Ontzorgen van de Rundveehouder Loonbedrijf V.O.F. de Schalm Kennes Balans B.V.
Aanleiding ontwikkelen van nieuwe dienst Groei van melkveebedrijven; Melkveebedrijven ervaren knelpunten op gebied van arbeid, voer en kostprijs per kg melk; Werkzaamheden van de melkveehouder vragen steeds meer tijd, Om groei te realiseren is er meer voer nodig dan dat er nu van de eigen gronden geoogst wordt, Door regelgeving, investeringen en de markt loopt de kostprijs per kg melk op en deze wordt in steeds mindere mate door de opbrengstprijs van de melk, als gevolg van afbouw van subsidies en marktwerking, gedekt.
Omschrijving nieuwe dienst Het ontzorgen van de rundveehouder door het leveren van diensten en ruwvoer waarbij het vergoeding systeem voor de geleverde diensten en ruwvoer gerelateerd is aan de hoeveelheid melk waarbij ook de kwaliteit van de melk een rol speelt (Rendement).
Rollen en verantwoordelijkheden Rundveehouder verzorgt de dieren en brengt zijn gronden in een grondpool, Loonwerker is verantwoordelijk voor de teelt en levering van ruwvoer en mestafzet, Akkerbouwer vergroot zijn teelt-rotatie door deel te nemen in een grondpool, neemt mest af en levert ruwvoer, Kennes Balans B.V. is de centrale spil in het geheel en ondersteund met onafhankelijke rundvee- en teelttechnische- adviseurs de voornoemde partijen en coördineert de activiteiten voor het behalen van de geprognotiseerde rendementen.
Bemestingsadviezen 2015 Advies gericht op maximaliseren van opbrengst en kwaliteit Doel is 20 ton ds/ha gras en 20 ton ds/ha mais Gras vraagt per ton ds productie 35 kg N 4 kg P (10 kg P2O5) Wettelijk toegestaan 320 kg N + 80 kg P2O5 is goed voor 8 ton ds. Fosfaat is hierbij de meest limiterende factor. Mais vraagt per ton ds productie 12 kg N 4,5 kg P2O5 Wettelijk toegestaan 112 kg N + 50 kg P2O5 is goed voor ruim 9 ton ds. Hierbij is N de meest limiterende faktor
Uit voorgaande blijkt dat we maar voor een half gewas mogen bemesten. Hoe lossen we dit probleem op om toch een optimaal gewas te oogsten door: verbeteren van bodemgezondheid en bodemvruchtbaarheid Inzetten op maximaal stimuleren en kweken van bodemleven Bodembalans optimaliseren en sporenelementen aanvullen Verbeteren van bodemstructuur, organische stofgehalte en vochthuishouding Door toepassen van Bokashi, compost, Zeezout, organische meststoffen, etc We zullen efficienter moeten bemesten doormiddel van het spreiden van bemestingstijdstippen, gebruik van bladmeststoffen en inzetten van humus- en fulvinezuren Gebruik van klaver en groenbemesters, en deze zien als een extra volledig gewas.
Wat zou mest moeten doen op het bedrijf? De input van externe meststoffen beperken. De bodem en bodembiologie voeden. De bodemvruchtbaarheid op peil houden / vergroten. Mest goed verwerkt op en in de bodem draagt bij aan de gezondheid van de veestapel, via gezond voedsel.
Omzetting Organische stof en bodembiologie
Bemestingsadvies gaat aan de hand van het grootste knelpunt Kali. Kali cijfers zijn bij alle bedrijven hoog, magnesium (ook calcium en sporenelementen) wordt afgedreven uit de koe en komt in de mest, magnesium hoopt vervolgens op in het land en zorgt daar voor structuurbederf, de magnesium wordt ook hier niet opgenomen door te hoge kali giften en te weinig bodemleven. Dit betekent dat de kali stromen in beeld moeten komen, vanuit voer en mest. Bemestingsadviezen worden aan de hand van de kalicijfers aangepast. Het is zaak de kalicijfers geleidelijk te verlagen en tegelijkertijd de bodembiologie te verhogen.
conclusie
Koe kenmerken DVE : OEB: Zetmeel: Structuur: Suikergehalte: Calcium: Magnesium: Natrium: Kobalt: Kalium: IJzer: Koper: Zwavel: Jodium: Darmwerking (mest): Leverproblemen: Is in orde bij goede bespiering van de broek van de koe. Als het witte gedeelte van de huid een gele kleuring laat zien is de OEB in het rantsoen te hoog. Het witte moet echt wit zijn. Te zien aan de rugvulling. Bij een appelvormige pens is de structuur van het rantsoen in orde, bij pensverzuring is er sprake van een peervorm; een uitgezakte pens Is in orde bij voldoende glans op de middenhand en achterhand. Volle hakken geven een tekort aan. Te zien aan de rugstand, bij een rug die omhoog staat is er sprake van een tekort. Schuimen betekent een tekort. Te zien aan uitdraaiende benen (koehakkig) en een tekort aan spierkracht (wat ook veroorzaakt kan worden door een energietekort in de koe) Bij deze kenmerken zien we een tekort. Overmaat bij bruinkleuring van de schoft in het witte gedeelte. Te laag als de neus niet voldoende roze is. Ring om de ogen bij een tekort. Bij een tekort zijn scheurtjes te zien in de klauwen. Grauwe schoft en een rand op de neus te zien bij een slechte schildklierwerking. Stapelhoogte moet minimaal 3 cm zijn. Rimpels ter hoogte van het uier op de buitenkant van de benen; de huid is te stug.
Ervaringen en opmerkingen