Q&A Handboek Marktwaardering



Vergelijkbare documenten
WEBINAR WAARDERINGS- HANDBOEK

Nota van wijzigingen - HB2018

WONINGCORPORATIES MARKTWAARDE IN VERHUURDE STAAT

De waarde van marktwaarde

Training Marktwaarde Woningcorporaties. Het routeboek van de te nemen stappen.

Corporatie Taxaties Een gestroomlijnd proces

Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde

Handboek modelmatig waarderen marktwaarde Actualisatie peildatum 31 december 2015

1 De woningcorporatie in een nieuwe werkelijkheid; van regels tot uitvoering 1

Taxeren en datakwaliteit. Sake van den Berg (BaseValue / NRVT) Paul Nelisse (Colliers International)

Bijlage 2 bij artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

Consultancy. Handboek modelmatig waarderen marktwaarde

BIJLAGE 2 BIJ ARTIKEL 14 VAN DE REGELING TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015

Handboek modelmatig waarderen marktwaarde

Handboek modelmatig waarderen marktwaarde

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Marktwaardering. Home Kennisbank Actueel Praktijk Dialoog. Hulpmiddelen. woningwet2015.nl. veelgestelde vragen contact inloggen. > Home > Hulpmiddelen

BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING. Vergelijking van het concept en definitieve BTIV bij de Woningwet

Verschil waardering woningen basis versie handboek 2015->2016

1. Gedeeltelijke basiswaardering voor a typisch (heterogeen) vastgoed van reguliere woningen in krimp en aardbevingsgebieden

Handboek modelmatig waarderen marktwaarde in verhuurde staat. Stefanie Buffing, Wolter Achterveld en Johan Conijn

Zie Bijlage 1: Voorbeeld teksten en tabellen voor bestuursverslag 2018, onderdeel beleidswaarde ter illustratie.

Titel Datum. Q&A beleidswaarde 18 september 2018 Pagina 1/7. Q&A Beleidswaarde

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU

Bijlage 2 bij artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen Handboek modelmatig waarderen marktwaarde Actualisatie peildatum 31 december

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

Validatie Handboek Johan Conijn, Erik-Jan van der Goes, Raymond Havekes en Wessel Kosterman Oktober 2017

Effectrapportage handboek marktwaardering 2018 versus 2017

Bijeenkomst actualiteit marktwaarde en vastgoedsturing Accountantsvisie

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

Handleiding opbouw bestand WOZ-waarden 2016

Marktwaardering voor woningcorporaties. Kans of noodzaak? Resultaten onderzoek. Mei Marktwaardering woningcorporaties

Woningcorporatiemodule

Analyse individuele waarderingshandboeken. Stefanie Buffing, Wolter Achterveld en Johan Conijn

Validatie handboek marktwaardering 2017 en reflectie op de toekomst van modelmatig waarderen

De toekomst van marktwaarde: Modelmatig Waarderen. Amersfoort 20 juni 2019

Handleiding opbouw bestand WOZ-waarden 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

Ontwikkeling marktwaarde corporatiewoningen Johan Conijn, Erik-Jan van der Goes, Dennis Albers en Wessel Kosterman

Validatie Handboek. modelmatig waarderen. marktwaarde

Fakton. Solving complex real estate challenges. Consultancy

Effectrapportage handboek marktwaardering 2017 versus 2016

Validatie Handboek Uitgevoerd in opdracht van Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Eindwaarde Waardering op marktwaarde het effect van de eindwaarde. Begeleiders: prof. dr. Johan Conijn dr. Paul Nelisse

De bepaling van de marktwaarde van vastgoedbeleggingen bij woningcorporaties

Overige mutaties marktwaarde naar balanswaarde. Vaste activa aangehouden ter verkoop. 5, ,6 in vastgoedbeleggingen - Uitbreidingen door

Taxatie-instructie Koopstart

B&W Vergadering. B&W Vergadering 1 november 2016

Jaarrekening Gewoon Goed Wonen. in Baarn, Blaricum, Bunschoten, Gooise Meren, Hilversum, Laren en Wijdemeren. Het Gooi en Omstreken

ARTIKEL I. De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Beleidswaarde in de jaarverslaggeving 2018 van woningcorporaties

FAQ Huursombenadering 2017 December 2016

Woningbouwvereniging Bergopwaarts. Versie I, Pagina 0

Woningstichting SWZ. Versie I, Pagina 0

Jaarrekening Gewoon Goed Wonen. in Baarn, Blaricum, Bunschoten, Gooise Meren, Hilversum en Wijdemeren. Het Gooi en Omstreken

HOOFDPUNTEN ONTWERP BESLUIT TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 (BTIV) Ontwerp AMvB bij de herziene Woningwet

Taxatie-instructie Koopgarant

Verslaggeving van toegelaten instellingen volkshuisvesting

MVGM VASTGOEDTAXATIES VOOR WONINGCORPORATIES

MEMO HERZIENING WONINGWET

Jaarrekening van Van Alckmaer voor Wonen. Statutaire vestigingsplaats: Alkmaar Adres: Keetgracht AM Alkmaar

Handreiking implementatie full-versie. Datum: 11 januari 2017

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

Handreiking full taxatie atypisch woningvastgoed

VERKLARING OPDRACHTGEVER ONDERZOEKSVERPLICHTINGEN HANDBOEK MODELMATIG WAARDEREN MARKTWAARDE 2017

Taxatie-instructie Koopstart

FAQ's woningverkopen door woningcorporaties per 1/11/2011

Handreiking Grenzen Validatie

Kennisavond Woningwet. 28 April 2015

Tuchtcollege van de Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT)

BZK seminar over Marktwaarde

Taxatie-instructie Koopgarant

Notities bij implementatie RJ 645: Marktwaarde en bedrijfswaarde

STROOMSCHEMA S VASTGOED TOEWIJZEN

FAQ's woningverkopen door woningcorporaties per 1/11/2011

Ortec Finance TMS Handleiding aanlevering waarderingsgegevens validatieonderzoek 2018

Vastgoedadvies voor woningcorporaties

JAARREKENING VERSLAGJAAR 2016

Verslaggeving van toegelaten instellingen volkshuisvesting

Regiobijeenkomst beleidswaarde. Juli-augustus 2018

TOETSTERMEN TOETSMATRIJS PRAKTIJKTOETS. Bedrijfsmatig Vastgoed

Taxatie-instructie Koopgarant

De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

L1226 Woningbouwvereniging Bergopwaarts t.a.v. het bestuur Postbus AH DEURNE. Datum 1 november 2016 Betreft Oordeelsbrief 2016

B&W Vergadering. woningcorporaties Zaaknummer , , ) Commissie Commissiedatum Gemeenteraad

: DEFINITIES ONDERHOUD EN BEHEER TEN BEHOEVE VAN BELEIDSWAARDEBEPALING EN JAARREKENING

Conceptrappport d.d WONINGBOUWVERENIGING UTRECHT JAARREKENING VERSLAGJAAR 2017

Leidraad economische parameters dpi 2018

Handboek Daeb Niet Daeb Deel B Bijlagen

TOELICHTING BESLISBOOM

RJ-Uiting : Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting

Jaarrekening Jaarverslag 2018 Pagina 44

WONINGBOUWVERENIGING UTRECHT JAARREKENING VERSLAGJAAR 2018

Omdat mensen tellen. PRAKTISCHE HANDREIKING AANPASSINGEN IN DE JAARVERSLAGGEVING 2016 WONINGCORPORATIES

Geef je energiedata waarde in de organisatie!

Handboek Woningcorporaties 2012 Een handreiking voor de praktijk

Richtlijn verkoop aan derden

Woningbouwvereniging Vecht en Omstreken L1585

Handleiding opbouw bestand WOZ-waarden

Transcriptie:

Q&A Handboek Marktwaardering Jaarrekening... 1 Oppervlakte... 1 Complex... 2 Splitsing daeb/niet daeb... 2 Model BOG/MOG... 2 Model parkeren... 2 Objectgegevens... 3 Mutatiekans... 3 Eindwaarde... 4 Contante waarde... 4 Leegstand/leegwaarde... 4 Overige waardebepalende factoren... 5 Vrijheidsgraden... 5 Jaarrekening 1. Hoe moeten corporaties, die in de jaarrekening 2015 op marktwaarde hebben gewaardeerd, omgaan met het bepalen van de marktwaarde voor de dvi 2015? Antwoord: Corporaties die over verslagjaar 2015 in de jaarrekening RJ 213 actuele waarde hebben toegepast kunnen die waarde één op één overnemen in de dvi over verslagjaar 2015. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat de classificatie van daeb en niet-daeb wordt aangehouden conform de woningwet 2015. In de dvi dient vervolgens te worden toegelicht via welke vrijheidsgraden van de full versie van het waarderingshandboek de waarde uit de jaarrekening gereproduceerd kan worden met het waarderingsmodel van het handboek. De Autoriteit Woningcorporaties zal woningcorporaties binnenkort nog nader informeren over toepassing van het waarderingshandboek in relatie tot de verantwoording in de jaarrekening 2015 via RJ 213. Oppervlakte 2. Mogen de m 2 gebruiksoppervlakte (GBO) per verhuureenheid zoals opgenomen in de BAG gebruikt worden? Antwoord: Uiteindelijk dient de woningcorporatie te beschikken over de door de woningcorporatie gevalideerde m 2 GBO s. Bij de oplevering van de dvi 2015 mogen de woningcorporaties voor de m 2 GBO, ook de m 2 GBO aanhouden zoals deze in de BAG (bagviewer.kadaster.nl) zijn opgenomen. Omdat m 2 GBO in de BAG deels modelmatig zijn bepaald, is een validatie van deze gegevens op termijn wel wenselijk. Indien de m 2 GBO uit de BAG zijn aangehouden, dient dit bij de aanlevering van de gegevens te worden vermeld. Bij vaststelling van het geactualiseerde Handboek wordt bepaald wanneer de woningcorporatie moet beschikken over de door de woningcorporatie gevalideerde m 2 GBO s. 3. Voor WWS punten is de oppervlakte bekend, kan deze worden gebruikt?

Antwoord: Neen. Het handboek schrijft voor dat de gebruiksoppervlakte (GBO) dient te worden gebruikt. GBO wijkt af van de oppervlakte van WWS punten. 4. Welke m2 hanteren bij BOG/MOG: VVO of BVO? Antwoord: Bij de BOG en MOG objecten zijn huren per m 2 VVO, daarentegen zijn kosten per m 2 BVO. Beide (zowel m 2 VVO als m 2 BVO) zijn dus nodig voor de marktwaardering. Complex 5. Wat is de definitie van een waarderingscomplex? Antwoord: Bij de waardering op marktwaarde wordt gebruik gemaakt van een specifieke complexindeling: een waarderingscomplex. Elk waarderingcomplex bestaat in principe uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type, bouwperiode, locatie en of de eenheid wel of niet gereguleerd is. Daarnaast geldt de aanvullende eis dat een geheel waarderingscomplex als eenheid aan een derde partij is te verkopen. Een waarderingscomplex kan daardoor worden gedefinieerd als een aaneengesloten blok verhuureenheden van dezelfde bouwperiode. Voor de waardering dient het complex gesplitst te worden in twee complexen indien het complex zowel daeb als niet-daeb eenheden bevat. De uiteindelijke waardering van een waarderingscomplex is opgebouwd uit de waardering van de afzonderlijke verhuureenheden die deel uitmaken van het complex. De waarde van een waarderingscomplex is daarmee de som van de waarden van alle verhuureenheden in het waarderingscomplex. Alle verhuureenheden van de toegelaten instelling maken deel uit van een waarderingscomplex of zijn een afzonderlijk waarderingscomplex. 6. Is er een maximum of minimum grootte van complexen? Antwoord: Er wordt geen minimum of maximum gehanteerd van het aantal eenheden dat in een waarderingscomplex valt. Wel is van belang dat wordt voldaan aan de vereisten van de definitie van het waarderingscomplex: in principe vergelijkbare verhuureenheden op basis van type, bouwjaar, locatie, gereguleerd of niet gereguleerd. Splitsing daeb/niet-daeb 7. Hoe wordt omgegaan met de splitsing daeb en niet-daeb. In de jaarrekening moet een splitsing worden gemaakt en bij de administratieve dan wel de juridische splitsing later ook. Het komt nu voor dat daeb en niet-daeb bezit in 1 financieel complex zitten. Wordt dit in het waarderingscomplex gesplitst? Antwoord: Bij de complexindeling is het onderscheid daeb / niet-daeb van belang. In principe dient mede op basis van dat kenmerk de complexindeling te worden gemaakt. Model BOG/MOG 8. Dient het bedrijfsmatig, maatschappelijk en intramuraal zorgvastgoed boven de 5% norm ieder jaar te worden getaxeerd? Antwoord: In het huidige waarderingshandboek is sprake van taxeren om aan te geven dat een rol van de taxateur nodig is. Deze rol kan op verschillende manieren worden ingevuld. Er vindt nog nader overleg plaats met accountants en taxateurs wat de vereisten zijn op dit punt. Onder voorbehoud van dit overleg is de lijn momenteel dat er jaarlijkse op z n minst een aannemelijkheidsverklaring van de taxateur dient te komen voor het betreffende vastgoed en dat de taxatie verplicht is jaarlijks voor een derde van het betreffende vastgoed. In de geactualiseerde versie van het handboek zal dit onderdeel nader verduidelijkt worden. Model parkeren 9. Hoe moet worden omgegaan met parkeervoorzieningen wanneer de verhuur van parkeren is gekoppeld aan het wonen?

Antwoord: Parkeervoorzieningen die gekoppeld zijn aan een woongelenheden, worden gewaardeerd door middel van het waarderingsmodel van de woongelegenheden. Immers de parkeervoorziening kan in dat geval niet los worden verhuurd. Indien een parkeervoorziening los kan worden verhuurd, dan vindt de waardering via het waarderingsmodel voor de parkeervoorzieningen plaats. 10. Maakt het uit of een losse parkeerplek aan een particulier of aan een bedrijf wordt verhuurd, of moeten beide hetzelfde worden behandeld op basis van het Handboek? Antwoord: Het maakt niet uit of een losse parkeerplek aan een particulier of aan een bedrijf wordt verhuurd, mits sprake is van een apart contract voor de parkeerplek. Immers als de parkeerplek tezamen met een woongelegenheid of BOG eenheid wordt verhuurd en één en hetzelfde contract kent, dan zou de parkeerplek respectievelijk met het model voor woongelegenheden of het model voor BOG/MOG worden gewaardeerd. 11. Wat is de termijn die in het model bij het uitponden van parkeervoorzieningen moet worden aangehouden? Antwoord: Uitgangspunt in het handboek is dat binnen drie jaar deze voorzieningen zijn uitgepond. In het algemeen geldt voor parkeerplaatsen dat als de verhuurder besluit om tot verkoop over te gaan, de huurder nog twee jaar lang de parkeervoorziening mag huren en daarna nog één jaar ontruimingsbescherming geniet. Kort gezegd kan de verhuurder als hij nu de beslissing tot verkopen neemt, alle eenheden uiterlijk na drie jaar uitponden. Objectgegevens 12. Welke objectgegevens hebben de meeste invloed op de waarde? Antwoord: Door de werking van de DCF methode hebben de huidige huur, de leegwaarde (die in principe gebaseerd is op de WOZ-waarde) en de eindwaarde veel invloed op de waarde, ook de mutatiegraad en leegstand kunnen invloedrijk zijn. 13. Wat wordt verstaan onder Mate van verkoop belemmering? Antwoord: Hier dient een percentage te worden ingevuld van de maximale verkoopbare verhuureenheden. Door bijvoorbeeld van belemmeringen die door de gemeente zijn opgelegd kan het mogelijk zijn dat een woning niet uitgepond mag worden. Dit kunnen juridische overdraagbare afspraken zijn waarbij de woning alleen verhuurd verkocht mag worden. Mutatiekans 14. Hoe dient de mutatiekans modelmatig bepaald te worden, per verhuureenheid of per complex? Antwoord: De mutaties worden op complexniveau verzameld en leiden tot een mutatiekans per eenheid. Onderstaand voorbeeld geeft u meer informatie: Voorbeeldberekening Veronderstel dat waarderingscomplex 1, 100 verhuurbare eenheden omvat per ultimo jaar gedurende de jaren 2010 t/m 2014. Veronderstel dat waarderingscomplex 1, in jaar 2010 2 mutaties kende, in jaar 2011 5 mutaties, in jaar 2012, 3 mutaties, in jaar 2013 2 mutaties en in jaar 2014 geen mutaties. Het totaal aan mutaties in waarderingscomplex 1 komt dan gedurende de periode 2010-2014 uit op 12 mutaties. Veronderstel dat er geen verkopen plaatsvinden.

Hieruit volgt de mutatiekans van waarderingscomplex 1: 12/500. Ofwel het totaal aantal mutaties gedurende de periode 2010-2014 gedeeld door de som van de ultimo standen van het aantal verhuureenheden van het complex ieder jaar. Eindwaarde 15. Waarom wordt bij de berekening van de eindwaarde in het doorexploiteerscenario geen rekening gehouden met verouderingskosten, terwijl dit in het uitpondscenario wel gebeurt (pagina 25 en 26)? Antwoord: Het is de bedoeling dat de verouderingskosten in beide scenario s worden meegerekend. Contante waarde 16. Moeten alle kasstromen per primo, medio of ultimo jaar contant gemaakt worden? Antwoord: Alle bedragen in het handboek hebben betrekking op peildatum 31 december 2014. De kasstromen vanaf 2015 worden geacht medio het jaar te worden ontvangen of betaald. Deze kasstromen worden contant gemaakt naar de peildatum van het handboek. 17. Hoe moeten de indexen worden toegepast? Antwoord: De indexatie in toekomstige jaren wordt medio jaar doorgevoerd. 18. Hoe is de opbouw van de disconteringsvoet voor de referentieobjecten bepaald? Antwoord: De disconteringsvoet is opgebouwd uit de volgende drie onderdelen: 1. De risicovrije rentevoet. 2. De vastgoedsector specifieke opslag. 3. De opslag voor het object- en marktrisico Om de hoogte van de disconteringsvoet in zijn totaliteit te bepalen dienen alle bovengenoemde componenten bij elkaar te worden opgeteld. Voorbeeld Voor de disconteringsvoet van het referentieobject bij woningen geldt het volgende: Risicovrije rentevoet: 1,76% Vastgoedsector specifieke opslag: 4,90% Opslag voor het object- en marktrisico: 0,91% + Disconteringsvoet: 7,57% In het handboek is er voor gekozen om de disconteringsvoet voor één referentieobject weer te geven en om vervolgens voor andere woning- en vastgoedtypen de afwijking ten opzichte van de disconteringsvoet van het referentieobject weer te geven. Alle genoemde afwijkingen in de tabellen moeten derhalve worden gezien in relatie tot de disconteringsvoet van het referentieobject. Bij de kenmerken die overeenkomen met het referentieobject geldt derhalve een afwijking van 0,00%. 19. Toezichtkosten 20. Moet de bijdrage in de kosten van het toezicht door de Autoriteit in de berekening worden meegenomen? Antwoord: Neen, deze kosten mogen niet worden meegenomen. Leegstand/leegwaarde 21. Om welke leegstand gaat het in de tabel voor woongelegenheid (aanvangs of structureel) en hoe moet deze verwerkt worden in de DCF? Antwoord: Het gaat hier om alle soorten leegstand. In de DCF kan de leegstand als een kostenpost (cq. correctie op de huurinkomsten) worden meegenomen in de jaren waarin deze leegstand wordt verwacht. 22. In welke stap valt een leegwaarde van 50.000?

Antwoord: De leegwaarde 50.000 of lager valt in de klasse <= 50.000 waarvan het effect per abuis niet is opgenomen in het handboek. Dit zal in de geactualiseerde versie worden hersteld. Overige waardebepalende factoren 23. Hoe wordt omgegaan met zelf ingebrachte voorzieningen, Zoals een dakkapel en serres? Deze worden wel meegerekend in de WOZ-waarde, maar tellen niet mee in het waarde eigendom van de corporatie en in de huur. Antwoord: Doordat zelf ingebrachte voorzieningen worden meegenomen in de WOZ-waarde wordt er bij de waardering voldoende rekening mee gehouden. De WOZ-waarde heeft namelijk ook invloed op de markthuur waardoor het waarde effect van de zelf aangebrachte voorzieningen in zowel het door- als uitpondscenario worden meegenomen. Vrijheidsgraden 24. Kan net als de hoogte van de markthuur, voor de markthuurontwikkeling, met ondersteuning van een taxateur worden afgeweken van de basisvariant? Antwoord: De vrijheidsgraden staan in het handboek gedefinieerd. Hier valt de markthuurontwikkeling niet onder.