Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog -Art Humero-ulnaris: scharnier Flexie-extensie -Art Humero-radialis: anatomische kogel Flexie-extensie, rotatie, ab-ad niet door ulna -Art Radio-ulnaris proximalis: rol/lengtescharnier Pronatie-supinatie
1: Wat verstaat men onder het milieu interieur? A) De ruimte binnen de lichaamscel B) De ruimte die binnen de huid ligt C) De ruimte in de holte van een orgaan D) De ruimte rondom de lichaamscellen Vragen bij les 6 2: Wanneer wordt een aanzienlijke hoeveelheid melkzuur gevormd? A) Bij een ophoping van koolzuurgas B) Na een koolhydraatrijke maaltijd C) Tijdens een goede warming up D) Tijdens een 500 meter schaats sprint 3:* ATP wordt gevormd in het cytoplasma van de spiercel # ATP wordt gevormd in de mitochondriavan de spiercel A) * en # zijn juist C) Alleen * is juist B) * en # zijn niet juist D) Alleen # is juist 4: Welke factor(en) heeft/hebben invloed op de gemiddelde bloeddruk? A) De elasticiteit van de arteriële vaatwand B) De perifere weerstand C) Het HMV D) Alle bovengenoemde
5: Welke van de volgende stoffen wordt niet als zodanig door het bloed getransporteerd? A) Aminozuren B) Glycogeen C) Insuline D) Vitamine B 6 6: De afbraak van glucose onder aerobe omstandigheden levert x zoveel ATP op als de afbraak onder anaerobe omstandigheden A) 2 C) 14 B) 8 D) 18 7: De linker en rechter kamer van het hart hebben op ieder moment dezelfde/hetzelfde A) Frequentie B) Inhoud C) Slagvolume D) Alle bovengenoemde 8: Wat maakt de veneuze terugstroom naar het hart mogelijk? A) De aanzuigende werking tijdens inademing B) De kleppen in de venen C) De pompwerking van de spieren D) Alle bovengenoemde
Endocard- myocard - epicard- pericard Hartskelet: Septum cordis, annulusfibrosis (kleppenbasis) Diastolische-systolische bloeddruk Atrioventriculaire kleppen (AV kleppen) Semi-lunaire kleppen (halvemaanskleppen) Fysiologie les 6 Automatie: Sinusknoop -AV knoop -Bundel van His -Vezels van Purkinje Buiten rust wordt de automatie overruled: -Hormonaal: adrenaline -Zenuwstelsel; sympatisch: hartzweep: n accelerantus parasympatisch: hartteugel: n vagus
HMV = HF X SV, Ongetraind 4,9= 70 x70, Getraind 5 = 100 x 50 Na training sporthart neemt SV toe waardoor in rust HF kan afnemen Maximale hartfrequentie is 220- leeftijd HART Bouw wand bloedvat: Tunica Intima-Media-Adventitia. Aorta veel elastisch bindweefsel Arteriool veel spierweefsel, zijn weerstandsvaten. Capillairen 1 laag, alleen intima. Venen dunne wand, zijn bloeddepot, capaciteitsvaten Venen hebben kleppen in extremiteitensamen met spierpomp grootste reden dat bloed terugstroomt naar hart Vasoconstrictie-vasodilatatie in precapillairesfincter in arteriool regelt herverdeling bloed, perifere weerstand, weerstandsvaten
Bloedsomloop Stroomsnelheid in capillairen neemt af door: 1) toename vaatbed 2) toename viscositeit en 3) drukverval. Lange diffusie tijd bloedvat-weefsel
Lymfe Lymfe capillairen vangen weefsel vocht op. Vloeien samen tot lymfevaten. Steeds grotere vaten samen tot lymfe knopen. Hier worden lymfocyten (witte bloedcellen)geproduceerd. Volgen weg van bloedvaten. Lymfe heeft ook kleppen, net als venen, om terug stromen te voorkomen.
Lymfe 2 systemen: -Ductus thoracicus verzamelt lymfe uit: Onderste lichaamshelft (incl darm) Linker arm, linker thorax, linker helft hoofd -Ductus lymfaticus dexter verzamelt lymfe uit: Rechter arm, rechter thorax, rechter hoofd helft
Functie Lymfe systeem 1) Afvoer van gelekte plasma-eiwitten (trauma of hoge bloeddruk). Als plasma-eiwitten in weefsel zouden achterblijven geeft dit vermindering van COD en blijft vocht achter in weefsel: Oedeem. Dankzij lymfe stelsel afvoer en zo herstellen van COD bloed 2) Afweer tegen infectie in de lymfe knopen doordat de knopen dienen als filtreerorgaan (directe afweer) en door de productie van lymfocyten witte bloed cellen, antistoffen (indirecte afweer) 3) Na vetrijke maaltijd vloeit witte lymfe (Chylus) rijk aan vet bij de darmen de lymfe capillairen in. Deze grotere vetbolletjes vloeien zo naar aderlijk bloed
Lymfestroming Zelfde als bij veneus transport -Spier contractie: spierpomp -Contractie glad spierweefsel wand vat -Kleppensysteem zorgt voor 1 richting -Aanzuigende werking hart-longen Lymfecirculatie en inspanning In rust stroomt lymfe langzaam: in 24 uur ongeveer 2½, 3 liter Tijdens inspanning veel meer, sneller 5-15 keer meer -Interstitiële druk hoger bij hoge bloeddruk en bij afname COD bloed -Lymfatische pomp: omliggende spieren en uitgerekt vat stimuleert contractie van glad spierweefsel lymfevat wand -aanzuigende werking venen en longen neemt toe bij inspanning Cooling down belangrijk: extra lymfe moet nog vervoerd worden na stoppen!
Ademhalingsstelsel: Hoofdstuk 4 Longen + Luchtwegen + structuren verantwoordelijk voor verversing lucht in longen (pleura bladen, borstholte, ademhalingsspieren Longslagader O₂ arm CO₂ rijk Ademhaling: Longader O₂ rijk CO₂ arm -Longventilatie: in- en uitstroom longlucht -Diffusie van O₂ en CO₂ tussen longen en bloed -Diffusie van O₂ en CO₂ tussen bloed en cellen -Regulatie (zenuwstelsel) van de longventilatie
Luchtwegen -Cavitas nasi neusholte met tussenschot, met 2x3 schelpen Door neus ademen beter door langer contact met slijmvliezen neus hierdoor lucht 1: vochtiger 2: warmer 3: gezuiverd wordt en 4: waarschuwing voor bepaalde geuren -Pharynxkeelholte hier komen neus en mondholte samen amandelen, buis van Eustachius verbinding naar oor -Larynx strottenhoofd stembanden -Trachea luchtpijp hoefijzer vormig kraakbeen Binnenzijde slijmvlies met trilhaarepitheel
Bouw longen Trachea splitst in 2 hoofdbronchieën en die splitsten weer: Links in 2-en (2 kwabben) en rechts in 3-en (3 kwabben) Bronchiën vertakken tot bronchiolen, verliezen hier kraakbeen, nu veel elastisch weefsel met slijmvlies: trilhaarepitheel Overgang naar alveolaire zakje met longblaasjes Alveoli: daar vindt longventilatie plaats, groot opp: 90 m² Longen bevatten veel elastisch bindweefsel Sponsachtige longen veerkrachtig! Pleura bladen Pleura visceralis bedekt long tot hilus Daar ingang long bloed lymfe zenuwen En vouwt om tot Pleura Parietalis, borstvlies vast aan Borstwand diafragma en mediastinum
Longen volgen de beweging van de borstkas!! Borstholte wordt vergroot door: -afplatten middenrif -heffen van de ribben -opwaarts heffen van ribben en borstbeen Rustige inademing: -tussenribspieren, de intercostali externi en middenrif, diafragma Tijdens inspanning: -hulpinademingsspieren scaleni scm pectorali spieren schoudergordel Rustige uitademing: -passief, vanzelf door tonus buikspieren, elasticiteit longweefsel en ribkraakbeen en door de zwaartekracht Tijdens inspanning: -intercostali interni, latisimus dorsi en buikpers door buikspieren