STAAT VAN DE INSTELLING Business School Notenboom Plaats : Eindhoven BRIN nummer : 24GE Onderzoeksnummer : 283626 Datum onderzoek : 28-29 september 2015 Datum vaststelling : 16 december 2015
Pagina 2 van 26
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT........................... 7 2.1 Conclusie........................................... 7 2.2 Vervolgtoezicht....................................... 7 3 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN............................ 9 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau................. 9 3.3 Risicobepaling....................................... 11 4 RESULTATEN PER OPLEIDING.............................. 15 4.1 Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker).. 15 4.2 Assistent-Manager Internationale Handel (Assistent-manager Internationale Handel Binnendienst)........................ 21 5 BIJLAGEN............................................ 25 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden..................... 25 Pagina 3 van 26
Pagina 4 van 26
1 INLEIDING In dit rapport staan de uitkomsten van het onderzoek naar de Staat van de instelling, dat de Inspectie van het Onderwijs op 28 september 2015 en 29 september 2015 heeft uitgevoerd bij Business School Notenboom. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). Business School Notenboom is een niet-bekostigde instelling met ongeveer 105 studenten in drie erkende opleidingen. De instelling heeft drie onderwijslocaties in Eindhoven, Hilversum en Maastricht. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Het onderzoek is gestart met een analyse van informatie over de instelling, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek en signalen. Aanvullend is bij twee opleidingen een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd (zie tabel hieronder) en is de kwaliteitsborging van de instelling onderzocht. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is gesproken met studenten, vertegenwoordigers van de studentenraad, docenten, management en het college van bestuur. Voorafgaand aan het onderzoek zijn telefonische interviews met leerbedrijven afgenomen. De kwaliteitsonderzoeken zijn uitgevoerd bij de volgende opleidingen: Gebied Gebied Opbrengsten Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten 90532 90532, Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) 90933 90933, Assistent-manager Internationale Handel (Assistentmanager Internationale Handel Binnendienst) Gebied Examinering en diplomering 90532, Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) 90933, Assistent-manager Internationale Handel (Assistentmanager Internationale Handel Binnendienst) Leerweg, niveau, locatie leerweg bol, niveau 4, locatie Emmastraat 15 te Hilversum leerweg bol, niveau 4, locatie Emmastraat 15 te Hilversum Pagina 5 van 26
In dit rapport starten we met de conclusie van het onderzoek en geven we vervolgens aan of er sprake is van vervolgtoezicht (hoofdstuk 2). Daarna volgen de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau en de risicobepaling (hoofdstuk 3). Vervolgens is per onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek beschreven (hoofdstuk 4). De normering van de eerste vijf kwaliteitsgebieden is als bijlage opgenomen. Pagina 6 van 26
2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk staat de conclusie van het onderzoek naar de Staat van de instelling en beschrijven we het vervolg. Het vervolg is bepaald op basis van het aantal geconstateerde risico's voor de onderwijskwaliteit (geen, enkele of veel) in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging van de instelling (goed, voldoende, onvoldoende, slecht). De toelichting op de risicobepaling en de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging staan in hoofdstuk 3. 2.1 Conclusie Zijn er mogelijke risico's voor de onderwijskwaliteit? We zien geen risico's voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit van het onderwijs, de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Wat is de stand van de kwaliteitsborging van de instelling? We concluderen dat de kwaliteitsborging op instellingsniveau bij Business School Notenboom goed is. We gaan er op basis van deze conclusie vanuit dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico's voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen. 2.2 Vervolgtoezicht Het onderzoek naar de Staat van de instelling geeft geen aanleiding om vervolgtoezicht en aanvullend vervolgtoezicht uit te voeren bij Business School Notenboom. Pagina 7 van 26
Pagina 8 van 26
3 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk informeren wij u over de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau en onderbouwen wij ons oordeel. Daarna lichten we de risicobepaling toe. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau In onderstaande tabel staat de beoordeling van de kwaliteitsborging. Dit oordeel is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. De normering staat in bijlage I. Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging op instellingsniveau bij Business School Notenboom is beoordeeld als goed. Aan alle aspecten is in ruime mate voldaan. We concluderen dat het kwaliteitszorgsysteem op alle niveaus in de organisatie werkt, systematisch wordt gehanteerd en bevindingen en voorgenomen verbetermaatregelen structureel worden besproken met belanghebbenden. Daarnaast zien we dat Business School Notenboom ambitieus is bij het formuleren van kwaliteitsdoelstellingen. Zo zijn streefwaarden voor de studenttevredenheid in de afgelopen jaren steeds behaald en vervolgens verhoogd. Daardoor komen wij tot het oordeel goed. De sturing beoordelen we als voldoende. Business School Notenboom is een centraal gestuurde organisatie met door haar kleinschaligheid, korte lijnen richting management en docenten. De op centraal niveau geformuleerde kwaliteitsagenda met bijbehorende streefdoelen zijn op lagere niveaus bekend en worden door management en docenten ondersteund. Aan de kwaliteitsagenda ligt de missie van de instelling ten grondslag, van waaruit streefdoelen zijn afgeleid. Deze doelen hebben betrekking op onderwijs, examinering en opbrengsten. Afgelopen jaar heeft de instelling met behulp van Pagina 9 van 26
verschillende groepen belanghebbenden eveneens kernwaarden geformuleerd. Ten behoeve van het zichtbaar maken van het onderscheidend vermogen van de instelling ten opzichte van andere scholingsinstituten kunnen de nieuw geformuleerde kernwaarden omgezet in kritische prestatie-indicatoren. Op deze manier kan ook worden nagegaan of er wordt voldaan aan de kernwaarden en kan de instelling een ambitie omtrent dit gebied kenbaar maken richting de organisatie. De beoordeling beoordelen we als voldoende. Business School Notenboom monitort en evalueert regelmatig de kwaliteit van het onderwijs, de examinering en de organisatie op verschillende niveaus en bij alle belanghebbenden, al dan niet met gebruikmaking van een externe auditor. Ook worden de uitkomsten van de verschillende vestigingen onderling met elkaar vergeleken. Naast eigen beoordelingen van de gerealiseerde kwaliteit voert een beroepenveldcommissie tevens jaarlijks een onderzoek uit. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende. De resultaten van alle metingen en onderzoeken die gedurende het schooljaar plaatsvinden worden gebruikt voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, de examinering en de organisatie. Dit zijn zowel verbeteracties op microniveau naar aanleiding van een toetsevaluatie of module-evaluatie, als verbeteracties op een hoger aggregatieniveau, zoals informatievoorziening over stages naar aanleiding van de stage-enquête. Ten behoeve van het formuleren van instellingsbrede verbetermaatregelen analyseert het college van bestuur eenmaal per jaar alle resultaten in samenhang. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er is een voldoende functionerende dialoog met zowel studenten als met leerbedrijven. Per vestiging is er een studentenraad die actief wordt betrokken bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, examinering en organisatie. Studenten die hierin zitting hebben, voelen zich serieus genomen, omdat voorstellen tot verbetering ook daadwerkelijk worden opgepakt door het management. Ook legt het management voorgenomen beleidswijzigingen voor aan studenten voor inspraak en draagvlak. Verbeteractiviteiten en behaalde resultaten worden mondeling met studenten en de beroepenveldcommissie besproken. De beroepenveldcommissie is belangrijke gesprekspartner voor Business School Notenboom op het gebied van opleidingsprogramma s en beroepspraktijk. De vestigingsdirecteuren bezoeken lessen waar volgens een vastgesteld kader de docenten en de lessen worden beoordeeld. De informatie hieruit verkregen wordt ook gebruikt als input voor functioneringsgesprekken en instellingsbrede scholing. Pagina 10 van 26
Onderwijstijd De kwaliteitsborging met betrekking tot onderwijstijd is voldoende. De instelling stuurt voldoende op het naleven van de wettelijke bepalingen over onderwijstijd. En de instelling houdt op een effectieve wijze zicht op het naleven van deze wettelijke bepalingen. De instelling maakt geen gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke urennorm. 3.3 Risicobepaling Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling. 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit van het onderwijs, de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Hierna volgt de toelichting. Kwaliteit onderwijs We schatten het risico voor de kwaliteit van het onderwijs in als geen tot gering. Uit het uitgevoerde onderzoek bij twee opleidingen op één van de opleidingslocaties blijken geen tekortkomingen. Ook bij het vorige onderzoek werden geen tekortkomingen geconstateerd. Door centrale sturing op de kwaliteit zorgt de instelling ervoor dat de kwaliteit op de verschillende opleidingen en vestigingen vergelijkbaar is. De instelling onderzoekt zelf de kwaliteit van het onderwijs regelmatig en op betrouwbare wijze, waarna zij de resultaten onderling vergelijkt. Ook zij constateert geen zwaarwegende tekortkomingen en grote verschillen. De groei in studentenaantallen zal naar verwachting geen risico s genereren vanwege de wijze waarop het onderwijs georganiseerd is, het gedegen intakeproces en voldoende capaciteit in het docententeam. Kwaliteit examinering We schatten het risico voor de kwaliteit van de examinering in als geen tot gering. Eerdere onderzoeken van de inspectie op dit gebied hebben steeds tot het oordeel voldoende geleid en onderzoeken van de instelling zelf leiden tot eenzelfde oordeel. Een sterk punt is dat de instelling ondanks de geringe omvang van de instelling zij voldoende borgingsinstrumenten hanteert om de Pagina 11 van 26
kwaliteit van de examinering te garanderen en die de examencommissie de mogelijkheid geven onafhankelijk op te treden. Zij controleert de kwaliteit van het gehele examineringsproces. Ook wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van ingekochte examens en worden duidelijke eisen aan in- en externe beoordelaars gesteld. Opbrengsten We schatten het risico voor de opbrengsten in als geen tot gering. Als we de opbrengsten over de afgelopen jaren bezien, zien we een constant beeld in het percentage gediplomeerde studenten dat boven de norm ligt. Ook Business School Notenboom brengt jaarlijks de opbrengsten in beeld en beoordeelt ze op basis van een eigen norm. Daaruit zijn geen aandachtspunten naar voren gekomen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers We schatten het risico voor de tevredenheid van de studenten, medewerkers en werkgevers in als geen tot gering. Uit de gegevens over tevredenheid van studenten en werkgevers blijkt dat beide groepen belanghebbenden tevreden tot zeer tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs, de examinering en de organisatie. De tevredenheid van studenten op het gebied van lessen, begeleiding en randvoorwaarden (bv. faciliteiten en sfeer) laat een stijging op alle gemeten punten ten opzichte van het afgelopen jaar zien. De instelling heeft aangegeven op korte termijn een medewerkerstevredenheidsonderzoek in hun kwaliteitssysteem te willen opnemen. Overigens blijkt uit ons onderzoek dat medewerkers tevreden zijn over het management en de organisatie. Dit blijkt onder meer uit de uitingen van gesprekspartners, het lage ziekteverzuim en het stabiele docentencorps. Stabiliteit organisatie en management We schatten het risico voor de stabiliteit van de organisatie in als geen tot gering. Er is een ruime docentenpool en voor organisatorische en inhoudelijke sturing zijn diverse functionarissen aanwezig. Een deel van het college van bestuur zal binnen een aantal jaar zijn functie neerleggen. Het college van bestuur is nu al bezig met het voorbereiden van de opvolging, zodat een overdracht met geen of nauwelijks impact op de organisatie kan worden bewerkstelligd. Samenvattend We zien geen risico's voor de onderwijskwaliteit en beoordelen de kwaliteitsborging van de instelling als goed. Pagina 12 van 26
We gaan ervan uit, dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico's voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen. Pagina 13 van 26
Pagina 14 van 26
4 RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk lichten wij per onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, onvoldoende, voldoende, slecht) en lichten ons oordeel toe. 4.1 Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker), 90532, niveau 4, bol, locatie Emmastraat 15 te Hilversum heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Pagina 15 van 26
Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Business School Notenboom biedt binnen het domein Commercieel management twee specialisaties aan, te weten de opleiding Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) (hierna te noemen MMC) en de opleiding Assistent-manager internationale handel (Assistent-manager internationale handel binnendienst) (hierna te noemen IH). Beide opleidingen zijn door de inspectie onderzocht. Het eerste jaar is een gezamenlijk leerjaar, waarbij iedere student dezelfde vakken volgt. Het tweede leerjaar bevat een aantal gezamenlijke vakken, zoals Nederlands en Marketing en een aantal vakken dat specifiek geënt is op de gekozen specialisatie, zoals bedrijfseconomie. Ook is de beroepspraktijkvorming louter geschikt voor dan wel MMC dan wel IH. Beide opleidingen kopen het exameninstrumentarium in. In uitvoering en procedures (onderwijs en examinering) verschillen beide opleidingen niet van elkaar. Daarom hebben we ervoor gekozen beide opleidingen in één beschouwing te vatten met uitzondering van het onderzoek naar voortijdig schoolverlaten inclusief verzuimmelding dat alleen is uitgevoerd bij MMC. In hoofdstuk 4.2. dat over IH handelt, verwijzen we naar dit hoofdstuk. Daar waar het een zichtbaar verschil betreft voor één van de twee opleidingen geven wij dat duidelijk aan. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als goed. Aan alle aspecten is voldaan. We constateren dat de begeleiding tijdens de studieloopbaan en beroepspraktijkvorming op uitstekende wijze worden vormgeven. Ook het Pagina 16 van 26
didactisch handelen van de docenten is van goed niveau. Om deze redenen komen we tot het oordeel goed. Het programma kent voldoende samenhang en biedt voldoende maatwerk. Het kwalificatiedossier is duidelijk vertaald naar het opleidingsprogramma. Het opleidingsprogramma houdt op zijn beurt rekening met de diversiteit van studenten. De instelling biedt namelijk voldoende hulp aan studenten met achterstanden door extra lessen voor (generieke) vakken en huiswerkbegeleiding, zodat studenten in staat worden gesteld binnen twee jaar de opleiding af te ronden. Ook wordt de mogelijkheid geboden de studie in kortere tijd te voltooien. Het didactisch handelen, de leertijd en leeromgeving beoordelen we als voldoende. Het is duidelijk dat de opleiding er alles aan doet om studenten effectief te kunnen laten leren op school. Studenten ontvangen aan het begin van het schooljaar voor elk vak een planning met daarin de lesstof, verwijzing naar de bestuderen literatuur, de opdrachten die ze moeten maken, de data van toetsing en bijbehorende toetsvorm en de weging van de verschillende toetsvormen. Docenten houden zich aan de lesplanning. Hierdoor weten studenten precies wat ze moeten doen en kunnen ze eventueel vooruit werken. Binnen deze strakke structuur is er voldoende ruimte voor docenten om hun lessen naar eigen inzicht vorm te geven. Deze lessen zijn helder opgebouwd, waardoor de leertijd volledig wordt benut. Docenten maken tijdens de lessen gebruik van verschillende werkvormen passend bij de lesstof en zorgen dat de lessen goed aansluiten op de belevingswereld van de studenten, waardoor zij alert blijven. Ook geven ze studenten zinvolle feedback tijdens de les en naar aanleiding van gemaakte opdrachten. Het rooster is zo opgebouwd dat de moeilijke lessen in de ochtend worden gegeven en de meer uitvoerende vakken in de middag. Dit alles gebeurt in een leeromgeving die wat sfeer betreft als prettig wordt ervaren door studenten. Duidelijk is te zien dat studenten en docenten respectvol met elkaar omgaan en dat er getracht is een omgeving te scheppen waar docenten en studenten effectief kunnen werken. De intake en plaatsing, de studieloopbaanbegeleiding en de zorg beoordelen we als voldoende. De intake vindt zorgvuldig plaats door middel van een gesprek met de vestigingsdirecteur die realistische informatie rondom de opleiding verstrekt. De studieloopbaancoach (slc) is tevens stagebegeleider, zodat de slc zicht heeft op zowel leren op school als op leren in de praktijk. De slc is veel en zorgvuldig in gesprek met de student. Dit leidt ertoe dat de slc zowel pro als reactief optreedt richting de student. Daarnaast wordt de student zowel in de klas als tijdens de huiswerkbegeleidingsuren door andere docenten nauwlettend Pagina 17 van 26
gevolgd. Bevindingen worden planmatig zowel mondeling als digitaal onder docenten met elkaar gedeeld. Daar waar specifieke zorgbehoeften noodzakelijk zijn, biedt de opleiding extra zorgvoorzieningen. De opleiding maakt waar wat zij belooft en zorgt ervoor dat de student binnen de school optimaal kan presteren en zich ontwikkelen. De beroepspraktijkvorming (bpv) beoordelen we als voldoende. De opleiding zorgt ervoor dat studenten en bpv-bedrijven worden voorbereid op hun stage. Dit doet zij door regelmatig heldere informatie zowel mondeling als schriftelijk te verstrekken. De student en het stagebedrijf krijgen de verantwoordelijkheid de stageopdracht(en) binnen de mogelijkheden van het kwalificatiedossier vorm te geven, maar de stagebegeleider controleert altijd of het van voldoende niveau is en of alle kerntaken en werkprocessen voldoende geoefend worden. Door deze werkwijze sluiten leerstof en praktijk goed aan en worden verwachtingen gekanaliseerd. Studenten worden minimaal eenmaal tijdens een stageperiode door de stagebegeleider bezocht. Tijdens het gesprek wordt samen met de bedrijfsbegeleider in detail besproken wat de student goed doet en wat beter kan. Wanneer het de stage betreft die wordt afgesloten met een proeve van bekwaamheid worden de student en de bedrijfsbegeleider nogmaals meegenomen in het examineringsproces. Wanneer het een nieuw bpv-bedrijf betreft, bezoekt de stagebegeleider in de eerste twee weken van de stage de student om te controleren of de bedrijfsbegeleider voldoet aan de vastgestelde eisen die de opleiding stelt. Ook wordt dan gecheckt of het stagebedrijf kan bieden wat de student nodig heeft en of het stagebedrijf geschikt is als examineringslocatie, indien er sprake is van afsluiting van de stage door middel van proeve van bekwaamheid. Het is voorgekomen dat een student bij een stagebedrijf om één van genoemde redenen is weggehaald. Dit gebeurt altijd in overleg met de student en de student wordt nadrukkelijk begeleid bij het vinden van een ander stagebedrijf. De stagebegeleider is goed bereikbaar voor de student en het bedrijf, zodat eventuele knelpunten tijdig worden gesignaleerd en opgelost. Kortom, de opleiding zorgt ervoor dat studenten ook in de beroepspraktijk zo goed mogelijk kunnen leren. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De opleiding maakt gebruik van ingekocht examenmateriaal (ICE) dat door de Inspectie als voldoende is beoordeeld. Pagina 18 van 26
Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) telt vanaf het jaar van centrale examinering mee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding Het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel voldoet eveneens, omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De opleiding maakt gebruik van ingekocht examenmateriaal dat door de inspectie als voldoende is beoordeeld. Daar waar de toetsen door de instelling zijn aangevuld met specifieke opdrachten, toetst de instelling die opdrachten aan de hand van een procedure die voldoende waarborg biedt. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk verlopen. Simulaties, waarbij een aantal kerntaken en werkprocessen wordt geëxamineerd, vinden op alle locaties gelijktijdig plaats in bijzijn van twee beoordelaars en een procesbegeleider. Circa een week na simulatie is er een bijeenkomst waarbij alle beoordelaars en procesbegeleiders aanwezig zijn aangevuld met de secretaris van de examencommissie. Hier worden de kandidaten die zwak gepresteerd hebben besproken en wordt het simulatieproces geëvalueerd. De beoordeling van de proeve van bekwaamheid tijdens de bpv geschiedt door een beoordelaar van de school en van het bedrijf. De beoordeling wordt separaat gegeven, waarna overleg over de resultaten plaatsvindt. Wanneer de school twijfels heeft over de authenticiteit van afname en betrouwbaarheid van de uitkomsten stelt de school het oordeel van het bedrijf ter discussie, hetgeen kan leiden tot verwerping van het oordeel. Dit is voorgekomen. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. Wij constateren dat de examencommissie zicht heeft op de kwaliteit van het gehele examineringsproces. De examencommissie stelt aan de voorkant zelf de examens vast, ook indien ingekocht en houdt zich aan het borgingsproces rondom de ontwikkeling van opdrachten. De examencommissie geeft opdracht aan de slc om de deskundigheid van de stagebegeleider te checken. Tijdens de examinering observeert de examencommissie de simulaties en de proeve op het stagebedrijf. Daarnaast is de examencommissie voornemens steekproefsgewijs zowel simulatie als proeve bij te wonen. En aan de achterkant van het proces analyseert de examencommissie de resultaten van de examens door resultaten met elkaar te vergelijken en maakt zij van studentenenquêtes en enquêtes onder beoordelaars analyses om te zien of er aanleiding is om examens of afnameprocessen te wijzigen. Echter voorafgaand aan diplomering controleert de examencommissie niet of het exameninstrumentarium wordt gebruikt zoals bedoeld. Dit wordt vereenvoudigd wanneer er dossiers per student worden Pagina 19 van 26
gevormd, waarin alle documenten zijn opgenomen die voorwaardelijk voor diplomering zijn. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende. De instelling voldoet met een rendement van 85 procent voor de doelgroep <23 jaar aan de vastgestelde minimumnorm voor het rendement voor niet-bekostigde instellingen. Voor deze beoordeling is gebruikgemaakt van de door de instelling aangeleverde gegevens over 2014. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is als goed beoordeeld. Het oordeel over kwaliteitsborging op het niveau van de instelling is tevens van toepassing op MMC. Dit omdat Business School Notenboom een kleinschalige instelling is, waardoor er geen onderscheid te maken is tussen de kwaliteitsborging op instellings- en opleidingsniveau. De beschouwing zoals opgenomen in hoofdstuk 3 is dan ook van toepassing voor MMC. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan niet de onderzochte wettelijke eisen, omdat is vastgesteld dat de bepaling op het gebied van meldingsplicht verzuim niet is nageleefd. Tot vorig jaar ondervond de instelling geen verzuimproblematiek, reden waarom de instelling de bepalingen rondom meldingsplicht niet goed voor ogen had. Nadat bleek dat diverse studenten verzuimden, heeft de instelling in eerste instantie contact gezocht met betreffende studenten en ouders en heeft daarna contact opgenomen met de leerplichtambtenaar van de gemeente. Inmiddels is het verzuimbeleid aangescherpt en zijn de vereisten rondom meldingsplicht in kaart gebracht. Daarom hebben wij vertrouwen dat indien wettelijke meldingen of vervolgmeldingen aan de orde komen de meldingen juist en tijdig plaatsvinden. Wij zullen daarom hiervoor geen vervolgonderzoek uitvoeren. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969. Wanneer er na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken vinden vervolgmeldingen plaats. Pagina 20 van 26
Er kan geen oordeel worden gegeven ten aanzien van het naleven van de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Het onderwerp is weliswaar onderzocht, er waren echter geen studenten die voor melding in aanmerking kwamen, zodat niet kan worden vastgesteld of de instelling de geldende termijn hanteert. Gezien de huidige methode van registreren van verzuim hebben wij er echter vertrouwen in dat, indien wettelijke meldingen of vervolgmeldingen aan de orde zouden zijn, dit juist en tijdig gebeurt. Wij zullen daarom hiervoor geen vervolgonderzoek uitvoeren. 4.2 Assistent-Manager Internationale Handel (Assistent-manager Internationale Handel Binnendienst) Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding Assistent-manager internationale handel (Assistent-manager internationale handel binnendienst), 90933, niveau 4, bol, locatie Emmastraat 15 te Hilversum heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Pagina 21 van 26
Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Business School Notenboom biedt binnen het domein Commercieel management twee specialisaties aan, te weten de opleiding Medewerker marketing en communicatie (Marketing medewerker) (hierna te noemen MMC) en de opleiding Assistent-manager internationale handel (Assistent-manager internationale handel binnendienst) (hierna te noemen IH). Beide opleidingen zijn door de inspectie onderzocht. In uitvoering en procedures (onderwijs en examinering) verschillen beide opleidingen niet van elkaar. Daarom hebben we ervoor gekozen beide opleidingen in één beschouwing te vatten met uitzondering van het onderzoek naar voortijdig schoolverlaten inclusief verzuimmelding dat alleen is uitgevoerd bij MMC. Daar waar het een zichtbaar verschil betreft voor één van de twee opleidingen geven wij dat duidelijk aan. Onderwijsproces Het onderwijsproces beoordelen we als goed. Aan alle aspecten is voldaan. De beschouwing treft u in hoofdstuk 4.1 van dit rapport Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. De beschouwing treft u in hoofdstuk 4.1 van dit rapport. Pagina 22 van 26
Opbrengsten Er is geen beoordeling van de opbrengsten mogelijk, want er zijn nog te weinig studenten gediplomeerd om hierover een valide oordeel te kunnen geven. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is als goed beoordeeld. Het oordeel over kwaliteitsborging op het niveau van de instelling is tevens van toepassing op IH. Dit omdat Business School Notenboom een kleinschalige instelling, waardoor en er geen onderscheid te maken is tussen de kwaliteitsborging op instellings- en opleidingsniveau. De beschouwing zoals opgenomen in hoofdstuk 3 is dan ook van toepassing op IH. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen, omdat voor zover onderzocht, is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Pagina 23 van 26
Pagina 24 van 26
5 BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader mbo 2012, Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1. Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. 2. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie tot acht van de aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de aspecten is voldaan. Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Pagina 25 van 26
Voldoende Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of twee aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de drie aspecten is voldaan. Voor de beoordeling van de rendementen is gebruikgemaakt van de volgende normen. Normering rendementen Doelgroep Norm (%) < 23 jaar 65 > 23 jaar 67 Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan twee of drie aspecten is niet voldaan. Slecht Aan alle vier de aspecten is niet voldaan. Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd). Pagina 26 van 26