Hernieuwbare energie in het Meetjesland



Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

De wind in de zeilen voor Dilbeek

Beleidskader wind. Diensthoofd Ruimtelijke Planning

Ruimte voor extra windmolens in het Meetjesland, mei 2011 Bijlage 3 - Infofiches per zoekzone

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Duurzame energie in Lennik

uittreksel uit het register van de gemeenteraadszittingen

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Oost-Vlaanderen Energielandschap

Besluit van de Deputatie

Provincieraadsbesluit

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

vragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

ASPIRAVI. Windpark Assenede

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

ASPIRAVI. Project Blankenberge

Tri-Eco, econologie in actie.

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

KLEINE WINDTURBINES NOVEMBER Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

Juridische en ruimtelijke aspecten

Oostende - Middenkust

Ruimte voor extra windmolens in het Meetjesland. Mei 2011

ASPIRAVI. Windpark Haaltert

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Achtergrond en doel presentatie

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Persbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Waasland, 14 oktober 2016

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

WINDENERGIE IN HET MEETJESLAND

Beknopte beleidsnotitie voor zonne-energie gemeente Leeuwarderadeel Versie : ontwerp Datum : 1 februari 2016

ASPIRAVI. Windpark Haaltert

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

Juridische en ruimtelijke aspecten

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase)

Windenergie & Windpark Neer. Har Geenen Eric van Eck

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Inspiratiesessie hernieuwbare energie 16/02 Kruishoutem Lippens Jan ing Voorzitter Zaubeek Power CVBA. CVBA Zaubeek Power Oude Waalstraat 294 Zulte 1

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

Oost-Vlaanderen Energielandschap

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

Besluit van de Deputatie

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

Ontwikkeling windturbines Planmatige ordening en projectmatige realisatie. VVSG Energiedag voor lokale besturen 19 maart 2013

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines

Pilootproject kleine windturbines

Beleidskader windenergie

Overzicht van de avond

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

Besluit van de Deputatie

*Z7348DBDA7D* raadsvoorstel. Onderwerp. Uitgangspunten windenergie. Voorstel

Overeenkomst treedt in werking na start realisatie LAR-Zuid en operationalisering Groenfonds

Rapportage publieksbijeenkomsten

Onderwerp: Kaders voor windenergie

RUP Leestenburg Brugge

ZEVEN CONCENTRATIE- GEBIEDEN

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

WAAR WINDTURBINES? DAAR WINDTURBINES!

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

Provincieraadsbesluit

Hernieuwbare Energiescan. Karen Dhollander

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Klimaatplan Maldegem

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Windenergie in Almere

Ontwerp wijziging PRVS

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

A. Samenvatting van het dossier

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Flevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Windenergie in land- en tuinbouw. Kelly Mermuys, POVLT (Proclam vzw)

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Transcriptie:

1 Hernieuwbare energie in het Meetjesland Synthesenota, goedgekeurd door de Algemene vergadering van het Streekplatform+ Meetjesland op 18/6/2008 Deze nota kwam tot stand op basis van drie bijeenkomsten van de regionale windwerkgroep (samenstelling, zie p 18), consultatie van de 12 Meetjeslandse gemeentebesturen, een bespreking in de raad van bestuur van het Streekplatform+ Meetjesland op 5 juni 2008 en in de algemene vergadering op 18 juni 2008. De nota wordt eind juni 2008 ook aan de Meetjeslandse gemeenteraden voorgelegd ter bespreking en goedkeuring. Nadien zal het als regionaal beleidskader overgemaakt worden aan het provinciebestuur en aan de Vlaamse Overheid. INHOUD 1. AANLEIDING... 2 2. EEN PLAN OVER HERNIEUWBARE ENERGIE I.P.V. EEN REGIONAAL STANDPUNT WINDENERGIE3 3. AANMOEDIGEN RATIONEEL ENERGIEVERBRUIK EN ZONNE-ENERGIE... 4 4. LOCATIEVOORSTELLEN VOOR GROOT- EN MIDDENSCHALIGE WINDTURBINES... 6 4.1. VOOR EEN GOED BEGRIP... 6 4.2. GEBIEDEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR WINDTURBINES... 7 4.3. REGIONALE VISIE EN PRINCIPES... 9 4.4. OPPORTUNITEITEN OP DE KORTE EN MIDDELLANGE TERMIJN... 10 4.5. RANDVOORWAARDEN VOOR ALLE PROJECTEN... 13 5. AFWEGINGSKADER VOOR KLEINSCHALIGE PROJECTEN... 15 5.1. PROVINCIAAL KADER... 15 5.2. VISIE MEETJESLAND?... 16 6. CONCLUSIES EN VERDERE OPVOLGING... 17 7. REGIONALE WINDWERKGROEP... 18 8. BRONNEN... 18 Redactie en coördinatie: vzw Streekplatform+ Meetjesland Oostveldstraat 91-9900 Eeklo Tel 09 373 46 54 streekplatform@meetjesland.be Altijd nieuws op www.meetjesland.be i.s.m.

2 1. AANLEIDING In 2003 werd een regionaal standpunt windenergie geformuleerd. 1 De laatste vijf jaar is de situatie op verschillende punten evenwel gewijzigd: Er is een nieuw Europees klimaatplan, waarbij voor België werd bepaald om te komen tot 13% hernieuwbare energie tegen 2020; Verhoogde belangstelling bij burgers en lokale besturen voor energieproblematiek. vb. de gemeente Zomergem wil graag eigen windturbines In het strategisch plan Meetjesland 2020 pleit de duurzaamheidstoets voor energie- en milieuvriendelijk handelen. Er is veel meer beweging op de markt van de windenergieprojecten en druk van promotoren naar particulieren en besturen vb. particulieren langs de expresweg ondertekenen contracten met promotoren van windenergie Er zijn heel wat technologische evoluties in de markt van de alternatieve energiesystemen, met een toenemend aanbod van kleinschalige installaties voor particulieren; vb. vragen voor kleine windturbines worden ingediend bij de gemeenten In de Gentse Kanaalzone is een nieuwe visie rond windenergie in de maak, met plannen tot 120 turbines (o.v.) in de directe flank van het Meetjesland, o.a. Rieme-Noord; Er is een provinciaal beleidskader in de maak; Er zijn nieuwe incentives m.b.t. de productie van groene stroom Vb opbrengst van groene stroomcertificaten met 10 jaar prijsgarantie of verzekerde afname tegen 10 jaar prijsgarantie Een passief regionaal standpunt volstaat niet meer Druk om te komen tot een globaal actieplan in de regio rond CO 2 neemt toe Gevaar van wildgroei is veel actueler, zowel wat grootschalige als kleinschalige initiatieven betreft. Nieuwe afstemming met plannen in de directe omgeving nodig Nieuwe baten uit productie van groene stroom Conclusie: een herziening van het regionale standpunt windenergie van 2003 dringt zich op waarbij: - de regio een actief standpunt inneemt en een concreet engagement m.b.t. de Kyotoproblematiek; - de locatievoorstellen uit 2003 voor de realisatie van groot- en middenschalige windturbines al dan niet worden bevestigd; - een regionaal afwegingskader wordt opgesteld voor kleinschalige initiatieven. - een breder actieplan wordt opgesteld voor het reduceren van CO 2, gezien windenergie slechts één van de mogelijkheden is voor het opwekken van groene stroom. 1 De volledige tekst is te vinden op www.meetjesland.be onder publicaties.

3 2. EEN PLAN OVER HERNIEUWBARE ENERGIE I.P.V. EEN REGIONAAL STANDPUNT WINDENERGIE De discussie m.b.t. het plaatsen van windturbines mag niet los gezien worden van haar uiteindelijke oogmerk, met name het reduceren van de CO 2 uitstoot. Het plaatsen van windturbines is m.a.w. geen doel op zich, wel de productie van groene energie. In termen van energieprioriteiten hanteert de Bond Beter Leefmilieu een piramide waarbij de productie van windenergie als een van de vormen wordt genoemd, maar in de rangorde (naar schadelijke neveneffecten) wordt voorafgegaan door rationeel energieverbruik (de groenste kilowattuur is een uitgespaard kilowattuur) en zonne-energie (weinig tot geen impact op omgeving). 2 Een visie op windenergie, dient m.a.w. deel uit te maken van een globaler actieplan m.b.t. hernieuwbare energie. Energie-prioriteiten - Rationeel energieverbruik - Zon - Wind en kleine waterkracht - Biomassa - Fossiele brandstoffen - Kernenergie Vandaar dat deze nota over windenergie werd Bron: Bond Beter Leefmilieu uitgebreid tot een nota over hernieuwbare energie. De voorzet m.b.t. rationeel energieverbruik en gebruik van zonne-energie (zie volgende paragraaf) is nog beperkt, maar bedoeling is dat hij d.m.v. regionaal overleg de komende jaren verder vorm krijgt. Toyota formuleerde voor zichzelf bovenstaande ambitie. Hoever gaan we met het Meetjesland? 2 Merk op dat deze rangorde is opgesteld vanuit het oogpunt milieueffecten. Vanuit het oogpunt rendement of kostprijs noteert windenergie op dit moment beter dan zonne-energie.

4 3. AANMOEDIGEN RATIONEEL ENERGIEVERBRUIK EN ZONNE-ENERGIE De urgentie van de CO 2 problematiek is de laatste jaren bijzonder duidelijk geworden. In het licht van het Kyoto protocol kunnen de lokale besturen in het Meetjesland niet aan de zijlijn blijven staan, Think global, act local. Een lokaal bestuur kan doeltreffende maatregelen nemen die zichtbaar zijn voor de mensen en zo het draagvlak voor een klimaatbeleid vergroten. Minder energieverbruik en minder luchtvervuiling zorgen ervoor dat we gezonder kunnen leven en tegelijk ook geld besparen. 3 In hun lokale beleidsplannen, maar ook in het kader van Meetjesland 2020 bevestigden de lokale besturen en actoren eind 2007 werk te willen maken van een duurzame ontwikkeling. Een concrete operationalisering van deze keuze is volop aan de orde. Vandaar het voorstel om regionaal overleg te organiseren rond CO 2 reductie. Dit overleg kan eventueel gekoppeld worden aan ontmoetingsmomenten die reeds bestaan tussen milieuambtenaren van de Meetjeslandse gemeenten. Daarbij kunnen experten betrokken worden en kan ondersteuning worden gegeven vanuit bestaande regionale structuren (Regionaal Landschap Meetjesland, Natuur en Landschap Meetjesland, Wooncentrum Meetjesland, IVM, ). Zonder vooruit te willen lopen op het overleg, hieronder toch een aantal voorzetten om te illustreren welke initiatieven o.a. zouden kunnen worden genomen (niet-limitatief): - Stimuleren van rationeel energieverbruik d.m.v. o Het voeren van een energieboekhouding om het energieverbruik te beperken in bestaande en nieuwe gemeentegebouwen (administratieve centra, scholen, kinderopvanginitiatieven, serviceflats, infrastructuren voor sport en cultuur, ). o Sensibiliseren en ondersteunen van particulieren en bedrijven om energie-audits uit te voeren, om te investeren in isolatie en hoog rendementsglas. o Andere initiatieven zoals warmtekrachtkoppeling, reduceren wagenpark gemeenten of omschakelen op elektrisch aangedreven wagens, hybriden met lage CO 2 uitstoot, zuinig omgaan met openbare verlichting, - Stimuleren van zonne-energie o Plaatsen van zonneboilers o Plaatsen van zonnepanelen op openbare en private gebouwen, samenaankoop o Sensibiliseren van particulieren en bedrijven - Aankopen van groene stroom -... Noot: de gemeentebesturen kunnen voor het formuleren van objectieven m.b.t. energie ook terugvallen op de doelstellingen in de samenwerkingsovereenkomst Milieu met de Vlaamse Overheid, zie http://www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so-2008-2013. 3 Cfr. de uiteenzetting van VVSG-directeur Mark Suykens op de VVSG trefdag van 17/04/2008 waarbij hij een radicale keuze voorstel aan de lokale besturen om te kiezen voor het helpen realiseren van de klimaatdoelstellingen van de Europese Commissie. http://www.trefdag.be/content/presentaties#lezingen

5 Rationeel energieverbruik, zonne-energie en andere vormen van hernieuwbare energie in het Meetjesland Gemeentebestuur Zomergem, Woonwijzer Meetjesland en Bond Beter Leefmilieu organiseren een Infoavond Duurzaam Bouwen in Zomergem In samenwerking met Eandis, het gemeentebestuur en het OCMW van Knesselare voert Woonwijzer Meetjesland 65 energiescans uit in Knesselare. De meeste bewoners brachten de aanbevelingen ook in de praktijk.. Fotovoltaïsche cellen zijn goed voor 1/3 van het energieverbruik van het woon- en zorgcentrum Warmhof in Maldegem. de warmtekrachtkoppelingsinstallatie op pure plantenolie voorziet het administratief gebouw van de stad Eeklo van warmte en levert groene stroom aan het net. De installatie vormt tevens de noodgenerator voor het complex. Later zal ook de aanpalende Kringwinkel Meetjesland op het systeem worden aangesloten.

6 4. LOCATIEVOORSTELLEN VOOR GROOT- EN MIDDENSCHALIGE WINDTURBINES 4.1. Voor een goed begrip Hieronder een aantal inleidende verduidelijkingen m.b.t. windturbines en het afleveren van vergunningen. Soorten turbines In deze nota wordt de indeling gevolgd uit het provinciaal beleidskader windturbines. - Grootschalige turbines: turbines met een masthoogte groter dan 60 meter en een rotordiameter van 50m of meer. Het vermogen schommelt van 1 MW tot 2,5 MW; - Middenschalige turbines: turbines met een masthoogte van 15 tot 60 meter en een rotodiameter van 10 tot 50m. Het vermogen schommelt van 50kW tot 1000 kw - Kleinschalige turbines: o Klassieke masttypes tot 15 meter hoogte. o Andere types Bij de voorstellen verder in dit hoofdstuk beschreven, kiest het Meetjesland voor de grootschalige turbines. Hun rendement ligt in vergelijking met de middenschalige turbines veel hoger en omdat ze trager draaien, geven ze een minder storend effect dan de middenschalige. Zie ook verder bij randvoorwaarden, p.14. De kleinschalige turbines worden besproken in volgend hoofdstuk (p.15). Vergunningen Voor de bouw van een windturbine is in de meeste gevallen zowel een stedenbouwkundige als een milieuvergunning nodig. - Stedenbouwkundige vergunning o Voor kleine turbines wordt de stedenbouwkundige vergunning door de gemeente/de stad afgeleverd. o Voor de middenschalige en grootschalige turbines wordt de vergunning doorgaans afgeleverd door de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar. 4 - Milieuvergunning o Klasse 3 (melding aan gemeente): windturbines met vermogen tussen 300 en 500 kw o Klasse 2 (vergunning door college): windturbines met vermogen tussen 500 en 5.000 kw o Klasse 1 (vergunning door bestendige deputatie): windturbines met vermogen meer dan 5.000 kw Ingeval van grote of bijzondere projecten dient ook een Milieueffectenrapport (MER) te worden opgemaakt. Dit geldt voor projecten die betrekking hebben op 20 turbines of meer of op 4 turbines of meer indien ze een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. Planinitiatief Vergunningen voor windturbines kunnen enkel worden afgeleverd in gebieden die als volgt zijn bestemd in het gewestplan: - industriegebieden; 4 Tenzij het zou gaan om een private turbine, die niet van openbaar nut is (zonder aansluiting op het elektriciteitsnet), dan kan de gemeente/de stad de vergunning afleveren.

7 - gebieden voor ambachtelijke bedrijven en voor KMO s; - dienstverleningsgebieden; - gebieden voor de vestiging van grootwinkelbedrijven; - gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; - bufferzones - of zones die in sommige gewestplannen voorkomen en met de voorgaande bestemmingsgebieden overeenkomen: transportzones, regionale bedrijventerreinen met openbaar karakter,vormingsstations van de spoorwegen,. Op alle andere gewestplanbestemmingen (agrarische gebieden, woongebieden, ) kunnen slechts vergunningen worden afgeleverd door de hoofdbestemming van de zone aan te passen of ze aan te duiden met behulp van de overdruk gebied voor windturbines. Dit gebeurt door middel van een Ruimtelijke Uitvoeringsplan. Wie daartoe het initiatief moet nemen (Vlaanderen, provincie, gemeente) ligt niet vast. 4.2. Gebieden die in aanmerking komen voor windturbines 4.2.1. De Vlaamse visie (windplan / omzendbrief 2006) Windplan Uit het windplan Vlaanderen leert men dat het Meetjesland, inzonderheid het noorden, windtechnisch interessant is (meer dan 6m/s). Vanuit de overweging rendement is er m.a.w. aanleiding om voor windenergieprojecten naar het Meetjesland te kijken. 5 Vlaamse Omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02 In de omzendbrief van 17 juli 2000, later geactualiseerd door een omzendbrief van 2006 hanteert de Vlaamse Overheid volgende principes voor het plannen van windturbineprojecten. Er wordt uitgegaan van een clustering van turbines: 5 Hoewel de kaart relevant blijft om aan te tonen op welke plaatsen in Vlaanderen het meeste windvang is, is de kaart op detailniveau veel minder bruikbaar dan toen ze opgemaakt werd (2000). Ze meet immers de windsnelheid op 75 meter, terwijl de huidige turbines makkelijker 100 meter gaan.

8 - in de nabijheid van of in de stedelijke gebieden/netwerken en de kernen van het buitengebied. Binnen dit principe wordt gedacht aan een bundeling van windturbines met grootschalige bedrijventerreinen en bepaalde gemeenschapsvoorzieningen. De schaal en de potentiële hinder van het park moet hierbij in overeenstemming zijn met het belang van de kern of het stedelijk gebied. - Ofwel op locaties in het buitengebied, waarbij dan wel dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke bundeling met andere infrastructuren, bij voorkeur grotere lijninfrastructuren. Ook hierbij moet worden aangesloten bij de schaal en de opbouw van het landschap. De structuur en de essentiële functies van de randstedelijke gebieden of het buitengebeid mogen niet worden aangetast. 4.2.2. Provinciale visie In het provinciale beleidskader voor windturbines maakt men de vertaling van de Vlaamse Omzendbrief als volgt. Volgende gebieden worden als gunstig beschouwd ( positieve aanknopingspunten ): - Stedelijke gebieden en specifiek economische knooppunten - Bedrijventerreinen - Grootschalige lijninfrastructuren - Grootschalige constructies (vooral bestaande windturbines) Volgende gebieden worden vermeden ( negatieve aanknopingspunten ): - Natuurgebieden - Beschermde monumenten en landschappen Men heeft deze principes ook doorvertaald naar de deelregio s in Oost-Vlaanderen en voor het Meetjesland levert dat onderstaande figuur op: 3 2 1: Gent 2: Eeklo 3: Maldegem 4: Aalter 5: Deinze 6: Nazareth 4 1 5 6 Stedelijke kern Specifiek economisch knooppunt Inplanting van lineaire opstellingen en solitaire turbines Inplantingsplaatsen geschikt voor solitaire turbines, lineaire opstellingen of clusters Vrij te houden valleigebieden Inplantingen in een latere fase (clustervormig) Vrij te houden grootschalig open ruimtegebied Figuur 1: Deelgebied westelijk open ruimtegebied

9 De provincie stelt dat windturbines kunnen ingepland worden: - in de nabijheid van het kleinstedelijk gebied Eeklo en het specifiek economisch knooppunt Maldegem: kan zowel op de bedrijventerreinen, langsheen de aanwezige lijninfrastructuur alsook in clusters binnen het agrarisch gebied; - in de nabijheid van het specifieke economisch knooppunt Aalter: lineair in samenhang met de N44, met het kanaal of de spoorlijn Gent-Brugge of in clustervorm op het bedrijventerrein of in agrarisch gebied aansluitend op de kern. - als afbakening van het grootstedelijke gebied Gent, binnen de Gentse kanaalzone. - langsheen het kanaal Gent-Brugge vanaf het afleidingskanaal tot aan de ringvaart - in de transportcorridor van de E40. Worden uitdrukkelijk niet weerhouden als inplantingsplaats: - Het polder- en krekengebied, omwille van de hoge open ruimtekwaliteit. - Ook op de waardevolle grotendeels beboste dekzandrug Maldegem-Stekene (Drongengoed, het Leen) worden, met uitzondering van de inplantingen in en rondom de Gentse Kanaalzone geen grootschalige turbines toegestaan. - Het afleidingskanaal van de Leie tussen Schipdonk en Eeklo. Mocht het kanaal worden verbreed in het kader van Seine-Schelde-West kan dit wel in overweging worden genomen. - Het traject langs de N49-E34 tussen Kaprijke en Assenede, om het open ruimtekarakter te behouden en een scheiding te bekomen tussen de inplantingen ter hoogte van Eeklo- Maldegem enerzijds en de kanaalzone anderzijds. 4.3. Regionale visie en principes Voor de opmaak van de regionale visie werd vertrokken vanuit de uitgangspunten die in 2003 tot stand kwamen na grondige analyse van de regio en uitgebreide consultatie van de betrokken actoren. 6 Anno 2008 diende vanzelfsprekend wel rekening gehouden te worden met het feit dat Evergem in 2006 lid werd van het Streekplatform+ Meetjesland. De regionale windwerkgroep stelt volgend beleidskader voorop voor de inplanting van windturbines in het Meetjesland: - Wildgroei van turbines in landelijk gebied vermijden, inplanting op basis van weloverwogen criteria; - Maximaal behoud van de open ruimte, dus concentratie van turbines i.p.v. versnippering. In de regel dus geen solitaire turbines; - Versterken van de landschapsdifferentiatie: turbines plaatsen op de overgangen van landschapstypes, niet in homogene landschappen. De meest kenmerkende landschapsovergangen (niet de enige) in het Meetjesland, waar bijgevolg ook windturbines als ruimtelijk baken kunnen verantwoord worden, zijn: o de overgang tussen het stedelijk gebied Gent en het Meetjesland, met de R4- West als ruimtelijke grens; o de overgang tussen krekengebied en houtland, met de N49/A11 als artificiële grens. Alleszins in de grote aaneengesloten groenstructuren (krekengebied en bossengordel) dienen turbines vermeden. 6 Het volledig dossier van 2003 is te downloaden op http://www.meetjesland.be/nieuwsberichten/080305_windenergie.htm

10 - Zo min mogelijk hinder voor omwonenden; - Respect en aandacht voor randvoorwaarden m.b.t. ecologie, luchtvaart, veiligheid ; - Waar mogelijk, clustering met lijninfrastructuur, maar de aanwezigheid van lijninfrastructuur op zich is onvoldoende (anders zijn álle kanalen, spoorwegen of autowegen aanleiding voor windturbineprojecten); Met deze principes ligt het Meetjesland niet zo ver uit de buurt van de Vlaamse en de provinciale visie. De verfijning zit hem vooral in volgende onderdelen: - De landschapsdifferentie wordt nadrukkelijk als criterium gehanteerd, zelf als belangrijkste afwegingselement; - De aanwezigheid van lijninfrastructuur vormt geen rechtstreekse aanleiding voor windturbines. Het is een additioneel aanknopingspunt. - Bedrijventerreinen worden niet als evidente locatie genoemd. In het landelijk gebied hebben we immers te maken met gemengde bedrijventerreinen waar ook bewoning, kantoren e.d. zijn ondergebracht. Ervaring met bestaande turbines leert dat de nadelige effecten niet gering zijn. Bovengenoemde principes laten toe om in het Meetjesland actief locaties af te bakenen voor projecten, alsook de wenselijkheid te toetsen van nieuwe voorstellen. 4.4. Opportuniteiten op de korte en middellange termijn Vanuit de vrees voor wildgroei van turbines, is de streek voorstander om de projecten voor de komende vijf jaar duidelijk te omschrijven. Voor deze inventarisatie werd gebruik gemaakt van: - de visie hierboven beschreven; - de lopende initiatieven of afspraken rond windturbines (opmaak RUP Eeklo-Maldegem, visie Gentse kanaalzone); - een bevraging bij de gemeenten. Zonder draagvlak bij het lokaal bestuur is een project op de korte termijn immers weinig realistisch. Dat leverde vier concrete voorstellen op, die hieronder een voor een worden besproken. Vanuit de regionale visie worden hier en daar randvoorwaarden genoemd. 4.4.1. Grootstedelijk project Gentse kanaalzone (deel Evergem) Evergem vervult een scharnierfunctie tussen het landelijk gebied en het stedelijk gebied Gent. Gezien gekozen wordt voor het plaatsen van windturbines op landschapsovergangen, is het niet verwonderlijk dat in deze zone plaatsen worden aangeduid voor windenergie, weliswaar met de sokkel in het industriële weefsel, niet in het landelijke. De concrete plaatsen voor het inplanten van turbines in deze overgangszone werden afgebakend in het kader van het strategisch plan voor de Gentse kanaalzone. Op het grondgebied van Evergem gaat het meer bepaald over: - De zone R4-West, aan de Oostelijke zijde (vanaf het industrieterrein De Nest tot Rieme Noord); - De omgeving Kluizendokken; - Omgeving Langerbruggekaai.

11 In deze zones is ruimte voor 25 turbines. 7 Bij het vastleggen van de definitieve locaties in de kanaalzone is het wenselijk de vogeltrekroutes nog eens goed onder ogen te nemen. Kaart vogeltrekroutes Meetjesland Bron: Natuur en Landschap Meetjesland 4.4.2. Regionaal project Eeklo-Maldegem Zoals in het dossier van 2003 aangegeven, wordt de A11 beschouwd als een artificiële overgang tussen twee landschapstypes, met name tussen het noordelijk krekengebied en het zuidelijker gelegen houtland. Bovendien is er quasi geen bewoning. Vanuit de principes (4.3) zie kan de inplanting van windturbines dus gemotiveerd worden. Niet de ganse A11 wordt evenwel weerhouden. De inplanting op het traject Eeklo (vanaf R43) Maldegem is het best te verantwoorden, gezien de verstedelijking en verlinting van beide kernen. 8 Windturbines worden daarbij het best gesitueerd ten zuiden van de expresweg, aansluitend op de bestaande verlinting tussen de twee kernen. Belangrijk is dat over de inplanting van de turbines samenspraak is tussen de stad Eeklo en de gemeente Maldegem, zodat het project uniform is over het gehele tracé. 7 Aantal op grondgebied Evergem niet eenduidig te bepalen, omdat de turbines op de grens tussen Evergem en Gent komen te staan. 8 Het tracé Eeklo (vanaf R43) tot Kaprijke wordt open gehouden om de verbinding van Eeklo met het noordelijk krekengebied te accentueren. In die zin worden ook de bestaande windturbines van Eeklo in het concept geïntegreerd. Ze versterken de poortfunctie van Eeklo. Op het tracé Kaprijke Assenede (tot AKMO-bedrijvenzone) doorsnijdt de expresweg een vrij homogeen agrarisch landschap, zowel zuid als noord. De overgang tussen ruit en hoedje is visueel niet herkenbaar in het landschap.

12 Het plaatsen van windturbines op deze belangrijke doorgangsweg is tevens een statement dat de streek een innovatief profiel geeft en herkenbaar maakt voor toeristen en passanten. Op dit traject worden geen vogeltrekroutes doorsneden. Met dit voorstel sluit de streek aan bij de opties van clustering en bundeling met bestaande infrastructuren uit de omzendbrief van de Vlaamse Overheid. Studies van promotoren geven aan dat in deze zone 13 turbines kunnen worden ingeplant. Bijzonder potentieel project Eeklo-Maldegem In tegenstelling tot de windturbines in Evergem, die deel uitmaken van een groter geheel in de Gentse kanaalzone, is het regionaal project Eeklo-Maldegem exclusief Meetjeslands. Aan de gemeenten Eeklo en Maldegem wordt gevraagd om het project een maximaal regionaal karakter te geven en alzo de kans te geven aan gemeenten waar het niet opportuun is windturbines te plaatsen (bv. Sint-Laureins omwille van het krekenlandschap) om mee te kunnen investeren, alsook een graantje mee te pikken van de baten uit het project. Concreet wordt gevraagd om volgende zaken te onderzoeken: - intercommunale exploitatie; - financiële participatie voor inwoners uit alle Meetjeslandse gemeenten; - gedeeltelijke herverdeling van inkomsten van het project naar energie-investeringen in de globale regio. 4.4.3. Project Assenede Het gemeentebestuur van Assenede gaf te kennen een drietal turbines te willen plaatsen langs de expresweg op het tracé tussen de Trieststraat en het knooppunt in Zelzate Vanuit de regionale principes kan dit worden gemotiveerd, als overgang naar het stedelijk gebied en geënt op het knooppunt A11 R4. De turbines sluiten aan bij bestaande en verder geplande economische ontwikkelingen (AKMO I en binnenkort AKMO II). Het is belangrijk de grens met de Trieststraat niet te overschrijden (geen turbines voorbij ECA), om een verdere verlinting langs de expresweg tegen te houden. In deze zone is ruimte voor 3 turbines. 4.4.4. Project Zomergem De gemeente Zomergem wil initiatief nemen voor windturbines langs het Schipdonkkanaal. De aanwezigheid van deze lijninfrastructuur op zich is evenwel onvoldoende. Bijkomende aanknopingspunten dienen te worden gezocht. Deze zouden kunnen gevonden worden ten oosten van de dorpskern van Zomergem, langs het kanaal, op het traject Meirlarebrug tot het Motje. Daar zouden de turbines enerzijds een afboording van de dorpskern zijn in het landschap, anderzijds accentueren ze een uniek kruispunt van drie landschapstypes: de Veldgebieden enerzijds, centraal Meetjesland en de vallei van Kale en Leie anderzijds (zie kaartje). Bij een meer noordelijke inplanting is er interferentie met de regionale bossengordel. Het lijkt ons wenselijk dat de gemeente de exacte inplantingsplaats verder onderzoekt, rekening houdende met de overwegingen hierboven gemaakt.

13 Een alternatief voor Zomergem bestaat in het inzetten op andere vormen van groene stroomproductie (zonne-energie, warmtekrachtkoppeling, biomassa, ), of in het aansluiten bij het regionaal project Eeklo-Maldegem (zie boven 4.4.2.). In deze zone is ruimte voor 3 turbines. 4.5. Randvoorwaarden voor alle projecten Evenals in het dossier 2003 willen we bij de realisatie van grootschalige windenergieprojecten een aantal randvoorwaarden definiëren: Landschappelijke inplanting van de turbines: Een windenergieproject moet een visueel samenhangend geheel vormen. Lijnopstelling zijn op de voorgestelde locaties het uitgangspunt. In het afleveren van vergunningen dient hierover gewaakt te worden. De windturbines moeten per locatie tevens dezelfde vormgeving, hoogte en kleur hebben. Regionale afstemming daaromtrent ware trouwens nog beter. Draagvlak ontwikkelen: Gezien de landschappelijke impact van windturbines is het belangrijk een stevig draagvlak te ontwikkelen bij de bevolking. In die zin is informatie het minimum, maar sensibilisatie, participatie, tot financiële participatie toe beter. Lasten en baten: Windturbines (landschappelijke impact, schaduwhinder, ) kunnen hinderlijke effecten hebben op een brede omgeving. Bovendien kan om windtechnische redenen in de zeer nabije omgeving van een molen geen tweede worden geplaatst. Om voornoemde redenen is het moeilijk te verantwoorden naar de gemeenschap dat een grondeigenaar jaarlijks een aanzienlijke vergoeding ontvangt voor een concessie van de grond, daar waar de mogelijke lasten voor een brede omgeving zijn en anderen belet worden om ook een turbine te plaatsen. Er moeten m.a.w. constructies of instrumenten worden gehanteerd die een eerlijker verdeling van de baten toelaten.

14 Aankoop of onteigening van de grond door de gemeente is een mogelijkheid, maar er zijn er wellicht nog andere. Belangrijk is dat (een deel van) de baten van het project ten goede komen van de brede gemeenschap. Milieu: De randvoorwaarden rond geluid, schaduwhinder, veiligheid, zoals geformuleerd in de Vlaamse omzendbrief van 12/05/2006 (Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines) moeten gerespecteerd worden. De windturbines: De plekken in Vlaanderen om windturbines te plaatsen zijn schaars. Vanuit dit oogpunt is het aangewezen het energierendement te maximaliseren. Gezien de omvang van het project wordt vanuit landschappelijke redenen het best gekozen voor grote molens die op grote afstand staan dan voor meer kleine molens die op kortere afstand staan. Bovendien draaien grote molens trager en geven zo een rustiger beeld in het landschap. Er moet gedacht worden aan windturbines met een masthoogte, omwille van het rendement, van ongeveer 100m, een rotordiameter tussen de 70 en 80m en een vermogen van min. 2,3MW.

15 5. AFWEGINGSKADER VOOR KLEINSCHALIGE PROJECTEN 5.1. Provinciaal kader Met betrekking tot de kleinschalige windturbines (max. hoogte 15 meter), die niet vallen onder de voorwaarden van de gewestelijke omzendbrief, heeft de provincie naar het voorbeeld van de provincie Zeeland voorzien in een afwegingskader voor het verlenen van vergunningen (die in eerste instantie op gemeentelijk niveau worden afgeleverd). Er werd een matrix opgesteld waarbij het inplanten van turbines wordt bekeken vanuit de omgeving (kern, bedrijventerrein, open ruimte), en anderzijds op basis van het type van de turbine (wiektype of ander type / vrijstaand of geïntegreerd in gebouw). Bovendien wordt een onderscheid gemaakt tussen gezamenlijke gemotiveerde projecten op kern-, buurt of wijkniveau, waarbij een wildgroei kan vermeden worden, en individuele aanvragen. Voorbeeld wiektype Kleinschalige windturbines Voorbeelden overige types Fortis Montana Darrieustype (Turby) Savoniustype Horizontale as (Whisper) Op basis van deze indeling komt men samengevat tot volgende visie: Principieel dient erg omzichtig te worden omgegaan met de inplanting binnen dicht bebouwde woonbuurten, tenzij het gaat om turbines op grote publieke gebouwen, kantoorcomplexen, bedrijven, grootschalige kleinhandel, groepswoningbouw met een geïntegreerd windenergieconcept of woningen op zeer ruime percelen; Op bedrijventerreinen en hoogdynamische locaties zijn turbines toelaatbaar; Een terughoudend beleid in de openbare ruimte: - geen turbines in landschappelijk waardevolle gebieden en kwetsbare gebieden tenzij geïntegreerd in of op constructies; - mogelijkheden binnen niet kwetsbare gebieden zonder bijkomende landschappelijke bescherming, maar in de onmiddellijke omgeving van woningen, bedrijven of nutsvoorzieningen. Op de volgende pagina een voorstelling in tabelvorm:

16 Wiektype Overige types Vrijstaand Geïntegreerd Vrijstaand Geïntegreerd Kernen Woningen en wooncomplexen - - - + - + Andere kernfuncties (bv. recreatie, openbare - (+) - (+) (-) + (-) + gebouwen, bedrijven, ) Bedrijventerreinen en andere (-)+ (-)+ + + hoogdynamische locaties Open ruimtegebied Ruimtelijk kwetsbare gebieden en gebieden - - - -+ met hoge landschappelijke waarde Niet kwetsbare gebieden zonder bijkomende landschappelijke bescherming + (-)+ (enkel binnen de huiskavel) (-)+ + (enkel binnen de huiskavel) Legende - niet toelaatbaar - (+) in principe niet toelaatbaar tenzij in het kader van een uitgewerkte en gemotiveerde ruimtelijke visie afgestemd op de specifiek locatie - + toelaatbaar mits bijkomende ruimtelijke motivering (-) + in principe toelaatbaar maar met bijzondere aandacht naar mogelijk optredende visuele hinder + ruim toelaatbaar 5.2. Visie Meetjesland? De Meetjeslandse gemeenten delen de uitgangspunten van dit provinciaal kader. Het biedt wellicht de beste garanties voor een uniforme benadering in het Meetjesland en de provincie. Niettemin zullen een aantal gemeenten op basis van specifieke beleidskeuzes of omstandigheden dit provinciaal beleidskader verder verfijnen. Gezien deze kleinschalige installaties een nieuw gegeven zijn, zullen vanuit de praktijk de komende jaren nog bijkomende inzichten groeien. De Meetjeslandse gemeenten zullen onderling ervaringen uitwisselen, want de regio streeft naar een maximale afstemming.. Het afleveren van vergunningen voor kleinschalige installaties is een bevoegdheid van de lokale besturen. De gemeenten vragen uitdrukkelijk dat het provinciebestuur de gemeentelijke autonomie en de lokale beleidskeuzes erkent en respecteert.

17 6. CONCLUSIES EN VERDERE OPVOLGING In de gemeentelijke beleidsplannen, maar ook in het kader van Meetjesland 2020 bevestigden de lokale besturen en actoren eind 2007 werk te willen maken van een duurzame ontwikkeling. Minder energieverbruik en minder luchtvervuiling is daar een wezenlijk onderdeel van. Dit regionaal beleidskader stimuleert verdere inspanningen m.b.t. rationeel energieverbruik en gebruik van zonne-energie in de streek en bevat anderzijds locatieprincipes voor windturbines zodoende een wildgroei te vermijden. Zeker m.b.t. tot de eerste ambitie ligt dit document nog open om de komende jaren concrete invulling te krijgen door de gemeenten en andere relevante actoren. Uit dit document zal men vermoedelijk vooral de voorstellen onthouden voor de inplanting van grootschalige turbines. Dit onderwerp vormde ook de voorbije maanden al de hoofdbrok van de discussie. Er zijn namelijk fervente voorstanders, maar al even hevige tegenstanders. Waar de een het ziet als een aantasting van het Meetjeslandse cultuurlandschap, beschouwt de ander de molens als een nieuw landschapsbeeld met positieve connotatie. De komende jaren willen we door middel van een beperkt aantal gebundelde inspanningen een gulden middenweg bewandelen. Voor de mensen die geen turbines willen in het Meetjesland, kunnen we stellen dat de voorstellen voor grootschalige installaties de komende jaren sterk geconcentreerd zijn (4 locaties) zodat ook de landschappelijke impact beperkt blijft. Bovendien mogen windturbines niet vergeleken worden met klassieke bouwwerken, hun levensduur is amper 20 jaar. Voor de mensen die vinden dat er meer turbines zouden moeten komen, willen we duidelijk maken dat het engagement in dit dossier substantieel is. Er is met name de mogelijkheid voor 16 bijkomende turbines in centraal Meetjesland (Eeklo, Maldegem en Zomergem) en 28 turbines in de flank (Evergem en Assenede). In zijn maximale vorm betekent dit hernieuwbare stroom voor zo n 60.000 gezinnen. 9 Hoe dan ook moet voorliggend document gelezen worden als een evolutief document. Het denken rond hernieuwbare energie, inzonderheid ook windenergie, is volop in beweging. Ook de technologie evolueert bijzonder snel, de bovenlokale beleidskaders passen zich aan, etc. Uiterlijk binnen vijf jaar is dit document aan evaluatie en revisie toe, cfr. deze remake van het dossier uit 2003. Niettemin beoogt dit document wel een bindende waarde op de korte en middellange termijn, voor de komende vijf jaar. Dit betekent concreet dat vanuit het Streekplatform+ Meetjesland de goedkeuring zal worden gevraagd aan alle Meetjeslandse besturen: - om de komende jaren verhoogde inspanningen te leveren met betrekking tot rationeel energieverbruik en gebruik van zonne-energie; - om m.b.t. grootschalige turbines enkel de genoemde projecten in dit dossier te ondersteunen, of in het geval van uitzonderlijke opportuniteiten de regionale windwerkgroep en het regionaal overleg te respecteren. - om op basis van hun gemeentelijke autonomie consequent om te gaan met het aangereikte kader voor kleinschalige windinstallaties en waar nodig te verfijnen op basis van specifieke beleidskeuzes of omstandigheden. 9 Bij onze berekening gaan we uit van 44 grote turbines van 2,5 MW, elk in staat om 1.389 gezinnen te voorzien van groene stroom (1,8 MW staat voor ongeveer 1.000 gezinnen, het gemiddeld gezinsverbruik bedraagt 3.500 Kwh/jaar).

18 7. REGIONALE WINDWERKGROEP De bijeenkomsten van de regionale windwerkgroep werden bijgewoond door Ignas Claeys, Agentschap RO-Vlaanderen, buitendienst provincie Oost-Vlaanderen Reinout Debergh, bestuurssecretaris provincie Oost-Vlaanderen Tom Gorré, Regionaal Landschap Meetjesland Guido Steenkiste, namens de sector Natuur Bart Van Herck, Streekplatform+ Meetjesland (secretaris) Dirk Waelput, stedenbouwkundig ambtenaar stad Eeklo en deskundige Vertegenwoordigers van de Meetjeslandse gemeenten: - Voor de gemeente Assenede: Servaas Van Eynde - Voor de stad Eeklo: Rita De Coninck, Freddy Depuydt, Erik Matthijs en Nele Van Assche - Voor de gemeente Knesselare: Liliane Cooreman, Freddy Tanghe - Voor de gemeente Lovendegem: Nick Mouton - Voor de gemeente Maldegem: Johan De Roo en Valérie Taeldeman - Voor de gemeente Sint-Laureins: Bart Van de Keere - Voor de gemeente Waarschoot: Walter De Muynck en Ellen Coppens - Voor de gemeente Zomergem: Annemie De Bie en Lieve De Backer 8. BRONNEN Streekplatform+ Meetjesland (2003), Windenergie in het Meetjesland. Regionale visie, 16 december 2003. Eeklo, 21p. Vlaamse Omzendbrief EME/2006/01- RO/2006/02 Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines. Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, voorontwerp provinciaal beleidskader windturbines. Gent, april 2008. Strategisch plan Gentse Kanaalzone. Visie Eeklo-Maldegem-Assenede m.b.t. windturbines langs de A11. Bevraging bij de Meetjeslandse gemeentebesturen, december 2007 en juni 2008.

19