BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 4 MEI 2013 DEEL 1 I. BOEKHOUDEN: /40 III. PLICHTENLEER: /10 Sub-Totaal: /50 A B C D E 04 mei 2013/ p.1
ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN Deel I I. BOEKHOUDING /40 A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE /15 BEOORDELING VAN DE JAARREKENING C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDINGSDIENSTEN EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING /5 III. PLICHTENLEER (I) /10 TOTAAL DEEL I : /50 04 mei 2013/ p.2
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003), gewijzigd bij KB van 10/08/2005 SCHRIFTELIJKE PROEF 4 MEI 2013 DEEL 1 Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : belastingen en recht) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en lidnummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Enkel het gebruik van een rekenmachine, een rekeningenstelsel, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verlaten van de aula en de ongeldigheid van dit examen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) De resultaten worden toegestuurd van zodra de correctoren alle exemplaren hebben verbeterd. Deze vragenlijst (MET modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen op de website worden gepubliceerd. Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! 04 mei 2013/ p.3
DEELDOMEIN BOEKHOUDING./40 Alle journaalposten moeten een datum en een omschrijving bevatten. De rekeningen moeten minstens uit 3 cijfers bestaan. A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 Vraag A. 1. /5 Een kleine vennootschap verkoopt een machine voor 450.000 in N7. De machine had een aanschaffingswaarde van 500.000 in het jaar N0. De machine heeft een levensduur van tien jaar en wordt enkel gebruikt voor beroepsdoeleinden. De belastingvoet is 33,99 %. De onderneming kiest fiscaal voor het stelsel van de gespreide taxatie. In N8 gebeurt een investering van een machine voor 500.000 die opnieuw tien jaar zal kunnen gebruikt worden. Tot N15 zijn er geen nieuwe investeringen. Vragen : 1. Geef de journaalposten in N7 voor de verkoop van de machine. 2. Geef de eindejaarsjournaalposten in N8 voor deze herinvestering. 3. Hoeveel bedraagt de balansrubriek uitgestelde belastingen, op balansdatum einde boekjaar N11? 04 mei 2013/ p.4
04 mei 2013/ p.5
Vraag A. 2. /5 De onderneming heeft een openstaande vordering op dubieuze debiteur X voor een bedrag van 9.075,00 EUR (BTW-tarief = 21%). Er werd reeds een waardevermindering geboekt voor 50% van de dubieuze vordering. Uiteindelijk betaalt de debiteur 1 815.00 EUR. Vraag : Geef de journaalposten van de betaling. 04 mei 2013/ p.6
Vraag A.3. /5 1) Geef de twee maandelijkse journaalposten voor de betaling van het loon van een arbeider als je weet dat de bruto maandbezoldiging van deze arbeider 2.200,00 bedraagt, de RSZ werknemer 13,07 %, de bedrijfsvoorheffing 25%, de patronale bijdragen 750,00 en dat de 15 de van de maand door de bank een voorschot van 800,00, betaald werd. 2.) Geef de maandelijkse journaalpost van de zaakvoerder. De bruto wedde is 3.000,00, de bedrijfsvoorheffing 800,00, de sociale bijdragen betaald door de onderneming bedragen 2.100,00 per kwartaal. 04 mei 2013/ p.7
B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING Vraag B. 1. /15 /5 1. Op welke rubrieken van het aktief is het boeken van een herwaarderingsmeerwaarde mogelijk? 2. Op welke rubrieken niet? 3. Welke voorwaarden moeten vervuld zijn om tot het boeken van een herwaarderingsmeerwaarden te kunnen overgaan? 04 mei 2013/ p.8
Vraag B. 2. /6 1. Gelieve de bijlagen betreffende de staat van de schulden en de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen te vervolledigen op datum van 31/12/N rekening houdend met onderstaande gegevens. 2. Gelieve desgevallend de rekeningen van de niet in de balans opgenomen rechten verplichtingen op te geven die gebruikt moeten worden; Gegevens : a. Lening bij de bank voor de oprichting van een industrieel onroerend goed op de grond van de vennootschap Datum van de lening: 01/03/N-10 Bedrag van de lening : 240.000,00 Duur : 20 jaar Jaarlijkse vervaldag in kapitaal 12.000,00 Waarborg: Hypothecaire inschrijving ten 240.000,00 belopen van Boekhoudkundige situatie op 31/12/N Schulden op meer dan één jaar 96.000,00 Schulden op ten hoogste één jaar die 12.000,00 binnen het jaar vervallen : Aankoopwaarde van de grond 10.000,00 Aankoopwaarde van het onroerend goed 240.000,00 Geboekte afschrijvingen : jaarlijks 5% lineair b. Schulden in rekening courant Zichtrekening bank xyyz, debetsaldo bij de bankier van : (maximale toegelaten overschrijding als kredietlijn voor 5 000 ) Kredietkaart abc, verrichtingen van de maand december : (betaalbaar via domiciliëring de volgende maand) - 1.750,00-500,00 c. Fiscale schulden Rekening courant BTW : 3 de kwartaal N : 1.260,00 BTW verschuldigd 4 de kwartaal N : 4.300,00 BTW verschuldigd Bijzondere BTW rekening op datum van 05/10/N Boete voor niet -indiening van de klantenlisting van de BTW belastingplichtigen: 2.500,00 verschuldigd 04 mei 2013/ p.9
d. De vennootschap heeft roerende waarden in bewaring gegeven om een lening te garanderen toegestaan door een financiële instelling aan één van de partners waarmee de vennootschap zaken doet, er ingeschreven voor een bedrag van 3.750,00. 04 mei 2013/ p.10
04 mei 2013/ p.11
04 mei 2013/ p.12
Vraag B. 3. /4 Geef 4 informaties te vermelden in het volledig schema die niet teruggevonden worden in het verkort schema van de jaarrekening. 04 mei 2013/ p.13
C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 Vraag C.1. /2,5 De FOD Economie voert jaarlijks een verplichte enquête uit naar de structurele kenmerken van de ondernemingen. Deze enquête is gebaseerd op de cijfers van de recentste neergelegde jaarrekening. Vraag: Leg uit wat de door FOD-Economie uitgevoerde verticale en een horizontale analyse van de jaarrekening inhoudt. 04 mei 2013/ p.14
Vraag C.2. /2,5 Geef commentaar op de evolutie van de kerncijfers van de jaarrekening van de vennootschap LAMBDA, van N tot N+2 (wetende dat de vennootschap is opgericht op 02/01/N). JAARREKENING VAN DE VENNOOTSCHAP LAMBDA ACTIEF VASTE ACTIVA N+2 N+1 N Terreinen en gebouwen 2.000.000,00 30.000,00 40.000,00 Voorraden 937.500,00 750.000,00 562.500,00 VLOTTENDE ACTIVA N+2 N+1 N Klanten 625.000,00 500.000,00 375.000,00 Bank 0,00 85.000,00 97.500,00 TOTAAL ACTIEF 3.562.500,00 1.365.000,00 1.075.000,00 PASSIEF EIGEN VERMOGEN N+2 N+1 N Kapitaal 100.000,00 100.000,00 100.000,00 Reserves 965.000,00 727.500,00 10.000,00 Overgedragen resultaat -385.000,00 237.500,00 727.500,00 SCHULDEN N+2 N+1 N Bankschulden 2.500.000,00 50.000,00 50.000,00 Leveranciers korte termijn 382.500,00 250.000,00 187.500,00 TOTAAL PASSIEF 3.562.500,00 1.365.000,00 1.075.000,00 RESULTATENREKENING N+2 N+1 N Zakencijfer 7.500.000,00 6.000.000,00 4.500.000,00 Handelsgoederen, grond-en hulpstoffen -3.750.000,00-3.000.000,00-2.250.000,00 Diensten en diverse goederen -1.500.000,00-1.250.000,00-1.000.000,00 Bezoldigingen -2.000.000,00-1.500.000,00-500.000,00 Afschrijvingen -510.000,00-10.000,00-10.000,00 Financiële kosten -125.000,00-2.500,00-2.500,00 RESULTAAT -385.000,00 237.500,00 737.500,00 04 mei 2013/ p.15
04 mei 2013/ p.16
D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. /5 Vraag D.1. /5 Op basis van een aanbeveling komt een mogelijke (Belgische) cliënt u (erkend boekhouder BIBF) raadplegen. Hij wil weten welke stappen hij moet zetten om een activiteit te starten als zelfstandige schrijnwerker in hoofdberoep. Hij wil geen vennootschap oprichten of overnemen. Vragen: 1. Welke zijn de verplichte te vervullen formaliteiten? 2. Geef ten minste drie verzekeringscontracten die u deze cliënt zou aanbevelen te onderschrijven. 3. Wat gaat u de cliënt aanbevelen indien hij een handelsfonds wil overnemen? 4. Wat zijn gevolgen wanneer hij zijn activiteit begint op 28 december N? 5. Welke boeken zal deze cliënt moeten houden? 04 mei 2013/ p.17
III. PLICHTENLEER (I) /10 E. PLICHTENLEER /10 Geef steeds een korte toelichting bij uw antwoord en bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wet en/of KB die van toepassing zijn Vraag E.1.../2 Een nieuwe cliënt, NV Automotief, actief in de autohandel, vraagt u om haar boekhouding te verzorgen. Na een eerste afspraak met de cliënt zelf, beslist u om het dossier te aanvaarden. Vraag Wanneer u op het kantoor het dossier van deze nieuwe cliënt aanmaakt, welke documenten moeten deel uitmaken van het permanent dossier? Geef er minstens vier. Vraag E.2../2 U is erkend boekhouder-fiscalist sinds 2008 en u voert sinds enkele jaren al de boekhouding van de NV Constructief, actief in de bouwsector. Het is een ernstige cliënt en u heeft er tot op heden nooit problemen mee gehad. In het begin van de maand april 2013, laattijdig en na enkele herinneringen, overhandigt uw cliënt de boekhoudstukken van het laatste kwartaal van van 2012 en begin 2013 met het oog op verwerking in de boekhouding. U stelt al snel vast dat deze stukken niet overeenstemmen met de stukken die tot voor kort door uw cliënt werden overhandigd. U stelt vast dat maar drie arbeiders worden aangegeven en er geen spoor is van de tussenkomst van onderaannemers en dit terwijl tot voor kort uw cliënt nochtans belangrijke private en publieke werven heeft en met veel arbeiders werkte. De bedragen op de facturen zijn ongewoonlijk hoog, de facturen zijn opgesteld in een u onbekende taal en u stelt vast dat er, zonder dat u hiervan in kennis werd gesteld, nieuwe bestuurders werden benoemd. Ondanks diverse opzoekingen slaagt u er niet in deze bestuurders te identificeren. 04 mei 2013/ p.18
Vragen om informatie en toelichting van uwentwege worden door de cliënt niet beantwoord. Het enige wat er gebeurt is dat een «nieuwe» bestuurder met u contact neemt en oplegt om alles in te boeken zoals het werd doorgegeven. De activiteiten van deze cliënt zijn op minst vreemd te noemen. Vragen 1. Wat is de CFI en wat is haar taak? 2. Heeft u in het voorliggend geval en gelet op het gedrag van de cliënt, enige verplichting naar de CFI toe? 3. Uw bankier meldt u dat zij telefonisch contact heeft gehad met de CFI over deze cliënt. Moet u nog iets anders doen? 4. Gaat u uw cliënt in kennis stellen van de eventueel door u ondernomen stappen? Vraag E.3../2 Een cliënt deelt u per brief mee dat hij niet meer tevreden is over uw diensten en dat hij zijn dossier wenst op te halen. U nodigt hem uit om de gegevens van de nieuwe boekhouder mede te delen zodat u het dossier aan deze laatste kan overmaken. U herinnert hem bovendien aan het feit dat de algemene voorwaarden voorzien dat de cliënt die zijn dossier terugwil 350,00 dient te betalen voor het klaarmaken en overdragen van het dossier. Een overdracht die trouwens maar zal gebeuren nadat uw kantoor de betaling ontvangen heeft. Vragen Licht uw antwoorden toe en vergeet niet de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepaling(en) te vermelden. 1. Kan u opleggen dat u het dossier alleen aan een confrater zal overdragen? 2. Is het bijhouden van het dossier tot ontvangst van de betaling in overeenstemming met het Reglement van plichtenleer? 3. Uw verhouding met de cliënt is enkel vastgelegd in algemene voorwaarden. Bestaat er een document dat hiervoor geschikter is? 4. Indien zo een document wordt opgemaakt en getekend, in hoeveel exemplaren moet dit dan gebeuren? 04 mei 2013/ p.19
Vraag E.4../2 10 maanden na het einde van uw tussenkomst in een dossier stelt de advocaat van uw gewezen cliënt in kennis va het feit dat er problemen zijn in de boekhouding alsook met betrekking tot belastingaangiftes die niet werden ingediend en dit tijdens de periode dat u op het dossier werkte. De niet-uitgevoerde prestaties werden wel gefactureerd aan en betaald door de cliënt. De advocaat vraagt de tussenkomst van uw beroepsaansprakelijkheidsverzekering. U deelt hem mee dat u uw beroepsaansprakelijkheidsverzekering 6 maanden geleden heeft opgezegd wegens te duur en niet nuttig. Maak in uw antwoorden duidelijk melding van de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire basis. 1. Kan u als boekhouder BIBF niet gedekt zijn door een beroepsaansprakelijkheidsverzekering? 2. Om u tegen deze aantijgingen te kunnen verdedigen moet u bepaalde elementen uit het dossier van de gewezen cliënt aan zijn advocaat meedelen. Welke elementen mag u meedelen? 04 mei 2013/ p.20
Vraag E.5../2 U wordt gecontacteerd door een gewezen lid van het BIBF die wil dat u hem vertegenwoordigt voor het volgende. Hij vertelt dat er lastens hem een tuchtrechtelijk schrapping werd uitgesproken en dit o.a. wegens het niet afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering, niet naleven van de verplichtingen inzake permanente vorming en wegens het ontbreken van bekwaamheid en waardigheid bij de uitoefening van het beroep. Deze beslissing is definitief geworden op 22 april 2010. Hij wenst zich opnieuw in te schrijven op het tableau van de beroepsbeoefenaars. Vragen : 1. Welke procedure moet hiervoor gevolgd worden? 2. Vanaf welk ogenblik en onder welke voorwaarden kan hij effectief opnieuw geïntegreerd worden in het Instituut. Maak in uw antwoorden duidelijk melding van de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire basis. 04 mei 2013/ p.21
BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 4 MEI 2013 DEEL 2 II. FISCALITEIT : /35 III. RECHT : /15 Sub-Totaal: /50 F. G H I J K 04 mei 2013/ p.22
ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN 04 mei 2013 - Deel II II. FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen) /35 F. BTW /10 G. PERSONENBELASTING /10 H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 I. BELASTINGSPROCEDURES /5 III. VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II) /15 J. VENNOOTSCHAPSRECHT EN DE WETGEVING IN VERBAND MET /10 ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS- EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /5 TOTAAL DEEL II : /50 04 mei 2013/ p.23
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003), gewijzigd bij KB van 10/08/2005 SCHRIFTELIJKE PROEF 4 MEI 2013 DEEL 2 Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : fiscaliteit en vennootschapsrecht en andere rechtstakken ) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en lidnummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Enkel het gebruik van een rekenmachine, een rekeningenstelsel, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verlaten van de aula en de ongeldigheid van dit examen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) De resultaten worden toegestuurd van zodra de correctoren alle exemplaren hebben verbeterd. Deze vragenlijst (MET modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen op de website worden gepubliceerd. Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! 04 mei 2013/ p.24
II. DEELDOMEIN FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen)./35 F. BTW /10 Tenzij anders aangeduid zijn de vermelde bedragen steeds exclusief BTW Vraag F. 1. /5 Welke verrichtingen moet u doen in de volgende situatie? Een loodgieter stopt zijn activiteiten op 31/1/2012 en draagt de gehele handel over doch behoudt, voor persoonlijk gebruik, een auto. De auto was door hem aangekocht in 2008 voor 22.675,00 EUR en werd volledig geïnvesteerd in zijn economische activiteit. De tweedehandswaarde van het voertuig op 31/12/2012 bedraagt 4.500,00 EUR. Vraag F. 2. /5 1 (A) koopt 100 wijnkistjes (twee flessen wijn ver pakt in één kist). Per kist is de aankoopprijs 60 (BTW 21 % inclusief). Deze kistjes zijn bestemd om als nieuwjaarsgeschenk te worden overhandigd aan de klanten van (A) (één kistje per klant); 2 (A) koopt 50 wijnkistjes (twee flessen wijn verp akt in één kistje). Per kistje is de aankoopprijs 45 (BTW 21 % inclusief). Deze kistjes zijn bestemd om als eindejaarsgeschenk te worden overhandigd aan de 50 personeelsleden van (A) ( één kistje per personeelslid); 3 (A) koopt een rouwkrans (bloemen) ter gelegenhei d van het overlijden van één van haar personeelsleden. De aankoopprijs is 35 ( BTW inclusief). Deze rouwkrans wordt bijgezet op het graf van het overleden personeelslid; 04 mei 2013/ p.25
4 (A) koopt ter gelegenheid van Sint-Niklaas speel goed voor de kinderen van de personeelsleden. Het betreft 50 pakketten, ter waarde van 45 ( BTW 21 % inclusief) per pakket en ieder personeelslid heeft recht op één pakket per kind jonger dan 12 jaar; 5 (A) koopt een rouwkrans ter waarde van 35 (inc lusief btw) ter gelegenheid van het overlijden van de vroegere gedelegeerd bestuurder van de firma; Gevraagd : Geef voor de hierboven vermelde gevallen de roosters van de Belgische BTW-aangifte van (A) met de passende bedragen, wetende dat (A) een BTW-plichtige vennootschap is met volledig recht op aftrek. Licht telkens ook uw antwoord toe. 04 mei 2013/ p.26
04 mei 2013/ p.27
04 mei 2013/ p.28
G. PERSONENBELASTING /10 Vraag G.1. /6 0,75 per antwoord Omcirkel het juiste antwoord. 1. De aftrekbaarheid van de autokosten voor een zelfstandige (natuurlijke persoon) is afhankelijk van de CO2 uitstoot. 2. De heer X is loontrekkende. Tot 15 mei 2012 was de plaats van tewerkstelling op 1 km van zijn woonplaats. Op 16 mei 2012 verhuist de heer X en zijn woonplaats is thans op 90 km van de plaats van tewerkstelling. De heer X kan in zijn aangifte PB de kosten als volgt aftrekken : pro rata forfaitair tot 15 mei en de werkelijke kosten à rato van 0,15 /km vanaf 16 mei. 3. De heer Y is zaakvoerder van een BVBA. Zijn bezoldiging bedraagt 48.000 /jaar. De forfaitair aftrekbare beroepskosten zijn beperkt tot 5% van de bezoldiging. 4. De heer Z is zelfstandig timmerman. Hij koopt een bestelwagen in nieuwe staat, afschrijfbaar op 5 jaar. De heer Z beschikt niet over een ander voertuig en dus wordt het beroepsgebruik geschat op 90 %. De heer Z kan om die reden in zijn aangifte PB geen gebruik maken van de investeringsaftrek. WAAR FOUT WAAR FOUT WAAR FOUT WAAR FOUT 5. Mevrouw G. is voltijds loontrekkende met een belastbaar jaarloon van 24.000. Zij heeft een activiteit als zelfstandige in bijberoep die haar 4.000 netto opbrengt en dit zonder dat zij enige kosten heeft. Mevrouw G. kan het wettelijk kostenforfait voor «loontrekkenden» aftrekken van de inkomsten uit haar zelfstandig bijberoep. WAAR FOUT 6. De heer H. is zelfstandig vertegenwoordiger. Een groot deel van zijn cliënten is aangesloten bij de Lions Club. De heer H. wordt gevraagd om lid te worden van de Lions Club. Hij aanvaardt en kan dus de jaarlijkse ledenbijdrage van 1.000 aftrekken. WAAR FOUT 7. Een arbeider heeft in de loop van 2012 in toepassing van de in zijn sector toepasselijke CAO-getrouwheidszegels ontvangen. Er werd geen bedrijfsvoorheffing ingehouden bij de uitbetaling. Het ontvangen bedrag moet derhalve niet worden aangegeven in de beroepsinkomsten bij het opstellen zijn aangifte in de personenbelasting. WAAR FOUT 04 mei 2013/ p.29
8. Mevrouw K. heeft in 2012 een loon ten belope van 25.000 ontvangen voor een activiteit in België. Zij heeft ook in Duitsland gewerkt en heeft daar een salaris van 5.000 ontvangen. Het Duitse salaris komt op geen enkele wijze tussen in de berekening van noch de belastbare basis noch de berekening van de belasting. WAAR FOUT Vraag G.2. /4 Energiebesparende uitgaven die in aanmerking komen voor belastingvermindering. Belastingplichtige-eigenaar van zijn woning is in 2011 overgegaan tot plaatsing van zowel zonnepanelen als van een zonneboiler. De woning is meer dan 5 jaar oud. De werken werden uitgevoerd worden door een geregistreerd aannemer. Kostprijs zonnecelpanelen : 16.000,00 kostprijs zonneboiler : 6.000,00 Vragen 1. Kon voor beide investeringen genoten worden van een belastingvermindering? Voor welk bedrag? 2. Op welke wijze? 3. Wat gebeurt er vanaf aanslagjaar 2013 op fiscaal vlak met de overschotten? 04 mei 2013/ p.30
H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 Vraag H.1. /7 De bedrijfsleidersbezoldigingen zijn onvoldoende om het verlaagd tarief te kunnen toepassen, er wordt voorgesteld om aan de zaakvoerder van een kleine éénpersoons-bvba een tantième van 3.800, 00 toe te kennen. De situatie voor de bepaling van het resultaat ziet er als volgt uit : Beweging van het eigen vermogen 01/01/N 31/12/N Kapitaal 18.600,00 18.600,00 Wettelijke reserve 1.860,00 1.860,00 Onbeschikbare investeringsreserve 2.500,00 2.500,00 Beschikbare reserves 5.600,00 5.600,00 Overgedragen resultaat?? (te -1.000,00 berekenen) 27.560,00?? Resultatenrekening (boekhoudkundig) op 31/12/N Opbrengsten-kosten 30.000,00 Periodieke bezoldiging zaakvoerder (-) - 13.200,00 Winst vóór belastingen 16.800,00 Voorafbetaling 25/03/N (-) -3.500.00 ( bonificatie 3%) Winst na belastingen 13.300.00 Aangifte vennootschapsbelasting Beweging belastbare reserves??? (te berekenen) Verworpen uitgaven andere dan belastingen 4.000.00 Het algemeen tarief voor onvoldoende voorafbetalingen is 2,25%. De investeringsreserve werd opgestart in N-2 en en is volledig voorzien sinds N-1. De vennootschap is een kleine vennootschap. VRAGEN 1. Hoeveel bedraagt de tantième die minimaal moet uitgekeerd worden om het verlaagd tarief te kunnen toepassen? 2. Bereken het bedrag van het supplement aan verschuldigde belasting. 04 mei 2013/ p.31
04 mei 2013/ p.32
04 mei 2013/ p.33
Vraag H.2. /3 De NV Pampers heeft 7 jaar geleden voor 50 % ingetekend in het kapitaal van de NV Luiers, een vennootschap met een maatschappelijk kapitaal van 100. Voor die aandelen in NV Luiers heeft NV Pampers toen 65 betaald. Op 02/04/2013 wordt NV Luiers vereffend en NV Pampers ontvangt : Situatie a) : 40 Situatie b) : 70 Wat zijn de fiscale gevolgen in beide situaties? 04 mei 2013/ p.34
I. BELASTINGPROCEDURES/ REGISTRATIERECHTEN EN SUCCESSIERECHTEN /5 Vraag I.1. /2,5 In welke gevallen kan een belastingplichtige een aanvraag tot ambtshalve ontheffing indienen? 04 mei 2013/ p.35
Vraag I.2. /2,5 1. Wat is de procedure van de aanslag van ambtswege 2. Citeer de wettelijke bepalingen die deze procedure regelen. 3. Wat is/zijn het/de gevolg(en)? 04 mei 2013/ p.36
III. DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II)./15 J. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN /10 Licht uw standpunt toe en bevestig door de vermelding van de toepasselijke wettelijke of reglementaire bepalingen Vraag J.1. /4 Kunnen VZW s failliet verklaard worden? Verklaar uw antwoord. Vraag J.2. /3 Wat zijn de doelstellingen van de procedure gerechtelijke reorganisatie? 04 mei 2013/ p.37
Vraag J.3. /3 A. De heer PEETERS en zijn echtgenote hebben een BVBA opgericht in 2010, welk minimum bedrag moet gestort worden op het moment van de oprichting. B. 1. Wie kan de algemene vergadering bijéénroepen in een BVBA? 2. Wanneer kan deze algemene vergadering bijééngeroepen worden? 3. Wat is de inhoud van de oproeping tot de algemene vergadering? 4. Wanneer moet de oproeping gebeuren? 5. Hoe moet de oproeping gebeuren? 04 mei 2013/ p.38
K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /5 Vraag K.1. /3 Uw cliënt, een petrochemisch bedrijf, contacteert u naar aanleiding van volgend probleem dat zij hebben met een werknemer. Jonathan heeft op 20 januari 2001 een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur getekend (voltijds). Deze overeenkomst is ingegaan op 01 februari 2001. Hij is verantwoordelijk voor het toezicht op een gaspijpleiding. Om deze taak uit te voeren wordt hem, tijdens de werkuren, door de onderneming een voertuig ter beschikking gesteld. Om te kunnen tanken werd hem door de onderneming tevens een tankkaart gegeven. Uit interne richtlijnen blijkt duidelijk dat de tankkaart enkel beroepshalve mag gebruikt worden voor het voertuig dat hem tijdens de werkuren in de week wordt ter beschikking gesteld. Op 01/12/2012 verklaart Jonathan dat hij zijn tankkaart verloren is en er wordt hem een nieuwe kaart gegeven. Op 25/03/2013 constateert de werkgever dat er onregelmatigheden zijn op de tankoverzichten van de dienst Pijpleidingen. Een oude, verloren verklaarde kaart, blijkt nog actief te zijn en verschillende tankbeurten worden vastgesteld tijdens het weekend, aan de Belgische kust. Het blijkt dat het gaat om de kaart die gekoppeld was aan Jonathan. Uw cliënt deelt u mee dat hij een afspraak heeft met de werknemer om hem met deze feiten te confronteren. Hij wenst hem te ontslaan om dringende reden. Vragen: a. Op welk moment moet het ontslag om dringende reden betekend worden? b. De werkgever wil de reden voor het ontslag om dringend reden niet vermelden in de ontslagbrief zelf maar in een tweede brief. Wanneer moet deze gemotiveerde brief ten laatste verstuurd worden? c. Welke vorm(en) kan of moet de brief aannemen? d. Uw cliënt geeft u het ontwerp van deze tweede brief. Dit ontwerp bevat naast de coördinaten van de partijen, datum en beleefdheidsformules enkel nog volgende zin: Wij geven u bij deze kennis van uw ontslag om dringende reden. Is dit ontwerp voor u voldoende? Legt uit. e. Uw cliënt vraagt u naar de duur van de vooropzeg? Wat deelt u mee? f. Veranderen uw antwoorden in het geval dat Jonathan op 01/11/2012 is in dienstgenomen met een contract voor een bepaalde duur van 11 maanden? 04 mei 2013/ p.39
Vraag K.2. /2 Benedict VANDERMEERSCH, een jonge teler van aardbeien en andere kleine rode vruchten komt bij u met volgende vraag : Hij wenst een handarbeider aan te werven voor de oogst van de aardbeien in april tot juni en vervolgens in juli en augustus voor de oogst van de andere rode vruchten (frambozen, aalbessen, bramen, enz...). Bespreek minstens 2 verschillende soorten contracten die aan zijn behoeften beantwoorden en leg uit waarom. 04 mei 2013/ p.40