RICHTSNOEREN VAN DE EU OVER KINDEREN EN GEWAPENDE CONFLICTEN



Vergelijkbare documenten
Bijgewerkte versie van de RICHTSNOEREN VAN DE EU OVER KINDEREN EN GEWAPENDE CONFLICTEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE. C 303/12 Publicatieblad van de Europese Unie

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2012(INI)

RICHTSNOEREN VOOR EEN EU-BELEID TEN AANZIEN VAN DERDE LANDEN INZAKE FOLTERING EN ANDERE WREDE, ONMENSELIJKE OF ONTERENDE BEHANDELING OF BESTRAFFING

Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten aanzien van derde landen inzake de doodstraf

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2169(INI) over het wereldwijd uitbannen van foltering 2013/2169(INI)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

RICHTSNOEREN VAN DE EUROPESE UNIE INZAKE DE MENSENRECHTENDIALOOG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/2020(INI)

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De rechten van de mens

Richtsnoeren van de EU inzake de mensenrechtendialoog met derde landen - actualisering

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

EU-richtsnoeren over de doodstraf: herziene en bijgewerkte versie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie politieke zaken

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EU-richtsnoeren ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) Ontwerpadvies Corina Creţu (PE v01-00)

Committee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS

GEZAMENLIJK BESLUIT VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

12897/15 rts/sl 1 DG C 2B

Luxemburg, 25 juni /01 (Presse 267)

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

- een bijgewerkte lijst van landen die onderworpen zijn aan een EU-embargo op de uitvoer van wapens (bijlage I);

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2036(INI)

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

CONV 252/02 smu/ier/jg 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 januari 2004 (OR. en) 15813/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0817 (CNS) CIREFI 60 FRONT 178 COMIX 749

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016

Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN

BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

AANGENOMEN TEKSTEN. Aanvallen op scholen en ziekenhuizen (schendingen van het internationaal humanitair recht)

Manifest voor de Rechten van het kind

15633/17 gra/fb 1 DG C 1

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

Handvest van de grondrechten van de EU

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

België en de Verenigde Naties

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

P7_TA(2010)0236. Het Europees Parlement,

INLEIDENDE NOTA het secretariaat de delegaties Betreft: Ontwerp-conclusies van de RAZEB inzake EVDB

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

BELGIË IN DE VEILIGHEIDSRAAD

P7_TA-PROV(2009)0118 Geweld in de Democratische Republiek Congo

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

6068/16 YEN/hw 1 DGG 1B

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

14098/15 VER/mt 1 DG C 1

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Zittingsdocument B8-0377/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad over Iran, die op 4 februari 2019 door de Raad zijn aangenomen.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2016 ter ondersteuning van het vredesproces in Colombia (2015/3033(RSP))

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

(2000/C 311 E/05) COM(2000) 169 def. 1998/0300(COD) Ongewijzigd

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

10482/16 pro/zr/as 1 DGC 1

3. Derhalve wordt aan het Coreper in overweging gegeven de Raad aan te bevelen:

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU. 25 juni 2003 ACS-EU 3587/B/03. over de rechten van kinderen en van kindsoldaten in het bijzonder

Inhoudsopgave. Woord vooraf... 11

9405/08 CS/lg DG E VIII

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

Voorontwerp van decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2003 (04.08) (OR. en) 11836/03 DOCUMENT GEDEELTELIJK TOEGANKELIJK VOOR HET PUBLIEK LIMITE

Transcriptie:

RICHTSNOEREN VAN DE EU OVER KINDEREN EN GEWAPENDE CONFLICTEN I. KINDEREN EN GEWAPENDE CONFLICTEN 1. Alleen al in de afgelopen tien jaar zijn tijdens gewapende conflicten naar schatting 2 miljoen kinderen omgekomen en daarnaast zijn 6 miljoen kinderen verminkt. Door conflicten verliezen kinderen hun ouders en verzorgers, en blijven zij verstoken van elementaire sociale zorg, gezondheidszorg en onderwijs. Er zijn zo'n 20 miljoen kinderen ontheemd en vluchteling, terwijl anderen gegijzeld, ontvoerd of verhandeld worden. Stelsels van geboorteregistratie en kinderrecht kunnen niet langer functioneren. Op elk willekeurig ogenblik nemen naar schatting ten minste 300.000 kindsoldaten deel aan conflicten. 2. Na afloop van conflicten hebben kinderen speciale noden op de korte en lange termijn, zoals het traceren van familieleden, heropvoeding en sociale reïntegratie, psychosociale revalidatieprogramma s, deelneming aan programma's voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie, alsmede in het kader van overgangsrechtspraak. 3. In veel gevallen blijft er een klimaat van straffeloosheid bestaan voor degenen die misdaden tegen kinderen begaan die als zodanig zijn aangemerkt in het internationaal humanitair recht en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof. 4. Het Verdrag inzake de rechten van het kind (CRC) is nagenoeg universeel bekrachtigd, maar wordt geenszins universeel toegepast. Vooral in gewapende conflicten hebben kinderen naar verhouding zwaar te lijden, op allerlei manieren, en met langdurige gevolgen. Het effect van gewapende conflicten op de toekomstige generaties kan de oorzaak vormen voor het voortduren of weer opleven van die conflicten. Het Facultatief Protocol bij het CRC inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten beoogt dit tegen te gaan. 1

II. DOEL 5. Bevordering en bescherming van de rechten van het kind zijn een prioriteit van het EUmensenrechtenbeleid. De Europese Unie (EU) acht het van het grootste belang dat het probleem van kinderen en gewapende conflicten wordt aangepakt, zowel omdat kinderen de toekomst zijn, als omdat zij rechten hebben die zijn vastgelegd in het CRC en zijn facultatieve protocollen, en in andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten. De EU streeft ernaar het bewustzijn met betrekking tot dit vraagstuk te vergroten door EU-acties op dit gebied beter voor het voetlicht te brengen, zowel binnen de EU als tegenover de buitenwereld. 6. De EU verbindt zich ertoe, de gevolgen die gewapende conflicten op de korte, de middellange en de lange termijn voor kinderen hebben, effectief en breed aan te pakken, met behulp van de uiteenlopende instrumenten waarover zij beschikt en voortbouwend op vroegere of lopende activiteiten (een overzicht van de acties van de EU gaat in bijlage I). Doel van de EU is, derde landen en niet-gouvernementele actoren ertoe te bewegen de internationale regels en normen op het gebied van de mensenrechten, het humanitair recht en de regionale rechtsinstrumenten inzake internationale mensenrechten (als genoemd in bijlage II) te implementeren en doeltreffende maatregelen te nemen om kinderen te beschermen tegen de gevolgen van gewapende conflicten, een eind te maken aan de inzet van kinderen in legers en in gewapende groeperingen, en een eind te maken aan straffeloosheid. III. BEGINSELEN 7. De EU is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de rechtsstaat. Deze beginselen hebben de lidstaten gemeen. Eerbiediging van de mensenrechten behoort tot de wezenlijke doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU, dat ook het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) omvat. Eerbiediging van de mensenrechten maakt ook deel uit van het communautaire beleid inzake handel, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire bijstand. 8. De bevordering en bescherming van de rechten van alle kinderen is een prioritair streven van de EU en haar lidstaten. In haar activiteiten om de bescherming van door gewapende conflicten getroffen kinderen te waarborgen, laat de EU zich leiden door de desbetreffende internationale en regionale regels en normen op het gebied van de mensenrechten en het humanitair recht, waaronder die welke in bijlage II worden genoemd. 2

9. De EU steunt het werk van de actoren op dit gebied, met name van de secretaris-generaal van de VN, de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal voor kinderen in gewapende conflicten, UNICEF, UNIFEM, het OHCHR, de UNHCR, het UNDP, het Comité voor de rechten van het kind, het Mensenrechtencomité, de Raad van Europa, de OVSE/ODIHR, alsmede de speciale mechanismen van de VN en andere relevante actoren zoals het ICRC, het Netwerk voor de menselijke veiligheid en de organisaties van het civiele samenleving. De EU zal een proactieve bijdrage leveren en samenwerken met deze actoren om te bewerkstelligen dat de bestaande internationale waarborgen voor de rechten van het kind worden versterkt en daadwerkelijk worden toegepast. IV. RICHTSNOEREN Geregelde waarneming, verslaglegging en beoordeling vormen de basis voor het onderkennen van situaties waarin een optreden van de EU vereist is. In het geval van door de EU geleide crisisbeheersingsoperaties zal de besluitvorming per geval plaatsvinden in het licht van het potentiële mandaat voor het specifieke optreden en de middelen en vermogens waarover de EU beschikt. A. Waarneming en verslaglegging 10. In hun periodieke verslagen nemen de hoofden van de EU-missies, de missiehoofden van de civiele operaties, de militaire bevelhebbers (via de commandoketen) en de speciale vertegenwoordigers van de EU, telkens wanneer dat relevant is, een analyse op van de gevolgen van een conflict of dreigend conflict voor kinderen. Die verslagen dienen in het bijzonder betrekking te hebben op bijzonder ernstige schendingen en misbruik van kinderen in gewapende conflicten, te weten rekrutering en inzet van kinderen in legers en gewapende groeperingen, het doden en verminken van kinderen, aanvallen op scholen en ziekenhuizen, het blokkeren van de toegang voor humanitaire hulp, seksueel en gendergerelateerd geweld tegen kinderen, ontvoering van kinderen, en de maatregelen die de betrokken partijen hebben genomen om deze te ondervangen. In hun normale verslaglegging nemen zij, waar van toepassing, een periodieke beoordeling op van de gevolgen en het effect van EU-acties voor kinderen in conflictsituaties. De lering die uit crisisbeheersingsoperaties van de EU wordt getrokken, kan een andere belangrijke bron van informatie voor de bevoegde groepen zijn, voorzover zij niet gerubriceerd is. 3

11. De Commissie vestigt de aandacht van de Raad en de lidstaten op de relevante verslagen op dit gebied en verstrekt, waar van toepassing en indien nodig, nadere informatie over door de Gemeenschap gefinancierde projecten betreffende kinderen en gewapende conflicten, alsmede de rehabilitatie na conflicten. De lidstaten leveren een bijdrage tot dit overzicht door informatie te verstrekken over bilaterale projecten op dit gebied. B. Beoordeling en aanbevelingen voor optreden 12 De Groep mensenrechten (COHOM) van de Raad bepaalt op gezette tijden, in nauwe samenwerking met andere bevoegde groepen, op basis van bovengenoemde verslagen en andere relevante informatie, zoals verslagen en aanbevelingen van de SGVN (inclusief de lijst van partijen bij gewapende conflicten die kinderen rekruteren of gebruiken, welke is gehecht aan het jaarverslag van de VN-Veiligheidsraad over kinderen in gewapende conflicten), de speciale vertegenwoordiger van de SG voor kinderen in gewapende conflicten, UNICEF, de speciale mechanismen en de voor de mensenrechtenverdragen verantwoordelijke organen van de VN, alsook van niet-gouvernementele organisaties, welke situaties optreden van de EU vereisen, met name wanneer zich alarmerende situaties voordoen die onmiddellijke aandacht vergen, en doet op het passende niveau (PVC/Coreper/de Raad) aanbevelingen voor een dergelijk optreden. C. EU-instrumenten voor optreden in de betrekkingen met derde landen De EU beschikt over een hele reeks instrumenten voor optreden. De EU bouwt voort op bestaande initiatieven om de EU-acties voor kinderen die getroffen worden door gewapende conflicten (zie bijlage I), te consolideren, te versterken en vooruit te helpen. Daarnaast beschikt de EU over onder andere de volgende instrumenten: 13. Politieke dialoog: de mensenrechtencomponent van de politieke dialoog tussen de EU en derde landen en regionale organisaties heeft, waar van toepassing, betrekking op alle aspecten van de rechten en het welzijn van het kind vóór, tijdens en na een conflictsituatie. 4

14. Demarches: de EU onderneemt demarches en legt politieke verklaringen af om er bij de betrokken derde landen op aan te dringen effectieve maatregelen te nemen om de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van gewapende conflicten te waarborgen, een einde te maken aan de inzet van kinderen in legers en gewapende groeperingen en een eind te maken aan straffeloosheid. Aan de speciale vertegenwoordigers en de hoofden van de missies van de EU wordt opgedragen het vraagstuk waar van toepassing aan de orde te blijven stellen bij niet-gouvernementele actoren. In voorkomend geval reageert de EU ook op positieve ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. 15. Multilaterale samenwerking: de Gemeenschap financiert momenteel projecten die verband houden met kinderen in gewapende conflicten op verschillende gebieden, met name ontwapening, demobilisatie, reïntegratie en repatriëring (DDRR), en door middel van humanitaire bijstand. De Commissie zal nagaan welke mogelijkheden er zijn om die steun uit te breiden, bijvoorbeeld in het kader van haar strategische landendocumenten en haar evaluaties halverwege. De lidstaten trachten eveneens de in deze richtsnoeren uiteengezette prioriteiten tot uiting te laten komen in hun bilaterale samenwerkingsprojecten. 16. Crisisbeheersingsoperaties: tijdens het planningsproces dient het vraagstuk van de bescherming van kinderen naar behoren te worden geregeld. In landen waar de EU zich bezig houdt met crisisbeheersingsoperaties, en rekening houdend met het mandaat van de operatie en de middelen en vermogens waarover de EU beschikt, dient bij de operationele planning op passende wijze rekening te worden gehouden met de specifieke behoeften van kinderen, met speciale aandacht voor de bijzondere kwetsbaarheid van meisjes. In het kader van de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad schenkt de EU bijzondere aandacht aan de bescherming, het welzijn en de rechten van kinderen in gewapende conflicten wanneer zij optreedt ter handhaving van vrede en veiligheid. 17. De EU tracht, met behulp van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt, te waarborgen dat de specifieke behoeften van kinderen in aanmerking worden genomen bij vroegtijdige waarschuwing en bij preventieve maatregelen, evenals bij daadwerkelijke conflictsituaties, vredesonderhandelingen en vredesakkoorden, en zorgt ervoor dat misdrijven tegen kinderen worden uitgesloten van alle vormen van amnestie, en bij wederopbouw, rehabilitatie, reïntegratie en langetermijnontwikkeling na afloop van het conflict. In dit verband profiteert de EU van, en bouwt zij voort op, de ervaring die is opgedaan in het kader van het VN-systeem en van regionale organisaties. Meisjes en kinderen die vluchteling, ontheemd, gescheiden, ontvoerd, door HIV/AIDS getroffen, gehandicapt, seksueel uitgebuit of in detentie zijn, zijn bijzonder kwetsbaar. 5

18. Opleiding: in het gecoördineerd EU-opleidingsconcept op het gebied van crisisbeheersing moet rekening worden gehouden met de implicaties van deze richtsnoeren. 19. Overige maatregelen: de EU zou, indien nodig, kunnen overwegen gebruik te maken van andere tot haar beschikking staande instrumenten, zoals het opleggen van gerichte maatregelen. V. IMPLEMENTATIE EN FOLLOW-UP 20. Voorts wordt COHOM verzocht: a) toe te zien op de implementatie van het optreden van de EU overeenkomstig deze richtsnoeren, en te dien einde nadere regels vast te stellen om punt 12 praktische uitvoering te geven. In deze context zij verwezen naar de conclusies van de RAZ van 25 juni 2001, waarin wordt gememoreerd dat de acties van de Gemeenschap moeten sporen met het optreden van de EU in zijn geheel; b) de integratie van het vraagstuk van kinderen en gewapende conflicten in alle ter zake doende beleidsvormen en maatregelen van de EU te bevorderen en daarop toe te zien; c) de implementatie van deze richtsnoeren permanent te bezien, in nauwe samenwerking met de bevoegde groepen, speciale vertegenwoordigers, missiehoofden, missiehoofden van civiele operaties, militaire bevelhebbers (via de commandoketen) van de EU; d) waar nodig verdere wegen van samenwerking met de VN en andere internationale en regionale intergouvernementele organisaties, NGO's en ondernemingen op dit gebied te blijven onderzoeken; e) jaarlijks verslag uit te brengen aan het PVC over de vorderingen bij de verwezenlijking van de in deze richtsnoeren uiteengezette doelstellingen; f) twee jaar na de aanneming van deze richtsnoeren een evaluatie ervan voor te leggen aan de Raad, met eventuele aanbevelingen voor verbeteringen of bijstellingen; 6

g) op die basis, te overwegen of er een contactpunt (bijvoorbeeld een speciale groep van deskundigen of een speciale vertegenwoordiger) voor de toekomstige implementatie van deze richtsnoeren moet worden ingesteld. 7

BIJLAGE I EU-acties op het gebied van kinderen en gewapende conflicten [INDICATIEVE LIJST] GBVB-instrumenten 1. Conclusies van de Raad van 10 december 2002 (doc. 15138/02, blz. 9). 2. Gemeenschappelijk standpunt inzake mensenrechten en behoorlijk bestuur in Afrika (98/350/GBVB). 3. Gemeenschappelijke standpunten inzake Rwanda, Somalië, Sierra Leone, Zimbabwe, de DRC, Nigeria, Liberia, Angola, Cuba (met inbegrip van het opleggen van gerichte sancties in een aantal van deze gevallen). 4. Gemeenschappelijk standpunt betreffende het ICC (2001/433/GBVB, als gewijzigd bij GS 2002/474/GBVB). 5. Gemeenschappelijke optredens (de DRC, Zuid-Ossetië, Bosnië en Herzegovina, verscheidene speciale vertegenwoordigers) en gemeenschappelijke strategieën (Rusland, Oekraïne, Middellandse-Zeegebied). 6. EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer, aangenomen op 8 juni 1998. Er wordt gewerkt aan controles op het niveau van de EU op de uitvoer van paramilitaire uitrusting. 7. Gemeenschappelijk standpunt betreffende uit conflictgebieden afkomstige diamanten en verordening van de Raad tot uitvoering van de Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamant (doc. 15328/02). 8. Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (doc. 7369/01) en werkdocument betreffende de uitvoering van de richtsnoeren (doc. 15437/02). 9. Richtsnoeren van de EU inzake de doodstraf (doc. 9199/98). 10. Richtsnoeren van de EU inzake de mensenrechtendialoog (doc. 14469/01). Crisisbeheersing (EDVB) 11. Conclusies van de Raad van 16 juni 2003 betreffende de operatie Artemis in Bunia, DRC (doc. 10369/03). 12. Crisisbeheersingsoperaties in Bosnië en Herzegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. 13. Conclusies van de Raad over de EU/VN-verklaring inzake de samenwerking tussen beide organisaties op het gebied van crisisbeheersing (doc. 12875/03). 14. Conclusies van de Raad van 21 juli 2003 betreffende samenwerking tussen de EU en de Verenigde Naties inzake crisisbeheersing: bescherming van burgers bij door de EU geleide crisisbeheersingsoperaties (doc. 11439/03). 15. Ontwerp-richtsnoeren inzake de bescherming van burgers bij door de EU geleide crisisbeheersingsoperaties (doc. 14805/03). 8

16. Ontwerp van een algehele opzet van de EU voor missies op het gebied van de rechtsstaat bij crisisbeheersing, inclusief bijlagen (doc. 9792/03). 17. Uitvoering van het Europees programma voor de preventie van gewelddadige conflicten (doc. 10680/03). In dit programma worden de verschillende EU-initiatieven op het gebied van conflictpreventie uiteengezet, waaronder ook de opleiding van functionarissen. 18. Harmonisatie van de opleiding voor civiele aspecten van crisisbeheersing en aanwerving van de EU (doc. 11675/1/03) en gemeenschappelijke opleidingscriteria voor civiele aspecten van crisisbeheersing van de EU (doc. 15310/03). 19. De EG heeft bijgedragen tot de vergroting van de VN-vermogens op gebieden als snelle inzetbaarheid, opleiding en DD&R (ontwapening, demobilisatie en reïntegratie). De Commissie en de Politieke Staf van het secretariaat-generaal van de Raad hebben ook "conflictindicatoren" ontwikkeld (surveillancelijsten van landen in moeilijke situaties). Een voorbeeld is het programma van samenwerking met de Afrikaanse Unie ter verbetering van haar vermogen voor het vreedzaam oplossen van conflicten en samenwerking met partnerlanden door middel van rechtstreekse contacten tussen functionarissen in specifieke sectoren als illegale export van hout en watervoorraden. Communautaire instrumenten (ontwikkelingssamenwerking, handel, humanitaire bijstand) 20. Resolutie van de Raad inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (doc. 5049/03) 21. In verscheidene handels- en samenwerkingsovereenkomsten, met name in de ACS-EGpartnerschapsovereenkomst van Cotonou, staan specifieke bepalingen betreffende kinderen, conflictpreventie, mensenrechten. 22. Bijstand aan en bescherming van kwetsbare kinderen wordt ook in het ruimere kader van armoedebestrijding gezien, en derhalve in het kader van de ontwikkelingssamenwerking van de EG. Kinderen zijn een belangrijke doelgroep van externe hulp, met name in sectorieel beleid zoals opleiding en gezondheid. Er wordt een groot aantal activiteiten die verband houden met kinderen door de EU gefinancierd via ECHO, het EOF, het Europees Initiatief voor de democratie en de mensenrechten. 23. De bijstand aan en bescherming van kinderen die bij gewapende conflicten zijn betrokken, worden gekanaliseerd via een aantal programma's van de Commissie. De bevordering van de rechten van het kind was in 2001 een van de prioriteiten voor financiering in het kader van het Europees Initiatief voor de democratie en de mensenrechten en is voor de periode 2002-2004 geïntegreerd in het algemene beleid. 9

24. Activiteiten in verband met kinderen waren een van de drie prioriteiten voor de ECHOstrategie voor 2003. ECHO heeft in het verleden humanitaire operaties met een kindercomponent gesteund. Voorbeelden van projecten in 2001 en 2002 zijn: demobilisatie-, rehabilitatie- en reïntegratieprojecten (Uganda), gezondheids- en voedingsprojecten (Sudan, Colombia, Palestina), psychosociale ondersteuning (Sierra Leone, Sudan, de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Libanon), financiering van scholen in noodkampen voor ontheemden (onder meer de DRC, Sudan, Sierra Leone, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië), traceren van en hereniging met familieleden (Colombia). 25. ECHO heeft ook onderzoek en bewustmakingscampagnes gefinancierd van Save the Children, het Belgische Rode Kruis en andere organisaties, en overweegt steun te verlenen aan een UNICEF-initiatief om meer betrouwbare gegevens over door gewapende conflicten getroffen kinderen beschikbaar te maken. Optreden in multilaterale fora 26. Resoluties over de rechten het kind, jaarlijks door de EU ingediend, samen met de GRULAC, in de Commissie voor de rechten van de mens en de derde commissie van de Algemene Vergadering van de VN. Die resoluties omvatten ook paragrafen over kinderen en gewapende conflicten. 27. Verklaringen en bijdragen van de EU in de Veiligheidsraad, de AVVN, de CHR, en de SAVVN (8-10 mei 2002), de consensus van Monterrey. Europees Parlement 28. Het EP heeft de Raad in zijn jaarverslag van 2003 (dat is aangenomen in september) verzocht een beperkte strategie inzake kinderen en gewapende conflicten aan te nemen. 29. De Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU heeft tijdens haar vergadering van 12 oktober in Rome, op basis van een verslag van twee van haar leden dat in juni 2003 was gepubliceerd, een resolutie inzake kinderen en gewapende conflicten aangenomen. 10

BIJLAGE II Relevante internationale en regionale instrumenten Rechten van het kind - Verdrag inzake de rechten van het kind, 1989 - Facultatief Protocol II bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten, 2002 - Facultatief Protocol I bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake kinderhandel, prostitutie en pornografie, 2002 - Afrikaans handvest inzake de rechten en het welzijn van het kind, 1990 - IAO-Verdrag nr. 182 betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid, 1999 Internationaal humanitair recht, vluchtelingen en intern ontheemden - Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, 1949 - Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, 1949 - Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van de slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I), 1978 - Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (Protocol II), 1977 - Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, 1951 - Protocol betreffende de status van vluchtelingen, 1967 - Richtsnoeren inzake interne ontheemding, 1998 Internationaal strafrecht - Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, 2002 - Gewijzigd statuut van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen verantwoordelijk voor ernstige schendingen van internationaal humanitair recht op het grondgebied van het voormalig Joegoslavië sinds 1991, 1993 (als gewijzigd in 1998, 2000, 2002) - Statuut van het Internationaal Tribunaal voor Rwanda, 1994 11

Resoluties van de Veiligheidsraad Resolutie nr. 1261 van de Veiligheidsraad (1999) Resolutie nr. 1314 van de Veiligheidsraad (2000) Resolutie nr. 1379 van de Veiligheidsraad (2001) Resolutie nr. 1460 van de Veiligheidsraad (2003) 12