot de 16

Pensioenkrant en de reputatie van het fonds. Daarnaast werd in oktober 2012 het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Reputatie-onderzoek In juli 2012 heeft het fonds een online, representatief reputatie-onderzoek uitgevoerd onder 4.717 abonnees op de digitale nieuwsbrieven. In totaal gaven 573 Deelnemers en 599 Pensioengerechtigden gehoor aan de uitnodiging om hun verwachtingen en ervaringen ten aanzien van het fonds kenbaar te maken. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn: Deelnemers verwachten dat het fonds zijn taak als pensioenuitvoerder waarmaakt door het voeren van een prudent financieel beleid. Voor Pensioengerechtigden vertaalt deze taak van het fonds zich vooral in het veiligstellen van de ingegane pensioenen, bijvoorbeeld door op te komen voor hun belangen rondom de indexatie; en Verzekerden vinden het fonds professioneel, vooral ten aanzien van het gevoerde financiële beleid. Er is veel vertrouwen dat het fonds ook de toekomstige pensioenuitkeringen kan voldoen. De binding met het fonds neemt toe met het vorderen van de jaren. Naarmate men dichter bij de pensioenleeftijd komt neemt ook de interesse toe. Vertrouwen in het fonds is voornamelijk gebaseerd op transparantie. Verzekerden hechten minder belang aan het hebben van een eigen gezicht van het fonds in de markt. Het fonds heeft op basis van de uitkomsten van het reputatie-onderzoek nieuwe initiatieven ontplooid om de transparantie te verhogen, zoals de invoering van het kwartaalbericht. Verder zal de functionaliteit van de Pensioenplanner worden verbeterd. Figuur 4. Vertrouwen in financieel beleid 300 200 100 Pensioengerechtigden Deelnemers Jaarverslag 2012 0 Volledig oneens Behoorlijk oneens Enigszins oneens Neutraal Enigszins mee eens Behoorlijk mee eens Volledig mee eens 17

Pensioenfonds ING Klanttevredenheidsonderzoek In oktober 2012 werd het jaarlijkse online, representatief klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd waaraan 547 Deelnemers en 387 Pensioengerechtigden hebben deelgenomen. Het doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de mate van tevredenheid uitgedrukt in de beeldvorming ten aanzien van het fonds, de effectiviteit van de pensioencommunicatie en het pensioen bewustzijn onder de Verzekerden. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn: het gemiddeld rapportcijfer heeft zich ten opzichte van 2011 hersteld, namelijk van 7,3 naar 7,7; het vertrouwen onder de Pensioengerechtigden in het fonds is ten opzichte van 2011 gestegen, namelijk van 75% naar 79%; Verzekerden hebben een positief beeld van het fonds en vinden het fonds overwegend professioneel en zelfstandig. Wie contact heeft gehad met het Pensioenloket waardeert ook de persoonlijke benadering; en communicatie is het belangrijkste middel om de bestaande vertrouwensband met Verzekerden te behouden. Tabel 5. Enkele resultaten klanttevredenheidsonderzoek Rapportcijfer (Veel) vertrouwen (Zeer) positief beeld 2012 2011 2010 2012 2011 2010 2012 2011 2010 Deelnemers 7,7 7,4 7,5 79% 80% 78% 73% 70% 74% Pensioengerechtigden 7,7 7,1 7,6 79% 75% 80% 75% 66% 79% Een aantal onderwerpen met bijbehorende resultaten uit het klanttevredenheidsonderzoek wordt hieronder nader toegelicht. Pensioenbewustzijn Net als in 2011 denken negen van de tien van de Deelnemers wel eens na over hun pensioeninkomen. Het beeld dat Deelnemers daarvan hebben is positiever dan dat van de gemiddelde Nederlandse werknemer. De Deelnemers geven aan een hoog pensioen nodig te hebben bij pensionering (namelijk 76% of meer van het netto loon). Acht van de tien Deelnemers zijn onzeker of zij voldoende pensioen zullen ontvangen. De spaarintentie is toegenomen van 19% in 2011 naar 24% in 2012. Pensioenplanner Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat vier van de tien van de Deelnemers in 2012 gebruik heeft gemaakt van het beveiligde deel van de website van het fonds. Negen van de tien Deelnemers die hebben ingelogd op het beveiligde deel van de website zeggen hier (zeer) tevreden over te zijn. 18

Pensioenkrant en website De opzet van de Pensioenkrant wordt beter beoordeeld dan het Magazine Pensioen. Verzekerden vinden de informatie vaker relevant voor hun eigen situatie. De website bereikt nagenoeg de helft van de totale doelgroep. De tevredenheid over de website onder de Verzekerden is ten opzichte van 2011 iets afgenomen, namelijk van 85% naar 83%. Verzekerden waren kritischer over de aspecten gebruiksvriendelijkheid en volledigheid van de informatie op de website. UPO Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat acht van de tien Pensioengerechtigden en Deelnemers het jaarlijkse overzicht redelijk goed begrijpt. Het merendeel van de Deelnemers neemt het UPO vluchtig door terwijl de meeste Pensioengerechtigden het pensioenoverzicht grondig doorlezen. Pensioenloket Uit het onderzoek blijkt dat het Pensioenloket goed functioneert maar dat de deskundigheid scherp bewaakt dient te worden. Geconcludeerd kan worden dat de extra inspanningen in de communicatie mede hebben bijgedragen aan het herstel van het vertrouwen in het fonds en meer waardering voor de relevantie en de begrijpelijkheid van de informatie. 1.3.5. Geschillen met Verzekerden Indien een Verzekerde van mening is dat hij bij de toepassing van de pensioenreglementen in zijn rechten is geschaad, kan hij bezwaar maken tegen de genomen beslissing. Indien het bezwaar wordt afgewezen, kan de Verzekerde het geschil voorleggen aan de Ombudsman Pensioenen. Per 1 januari 2012 waren twee bezwaarschriften uit 2011 in behandeling bij de Geschillencommissie. In 2012 zijn negen bezwaarschriften ingediend bij de Geschillencommissie, wat het totaal op elf bracht. Vijf bezwaarschriften waren eind 2012 nog in behandeling bij de Geschillencommissie. Vijf bezwaarschriften zijn afgewezen en één bezwaarschrift is toegewezen. Verder hebben twee Verzekerden een geschil voorgelegd aan de Ombudsman Pensioenen. Beide geschillen zijn door de Ombudsman behandeld en afgewezen. Jaarverslag 2012 19