Mogelijke elementen van de microstructuur:



Vergelijkbare documenten
Vervolg: Welke betekenis heeft school in

Lexicografie en lexicologie

Maken van een woordenboek:4 hoofdfasen

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

8. Logogrammen. Soemer. Uitbreiding

Legal Intelligence, een nieuwe dienst voor juristen

Woordenboekencomponent van de Geïntegreerde Taalbank (GTB): het WNT en VMNW met andere databestanden geïntegreerd in 1 zoeksysteem demo gtb.inl.

De termen kunnen de documenten terugvindbaar maken, maar de termen zijn niet geschikt om de documenten op onderwerp op te bergen.

Semantiek 1 college 3

Woordenschat. 11. Woordenschat. Opdracht 11.1

informatie architectuur lesweek 4 IAM V

Film en. Een boerendorp. Thema 2 Vergelijken. Les 2.1 Een film over Willem Adriaensz. WOORDWEB: Een boerendorp. Woordweb : filmen

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

is er leven na de dood?

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Kwantitatieve Analyse Oeuvre Hugo Claus. Guy De Pauw CLiPS - Universiteit Antwerpen 17 juni 2010

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur

Thema 1 Kopen. 1. Het industrieterrein 1. Een plaats waar veel fabrieken bij elkaar staan.

Weer: polysemie of monosemie?

Microteaching Semantiek Betekenisrelaties: Homoniemen, homografen en homofonen.

Toezicht en moraliteit.

Semantiek 1 college 4. Jan Koster

Samenvatting Nederlands Formuleren

Handvatten voor dyslecten (en andere leerlingen) bij het leren en het maken van lees- en luistertoetsen

Trefwoord, tijdschrift voor lexicografie. Jaargang

Thema 1 Welbevinden. 1. Synoniem (=) 1. Een ander woord met dezelfde betekenis. Bijv. in brand staan = in lichterlaaie staan

2. Syntaxis en semantiek

B-NV. [sba-18] W-GB. [sba-23] [sba-12] [sba-12] [sba-8] [sba-12] T T. [sba-12] [sba-8] W W. [sba-12] [sba-13] [sba-11] [sba-12] [sba-12] [sba-11]

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Hoe werk ik een opdracht uit?

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Content in Motion. Digitale Levenslijnen & Gemedieerde Herinneringen

Free text of gecontroleerd vocabulaire: een dilemma

Laat de leerlingen bij elke opdracht het stappenplan met de woordhulp erbij nemen.

Johannes 20,24-29 Gelukkig als je niet ziet en toch gelooft!

Gebruik van de Art & Architecture Thesaurus binnen Memorix Maior. Deelnemersdag Brabant Cloud 7 juni 2019

Het examen is op de computer afgenomen. Docenten hebben daar bezwaar tegen. Er is een duidelijke voorkeur voor een papieren versie.

online informatieonderzoek

Handleiding Muiswerk Online Tablet Woordenboek PRO

Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Samenleving De nieuwe vaders Niveau 3

Werken aan elektriciteit

Lexicale diversiteit en geografische heterogeniteit in de Limburgse dialecten

Handvatten voor dyslecten (en andere leerlingen) bij het leren en het maken van lees- en luistertoetsen

CIJFERS Gebaseerd op 1 jaar gegevens NPO-fonds (met uitzondering van de talentontwikkelingstrajecten bij drama, documentaire en radio)

Hoofdstuk 7 Evaluatieformulier

TJEEMPIE! OF LIESJE IN LUILETTERLAND (REMCO CAMPERT)

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Veertigdagenkalender. onder de pannen

2 hv. 1

Latijn: iets voor jou?

Late fouten in het taalbegrip van kinderen

Cliënten. Een uitgave van Careander Contact. THEMANUMMER: Hoera voor de vrijwilliger

Programma van toetsing en afsluiting

Deponeren en harmoniseren van aanleveringeisen

Even voorstellen: Pool:

TIEN TIPS WANNEER JE EEN KUNSTWERK WILT AANSCHAFFEN

AAAPrint deze pagina Zoeken: Zoek. Nieuwsarchief juli weken vrij. 9 juli Ondanks hitte een mega opbrengst.

Samenvatting Nederlands Deel 5

1. Wat doe jij het liefst om je te ontspannen? (meerdere antwoorden mogelijk) 46%

Kenmerken kabouters. Algemene regels. Versie 1.2 Pagina 1

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Week 4. Week 1. Week 2. Week 3

Taak Wie ben ik? Groep Zwaarte Vakgebied Voorbereiding Rol leerkracht Kerndoelen Code ariq,

Wat doe je in deze les?

JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER Mede mogelijk dankzij:

Economische Noties. Over het begrijpen van begrippen. Fons Vernooij

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

Informatiebrochure Trouwdienst pastor

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW

Taalbeschouwing OTV1-NDRK1-15 ITT Versnelde deeltijdopleiding. bijeenkomst 1, september 2016

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Wat leuk, een boek! 55

NE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT:

Hallo eerstejaar, Ik ben Tijs, en ik zal je steun zijn om je te helpen studeren in je nieuwe school.

Een medische thesaurus: elektronische ontsluiting van het NTvG

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

JOHAN CRUIJFF MIJN VERHAAL. in makkelijke taal

De vragen van Jeruzalem werpen je op je zelf terug. Er was in de stad Jeruzalem een nauw poortje, waar maar een persoon tegelijk door kon.

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

De lexicaal-semantische methode. Over de betekenis van een niet-mentalistische linguïstiek voor de taalkundige onderzoekspraktijk de Haan, S.

Veilig en gezond werken. Ook altijd in beweging?

Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten.

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde

Een trainingsprogramma in woordenboekgebruik

Navolging. Een diaconaal themajaar CGK Zwolle cluster V&T

Bachelorscriptie Aimée Talen Taal- en Cultuurstudies. Universiteit Utrecht. Begeleider: Martin Everaert. Tweede lezer: Joost Zwarts

Leren lezen met verbeeldingskracht. Lisanne Bos, phd Adviseur Toetsing & Onderwijs Bureau ICE

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

EEN NIEUWE DRUK VAN HET VAN DALE GROOT WOORDENBOEK HEDENDAAGS NEDERLANDS

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

VRAGENLIJST LEVENSLOOP

TOETSINSTRUCTIE Begrijpend Lezen WEEK 15

Transcriptie:

Mogelijke elementen van de microstructuur: semantische informatie - betekenisomschrijving (definitie) - semantische relaties tussen betekenissen bij polyseme woorden - semantische relaties tussen woorden primaire betekenis secundaire betekenis(sen) belangrijke mechanismen voor betekenisontwikkeling metonymie metaforiek generalisering van betekenis specialisering van betekenis polysemie versus homonymie

UITVISSCHEN (ontleend aan VMNW) Woordsoort: ww.(trans.,zw.) Modern lemma: uitvissen bedr. zw. ww. Van uit en visschen. Mnl. utevisschen. 1. (Veroud.) Uit het water omhooghalen, opvisschen. a. M. betr. t. visch, schelpdieren e.d. b. M. betr. t. personen of zaken die te water zijn geraakt. c. (Fig.) Ergens vandaan halen. 2. Op scherpzinnige of listige wijze veelal door het stellen van vragen te weten komen, achter (iets) komen. +3. Leegvisschen, alle visch visschen uit. 4. (Barg.) Uithooren. 5. Uitzoeken, uitkiezen. Gewest. in Vl.-België.

Metaforiek: voorbeelden Voetbal is (zo)als oorlog Voetbal is oorlog lichaamsdeel hoofd hoofd van het gezin, hoofd van de afdeling mens met virus computer met virus Metonymie: voorbeelden even de neuzen (= mensen) tellen (pars pro toto) lust je nog een glas (= inhoud van het glas) het instituut (= het personeel) gaat een dagje uit

Metonymie: herinnering ontleend aan Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederlands (2002) 1 het herinneren 2 bijgebleven indruk, beeld 3 geheugen 4 aandenken, souvenir 5 datgene waarmee iemand herinnerd wordt iets te doen of te laten

Welke betekenis heeft school in: 1. Ouders zoeken voor hun kinderen een goede school in de hoop dat hun kinderen later naar de universiteit kunnen en een goede baan krijgen. 2. Scholen en ouders hebben nieuwe plannen voor verbetering van het onderwijs. 3. Wij werken allebei de hele dag. De buurvrouw past op onze kinderen voor en na school en in de vakanties. 4. In het seizoen van de voortplanting vormen de vissen scholen om op zandbanken bij de kust kuit te schieten. 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. 6. Om te gaan staken moeten de leerlingen toestemming hebben van school.

Welke betekenis heeft school in: 7. Mijn zus gaat na de middelbare school naar de school voor journalistiek. 8. Het eerste deel van de memoires van Casanova heet De school van het leven. 9. De school gaat uit. 10. Die schilders behoren tot de Haagse School. 11. Die hoogleraar heeft school gemaakt. antwoorden in presentatieshoorcolleges9en10

Voorbeelden van andere mechanismen voor betekenisontwikkeling (vgl. De Vooys) Verandering van gevoelswaarde wijf: (neutraal) vrouw, echtgenote (pejoratief) vrouw, persoon oud wijf = zeur schreeuwen/schelden als een viswijf = heel ordinair tekeergaan Synesthesie; verwantschap tussen zintuigen horen en zien kleur: sprekende, schelle, knallende, harmonische kleuren kleuren vloeken proeven en horen woorden: zoete, bittere woorden

Mogelijke criteria voor het onderscheiden van homoniemen verschillende etymologie bijv. bal verschillende woordsoort bijv. leven = werkwoord versus leven = zelfst.nw. zeer verschillende betekenis bijv. bank verschillende uitspraak bijv. omkleden versus omkleden

Homoniemen: LIJK ontleend aan Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 13 de uitgave 1 Lijk (het; -en) 1. dood lichaam van een mens of dier + 6 andere betekenissen etym. info o.a.: 1201-1250; oorspr. lichaam, vlees 2 Lijk (het; -en): 1. (zeew.) touw dat ter versterking in de rand van een zeil wordt vastgenaaid + metonymische bet. 2 etym. info: 1569; Lat. ligare (binden) 3 Lijk3: (gew.) I. (bn.) 1. gelijk + 4 andere betekenissen II. (bw. van tijd) meteen al 4 Lijk4: (vnw.) (gew., litt.t.) 1.gelijk, evenals + 2 de bet.

Relaties tussen woorden homoniem: woorden met dezelfde vorm, maar niet (meer) verwant semantisch veld: woorden met inhoudelijke samenhang synoniem: woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis antoniem: woorden met tegengestelde betekenis hyponiem en hyperoniem: woord A (hyponiem) heeft woord B als overkoepelende term woord B (hyperoniem) omvat de betekenis van A

Literatuur in dit college: Van Sterkenburg (2003): 6.3 Geeraerts, D. & G. Janssens (1982), Wegwijs in woordenboeken. Van Gorcum, Assen. Hoofdstuk 1. C.G.N. de Vooys (1967), Nederlandse spraakkunst, 7 de druk herzien door M. Schönfeld. Hoofdstuk 3. Website van de DBNL: www.dbnl.org