jaar ABGP Dè onafhankelijke vakorganisatie



Vergelijkbare documenten
Ontslag. Informatie voor werknemers

Ziekteverzuim binnen de nieuwe Wet Werk en Zekerheid

10 Tips bij een reorganisatie

Nieuwsbrief juli 2013

Stappen tijdens een reorganisatieproces. Hoe gaat een reorganisatie in zijn werk?

De 7 belangrijkste vragen:

Voorwoord. ontslagbescherming vanuit de wet? 5 Wie bepaalt het zetelaantal? 7 Welke zaken behoren wel en niet in een or-budget thuis?

Proefexamen Opleiding Specialist Arbeidsrecht

Oefening 3 Luisteren Opdracht 4 1C, 2B, 3C, 4B. Oefening 4 Luisteren Opdracht 2 1A, 2B, 3C, 4C, 5B, 6B, 7B

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

Verzuimprotocol: ziekteverlof aanvragen

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering?

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013

Ontslag na doorstart faillissement

Wetsvoorstel werk en zekerheid

De wettelijke regeling van de pvt

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Deeltijd-ww: wat betekent dat? Antwoorden op de meest gestelde vragen over de regeling deeltijd-ww tot behoud van vakkrachten

Arbeidsrecht en Hyperemesis Gravidarum

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

VICTAS Klachten BOPZ

Verzuimverlof aanvragen

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG

Reglement Cliëntenraad Stichting Eilandzorg Schouwen-Duiveland

Allianz Inkomensverzekeringen. Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling bij ziekte van werknemers (conventioneel)

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

A.1 Is het aantal werknemersvertegenwoordigers ten minste gelijk aan het aantal werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur?

Ontslag op staande voet

Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling bij ziekte van werknemers (conventioneel)

Deskundigenoordeel van UWV

Actualiteiten Medezeggenschap

Oefenexamen Human Resource Management A. module Regie in personeelsbeheer

Ziekte en re-integratie

RECENTE JURISPRUDENTIE

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

ACTUEEL HR & JURIDISCH NIEUWS Voor werkgevers die meer willen weten, oktober 2017

Wwz: wat moet u weten!

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Productwijzer collectieve verzekering voor vaste WIAaanvulling

Productwijzer verzekering voor WGAeigenrisicodragers

Stappenplan voor werknemers die op het werk gepest worden

Productwijzer collectieve WIAexcedentverzekering. voor werknemers

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

WERK EN KANKER: JE HOEFT ER NIET ALLEEN VOOR TE STAAN

II Het dienstverband

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Deeltijd-WW, en nu? Wat u moet weten als u een uitkering krijgt

Werk en kanker: je hoeft er niet alleen voor te staan.

U hoeft geen postzegel te plakken! Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief nemen wij contact met u op.

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus Rapportnummer: 2012/134

Productwijzer Rechtsbijstandsverzekering

Alles over ontslag met wederzijds goedvinden

Ontbindingsprocedure geen invloed meer op fictieve opzegtermijn

Productwijzer Rechtsbijstandverzekering

Deskundigenoordeel van UWV. Informatie voor werkgever en werknemer

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Wetsvoorstel Wet werk en zekerheid aangenomen door Tweede Kamer

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Meest gestelde vragen deeltijd-ww

Klokkenluidersregeling

Veelgestelde vragen over de reorganisatie PostNL, branche Post en Pakketten.

Ziekte en Verzuim. Op onze website. Ziekte en verzuim binnen de arbeidsovereenkomst (AO) Geen arbeid geen loon (art. 6:627 BW) Geen arbeid geen loon

Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het disfunctioneren van het bestuur van Charim (2011Z20838).

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Productwijzer Rechtsbijstandverzekering

Allianz Arbeidsongeschiktheids-

Themasessie transitievergoeding

Overzicht van de samenhang van rechten cliëntenraad ondernemingsraad

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs)

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

Advies bij een faillissement

u hebt letselschade

Ontslag, en nu? werk.nl uwv.nl. Wat u moet weten als u ontslag krijgt. Wilt u meer weten?

Een zieke werknemer? Van AAAA naar Beter

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gevolgen van het nieuwe arbeidsrecht (WWZ) en spraakmakende ontwikkelingen

Oefenvragen - Human Resource Management A Module Regie in personeelsbeheer

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier.

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

VERZUIMREGLEMENT (VE R S I E 2. 2 )

Arbo en de rechten van de OR

De rol van de OR Individuele rechtshulp voor leden van de LAD Advies bij ontslag Inzet LAD De LAD Contact met de LAD Sociaal plan I

De transitievergoeding

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Actualiteiten WWZ. Recente rechtspraak

Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling. werknemers (conventioneel)

Ziekte en arbeidsconflict

Afrekenen met ongewenst gedrag

Loondoorbetaling bij ziekte. Informatie voor werknemers

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas

KLOKKENLUIDERSREGELING CSG HET NOORDIK. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Transcriptie:

jaar ABGP Dè onafhankelijke vakorganisatie ABGP magazine APRIL/MEI 2011

C O L O F O N Bondskantoor Langsom 3a 1066 EW Amsterdam Tel. 020-6672555 Fax 020-6194643 K.v.K. V 532048 ABN-AMRO: 49.47.70.791 Postbank: 4516495 Ledenadministratie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam Redactie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam Advertentie-acquisitie MPA Meijers Publishing & Advertising BV Tel. 046-4425300 Fax 046-4425830 Lay-out & druk Compact Drukwerken Postbus 2054 6201 CD Maastricht DE ABGP is aangesloten bij Het ambtenarencentrum foto s Diverse bronnen Aan de inhoud van de artikelen in dit magazine kunnen geen rechten ontleend worden. Het bestuur van de ABGP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit magazine Geachte Leden, Verbazing restte mij toen ik het verhaal in het Financieel Dagblad las met de kop Niemand bij ING had rel verwacht om bonus. Er waren toch afspraken gemaakt en daar hadden ze zich keurig aan gehouden? Ik denk dat de schoonmaker/ster en/of de jongste medewerker/ster van de postkamer had kunnen waarschuwen voor de rel, denkt u ook niet? Maar hij of zij is blijkbaar niemand! Want de andere denkt in termen van individuele mogelijkheden en overvloed. De bomen reiken tot in de hemel. De wereld zit vol kansen. Als je oplet en je inzet, dan kan je die kansen pakken. Als jij het niet doet, dan doet een ander het wel. Wees ambitieus, stel hoge doelen en zorg dat je ze haalt (kijk niet achterom naar de gevolgen, ga desnoods over lijken), dan bereik je wat in het leven. Iedereen kan meedoen, iedereen kan winnen (verliezen is voor anderen). Als je maar wilt, als je maar durft te ondernemen, als je niet bang bent om risico te nemen. Je wint wat en je verliest ook wel eens wat. High risk, high pay (ieder voor zich en god voor ons allen). Op deze manier komt de wereld vooruit. Zo is toch overal in de wereld internet en mobiele telefonie beschikbaar gemaakt? En kijk maar eens wat een voorspoed dat ons brengt (kredietcrisis, 18 miljard bezuinigingen, aanslagen op sociale zekerheden, verborgen armoede, voedselbanken enz.). Wij of zij zijn anders Dit is één manier om naar de wereld te kijken, en zo ken ik er nog wel een paar. In Nederland zijn we minder aan deze manier gewend, daarom schrikken we er steeds weer van als het wat doorslaat. Volgens mij hoor je als mens ook een sociaal gevoel en een collectiviteits besef te hebben. Want pas als je dat gevoel niet bezit, dan kan ik begrijpen dat je die rel om ING bonussen echt niet aan ziet komen. De plannen van dit kabinet, met gedoogsteun van de PVV, en de gevolgen beginnen zich steeds meer te ontvouwen en de effecten voor de werknemers in dit land worden steeds beter zichtbaar. Om maar enkele dingen te noemen; een slachtpartij bij Defensie verlies van ±10.000 arbeidsplaatsen, extra bezuinigingsmaatregelen 2 miljard in de gezondheidszorg en de ouderenzorg, niet meer politieagenten maar afbraak van hun arbeidsvoorwaarden, aanpassing van de roosters en flexibele inzet, verplichte aanbesteding openbaar vervoer in de 3 grote steden (zie artikel verderop in dit magazine) met kaalslag van 40% minder vervoer tot gevolg, (dit betekent bij het GVB Amsterdam 40% van 3800 arbeidsplaatsen ±1552 arbeidsplaatsen minder), versoepeling ontslag voor ambtenaren. Kortom teveel om op te noemen. Maar er is ook goed nieuws voor een forse groep mensen die niet worden getroffen door de bezuinigingswoede van dit kabinet. (ze zijn gemakkelijk te vinden, velen van hen staan elk jaar in de quote 500. Bij elkaar goed voor een slordige ± 600 miljard). Zij worden door dit kabinet op handen gedragen, hoewel boze tongen beweren dat vele van hen (mede) verantwoordelijk waren voor de kredietcrisis (maar die beweringen zullen wel van dat LINKSE TUIG komen) hoe dan ook, zij blijven buiten schot en geven elkaar nog steeds forse bonussen (en zijn bijzonder verbaast als daar commentaar op komt). Ook de belofte van de gedoogpartij, van dit kabinet, PVV om tegen graaiers en profiteurs in actie te komen blijkt, zoals zo vele andere beloftes van deze partij, loos te zijn. De partij stemde tegen het invoeren van een Balkenendenorm in de cultuursector en in de zorg. Ook de werkgevers in het streekvervoer grijpen hun kans om via de arbeidsvoorwaarden in de CAO besprekingen de concessieverliezen terug te verdienen. Daarom werknemers van Nederland JA het gaat u allemaal aan, blijf niet wachten met het idee een ander doet het wel, of ik doe mee als ze allemaal meedoen, maar verenigd u en kom in actie. Geef gehoor aan oproepen van de vakbonden en kom op voor uw rechten en laat deze niet door dit zakenkabinet om zeep helpen. Ja we zullen moeten knokken voor behoudt van ons werk en arbeidsvoorwaarden. Bent u nog geen ABGP lid, meldt u dan aan, voor het te laat is. ZONDER STRIJD GEEN OVERWINNING, ALLEEN SAMEN ZIJN WE STERK Met vriendelijke groeten Rob Hinse voorzitter 3

ORakel Nieuwe regels vakantiedagen: werkgevers en werknemers dienen twee systemen aan te houden De Tweede Kamer heeft eind vorig jaar een wetsvoorstel aangenomen over de opbouw en geldigheidsduur van vakantiedagen. Als het wetsvoorstel per 1 juli 2011 in werking treedt en de nieuwe regels gelden, moet de werkgever in een kalenderjaar twee systemen aanhouden. In het wetsvoorstel dat bij de Eerste Kamer ligt staat het voorstel om langdurig zieken evenveel verlof te laten opbouwen als niet-zieke werknemers. Daarnaast wil het kabinet het opsparen van vakantiedagen aan banden leggen. Een nieuwe regel die daaruit voortvloeit is dat voor de wettelijke minimumvakantiedagen een verjaringstermijn van een half jaar gaat gelden. Dat houdt in dat verlofdagen komen te vervallen als ze niet binnen zes maanden na het jaar waarin de dagen zijn opgebouwd zijn opgenomen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen blijft de bestaande verjaringstermijn van vijf jaar gelden. Verjaringstermijn Als de nieuwe regels per 1 juli 2011 gaan gelden, dient de werkgever dus in een kalenderjaar twee systemen aanhouden. In de registratie van vakantie en verlof moet hij dan onderscheid maken tussen: bovenwettelijke dagen en nog openstaande minimumvakantiedagen van vóór de wetswijziging waarvoor de verjaringstermijn van vijf jaar geldt; en minimumvakantiedagen van na de wetswijziging waarvoor de vervaltermijn van een half jaar geldt. Tip: houdt als werknemer zelf ook bij welke regels voor de verschillende vakantiedagen geldt. Dit vereenvoudigd eventuele latere discussies met de werkgever. Bron: Miranda Panse/Salarisnet.nl HRpraktijk OR TNT Post bezorgd om postbode De ondernemingsraad (OR) van TNT Post stapt naar de rechter. De OR is het er niet mee eens dat postbodes worden ontslagen, terwijl er goedkopere parttime postbezorgers worden aangenomen. Rondom de reorganisatie van TNT Post was de afgelopen tijd al veel te doen. Begin februari werd duidelijk dat TNT de reorganisatie bij de postdivisie kan doorzetten, omdat alle vakbonden goedkeuring van hun leden hadden gekregen voor een akkoord over de plannen. 4

In het akkoord is afgesproken dat het aantal gedwongen ontslagen bij TNT Post op maximaal 2.800 uitkomt. Eerder werd uitgegaan van 4.500 gedwongen ontslagen. Volgens de ondernemingsraad worden de eerste stappen naar de nieuwe organisatie nu gezet, waardoor de eerste postbodes momenteel op straat komen te staan. Door een overheveling van werkzaamheden naar een ander bedrijfsonderdeel zouden op de vestigingen van TNT Post postbodes overcompleet kunnen worden verklaard omdat er voor hen onvoldoende werk overblijft. Bron: Nieuws.nl Strijd over postreorganisatie houdt aan De strijd over de reorganisatie bij TNT Post is nog altijd niet gestreden. Donderdag, 24 maart (zie artikel elders in dit magazine), stonden de ondernemingsraad (OR) van TNT en het bedrijf tegenover elkaar bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. De OR vindt het onacceptabel dat postbodes met een vast contract worden ontslagen, terwijl het bedrijf wel goedkope deeltijdwerkers aanneemt. kader wil de raad van de rechter horen of het beleid van TNT wel door de beugel kan. Het postbedrijf bereikte eind vorig jaar na moeizame onderhandelingen en diverse stakingsacties een akkoord met de vakbonden over de reorganisatie. Daarbij werd afgesproken dat het aantal gedwongen ontslagen zo veel mogelijk zou worden beperkt. De eis van de OR dat TNT geen postbodes ontslaat zolang er goedkopere deeltijdwerkers worden ingehuurd, ging het bedrijf daarom te ver. Daarmee geef je praktisch een garantie dat er geen gedwongen ontslagen vallen, stelde de advocaat van het bedrijf. Dat kan niet. De OR benadrukte echter niet op zoek te zijn naar zo n garantie.,,we accepteren dat er banen moeten verdwijnen, aldus de advocaat. Maar TNT weigert het werk dat overblijft aan te bieden aan de postbodes, omdat ze dat goedkoper door anderen kunnen laten doen. De postbode wordt achter de geraniums gezet terwijl zijn buurvrouw de post rondbrengt, omdat ze goedkoper is, schetste de advocaat van de OR het schrikbeeld van de werknemers. Volgens de OR negeert TNT daarnaast kansen om postbodes na de reorganisatie in een andere functie in dienst te houden, omdat ze te duur zouden zijn. De OR moet een advies uitbrengen over de reorganisatie voordat TNT de plannen kan doorzetten. In dat 5

Volgens TNT komen de klachten van de OR te vroeg. De echte reorganisatie moet nog beginnen, betoogde de advocaat van het bedrijf. Het is nog niet in te schatten hoe groot de gevolgen van de reorganisatie zijn en welke mogelijkheden er zijn om mensen aan het werk te houden. De rechter ging hierin mee en adviseerde de OR de zaak aan te houden totdat de gevolgen van de reorganisatie duidelijker zijn. De ondernemingsraad beslist begin volgende week of hij dat advies ter harte neemt. Zo niet, dan velt de Ondernemingskamer binnen twee maanden een oordeel. SER-advies: medezeggenschap verbeteren en sterker verankeren De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft een advies uitgebracht om het recht op scholing en vorming van OR-leden, de kwaliteit en de financiering daarvan op andere wijze te regelen. Het voorstel is om de betalingsplicht van de ondernemer voor deze scholing en vorming ook wettelijk vast te leggen. Een richtbedrag per dagdeel komt in de plaats van de huidige heffing voor de ondernemers. De verplichte heffing voor de scholing en vorming wordt nu nog via het Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) overgemaakt aan de ondernemingen. Bij instelling van de heffing in 1975 was de gedachte dat de werkgever het mogelijk moest maken om deskundigheid van OR-leden te stimuleren. De Raad voor Centrale Ondernemersorganisaties (RCO) steunde deze systematiek niet langer, waardoor naar een alternatief gezocht moest worden. Dit alternatief is nu neer- gelegd in een unaniem advies van de SER en betekent onder meer een aanscherping van de huidige Wet op de ondernemingsraden. De SER wil ook dat sociale partners in de nieuwe opzet betrokken blijven bij het bewaken van de kwaliteit van de opleidingen, via een speciaal daartoe op te richten stichting. Hierin zouden ook de overheidswerkgevers en de branchevereniging voor scholingsinstituten vertegenwoordigd moeten zijn. Een speciale commissie binnen de SER zal daarnaast taken krijgen om de medezeggenschap in ondernemingen te bevorderen. Zo zal ze voorlichting geven over gecertificeerde opleidingsaanbieders en kabinet en parlement kunnen adviseren over medezeggenschapsaangelegenheden. Op decentraal niveau zal ze ondernemers en OR-leden via een aanbeveling wijzen op het belang van goede scholing. Om geschillen sneller te kunnen oplossen adviseert de SER dat ondernemers of OR-leden hun vragen direct kunnen voorleggen aan een van de bestaande bedrijfscommissies. In de uitwerking van deze nieuwe opzet kan het GBIO, dat 35 jaar geleden werd opgericht door de SER en de Stichting van de Arbeid, worden opgeheven. Het GBIO heeft een belangrijke functie gehad bij de ontwikkeling van de medezeggenschap. Vragen over Medezeggenschap Vraag1: Twee werkmaatschappijen worden tot één werkmaatschappij samengevoegd. Dat betekent ook dat de twee ondernemingsraden ophouden te bestaan. Gaat dat tegelijk in met de officiële samenvoeging en hoe komen we daarna tot één OR? Antwoord: Het is nog maar de vraag of deze officiële samenvoeging ook dwingt tot het onmiddellijk aanpassen van de medezeggenschapsstructuur. In principe blijven de ondernemingsraden bestaan tot het einde van hun zittingspe- 6

riode, tenzij hierover in het kader van de samenvoeging andere afspraken zijn gemaakt. In die periode kunt u dan bekijken wat de beste structuur voor de toekomst is. Heel bepalend daarvoor is of de oude werkmaatschappijen na de samenvoeging nog voldoende te herkennen zijn, met name voor wat betreft de hoogste dagelijkse leiding. Het heeft natuurlijk weinig zin om over dezelfde onderwerpen in twee verschillende ondernemingsraden te praten met dezelfde bestuurder. Dat kan ook reden zijn om tot het ingaan van de nieuwe structuur de beide raden samen te voegen. U kunt het moment van ingaan van één OR vervroegen door gezamenlijk en en bloc af te treden. Zorg er dan wel voor dat er een nieuwe raad klaar staat om op dat moment het stokje over te nemen. Een nieuw reglement is daarvoor het eerste vereiste. Kiesgroepen in de war Vraag 2: Een paar OR-leden die destijds uit bepaalde kiesgroepen gekozen zijn, werken inmiddels in andere kiesgroepen maar zitten ook nog in de onderdeelcommissie (OC) van hun oorspronkelijke kiesgroep. Kan dat zo maar? Antwoord: Het moment van het verkiesbaar stellen is feitelijk ook het moment waarop bepaald wordt wie vanuit zijn kiesgroep zich kandidaat mag stellen voor een OR-zetel. Als daarna de kiesgroepen veranderen of de medewerker in een andere kiesgroep gaat werken, dan heeft dat geen gevolgen voor de samenstelling van de raad. Dat is pas aan de orde bij de kandidaatstelling voor de volgende OR. Of er consequenties zijn voor het deel uitmaken van de OC van de kiesgroep wordt bepaald door het instellingsbesluit van die commissie en de wijze waarop de OR dit besluit hanteert. Zijn de betreffende OC-leden door de OR benoemd of rechtstreeks door de mensen van het onderdeel gekozen? In het laatste geval heeft de OR minder vrijheid om wijzigingen aan te brengen in de samenstelling van de OC. De betreffende leden kunnen natuurlijk ook zelf besluiten op te stappen uit de OC om daarmee ruimte te maken voor nieuwe leden die wel in dat onderdeel werken. een lid één, twee of meer machtigingen kan ontvangen. Als dit niet in het reglement geregeld is, dan is een machtiging formeel niet mogelijk. Ook al regelt het reglement doorgaans wel besluitvorming per stemming, veel ondernemingsraden maken daar geen gebruik van. Het argument is dan dat er bij stemmingen altijd winnaars en verliezers zijn. Het is dan beter niet te stemmen, maar via consensus te streven naar een oplossing waartegen niemand overwegende bezwaren heeft. Dat is zeker belangrijk voor het draagvlak dat een nieuwe OR-voorzitter nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren. Een extra nadeel van het stemmen per machtiging is nog dat de afwezige zijn keuze al maakt vóór de discussie die direct voorafgaat aan de stemming. Opheffing wegens gebrek aan belangstelling Vraag 4: Na de nodige organisatiewijzigingen blijkt dat er voor een nieuwe OR geen kandidaten te vinden zijn. Kan het bedrijf daardoor afzien van het instellen van een ondernemingsraad? Antwoord: Het is natuurlijk de vraag waarom er zo weinig belangstelling is. Mogelijk zijn er te weinig faciliteiten beschikbaar of heeft de achterban een negatieve kijk op de werkzaamheden voor de OR. Een meer actieve benadering van potentiële kandidaten, liefst ondersteund door het management, kan dat veranderen. Evenzo kan een duidelijke faciliteitenregeling behulpzaam zijn bij het kandidaatstellen. In ieder geval is niet mogelijk vanwege dat gebrek aan belangstelling ontheffing te krijgen van de verplichting tot het hebben van een ondernemingsraad. De ondernemer zal moeten aantonen dat hij blijvend werk maakt van het instellen van een OR. Bijvoorbeeld door jaarlijks verkiezingen uit te schrijven. Machtigen om te stemmen Vraag 3: Binnen de OR wordt een nieuwe voorzitter gekozen. Eén van onze OR-leden kan niet bij die vergadering zijn, maar wil wel graag een stem uitbrengen op één van de kandidaten. Kan hij een mede OR-lid machtigen om dat namens hem te doen? Antwoord: De OR kan in zijn reglement regelen of er gestemd mag worden met een machtiging. Soms wordt vastgelegd dat OR bloedt leeg Vraag 5: In ons bedrijf is het aantal werknemers onder de vijftig gezakt en de bestuurder wil geen vrijwillige or in stand houden. Ook voor de tussentijdse vacatures wil hij geen 7

opvulling toestaan. De or houdt toch op te bestaan, is zijn argument. Heeft hij gelijk? Antwoord: De bestuurder heeft geen gelijk. De op de wet gebaseerde reglementaire verplichting om lege zetels door tussentijdse verkiezingen op te vullen, vervalt doorgaans pas als de zittingstermijn binnen een half jaar afloopt. U moet zelf beoordelen hoeveel energie u nog aan die opvulling wilt geven. Bedenk ook vast wat er na de or moet komen. Als meer dan de helft van het personeel dat wenst, is de instelling van een PVT verplicht. Daar kan deze or dan alvast het voorwerk voor doen. Geldigheid personele regelingen na vertrek OR Vraag 6: Binnenkort stopt de OR. De zittingstermijn zit er op en de organisatie telt nu minder dan 50 werknemers. Wat gebeurt er met de personele regelingen uit het personeelshandboek waarop de OR destijds instemming heeft gegeven. Blijven die wel geldig nu er geen OR meer is? Antwoord: De regelingen in het personeelshandboek blijven - ook na het stoppen van de OR - gewoon van kracht. Ten tijde van de OR was de ondernemer verplicht instemming aan de OR te vragen voor onderdelen van het reglement. Dat dit nu niet meer hoeft, doet niets af aan de geldigheid van het destijds genomen besluit. Overigens kunnen veranderingen in de regelingen straks, als er geen OR meer is, pas worden doorgevoerd als de personeelsvergadering of PVT na overleg daarover advies heeft uitgebracht. Instemmen door OR of door OC Vraag 7: Vorig jaar heeft de or instemming gegeven aan de vaststelling van een algemene bedrijfssluiting. Nu wil de directie dit alleen voor een aantal onderdelen aanvragen. Aan wie moet er nu om instemming worden gevraagd: aan de OR of aan de OC s van de betreffende onderdelen? Antwoord: Als er voor die bedrijfsonderdelen onderdeelcommissies zijn ingesteld die beschikken over de bevoegdheden van de OR voor zover deze het eigen onderdeel betreffen, dan zijn zij nu inderdaad aan zet. In zo n geval is degene die de leiding heeft over het onderdeel verplicht instemming aan de OC te vragen. Als het besluit feitelijk wordt genomen door de centrale bestuurder, dan is er wat voor te zeggen dat de OR dit onderwerp naar zich toetrekt. Maar dan toch alleen in nauwe samenspraak met de betreffende OC s. Verlengen van tijdelijke contracten Vraag 8: Gebruikelijk krijgen nieuwe medewerkers na één jaar tijdelijk contract een vaste aanstelling. Nu wil de bestuurder dat de tijdelijke contracten met één jaar verlengd worden, zodat eventueel de personele bezetting op een eenvoudige manier aangepast kan worden. Kan dat zomaar? Antwoord: Wettelijk gezien is het mogelijk om minstens tweemaal een tijdelijk contract met een jaar te verlengen. Wat dat betreft staat de bestuurder niets in de weg. Maar voor het zover is moet hij wel instemming aan de OR vragen, omdat hij een wijziging in het aanstellingsbeleid wil doorvoeren. Voor de raad is het van belang om zorgvuldig de gevolgen voor personeel en organisatie af te wegen bij het geven dan wel onthouden van instemming. Tijdstip ontvangst begroting Vraag 9: De bestuurder wil de conceptbegroting voor het nieuwe jaar niet aan de or geven omdat de Raad van Toezicht (RvT) nog akkoord moet gaan. Maar de OR wil er tijdens de scholing al mee aan de slag, vandaar. Antwoord: De informatiebevoegdheden op het gebied van de financiën van de OR zijn terug te vinden in artikel 31a van de WOR. Vooral het 7e lid gaat over de begroting. Het is het goed recht van de bestuurder dat hij die pas naar de OR stuurt als hij daarvoor de zegen van de RvT heeft gekregen. Het goedkeuren van de begroting is immers aan die raad voorbehouden. Sommige cao s bieden de OR de bevoegdheid om al op een conceptbegroting te adviseren voordat deze door de RvT wordt goedgekeurd. Kijk uw cao hierop na. 8

Maar dat is de formele benadering. U wilt de begroting ondermeer benutten als actueel studiemateriaal tijdens uw cursus. Daar wordt de bestuurder toch ook niet slechter van. Praat er nog eens over met hem en biedt desnoods geheimhouding aan om hem over de streep te helpen. OR-overleg met managers Vraag: Een ondernemingsraad overlegt met de bestuurder, maar kan de OR ook zelfstandig overleggen met MT-leden en beleidsmedewerkers over hun verantwoordelijkheidsgebieden? Antwoord: Dat is altijd aan te bevelen. De OR heeft er niet alleen recht op maar vooral belang bij om contacten te onderhouden met andere personen dan de bestuurder alleen. Al is het maar omdat die hoogste leidinggevende ook niet alles kan weten. Praat bijvoorbeeld met de controller over de kwartaalcijfers, met personeelszaken over allerlei regelingen en met de arbo-coördinator over de RI&E en het ziekteverzuim. Als dat tot dusver niet gebruikelijk was, is het wel goed dit eerst te bespreken met de bestuurder. Ook al omdat degenen die u aan hun jas wilt trekken, misschien zelf eerst willen weten of dat akkoord is bij hun leidinggevende. Dat u ze mag raadplegen wil nog niet zeggen dat zij daar aan mee moeten werken. Als de bestuurder aarzelt, benadruk dan dat het de OR slechts erom te doen is, zo goed mogelijk beslagen ten ijs te komen. Besluiten worden natuurlijk alleen genomen tijdens de overlegvergadering. In de praktijk zult u al snel merken dat uw contacten met anderen doorwerken in dat overleg. Ruim een op de drie collega s slachtoffer seksuele intimidatie Meer dan een derde van de verpleegkundigen en verzorgende in Nederland (35,6 procent) geeft aan dat hij of zij weleens geconfronteerd is met seksuele intimidatie. Dat blijkt uit de enquête van Bijzijn die gehouden is ter gelegenheid van het Congres Seksualiteit, Intimiteit en Intimidatie vandaag in de Jaarbeurs in Utrecht. De enquête werd door meer dan 900 mensen ingevuld. Stagiaire Ik deed de hbo-v en werkte als stagiaire in een verpleeghuis. Daar was een bewoner met Korsakov die me op een dag beetpakte en zei dat hij mij wel leuk vond. Ik schrok me werkelijk rot en voelde me enorm geïntimideerd. Toen ik het aan het afdelingshoofd vertelde, zei hij dat deze man het wel vaker deed. Vooral bij nieuwelingen. Aan het woord is een verpleegkundige, een van de ruim 900 respondenten van de enquête intimiteit/seksualiteit. Aanvankelijk was dit haar enige herinnering aan seksuele intimidatie, maar nu ze erover nadenkt, schiet haar nog een geval te binnen. Erectie Ik werkte in een ziekenhuis op de afdeling chirurgie waar een jongeman het wel heel erg leuk vond om geschoren 9

te worden en ter plekke een erectie kreeg. Hij schaamde zich er niet voor, integendeel. Er waren al twee collega s voor me geweest, die vanwege zijn gedrag afhaakten. Seksuele intimidatie komt volgens de enquête betrekkelijk veel voor. Meer dan een derde van de verpleegkundigen en verzorgende heeft er op enig moment mee te maken. In 82,3 procent van die gevallen gaat het dan om een zorgvrager die de verpleegkundige of verzorgende lastig valt. In 7 procent van die gevallen gaat het om een naaste van de patiënt: een familielid, vriend of bekende van de patiënt dus. Eenzaamheid? Ik werkte in de thuiszorg en kwam bij een mevrouw met ALS over de vloer. Toen ik in de keuken stond om iets af te spoelen, greep de heer des huizes me ineens bij mijn middel. Kun je niet even bij me komen? vroeg hij. Gelukkig was ik niet meer zo verlegen. Ik vertelde hem dat dit niet kon. Ik zag wel dat het geen boze opzet was en dat hij het meer uit eenzaamheid deed, maar toch IJsberg Volgens een docent verpleegkunde Hogeschool Utrecht (tevens verpleegkundige in de psychiatrie) is een derde slechts het topje van de ijsberg. Ik denk dat in werkelijkheid 98 procent ooit in aanraking is geweest met seksuele intimidatie, maar dat niet als zodanig herkent. Seksueel getinte complimentjes horen er namelijk ook bij. Op het Bijzijn-congres over seksualiteit, intimiteit en intimidatie gaf ze de workshop Bespreekbaar maken van seksualiteit. Over het voorbeeld van de man met Korsakov, zegt de docent: Niet de reactie van de patiënt is zozeer schokkend, maar de reactie van de leidinggevende. Die bagatelliseert het voorval. En dat kan voor de stagiaire traumatisch zijn. Kijk, je maakt allemaal weleens zoiets mee. We kunnen wat dat betreft ook wel tegen een stootje. Maar vervelend wordt het als je niet gesteund wordt, als je geen veiligheid vindt in je team en bij je leidinggevende. Over het voorbeeld van de jongeman die een erectie krijgt, zegt de docent: We moeten goed onderscheid maken. Het krijgen van een erectie is op zich geen seksuele intimidatie. Het gaat er om wat de patiënt daarbij voor gedrag vertoont. Seksueel intimiderend gedrag moet altijd duidelijk worden afgewezen, zegt de docent. Zoals bij die man die in de keuken de verpleegkundige bij haar middel pakt. Je kunt er een excuus voor bedenken eenzaamheid en zo maar het gedrag moet worden afgewezen. Lastige collega s Ook collega s vallen elkaar weleens lastig, zo blijkt uit de enquête. Meer dan 20 personen (6,4 procent) geven aan weleens te maken te hebben gehad met intimidatie door een collega. Leidinggevenden gedragen zich over het algemeen netjes. Slechts in 1 procent van de gevallen betreft het een leidinggevende. In sommige gevallen is er niet echt sprake van intimidatie maar eerder van een onwenselijke confrontatie. Een verpleegkundige in de thuiszorg vertelt: Naakt Ik werk bij de alarmcentrale en kom bij mensen thuis die bijvoorbeeld uit bed gevallen zijn. Een enkele keer blijkt zo n persoon helemaal naakt te slapen. Goed, meer mensen slapen helemaal naakt, maar als je weet dat er regelmatig iemand langs komt, trek je toch iets aan, denk ik dan. Ik los het dan maar op met een handdoekje of zo. Het zijn geen ernstige situaties hoor, eerder wat ongemakkelijk. Bij intimidatie gaat het in meer dan de helft van gevallen (54, 2 procent) om seksueel getinte opmerkingen en in 31,1 procent van de gebeurtenissen om handtastelijkheden. Geweld kwam heel weinig voor. Slechts 4 personen hebben daar ervaring mee, zo blijkt uit de vragenlijsten. Respondenten De meeste respondenten van de enquête werken in het ziekenhuis (32 procent). De grootste groep daarna is thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen. Enkele tientallen respondenten werken in de psychiatrie en in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Op de vraag of de verpleegkundige of verzorgende weleens verzuimd heeft van het werk als gevolg van seksuele intimidatie op het werk, antwoordt 1, 1 procent met ja. Van alle ondervraagden weet iets meer dan de helft of er wel of geen beleid is in de instelling met betrekking tot seksuele intimidatie. 44 procent van 10

genomen. Ze was seksueel ontremd en werd in een separeer verpleegd. Als je bij haar langs kwam, maakte ze allerlei obscene gebaren en bewegingen en trok je steeds op bed. Ze zei ook zeer expliciet wat ze allemaal wilde doen. Het was niet bedreigend, vond ik. Eerder triest. Heel naar dat iemand in zo n situatie kan verkeren. Later leek ze zich er erg over te schamen, maar we hebben het er geloof ik nooit meer over gehad. Volgens de docent verpleegkunde Hogeschool Utrecht geven mannelijke verpleegkundige zelden aan dat zij het slachtoffer zijn van seksuele intimidatie. Mannen hebben niet geleerd dat seksuele aandacht ook intimiderend kan zijn. Ze zouden het altijd leuk moeten vinden. Een misvatting. Dat is de reden geweest dat het misbruik in de rooms-katholieke kerk zolang verborgen bleef. de ondervraagden zegt daarop ja en 8,8 procent antwoordt met nee. Meer dan 400 mensen (46,8 procent) weten niet of er beleid is met betrekking tot seksuele intimidatie. Er ligt een taak voor de instellingen om hier werk van te maken of om er in ieder geval meer bekendheid aan te geven. Een VIG er zegt: Ik moest mijn verhaal echt even kwijt. Mijn afdelingshoofd zei dat ik maar een uurtje vrij moest nemen. Maar ik wilde per se met een vertrouwenspersoon spreken. Die was er niet volgens hem. Toen ben ik naar de directie gestapt. Bleek er wel degelijk een mogelijkheid te bestaan om je verhaal te vertellen. Maar niemand wist dat dus. Een voorbeeld van goede opvang komt uit de psychogeriatrie. Een verzorgende vertelt over een jongere collega die door een demente man op bed werd getrokken. Het gebeurde tijdens de lichaamsverzorging toen zij alleen op zijn kamer was. Hij duwde zich op haar. Ze was nadien erg bang maar ook boos. Het maakte niet uit of hij dement was, ze was tóch boos. Ze werd daarna goed opgevangen door de leidinggevende. Verder werd er een MIM-formulier ingevuld, dat daar speciaal voor is (MIM staat voor Melding Incidenten Medewerkers). Ook werd het binnen het team besproken en daarbij is besloten deze bewoner niet meer te laten verzorgen door jonge medewerkers. Overigens lijkt de meeste intimidatie van mannen te komen. Toch maken ook vrouwen zich er schuldig aan, getuige dit verhaal van een mannelijke verpleegkundige in de psychiatrie: We hadden een mevrouw met een ernstige manie op- Bespreekbaar Een deel van de enquête was gereserveerd voor een heel ander onderwerp. De vraag of verpleegkundigen en verzorgende van patiënten of bewoners weleens vragen krijgen over seksualiteit of intimiteit. Driekwart (74,8 procent) van hen krijgt dat inderdaad, variërend van zelden tot vaak. 34,9 procent krijgt die vraag zelden, 51,9 procent soms en 13,2 procent vaak. Op de vraag of zij moeite hebben met dit soort vragen antwoordt 16,5 procent van wel. De meerderheid (64,6 procent) ondervindt overigens wel voldoende steun om op deze vragen in te gaan. Een nog hoger percentage (ruim 89 procent) geeft aan dat zaken als intimiteit en seksualiteit bespreekbaar zijn in het team. Daar staat tegenover dat het dus in bijna 11 procent van de teams niet bespreekbaar is. Voor deze teams is er dus werk aan de winkel. Seksuele handelingen Hoewel zorginstellingen in Nederland hard werken aan klantvriendelijkheid en zorg op maat, bestaat er volgens 30,5 procent van de ondervraagden een speciale ruimte in hun instelling waar de patiënt, cliënt of bewoner intiem kan zijn met zijn partner/geliefde. Bijna 14 procent van de ondervraagden is weleens door een patiënt gevraagd hulp te geven bij seksuele handelingen, zoals zelfbevrediging. In driekwart van de instellingen blijkt overigens niet ergens op papier te staan hoe je daarmee moet omgaan. En dat terwijl hulp bij seksuele handelingen vorig jaar nog volop in het nieuws was doordat een leerling in de thuiszorg min of meer werd geacht die hulp wel te geven. De docent verpleegkunde Hogeschool Utrecht is er duidelijk over. Het mag niet, het mag nooit, zegt zij. Je moet natuurlijk wel dingen voor de patiënt regelen, maar je mag nooit zelf seksuele handelingen uitvoeren. 11

Jurisprudentie Thuis uit angst voor collega De 54-jarige Jansen werkt sinds 2004 als medewerker buitendienst bij een glaszetters bedrijf, een kleine firma, geleid door een echtpaar met slechts enkele personeelsleden. In september 2008 krijgt hij een conflict met een collega. Deze dreigt hem in elkaar te slaan als hij niet ophoudt met treiteren. Jansen gaat vervolgens naar huis en meldt zich ziek. Dat hij niet kon werken, lag niet aan hem, maar kwam voor rekening van de werkgever: die moet de veiligheid van zijn werknemers waarborgen. Re-integratie via het tweede spoor was de enige oplossing. Door dat niet te proberen, heeft de werkgever zich niet als goed werkgever gedragen. De kantonrechter stelt vast dat Jansen gedurende de bewuste periode geschikt werd geacht voor passend werk, maar dat hij daar anders over dacht. De werkgever heeft zich actief opgesteld. Hij heeft geprobeerd het conflict te beslechten en heeft ervoor gezorgd dat de beide werknemers zo min mogelijk met elkaar in contact zouden komen. Van Jansen mocht worden verwacht dat hij zich van zijn kant ook had ingezet om een uitweg te vinden uit de ontstane situatie. Zeker nu zijn psychische gesteldheid niet zodanig was dat hij niet in staat was om een gesprek met de werkgever aan te gaan. Hij heeft zelfs geen poging ondernomen om via mediation een oplossing te vinden. In oktober stelt de huisarts herstel in de eigen functie als einddoel voor de re-integratie. Aan de eigenaren van de firma schrijft de huisarts dat Jansen zwaar overspannen thuiszit en dat dit hun schuld is, omdat zij te weinig doen tegen de bedreigingen die hij ondervindt. Tweemaal wordt een mediator ingeschakeld, maar Jansen weigert te praten en wil alleen terugkomen als de werknemer in kwestie wordt ontslagen. Kortom, hij heeft zich onttrokken aan de op hem rustende verplichting mee te werken aan zijn re-integratie. Hij kan dan ook niet zijn werkgever verwijten dat die niet meewerkte aan re-integratie via het tweede spoor. De vordering tot loondoorbetaling wordt afgewezen. Bron: Kantonrechter Haarlem, 5 augustus 2010, LJN BN4350 Zowel de bedrijfsarts als een deskundige van het UWV verklaren in maart 2009 Jansen volledig arbeidsgeschikt, maar deze gaat niet aan het werk. De werkgever stopt de loondoorbetaling. Jansen wil niet meer terug naar zijn eigen werk en de arbeidsovereenkomst wordt in november 2009 door de rechter ontbonden, waarbij Jansen een vergoeding van 6500 euro krijgt. In deze procedure eist Jansen het ingehouden loon. Hij was destijds weliswaar fysiek in staat tot gedeeltelijke werkhervatting, maar emotioneel was hij dat niet. 12

Werkgever wil niet goed tellen Een werkgever telt de tijd dat een werknemer als uitzendkracht werkte niet mee bij het bepalen van het aantal dienstjaren. De werknemer is het daar niet mee eens. De kantonrechter gaat hierin mee, ook al zijn andere boventallige collega s wel akkoord gegaan met de telmethode van de werkgever. Een werknemer wordt ontslagen op grond van bedrijfseconomische redenen. Door een daling van de omzet moet de werkgever (een zuivelbedrijf) een forse reorganisatie doorvoeren. De betreffende werknemer is werkzaam op een afdeling waar kratten handmatig worden gesorteerd. Ook de kantonrechter is deze mening toegedaan. Het staat vast dat het zuivelbedrijf en zijn rechtsvoorganger jarenlang structureel met uitzendkrachten heeft gewerkt. Uit processtukken blijkt dat ongeveer twintig procent van het personeelsbestand uit uitzendkrachten bestond. Ontwikkelingen in de markt hebben het zuivelbedrijf genoopt niet meer de producten in kratten te leveren, maar in dozen. Dat leidt ertoe dat de nieuwe productie geautomatiseerd gaat verlopen, waardoor minder menskracht nodig is. Het sorteren van kratten is verleden tijd. Een inkrimping in het personeelsbestand is dus noodzakelijk en ook de werknemer wordt het slachtoffer van de reorganisatie. Omdat de werknemer niet bereid was om op basis van een sociale regeling te schikken, heeft de werkgever een ontbindingsverzoek ingediend. Dit is overigens volgens de kantonrechter een schending van de Cao Zuivel, waar een maximum van tien procent uitzendkrachten wordt gesteld. Objectieve maatstaf Het zuivelbedrijf verweert zich door aan te voeren dat de periode dat een werknemer als uitzendkracht bij het bedrijf heeft gewerkt niet wordt meegeteld als diensttijd, omdat zij hecht aan een objectieve maatstaf bij het bepalen van de anciënniteit. Ook meldt het bedrijf dat het voor vele werknemers niet meer was na te gaan gedurende welke periode zij als uitzendkracht werkten. Verrast In het verzoekschrift aan de kantonrechter worden de gegevens van de werknemer overlegd. Als hij dit onder ogen krijgt, is de werknemer verrast over de datum van zijn indiensttreding. De werknemer is volgens het zuivelbedrijf in december 1997 in dienst getreden. Hij heeft echter bijna vijf jaar (vanaf januari 1993) ook al bij de rechtsvoorganger van het bedrijf gewerkt, al dan niet op uitzendbasis. Kortom, de werkgever heeft naar mening van de werknemer geen rekening gehouden met de vaststelling van zijn anciënniteit en is een paar jaartjes vergeten. 13

dat geldt ook voor een werknemer die na het eindigen van een uitzendbaan bij de inlener uiteindelijk een arbeidsovereenkomst krijgt. Het gaat namelijk over dezelfde werkzaamheden. Verder is de kantonrechter van mening dat andere werknemers die wel met de anciënniteit hebben ingestemd geen rol spelen in deze zaak. Het betreft nu alleen deze werknemer en hij heeft aangekaart dat zijn dienstjaren niet kloppen en dat hij daar niet mee instemt. Eenzijdig besluit Ook wijst de kantonrechter de suggestie af dat de werkgever inzake de anciënniteit afspraken zou hebben gemaakt met de werknemer(s). Naar oordeel van de kantonrechter is het een eenzijdig besluit geweest van het zuivelconcern om de tijd dat men als uitzendkracht werkte niet mee te tellen. De kantonrechter vindt echter dat het besluit om de uitzendjaren niet mee te tellen voor de anciënniteit in strijd is met de beleidsregels van het UWV. De werkgever en zijn rechtsvoorganger hadden dit wel moeten meetellen. Daarom kent de kantonrechter reflexwerking toe aan deze zaak en vindt hij tevens dat het zuivelbedrijf zich niet als een goed werkgever heeft gedragen. Arbeidsovereenkomst In dit geval gaat het om opvolgend werkgeverschap en Ook het sociaal plan is een eenzijdig opgesteld plan waaraan de werknemer zich niet gebonden hoefde te voelen. De kantonrechter is dus van mening dat er duidelijk sprake is geweest van opvolgend werkgeverschap en dat de vijf jaar die de werknemer als uitzendkracht werkte bij het bedrijf en zijn rechtsvoorganger, wel degelijk meegeteld moet worden. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen. Bron: Kantonrechter Wageningen 8 september 2010 Bezuinigen op de rechtspraak Het kabinet is van plan flink te bezuinigen op de rechtspraak. Één van de maatregelen houdt in dat alle kosten van een rechtszaak in zijn geheel door de betrokken partijen moet worden betaald. De gang naar de rechter wordt hierdoor een stuk prijziger. Voorheen waren met name voor burgers deze zogenaamde griffiekosten erg laag. En dat moet veranderen, als het aan het huidige kabinet ligt. De kosten voor het civiel en bestuursrecht moeten vanaf 2013 kostendekkend worden. Explosieve stijgingen De Raad voor de Rechtspraak heeft de plannen van het kabinet doorberekend en op een rijtje gezet wat de kosten zullen zijn. U kunt op www.abgp.nl de verwachte kosten bekijken: Volgens de Raad is een civielrechtelijke procedure bij het kantongerecht kostendekkend bij 1.190 euro. Nu betaal je daar 110 euro voor. Om met een echtscheiding naar het kantongerecht te gaan ben je op dit moment 260 euro kwijt. Als dit kostendekkend zou zijn, kom je uit op 1.190 euro. Heeft u een conflict met uw werkgever? Dan zouden de kosten kunnen stijgen van 110 euro naar maar liefst 1.540 euro. 14

Nu lijken de stijgingen voor civielrechtelijke procedures al hoog, voor de bestuursrechtelijke procedures worden de kosten nog hoger. Dat gaat bijvoorbeeld om procedures tegen een gemeente, provincie of Belastingdienst. Wie als privépersoon naar de rechtbank stapt om de WOZ-beschikking van de gemeente aan te vechten, betaalt nu 40 euro. Als de plannen van het kabinet doorgang vinden, moet je rekenen op 980 euro, aldus de Raad voor de Rechtspraak. Bovenstaande voorbeelden gaan om zaken in eerste aanleg, bijvoorbeeld een kort geding. In tweede aanleg, dus als een persoon verder procedeert en in beroep gaat, dan lopen de kosten nog meer op. Voor een civiele procedure zouden de griffiekosten dan uit kunnen komen op ruim 5000 euro. Tegenstand Verschillende partijen maken zich zorgen om de voorgenomen plannen van het kabinet. Zij zijn bang dat rechtspraak voor grote groepen burgers niet meer toegankelijk is. De Vereniging Sociale Advocatuur Nederland en een PvdA Tweede Kamerlid reageren op de kabinetsplannen. Het grootste gevaar wat volgens hen in deze verhoging schuilt, is de kans dat de burger geen fatsoenlijke mogelijkheid meer heeft om zijn of haar recht te halen via de rechter. Mensen kunnen dan zelf het recht in eigen hand gaan nemen, met alle gevolgen van dien. Ze kunnen beslissen zelf dan maar hun geld te halen, of schulden kunnen dermate hoog oplopen dat andere partijen ook geen geld meer krijgen, aldus de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland. mensen met deze verhogingen de vordering laten zitten en niet in verweer gaan. Terwijl dit niet altijd terecht is. Recht tot rechtspraak Het recht om naar de rechter te stappen is voor de (Europese) burger geregeld in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en de Grondwet. Tegenstanders van de kabinetsplannen vragen zich af of door de verhoging van de griffiekosten, er niet getoornd wordt aan dit recht. Een Europarlementariër van GroenLinks is van mening, dat deze verhogingen zeker in strijd zijn met het EVRM en het EU Grondrechtenhandvest. Het gaat in de kern erom dat je als democratische rechtsstaat de toegang tot de rechtspraak MOET waarborgen. Volgens haar mag een financiële barrière nooit de toegankelijkheid belemmeren. De griffiekosten in Nederland zijn al hoog en door ze hoger te maken werp je dus in feite deze barrière op. Wij vinden dat een aantasting van een der kernelementen van de democratische rechtsstaat. Wanneer de kabinetsplannen toch doorgezet zullen worden dan zal zij dit aan de kaak stellen bij de Europese Commissie en de Eurocommissaris van Justitie en Fundamentele Rechten. Als deze besluit dat de verhoging van de griffiekosten in strijd is met het Europese recht dan zal Nederland op de vingers getikt worden, aldus de Europarlementariër van GroenLinks. Overigens is het niet altijd de keuze van de burger om naar de rechter te stappen. Wanneer je als consument een conflict hebt met een bedrijf, door bijvoorbeeld een openstaande vordering, kun je ook gedaagd worden voor de rechter. Wanneer je die dan verliest, dan moet je ineens 1.200 euro aan griffiekosten betalen. Uit financieel oogpunt en uit angst om te verliezen zullen veel Ministerie van Justitie Het ministerie van Veiligheid en Justitie laat weten dat: Het kabinet komt dit voorjaar met een voorstel voor een nieuw, kostendekkend tarievenstelsel voor griffierechten. De bedragen die nu in de media worden genoemd, zijn niet gebaseerd op een uitgewerkt voorstel van het kabinet. Het nieuwe stelsel zal leiden tot reële tarieven. De rechter blijft voor iedereen toegankelijk. In samenhang met deze maatregel werkt het kabinet aan voorstellen voor eenvoudigere procedures waardoor burgers sneller hun recht kunnen halen en de rechterlijke organisatie slagvaardiger wordt. Bovendien kunnen deze voorstellen op termijn weer leiden tot een verlaging van de griffierechten. 15

De Vereniging Sociale Advocatuur Nederland en het PvdA Tweede Kamerlid vegen de argumenten van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van tafel. De regering wil zelf dat het griffierecht kostendekkend moet worden. Volgens hun is de Raad voor de rechtspraak, die de verhogingen heeft doorgerekend, juist degene die weet wat de daadwerkelijke kosten zijn van de rechtbanken en gerechtshoven. De Raad is namelijk degene die de financiën verzorgt, toezicht houdt en de bedrijfsvoering ondersteunt bij alle gerechten in Nederland. Rechtsbijstandsverzekering Veel mensen hebben een rechtsbijstandverzekering. Die verzekering vergoedt de juridische kosten, bij bijvoorbeeld een conflict met een bedrijf. Ook vergoeden ze nu de griffiekosten. Maar zal dat in de toekomst ook nog wel zo zijn wanneer die kosten zoveel omhoog gaan? En wordt dit dan toch doorberekend aan de verzekerden door de premies te verhogen. Het Verbond van de Verzekeraars liet ons weten dat zij ervan uit gaan dat de kosten naar alle waarschijnlijk zullen stijgen. Reactie Verbond van Verzekeraars Verhoging van de griffierechten is een kabinetsbesluit dat deel uitmaakt van het regeerakkoord, waarmee het kabinet voor ogen heeft de rechtspraakkostendekkend te maken. Enerzijds door de kosten te verhogen en anderzijds vanuit de gedachte dat consumenten minder snel naar de rechter zullen stappen. Uitgangspunt van rechtsbijstandverzekeraars is dat toegang tot het recht belangrijk is. In de huidige situatie vergoeden rechtsbijstandverzekeraars de griffierechten voor hun verzekerden. Zij zullen dat ook in de toekomst blijven doen. Wel is de verwachting dat verhoging van de griffierechten zou kunnen leiden tot hogere kosten voor rechtsbijstandverzekeraars. Het is echter individueel maatschappijbeleid om te bepalen hoe zij met die ontwikkeling om zullen gaan. Dat zal onder andere afhangen van de nog door de regering vast te stellen hoogte van de tarieven voor de verschillende procedures en het aantal zaken dat voor de rechter moet komen. Ziekte fout gemeld Een man werkt sinds september 2009 als chauffeur bij een taxicentrale. Eind december krijgt hij een schriftelijke waarschuwing wegens ongeoorloofde afwezigheid. De werkgever zegt daarbij dat als het zich weer een keer voordoet, er dan ontslag op staande voet volgt. Een van de bedrijfregels luidt dat ziekte minimaal een uur voor aanvang van de dienst bij de werkgever moet worden gemeld. Op 1 januari 2010 meldt de chauffeur zich omstreeks 22.00 uur tijdens zijn dienst ziek bij de centralist. Deze ziekmelding gaat echter bij de werkoverdracht van de centralist verloren. Als de chauffeur de volgende dag niet verschijnt, wordt hij door de werkgever op staande voet ontslagen. De werknemer roept in kort geding de nietigheid in van het ontslag en vordert doorbetaling van salaris. De kantonrechter wijst de vordering toe en de werkgever gaat in hoger beroep. Het hof is het eens met het oordeel van de kantonrechter over het ontslag op staande voet. De enkele weigering om de door de werkgever vastgestelde redelijke voorschriften voor melding van en controle bij ziekteverzuim na te leven, levert nog geen dringende reden van ontslag op in de zin van art. 7:677 lid 1 BW. Het Hof wijst daarbij naar de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dat schending van controlevoorschriften in beginsel geen dringende reden vormt en slechts een loonmaatregel rechtvaardigt. Verder stelt het hof dat een kort geding zich niet leent voor bewijslevering door getuigen. De werkgever moet daarom vooralsnog het loon doorbetalen. Maar op grond van art. 7:680a BW is de rechter bevoegd een vordering tot doorbetaling van loon, gegrond op de vernietigbaarheid van de opzegging, te matigen als het toewijzen van de vordering onder bepaalde omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen leidt. In dit geval zou onverkorte toewijzing van de loonvordering een wanverhouding teweegbrengen tussen de periode waarin de werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt en de periode waarover het loon wordt gevorderd. De loonvordering wordt daarom gematigd tot 1 juni 2010. Bron: Gerechtshof Leeuwarden, 8 juni 2010, JAR 2010, 182 16

Gemeente aansprakelijk voor verrotte loopplank Ook zaken die door een organisatie worden gebruikt in het kader van onverplicht en gratis verleende service aan klanten worden wel degelijk in de uitoefening van die organisatie gebruikt. Hiervoor is de organisatie derhalve aansprakelijk. Een man ligt in mei 2007 met zijn motorschip in een gemeentelijke haven. De havenmeester vraagt hem zijn schip voor één dag te verplaatsen. Die ligplaats ligt echter een eind van de kade af, en de havenmeester geeft de eigenaar van het schip een loopplank van ruim 2 meter om aan wal te kunnen komen. Die loopplank heeft de havenmeester op de kade gevonden en was daar achtergelaten door een passant. heeft een gecompliceerde breuk aan zijn linkerarm en -schoudergewricht opgelopen en is nog steeds arbeidsongeschikt. Hij claimt zijn schade bij de gemeente omdat de loopplank niet voldeed aan de eisen die men daaraan onder de gegeven omstandigheden zou mogen stellen. De gemeente heeft de aansprakelijkheid afgewezen. De rechtbank stelt vast dat op grond van artikel 6:173 BW (in relatie met art 6:181 BW) degene die in de uitoefening van zijn bedrijf een roerende zaak gebruikt waarvan bekend is, dat die gevaar op kan leveren als de zaak niet voldoet aan de eisen die men daaraan mag stellen, in beginsel aansprakelijk is als het gevaar zich verwezenlijkt. De loopplank is door de gemeente gebruikt in de uitoefening van haar bedrijf. De gemeente heeft immers, in de persoon van de havenmeester, het initiatief genomen om de loopplank beschikbaar te stellen. En dat gebeurde in het kader van de uitoefening van het havenbedrijf. Dat de man zelf ook mogelijk een andere ligplaats had kunnen kiezen waarvoor geen loopplank nodig was doet daar niets aan af. De gemeente heeft, in de persoon van havenmeester, het initiatief genomen door uitdrukkelijk te wijzen op de mogelijkheid om een beschikbare loopplank in gebruik te nemen en daarna de loopplank feitelijk ter beschikking te stellen door die naar het schip te brengen. Als de scheepseigenaar vervolgens de loopplank op stabiliteit wil controleren, zakt hij bij zijn eerste stap er doorheen. Hij valt met zijn linkerarm tegen het schip en komt in het water terecht. Naar later blijkt is de loopplank van binnen geheel verrot. Het slachtoffer Ook zaken die door een organisatie worden gebruikt in het kader van onverplicht en gratis verleende service aan klanten worden wel degelijk in de uitoefening van die organisatie gebruikt. Het feit dat de loopplank door een ander was achtergelaten en geen eigendom was van de gemeente maakt dit niet anders. De gemeente is daarmee aansprakelijk voor gevolgen van het ongeval en de geleden en nog te lijden schade. Bron: Rechtbank Rotterdam, 13 oktober 2010, LJN: BO3418 Machinist komt onder eigen kraan Een hijskraanbedrijf krijgt in augustus 2008 de opdracht om op een bouwwerk in Dordrecht aan een stalen constructie hijswerk uit te voeren met een telehijskraan. Bij het hijsen en verplaatsen van een metalen balk met een gewicht van 2,9 ton valt de kraan voorover. De last komt op het maaiveld terecht en de kraan valt daarna om. De ingehuurde machinist springt tijdens het voor- overvallen uit de kraan en rent weg. Maar niet snel genoeg. Want hij komt onder de mast van de kraan terecht en loopt blijvend zwaar lichamelijk letsel op. Na onderzoek legt het ministerie van SZW in mei 2009 aan het kraanbedrijf een boete op van 8100 euro. Wegens overtreding van artikel 7:18, tweede lid, Arbobesluit. Dat geeft aan, dat een hijs- of hefwerktuig, behalve voor de beproeving, niet zwaarder mag wor- 17

den belast dan de toegelaten bedrijfslast en ook niet zwaarder dan een veilig gebruik toelaat. Na bezwaar wordt de boete in september 2009 met twee derde verminderd tot 2700 euro. Het kraanbedrijf stapt naar de rechter omdat het vindt dat er ook voldoende toezicht is gehouden. De rechtbank gaat ervan uit dat het kraanbedrijf op grond van art. 1 Arbowet moet worden gezien als werkgever van de ingehuurde machinist. Verder is er sprake van een overtreding van art. 7:18 Arbobesluit, omdat bij een vlucht van 30,5 meter de kraan zwaarder belast was dan een veilig gebruik toelaat. De werkgever heeft ook erkend dat de kraan overbelast moet zijn geweest. Maar de rechtbank vindt dat er juist onvoldoende toezicht was. Zeker als je je realiseert welke gevaren er spelen tijdens het hijsen en overbrengen van zware lasten over een bouwplaats waar meerdere personen werkzaam zijn. Bovendien was het slachtoffer na zijn opleiding slechts drie maanden zelfstandig werkzaam, zodat hij niet als een ervaren zelfstandig werkende kraanmachinist kan worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Bron: Rechtbank Arnhem, 22 juni 2010, LJN: BN2446 Bestuurs berichten actie tegen verplicht openbaar aanbesteden G3 In dit artikel een aantal foto s van onlangs gevoerde actie in het openbaar vervoer in de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (G3). Waarom verzetten de Ondernemingsraden, directies, verantwoordelijke VVD wethouders G3, gemeenteraden en de vakbonden (zoals de ABGP) zich tegen de kabinetsplannen? 1. De 120 miljoen besparing alleen door verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer (OV) in de drie grote steden (G3) is niet onderbouwd, maar ontstaan uit de noodzaak 18 miljard te besparen. Voor zover er van een onderbouwing sprake is, is deze gebaseerd op een rapport uit 2004, dit rapport is onvolledig geciteerd. 2. Het personeel is altijd beloofd dat als zij marktconform presteren er niet zal worden aanbesteed. Het gaat om het doel en niet om het middel, zij zijn marktconform. De marktconformiteit van stedelijke vervoerders wordt goed getoetst door de stadsregio s en door derden. CONCLUSIE WE ZIJN MARKTCONFORM Waar hebben de werknemers van het GVB, RET en HTM bij een verplichte aanbesteding mee te maken? Gezien het verschil in balans en omzet (zie tabel 1) is het duidelijk. Het kopen van een concessie ligt voor deze buitenlandse bedrijven binnen de mogelijkheden. Die investeringen moeten linksom of rechtsom worden terug verdient via aanvallen (verslechteringen) op de arbeidsvoorwaarden! Bron P. Meijer buro Lakeman Waar komt die 120 miljoen vandaan? 18

Bron P. Meijer buro Lakeman 19

Bron: P. Meijer buro Lakeman 20