COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/006593 Voorstel voor de vergadering van de Commissie Ruimte op 12 januari 2016 Agendanummer : Onderwerp: Opsteller: Portefeuillehouder: Horecabeleid bij recreatie in het buitengebied Mevrouw J. Meulendijks, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling de heer J. van Bussel Datum: 19 november 2015 Voorstel: Presentatie: Wensen en bedenkingen meegeven aan college van burgemeester en wethouders over de voorgestelde verruiming van het toekomstig horecabeleid bij recreatiebedrijven en recreatieve nevenactiviteiten bij (agrarische) bedrijven in het buitengebied. Nee Bijlage(n)/ter inzage - Schema varianten notitie TOP Brabant (AST/2015/21384) - Kaart recreatief ontwikkelingsgebied (AST/2015/21387) Samenvatting Het huidige beleid voor horeca bij recreatiebedrijven in het buitengebied staat alleen ondersteunende horeca ten behoeve van het recreatiebedrijf toe. De mogelijkheden in het bestemmingsplan Buitengebied 2008 en (concept) voorontwerpbestemmingsplan 2016 zijn daarop afgestemd. Aan uw commissie worden 'wensen en bedenkingen' gevraagd over het verruimen van het horecabeleid voor recreatiebedrijven en recreatieve nevenactiviteiten bij (agrarische) bedrijven in het buitengebied met routegebonden horeca. De aanleiding om u deze vraag voor te leggen is divers, namelijk: 1. Er is een behoefte aan verruimde mogelijkheden bij enkele grotere recreatiebedrijven in het buitengebied ten opzichte van het huidige horecabeleid; 2. TOP Brabant adviseert gemeenten om niet langer onderscheid te maken tussen horeca bij een bestemming Horeca en een bestemming Recreatie omdat horeca onlosmakelijk verbonden is aan een Recreatiebedrijf; 3. De Verordening Ruimte van de Provincie Noord-Brabant biedt ruimere mogelijkheden voor horeca in het buitengebied dan voorheen; 4. Ontwikkelingen op dit vlak in buurgemeenten. Uw wensen en bedenkingen zullen, indien nodig, samen met betrokken partijen (horecaen recreatiebedrijven) worden uitgewerkt en vertaald in een voorstel in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2016. Inleiding
Zoals hiervoor aangehaald zijn er meerdere redenen om aan u de vraag voor te leggen om het beleid te heroverwegen. Hieronder worden deze redenen toegelicht. 1. Behoefte aan verruimde mogelijkheden van enkele grotere recreatiebedrijven ten opzichte van het huidige beleid. Golfbaan t Woold wil graag buiten het golfseizoen (in de winterperiode) de horeca openstellen voor leden van de golfaccommodatie om het horecapersoneel in deze periode te kunnen behouden en in deze periode meer inkomsten uit de golfaccommodatie te kunnen halen. Ook wil men leden van de businessclub de mogelijkheid bieden om enkele keren per jaar een feest/bijeenkomst/meeting te organiseren (zonder golfactiviteit). Golfbaan t Woold en camping De Peel (voorstel AST/2015/005300) willen bovendien graag horeca aanbieden aan wandelaars/passanten die de Groote Peel bezoeken of gebruik maken van de wandelroutes in de omgeving. Golfbaan 't Woold heeft hiervoor op en rond de golfbaan wandelroutes aangelegd. Voor camping De Peel heeft de raad inmiddels een bestemmingsplan vastgesteld waarin specifiek een vorm van routegebonden horeca is toegestaan. Van manege Heijligers is bekend dat zij graag een volwaardige horecabestemming naast de manegefunctie willen hebben. Hiervoor heeft de manege in het kader van het huidige bestemmingsplan buitengebied een beroepsprocedure bij de Raad van State doorlopen, maar dit verzoek is afgewezen omdat het huidige horecabeleid dit niet toestaat. Op dit moment loopt er nog een ontheffingsverzoek (nog niet volledig afgerond) waarin de manege vraagt om een uitbreiding van de bestaande ondersteunende horeca toe te staan, waarbij het terras wordt ontsloten bij de nieuwe (hoofd)ingang van de manege aan de zijde van het hertenkamp. De uitbreiding is aangevraagd ten behoeve van de hoofdfunctie manege, maar door de situering wordt de horeca toegankelijker voor passanten/bezoekers van het hertenkamp of een andere externe doelgroep. Recreatiepark Kraneven heeft gronden aangekocht rondom het recreatiepark om deze als natuur in te richten. De eigenaar wil het geheel tot landgoed omvormen en voor wandelaars en recreanten openstellen en een restaurant op het landgoed vestigen. Kortom, de grotere recreatieondernemers hebben de behoefte om de recreatiefunctie en de horecafunctie meer ineen te schuiven. Zij willen hun doelgroep uitbreiden. Huidige beleid Het huidige horecabeleid voor het buitengebied in de gemeente Asten is vastgelegd in art. 2.3 van het Beleidsplan horeca, sport en recreatie inrichtingen Gemeente Asten 2008. Het beleid geeft een beschrijving van het gewenste horeca-aanbod. Voor het buitengebied is dat de mogelijkheid voor Bed & Breakfast, kamperen bij de boer, kleinschalige horeca en de ontwikkeling van een toeristische poort bij de Groote Peel. Bestaande horeca in het buitengebied mag worden voortgezet. De nieuwe vestiging van horeca is in het huidige beleid alleen in het centrum toegestaan. Dit beleid is vertaald in de bestemmingsplannen. Dit houdt in dat alleen het bestaande restaurant aan de Reeweg 6 in het bestemmingsplan Buitengebied een zelfstandige horecabestemming heeft gekregen. Verder is binnen de bestemming recreatiebedrijven en recreatieve nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf alleen ondergeschikte horeca toegestaan ten dienste van de hoofdactiviteit voor 2/7
maximaal 100 m2. De huidige grotere recreatiebedrijven hebben een aparte bestemmingsplanprocedure doorlopen waardoor maatwerk is opgenomen ten aanzien van meer oppervlakte voor horeca. De oppervlakte is daarbij afgestemd op de aard, omvang en omvang van het bedrijf, maar blijft ten dienste van de hoofdfunctie. De hoofdfunctie is bijvoorbeeld golfaccommodatie, camping of manage. Alleen recreatiepark Prinsenmeer kent deze beperking (vanuit het verleden) niet. De horeca mag alleen gericht zijn op de interne (eigen) bezoekers/gasten. Het toezicht op naleving hiervan is in de praktijk lastig. Vaak hoort de gemeente pas van de strijdige situatie nadat deze heeft plaatsgevonden of is onduidelijk of er nog sprake is van ondergeschikte horeca aan de hoofdactiviteit. Voor zover bekend doen zich ten aanzien van ondersteunende horeca bij agrarische bedrijven als recreatieve nevenactiviteit geen strijdige situaties voor. In het bestemmingsplan Buitengebied zijn twee gebieden aangeduid als 'recreatief ontwikkelingsgebied. Deze zijn gelegen in de omgeving van de Diesdonk en Gezandebaan. De hiervoor genoemde grotere recreatiebedrijven liggen in deze gebieden. Een kaartje hiervan is als bijlage toegevoegd. De betekenis van deze gebieden is dat nieuwe ontwikkelingen op het gebied van recreatie passen, maar het bestemmingsplan biedt de ligging in één van deze gebieden geen ruimere horecamogelijkheden. Dit betekent dat de behoeften van de grotere recreatieondernemers niet binnen het bestaande horecabeleid en de vertaling daarvan in de bestemmingsplannen passen. 2. Verordening Ruimte In tegenstelling tot enkele jaren geleden is op basis van het provinciaal beleid in de Verordening Ruimte de vestiging van een nieuw horecabedrijf in het buitengebied toegestaan. Een bestaand horecabedrijf kan ook een redelijke uitbreiding krijgen. Dit betekent dat het gemeentebestuur op basis van provinciaal beleid ruimere mogelijkheden voor horeca bij recreatiebedrijven in een bestemmingsplan voor het buitengebied heeft gekregen. In de bestemmingsplannen wordt geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. 3. Notitie TOP Brabant TOP Brabant heeft in 2011 een notitie geschreven met daarin een visie op de horeca in het buitengebied in Brabant. TOP Brabant is een breed samenwerkingsverband van RECRON, HISWA Vereniging, Koninklijke Horeca Nederland, ZLTO, KvK, BZW en VeKaBo. Ook is het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) bij het opstellen van de notitie betrokken geweest. Er is volgens TOP Brabant zowel het bedrijfsleven als bij overheden behoefte aan meer duidelijkheid over reguliere horeca en ondersteunende horeca bij (agrarische) nevenactiviteiten. De redenen zijn: - er is sprake van begripsverwarring: wat is ondersteunende/ondergeschikte horeca; - er sprake van branchevervaging: recreatiebedrijven en horecabedrijven schuiven steeds meer ineen; - er is sprake van onduidelijke en soms ook ongewenste ontwikkelingen, wanneer ondersteunende horeca onderdeel uitmaakt van een nevenactiviteit. Het blijft dan onduidelijk welke horeca-activiteiten wel en niet mogelijk zijn. 3/7
TOP Brabant heeft geprobeerd om die duidelijkheid te bieden in de notitie en vraagt aan gemeenten om de visie over te nemen en te vertalen in gemeentelijk beleid en bestemmingsplannen. In het schema in de bijlage is deze visie samengevat. Zoals u in deze bijlage kunt lezen stelt TOP Brabant voor om binnen de bestemming Recreatie zowel interne bezoekers/gasten als externe doelgroepen voor horeca toe te staan. Het onderscheid met de reguliere horeca in bijvoorbeeld het centrum zou daarmee komen te vervallen. TOP Brabant stelt voor de ondersteunende horeca bij recreatieve nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven twee varianten voor. Eén variant waarbij het schenken van alcohol is toegestaan en één variant waarin dat niet is toegestaan. In de variant waarin het schenken van alcohol is toegestaan geldt een beperkte sluitingstijd. In geval van beide varianten zijn geen externe doelgroepen toegestaan. Beleid omliggende gemeenten Ook in de buurgemeente is behoefte bij recreatiebedrijven aan een verruiming van horeca richting externe doelgroepen. De algemene tendens in buurgemeenten is dat er een bepaalde verruiming wordt toegestaan om de recreatie te stimuleren. De gemeente Helmond heeft in 2012 een nieuw beleid vastgesteld naar aanleiding van de notitie van TOP Brabant. In Someren is in 2011 het beleid gewijzigd. In dat beleid maakt Someren onderscheid tussen zelfstandige horeca, routegebonden horeca en ondersteunende horeca. Zelfstandige horeca zijn de op zichzelf staande restaurants en cafés; routegebonden horeca is een specifieke en zelfstandige vorm van dagrecreatie; ondersteunende horeca is een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is. Binnen het gebied de Heihorsten zijn daarnaast voor de recreatiebedrijven ruimere mogelijkheden opgenomen. Voor de golfbaan in Someren is weliswaar alleen de mogelijkheid voor ondersteunende horeca opgenomen, maar deze recreatieondernemer mag zich bijvoorbeeld ook richten op externe doelgroepen voor een bepaald percentage. Ook bij andere golfbanen in de regio zijn de mogelijkheden voor horeca aan externe doelgroepen ruimer of worden de mogelijkheden ruimer toegepast. In de gemeente Deurne is een ruimer beleid overwogen, maar dit is niet als zodanig vastgesteld. In de praktijk ziet men daar ook enkele recreatiebedrijven in het buitengebied met horeca voor externe doelgroepen. Wat gaan we daarvoor doen Het beleid van de gemeente Asten richt zich op het stimuleren van recreatie in de gemeente, ook in het buitengebied. Dit pleit voor een bepaalde verruiming van de mogelijkheden van het horeca-aanbod bij recreatiebedrijven in het buitengebied, die beter aansluit bij het beleid in de omliggende gemeenten. Wij stellen u daarom voor om het huidige beleid uit te breiden met routegebonden horeca en samen met de betrokken partijen (vertegenwoordiging van horeca- en recreatiebedrijven) nader uit te werken waar en onder welke voorwaarden routegebonden horeca wordt toegestaan. Denkbaar is bijvoorbeeld routegebonden horeca te koppelen aan de bestemming Recreatie en Recreatieve nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijven in de intensieve recreatieve ontwikkelingsgebieden Diesdonk, omgeving Gezandebaan en de directe omgeving van de Groote Peel. Maar zo kan er ook samen worden bepaald of het schenken van alcohol bij een recreatieve nevenactiviteit bij agrarisch bedrijven wel of niet gewenst is en of een afwijkend sluitingsuur nodig is. 4/7
Voordelen: - voorziet in een behoefte; - versterkt recreatie en toerisme in de gemeente; - recreatiebedrijven in de gemeente Asten worden in een meer vergelijkbare positie gebracht als in omliggende gemeenten. Nadelen: - concurrentiepositie voor de horeca in de bebouwde kom kan minder gunstig worden, maar het effect zal enigszins beperkt blijven indien er in samenspraak keuzes worden gemaakt waar en onder welke voorwaarden routegebonden horeca wordt toegestaan. Er wordt bovendien geen mogelijkheid voor feesten en partijen in het buitengebied gegeven; - risico op strijdige situaties ten aanzien van feesten en partijen blijft bestaan omdat deze grotere recreatiebedrijven zich daartoe lenen (forse omvang horecafunctie, ligging in buitengebied zonder directe buren die over geluidsoverlast klagen, grote parkeervoorzieningen); - deels kunnen de gewenste ontwikkelingen van recreatieondernemers niet worden gehonoreerd, zoals het restaurant bij recreatiepark Kraneven; - ook ten aanzien van routegebonden horeca kan door ondernemers de grens worden opgezocht. Standpunt bestuur Horeca Asten De notitie van TOP Brabant is aan het bestuur van Horeca Asten toegelicht en het bestuur is gevraagd om een standpunt. Naar aanleiding daarvan heeft het bestuur van Horeca asten aangegeven dat zij bij voorkeur geen feesten en partijen mogelijk wil maken bij de bestemming 'recreatie' in het buitengebied. Daarnaast vraagt het bestuur om in het horecabeleid op te nemen dat bij recreatiebedrijven na 22.00 uur geen alcohol mag worden geschonken. Ten aanzien van horeca bij recreatieve nevenactiviteiten geeft het bestuur de voorkeur aan variant 2. Dit houdt in dat alleen ondersteunende horeca is toegestaan, waarbij het schenken van alcohol voor interne bezoekers/gasten niet is toegestaan. Dit standpunt is met de achterban is besproken. Er zijn geen (grotere) recreatiebedrijven aangesloten bij Horeca Asten. Via de VVV wordt het belang van de recreatieondernemers behartigd. De VVV is geïnformeerd over de agendering van dit onderwerp in uw commissie. Het vaststellen van gewijzigd horecabeleid en de uitwerking ervan in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2016 is uiteindelijk een bevoegdheid van de gemeenteraad. Mogelijke alternatieven Mogelijke alternatieven zijn: 1. overnemen van de visie op horeca in het buitengebied van TOP Brabant; 2. het ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid. Toelichting van deze alternatieven met daarbij de voor- en nadelen: 1. Overnemen van de Visie op de horeca in het buitengebied van TOP Brabant ten aanzien van het onderscheid 'horeca' en 'recreatie' en een keuze maken uit de twee varianten voor de horeca bij recreatieve nevenactiviteiten. Voordelen voor de grotere recreatiebedrijven: - een flinke verruiming van de horecamogelijkheden - duidelijkheid voor de recreatieondernemers en de handhavers van de gemeente; - behoefte aan opzoeken van grenzen vervalt; 5/7
- verbetering concurrentiepositie ten aanzien van vergelijkbare bedrijven in de omliggende gemeenten; - geen strijdigheden meer; - de gewenste ontwikkelingen van de grotere recreatieondernemers kunnen worden toegestaan. Voordeel voor een keuze uit een van de twee varianten voor ondersteunde horeca voor recreatieve nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven: - duidelijkheid. Nadelen: - minder gunstige concurrentiepositie van horecabedrijven in de bebouwde kom. Ook feesten en partijen kunnen in deze optie bij de grotere recreatiebedrijven met bestemming recreatie in het buitengebied plaats vinden. Het gaat dan om feesten en partijen die nu bij de reguliere horecabedrijven in het centrum plaats vinden; - de concurrentiepositie van agrarische bedrijven die ondersteunende horeca als recreatieve nevenfunctie hebben, wordt minder gunstig als voor variant 2 wordt gekozen. Er mag dan namelijk geen alcohol worden geschonken. Bezoekers gaan misschien elders naar toe. Variant 1 is weer moeilijk handhaafbaar voor wat betreft het naleven van de expliciete sluitingstijden. Beide varianten hebben nadelen. 2. Het ongewijzigd voortzetten van het huidige beleid. Voordeel: - ongewijzigde concurrentiepositie van de horecabedrijven in de bebouwde kom. Nadelen: - de mogelijkheden voor recreatiebedrijven in de gemeente Asten blijven achter op de ontwikkelingen in de omliggende gemeenten. Dit zal hun concurrentiepositie ten opzichte van vergelijkbare bedrijven in omliggende gemeenten beïnvloeden; - recreatiebedrijven zullen grenzen blijven opzoeken en overschrijden, terwijl het handhaven ervan lastig blijft en de handhavingscapaciteit beperkt is. Natuurlijk zijn er nog andere alternatieven of tussenvarianten denkbaar, maar deze varianten sluiten het meest aan bij beleid in de omliggende gemeenten. Risico s Keuzes zullen de concurrentiepositie van ondernemers beïnvloeden en raakt ondernemers om die reden direct. Dit vraagt om een zorgvuldig proces. Het resultaat van uw (voorgenomen) besluit zal daarom met de betrokken partijen (vertegenwoordiging van horecaondernemers en recreatieondernemers) worden besproken en samen met hen worden uitgewerkt. Wat mag het kosten Niet van toepassing. Opsteller:jori.meulendijks@asten.nl 6/7
7/7