Afdeling Algemene en Juridische Zaken Juni 2012 Versie 10
HORECACONVENANT BINNENHAVEN MONNICKENDAM GEMEENTE WATERLAND De binnenhaven in Monnickendam is een druk bezochte gebied, met veel verschillende functies en waar veel mensen samenkomen. Dat is met name te zien in de zomermaanden waar wonen, werken en recreëren elkaar regelmatig treffen. Het gebied rondom de binnenhaven wordt druk bewoond en druk bezocht door dagtoeristen. Er zijn vijf cafés met bijbehorend terras gesitueerd en er worden regelmatig evenementen georganiseerd. Je kunt zeggen dat de relatief kleine openbare ruimte in deze periode vrij zwaar wordt belast. Met name omdat deze openbare ruimte door verschillende mensen met andere doeleinden en ideeën wordt gebruikt. Dit kan frictie geven. En dan ligt het plezier in wonen en recreëren ineens ver bij elkaar vandaan. De overlast gaat meestal in golfbewegingen maar sinds enkele jaren lijkt de overlast in de binnenstad van Monnickendam toegenomen. De overlast centreert zich rondom de vijf cafés om de binnenhaven en op de route vanaf de cafés naar huis. De burgemeester van Waterland heeft de laatste jaren meer klachten over overlast ontvangen. Deze klachten zijn gericht op overlast in de weekenden en op overlast tijdens bepaalde evenementen. De klachten worden gemeld door directe buurtbewoners, door andere inwoners van Monnickendam en door medewerkers van de. Tenslotte ontvangt de burgemeester ook klachten via de politie. Door de toenemende aanwezigheid van de klachten is het maatschappelijke karakter van het probleem gegroeid. Monnickendam De binnenstad van Monnickendam is dus een levendige ruimte met rondom de binnenhaven vijf cafés en bijbehorende terrassen. Het uitgaansleven vindt plaats in de relatief dichtbevolkte binnenhaven. Gevolg is dat verschillende vormen van overlast worden ervaren. Voorbeelden hiervan zijn geluidsoverlast, afval, wildplassen, vernielingen, verkeerd gestalde fietsen (zoals in stegen) e.d. Overlast is vanzelfsprekend erg vervelend en niet wenselijk. Overlast door wildplassen, vernielingen, openbaar drugsgebruik is uiteraard niet acceptabel en moet worden voorkomen. Geluidsoverlast is vooral heel vervelend en moet worden beperkt. Tegelijkertijd is het niet realistisch om te verwachten dat er in een gebied met vijf cafés en terrassen helemaal geen geluidsoverlast is. Levendigheid hoort bij een binnenstad. En wat voor de een overlast is, is voor de ander gezellige drukte en een gezellig evenement. Hier ontstaan dan ook regelmatig interpretatieverschillen. Bewoners in en rondom dit gebied moeten hier dus rekening mee houden. Het is wel belangrijk om met elkaar te bepalen wat een aanvaardbaar niveau is en daar op de handhaven. Het is aan de burgemeester om een juiste balans te vinden tussen de openbare orde en veiligheid en leefbaarheid van een stad. Daarbij is de burgemeester verantwoordelijk voor de juiste aansturing van de politie en gemeentelijke handhavers. Opdracht en doelstelling Vanwege het groeiende maatschappelijke probleem is het belangrijk dat er een oplossing wordt gevonden voor de wijze waarop er op dit moment wordt omgegaan met de beleving van overlast en met meldingen. Daarom worden er regels opgesteld zodat horeca-activiteiten en evenementen voor iedereen aanvaardbaar zijn. De regels moeten uitvoerbaar, controleerbaar en handhaafbaar zijn. Bij het opstellen van het horecaconvenant is het niet realistisch om illusies te wekken die niet waargemaakt kunnen worden. Levendigheid hoort bij een binnenstad. Alle buurtbewoners blijven dit merken. Als dit het algemene uitgangspunt is vergroot dat de kans van slagen van het convenant en dus een prettigere situatie voor alle betrokkenen. Met de onderstaande regels worden verschillende doelen nagestreefd, namelijk: 1. Het creëren van een prettige leefsituatie waarin bewoners en bezoekers van de binnenstad van Monnickendam naast elkaar kunnen leven en recreëren, ondanks dat de invulling ervan veel van elkaar verschilt. 2. Het terugbrengen van het aantal klachten van omwonenden over uitgaande jeugd en andere bezoekers van cafés in het weekend. 3. Het terugbrengen van het aantal klachten van omwonenden over evenementen rondom de binnenhaven. 1
Om de eerste twee doelen te bereiken stelt de burgemeester een horecaconvenant op waarin afspraken zijn gemaakt over veilig uitgaan. De afspraken zijn gemaakt tussen s rond de binnenhaven van Monnickendam, de, de Politieregio Zaanstreek-Waterland unit De Waterlanden, het Openbaar Ministerie in Haarlem en Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Waterland. Het convenant wordt door deze convenantpartners ondertekend. Het horecaconvenant wordt aangevuld met een evenementenkader. Daarmee wordt het laatst genoemde doel opgepakt. Deze regels bieden randvoorwaarden voor alle organisaties die evenementen willen organiseren in de binnenstad van Monnickendam. Het evenementenkader wordt opgesteld door de burgemeester en worden ondertekend door het college van b&w. Werkwijze In het voorjaar van 2011 sprak de burgemeester met bewoners die een klacht hadden ingediend over uitgaande jeugd in de weekenden. De volgende bijeenkomst was voor buurtbewoners aan de binnenhaven van Monnickendam. Zij stuurden de burgemeester een reactie/klacht over het Jan Haring Weekend. Vervolgens sprak de burgemeester met de vijf horecaondernemers rondom de binnenhaven van Monnickendam, respectievelijk Café Het Markerveerhuis, Café 1614, Café De Zwaan, Café De Koperen Vis en Restaurant-Café t Waepen van Naang Nuan. Er is gesproken met de organisatie van de Jan Haring Race, één van de belangrijkste evenementen van Monnickendam. Vervolgens zijn er gesprekken gevoerd met Politie Zaanstreek-Waterland en diverse gemeentelijke afdelingen. Ten slotte is het horecaconvenant voorgelegd aan Koninklijke Horeca Nederland en het Openbaar Ministerie. De uitkomsten van beide bewonersbijeenkomsten en verschillende gesprekken zijn uiteraard meegenomen bij de totstandkoming van het horecaconvenant en het evenementenkader, beiden van toepassing op de binnenhaven van Monnickendam. Afspraken De afspraken in dit convenant hebben betrekking op alle aspecten van openbare orde en veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn sluitingstijden, vernielingen, wildplassen, glaswerk op straat, alcoholgebruik e.d. Het convenant moet gezien worden als een groeimodel om in de praktijk de veiligheid en de uitgaansoverlast tot een minimum te beperken. Opgemerkt wordt dat in dit convenant de wettelijke kaders niet afzonderlijk worden genoemd. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de geeft de wettelijke kaders aan voor bijvoorbeeld de sluitingsuren die uitgangspunt zijn voor dit convenant. De APV en ook het Wetboek van Strafrecht blijven uiteraard naast dit convenant van toepassing. 2
Inhoud Begrippen Convenantpartners Convenantafspraken: 1. Huis- en gedragsregels 2. Openbare orde en veiligheid 3. Openingstijden horeca-inrichting 4. Live muziek binnen de horeca-inrichting 5. Geluidsoverlast 6. Deurbeleid 7. Ontzeggingenbeleid 8. Vernielingen 9. Glaswerk op straat 10. Geweld, wapens en bedreiging 11. Afval 12. Alcoholbeleid 13. Drugsbeleid 14. Brandveiligheid 15. Horecaoverleg Inzet Openbaar Ministerie Handhaving Evaluatie Ondertekening Bronnen Bijlagen A. Huisregels horeca-inrichtingen B. Overzicht contactpersonen 3
Begrippen Activiteitenbesluit: Algemene Plaatselijke Verordening (APV): Bevoegd gezag: BOA: Convenantpartners: db(a): Directe omgeving: Evenement: Gebruiksbesluit: Gemeente: Horecaondernemers: Milieudienst: Ontheffing: Organisator: Politie: Vergunning: Een overzicht van verschillende milieuregels met een meldingsplicht (in plaats van een vergunningplicht) en een beperkte lijst van situaties waarbij wel een vergunning moet worden aangevraagd. Iedere gemeente heeft haar eigen regels die door burgers, ondernemers en bezoekers moeten worden nageleefd. Deze regels zijn opgenomen in de APV De burgemeester en/of het college van burgemeester en wethouders Buitengewone Opsporings Ambtenaar die belast is met uitvoering van de gemeentelijke handhaving De vijf horecaondernemers rond de binnenhaven van Monnickendam, de, de Politieregio Zaanstreek-Waterland unit De Waterlanden, het Openbaar Ministerie in Haarlem en Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Waterland. De A-gewogen decibelwaarde db(a) is de meest gangbare eenheid voor geluidbelasting. De A-weging houdt rekening met de gevoeligheid van het menselijk oor voor de toonhoogte van het geluid. Het gebied binnen een straal van 25 meter rondom het desbetreffende café. Voor publiek toegankelijke gebeurtenis voor vermaak, sport etc. met een publiekaantrekkende werking. Het gebruiksbesluit regelt dat de brandveiligheidseisen voor iedereen in elke gemeente gelijk zijn. Voor de categorie van gebouwen die uit oogpunt van brandveiligheid risicovol zijn, geldt echter dan men ze alleen mag gebruiken als de gemeenten daarvoor een gebruiksvergunning heeft afgegeven. De wettelijke regels op dit punt zijn vastgelegd in het Gebruiksbesluit van 8 november 2008. Voor een andere categorie gebouwen geldt dat men deze alleen mag gebruiken na een gebruiksmelding. De ; het bevoegd gezag de vijf horecaondernemers rondom de binnenhaven van Monnickendam, te weten Café 1614, Café De Zwaan, Café De Koperen Vis, Café Het Markerveerhuis, Restaurant-Café t Waepen van Naang Nuan. De Milieudienst Waterland Vrijstelling van de verplichting zich aan een in principe algemeen geldend verbod te houden De organisatie die het evenement organiseert De politieregio Zaanstreek-Waterland Officiële, van overheidswege gegeven machtiging, toestemming om in bepaalde gevallen van bestaande wettelijke voorschriften af te wijken ofwel voor enige handeling waarop, in het algemeen belang, speciaal toezicht vereist is. 4
Convenantpartners De, hierna te noemen de gemeente, in deze vertegenwoordigd door de waarnemend burgemeester drs. C. Mooij; De horecaondernemers conform de bij dit convenant behorende lijst van ondertekenaars, hierna te noemen s ; De politieregio Zaanstreek-Waterland, hierna te noemen de politie in deze vertegenwoordigd door de korpschef van de politie Zaanstreek-Waterland, G.H.P.K. Huijser van Rheenen; Het Openbaar Ministerie (hierna OM), in deze vertegenwoordigd door de hoofdofficier van Justitie, mr. C.J.L. van Dam Koninklijke Horeca Nederland, in deze vertegenwoordigd door de voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Waterland, M. Leek Overwegende dat: De zich verder wil ontwikkelen tot een aantrekkelijke woon-, werk- en leefgemeente; Bij een aantrekkelijk woonklimaat ook gezellig en veilig uitgaan hoort; Er in de buurt van horeca-inrichting incidenteel sprake is van overlast die tegengegaan moet worden; Het door ieder van de voornoemde partijen wenselijk wordt geacht een integrale aanpak van deze problematiek te realiseren; Alle partijen een maximale inspanning leveren overeenkomstig haar of zijn eigen verantwoordelijkheid en/of gezamenlijke verantwoordelijkheid om verstoring van de openbare orde en veiligheid in en in directe omgeving van de horeca-inrichtingen en op de route naar huis, verschillende vormen van overlast voor de omgeving en discriminatie te voorkomen; Het aanbeveling verdient de inspanningen en maatregelen die een ieder neemt duidelijk te beschrijven in een convenant zodat partners elkaar op die afspraken kunnen aanspreken; Het niet nodig is bestaande verplichtingen uit de wet- en regelgeving nogmaals te benoemen omdat naleving daarvan voor zich spreekt; De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente, de politie en Koninklijke Horeca Nederland van kracht blijft (ondertekend op 17 maart 2010); Afspraken die zijn gemaakt in de projectgroep Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan van kracht blijven; De nota alcohol- en drugsbeleid van kracht blijft; Het uitvoeringsplan alcohol en drugs 2011-2013 van kracht blijft; De nota horecabeleid van kracht blijft; Komen overeen de volgende afspraken na te leven: 5
Convenantafspraken: 1. Huis- en gedragsregels bezoekers Voor iedereen moet een uitgaansgelegenheid gezellig, leefbaar en veilig zijn. Daarom zijn er huis- en gedragsregels opgesteld waaraan bezoekers zich moeten houden. 1. De horeca hanteert collectieve huis- en gedragsregels conform het bijgevoegd model (bijlage 1) of van gelijke strekking. Wijziging van deze regels geschiedt niet dan wel na instemming van alle partijen die het convenant hebben ondertekend dan wel als uitkomst van de periodieke evaluatie. 2. De huis- en gedragsregels worden duidelijk voor of bij binnenkomst aan de gasten kenbaar gemaakt. De huis- en gedragsregels hebben in alle horeca-inrichtingen een standaard lay-out met gemeenschappelijk logo. 3. De horecaondernemer kan het model met eigen huis- en gedragsregels aanvullen die in dit geval ook duidelijk kenbaar worden gemaakt. s de gemeente 2. Openbare orde en veiligheid Verantwoordelijkheid van de politie is gericht op de opsporing van strafbare feiten en op het houden van toezicht gericht op het handhaven van de openbare orde. De horecaondernemers hebben hier (in hun directe omgeving) een ondersteunende rol in. Voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid worden de volgende afspraken gemaakt: 1. De ondernemer spreekt zijn/haar gasten aan op ongewenst gedrag in de directe omgeving van de horeca-inrichting en grijpt, voor zover mogelijk is, in. Hij kan hiervoor verwijzen naar de huis- en gedragregels. Het gaat dan om geluidsoverlast, vernielingen, wildplassen, etc. 2. De directe omgeving betreft het gebied binnen een straal van 25 meter rondom de ingang(en) van de horeca-inrichting of zoveel meer als logisch is. 3. De horecaondernemer is verplicht bezoekers aan te spreken en hen (meer) bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid en hen te stimuleren tot een betere sociale controle. 4. De politie houdt in het weekend rondom de horeca-inrichtingen intensief en adequaat toezicht op strafbare feiten en handhaving van de openbare orde. Het toezicht wordt uitgevoerd door geüniformeerde en niet-geüniformeerde surveillance en bij voorkeur lopend of per fiets. Noodhulp krijgt altijd voorrang. De gemeente en de politie maken aanvullende werkafspraken. 5. De politie is voor noodgevallen op een snelle wijze telefonisch te bereiken voor de horecaondernemers. 6. Er is een vast aanspreekpunt bij de politie. Met deze persoon kunnen de ervaringen van het afgelopen weekend aan het begin van de week worden doorgenomen en eventueel aanvullende afspraken gemaakt worden. Voor beleidsmatige en operationele zaken kan in ieder geval op maandagochtend contact worden opgenomen met de politie en/of de gemeente. 7. De politie heeft een tweewekelijks overleg met de burgemeester en veiligheidsmakelaar om afspraken en incidententen te bespreken. 8. Personen waarbij sprake is van overmatig alcoholgebruik zorgen in veel gevallen ook voor afval-, vernielingen-, plas- en geluidsoverlast. Daarom zien s toe op het voorkomen van overmatig alcoholgebruik., de politie, de gemeente de gemeente, de politie 6
3. Openingstijden horeca-inrichting Om orde en rust in de nachtelijke uren te stimuleren, zijn de volgende maatregelen over sluitingstijden afgesproken: 1. Voor alle horeca-inrichtingen gelden de door de gemeenteraad in de APV vastgestelde sluitingsuren. De sluitingsuren voor terrassen zijn vastgelegd in het terrassenbeleid. 2. Vanaf een kwartier voor sluitingstijd worden er geen bezoekers meer toegelaten in de horecainrichting. 3. De horecaondernemer zorgt voor een cooling down-periode. Er wordt overgegaan op het draaien van rustiger muziek, de lichtintensiteit wordt langzaam opgevoerd en het sluitingstijdstip wordt gemeld. Vanaf sluitingstijd worden er geen consumpties meer geschonken. 4. Om te zorgen voor een geleidelijk vertrek van bezoekers geldt een uitloop van maximaal een half uur na sluitingstijd. Na deze uitloop moet de horeca-inrichting leeg zijn. 5. De ondernemer zorgt voor een ordelijk verlopende sluiting en stimuleert een geleidelijk vertrek van de gasten. Hij houdt de directe omgeving van het horecabedrijf in de gaten en zorgt er voor dat de vertrekkende bezoekers zo min mogelijk overlast veroorzaken. 6. Op grond van het horecabeleid kan een ontheffing van het sluitingsuur worden verleend bij speciale gelegenheden zoals feestdagen en evenementen. 7. Op grond van de APV en het horecabeleid kan de burgemeester andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf of een daartoe behorende terras. s de gemeente, de politie, de milieudienst 4. Live muziek binnen de horeca-inrichting Het laten horen van (live) muziek binnen de horeca-inrichting valt binnen de bedrijfsvoering. Een horecaondernemer is vrij per kalenderjaar een aantal keer een incidentele festiviteit te houden in de horeca-inrichting waarbij de geluidsnorm wordt verhoogd. Het maximum aantal incidentele festiviteiten in een horeca-inrichting is vastgesteld in de APV. Voorschriften hierover zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit en de APV. De horecaondernemer is verplicht de incidentele festiviteit te melden bij de gemeente. de gemeente, de milieudienst 5. Geluidsoverlast Geluidsoverlast wordt vooral veroorzaakt door (harde) muziek en aanwezige bezoekers in (en rondom) de inrichtingen. Om deze vorm van overlast zo veel mogelijk te beperken, zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. Alle partijen spannen zich in een zo gezond mogelijk horecaklimaat te realiseren zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. 2. Krachtens de Wet Milieubeheer gelden er voor horeca-inrichtingen geluidsnormen. Deze normen zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. De horecaondernemers zijn verantwoordelijk voor het nemen van acties om deze geluidsvoorschriften na te leven. 3. Op grond van de APV zijn horecaondernemers vrij zes keer per jaar een incidentele festiviteit te organiseren. de gemeente, de milieudienst 7
6. Deurbeleid Overmatig alcoholgebruik tijdens de uitgaansuren levert veiligheidsrisico s op. Om preventief het overmatig alcoholgebruik en (te) jeugdig horecabezoek tegen te gaan zijn, horecaondernemers verplicht zich aan wettelijke regelgeving te houden. Ter ondersteuning hiervan worden de volgende afspraken gemaakt: 1. Kennelijk (bijna) dronken gasten worden niet toegelaten. 2. Vanaf een kwartier voor sluitingstijd worden er geen bezoekers meer toegelaten in de horecainrichting. 3. Iedere ondernemer is vrij personen de toegang tot de zaak te weigeren mits deze weigering niet in strijd is met de landelijke wetgeving. 4. Personen die al in kennelijke staat van dronkenschap verkeren, wordt niet toegelaten in de horecainrichting. 5. Bij de deur is zowel binnen als buiten voldoende verlichting om goed zicht te hebben op de gasten die de horecaonderneming willen bezoeken. 6. De horecabedrijven die portiers aan de deur hebben, zorgen dat deze personen voldoen aan de voorschriften die worden gesteld in de wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau (Wpbr). De horecaondernemer instrueert zijn portiers op de naleving van de bepalingen in het horecaconvenant. 7. Horecaondernemers die portiers hebben aangesteld zijn verplicht contact op te nemen met de politie ter afstemming van de toezichthoudende taken in het kader van dit convenant. 8. Horecaondernemers die geen portier hebben aangesteld, zijn vrij contact op te nemen met politie ter afstemming van de toezichthoudende taken in het kader van dit convenant. 9. De burgemeester heeft de bevoegdheid horecaondernemers de verplichting op te leggen een portier aan de deur te hebben. De verplichting wordt opgelegd als sprake is van stelselmatige overlast in en rondom het desbetreffende café. de gemeente, de Voedsel- en warenautoriteit (tot wijziging drank- en horecawet) 7. Ontzeggingenbeleid Over ontzeggingen zijn eerder afspraken gemaakt tussen s, politie en gemeente. Deze regels sluiten daarop aan. 1. De horecaondernemer houdt zich aan het ontzeggingenbeleid. Dit beleid is door de projectgroep Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan ontwikkeld. 2. Een ontzegging van de toegang tot een horeca-inrichting wordt door uitgereikt. Zo nodig vindt de uitreiking plaats in aanwezigheid van de politie. 3. De horecaondernemer stelt de andere horecaondernemers zo snel mogelijk op de hoogte van de ontzegging. 3. De horecaondernemer stelt de politie en gemeente zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 48 uur, schriftelijk op de hoogte van de ontzegging. De politie ontvangt een kopie van de ontzeggingsbrief., de politie 8
8. Wapens, geweld en bedreiging 1. De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis bij het constateren van bedreiging of geweld in of in de directe omgeving van zijn horeca-inrichting. 2. De horecaondernemer meldt de constatering van de aanwezigheid van wapens, geweld en bedreigingen in of in de directe omgeving van zijn horeca-inrichting bij de politie. Het melden van strafbare feiten is voor het OM en de politie noodzakelijk om door te kunnen pakken richting verdachten. de politie 9. Afval De inrichting het onderhoud en het gebruik van de openbare ruimte is van een zodanig kwaliteitsniveau dat vervuiling, vernieling en bekladding zo veel mogelijk moet worden voorkomen. 1. De horecaondernemer zorgt ervoor dat eventuele verontreiniging of afval in de directe omgeving van zijn inrichting, dat kennelijk afkomstig is van zijn bedrijf, na sluitingstijd is verwijderd. 2. De horecaondernemer is verantwoordelijk voor het schoonmaken en -houden van de directe omgeving van het café. De directe omgeving betreft het gebied binnen een straal van 25 meter rondom de ingang(en) van de horeca-inrichting of zoveel meer als logisch is., de gemeente de gemeente 10. Vernielingen Vernielingen zijn erg vervelend. Vernielingen door uitgaande mensen komen niet alleen voor in de directe omgeving van het café maar ook op de route naar huis. 1. De horecaondernemer is verplicht bezoekers (meer) bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid en hen te stimuleren tot een betere sociale controle. 2. Bij constatering van vernielingen in of aan zijn horeca-inrichting of directe omgeving daarvan treedt of beheerder in contact met de politie. De horecaondernemer toont een grote mate van aangiftebereidheid met betrekking tot vernielingen in relatie tot de horeca. 3. Verlichting kan bijdragen aan het handhaven van de openbare orde en veiligheid in een gebied. De horecaondernemer zorgt voor voldoende verlichting rond de horeca-inrichting in overleg met de gemeente. De gemeente zorgt voor voldoende verlichting en adequaat onderhoud daarvan rondom de horeca-inrichting en op de looproutes vanaf de binnenstad., de politie de politie 11. Glaswerk op straat De overlast en het gevaar van (kapot) glaswerk spreekt voor zich. Daarom is het van belang dat het mee naar buiten nemen van glaswerk wordt bestreden. 1. Glaswerk mag alleen vanuit de horeca-inrichting naar buiten worden meegenomen als het wordt gebruikt op het bijbehorende terras (en volgens de terras- en exploitatievergunning). Het meenemen van glaswerk op straat (en naar een ander café) is in geen enkel geval toegestaan. de gemeente, de politie 9
12. Alcoholbeleid Overmatig alcoholgebruik tijdens de uitgaansuren levert veiligheidsrisico s. Om preventief het overmatig alcoholgebruik tegen te gaan, zijn horecaondernemers verplicht zich aan landelijke wetgeving te houden. Ter ondersteuning hiervan worden de volgende afspraken gemaakt: 1. De horecaondernemer verstrekt geen alcoholhoudende dranken aan bezoekers die kennelijk (bijna) dronken zijn; 2. Er worden geen alcoholische consumpties geschonken tegen een lagere dan de gebruikelijke vergoeding (geen happy hour of piekuur ). de gemeente, de voedsel- en warenautoriteit (tot wijziging van de drank- en horecawet) 13. Drugsbeleid Het gebruik en dealen van drugs in en om horeca-inrichtingen is volgens landelijke wetgeving strafbaar en vanwege de veiligheids- en gezondheidsrisico s onaanvaardbaar en moet in alle gevallen worden tegengegaan. 1. Het verbod tot drugsgebruik in een horeca-inrichting is onderdeel van de huis- en gedragsregels van de betreffende inrichting. De horecaondernemer is ervoor verantwoordelijk dat de huis- en gedragsregels, ook ten aanzien van drugs, worden nageleefd. Hij spreekt bezoekers aan op hun gedrag. 2. Bezoekers die kennelijk onder invloed zijn van drugs worden geweerd uit het café. 3. Drugs in een horeca-inrichting zijn een gevaar voor de veiligheid. Zowel het handelen in als het gebruik van drugs in uitgaansgelegenheden brengen onaanvaardbare veiligheids- en gezondheidsrisico s met zich mee. Om die reden spannen de convenantpartijen zich gezamenlijk in voor een drugsvrije lokale horeca. 4. De (straathandel) in drugs kan leiden tot verstoring van de openbare orde. Om daar tegen op te kunnen treden, heeft de gemeente een bepaling opgenomen in de APV, namelijk artikel 2:74. Dit artikel heeft als doel het voorkomen van aantasting van de openbare orde en van strafbare feiten. 5. De horecaondernemer meldt de constatering van de aanwezigheid van drugs (bezit, gebruik of het verhandelen ervan) in of in de directe omgeving van hun horeca-inrichting bij de politie. Het melden van dergelijke strafbare feiten is voor het OM en de politie noodzakelijk om door te kunnen pakken richting verdachten. de politie 14. Brandveiligheid Brandveiligheid is een belangrijk onderdeel voor het garanderen van de veiligheid van horecainrichtingen voor bezoekers. 1. De horecaondernemer is ervoor verantwoordelijk dat er niet meer bezoekers in de inrichting aanwezig zijn dan is toegestaan. 2. Het gebruik van het pand moet voldoen aan het de verleende gebruiksvergunning (vóór 8 november 2008) of het gebruiksbesluit van 8 november 2008. 3. Het gebruik van het pand moet voldoen aan de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit. de gemeente 10
15. Horecaoverleg Twee keer per jaar, of zoveel vaker als noodzakelijk, wordt een overleg gehouden tussen de horecaondernemers, de politie en de gemeente. Initiatiefnemer is de gemeente. Tijdens dit overleg worden ervaringen met uitgaande bezoekers en de geplande evenementen voor het komende jaar met elkaar besproken. Onderlinge afstemming is in het gesprek een belangrijk onderdeel. Ook kunnen evenementen van het vorige jaar worden geëvalueerd. de gemeente, s niet van toepassing 11
Inzet Openbaar Ministerie 1. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een vast contactpersoon die aanspreekbaar is voor de deelnemers voor wat betreft naleving van de afspraken verwoord in onderhavig convenant. 2. Het OM voert een effectief en slagvaardig beleid over delicten in het uitgaansleven. Horecabezoekers en/of personeelsleden van horeca-inrichtingen die zich in het uitgaansleven schuldig maken aan strafbare feiten worden op een effectieve manier geconfronteerd met de gevolgen van normoverschrijdend gedrag. 3. De zaken die betrekking hebben op het uitgaansleven worden zo spoedig mogelijk en volgens de daartoe gestelde tijdsnormen afgehandeld. Hierbij wordt vooral prioriteit gegeven aan het uitgaansgeweld, in de vorm van een snelrechtzitting, mits daarbij is voldaan aan de door het OM vastgestelde criteria. 4. Bij zwaardere delicten zoals drugshandel, openlijk geweld of wapenbezit wordt, als er tegen de verdachte voldoende bewijs is, strafvervolging ingesteld. 5. Als er sprake is van geweld met ernstig letsel wordt de verdachte, indien mogelijk, ingevolge het Wetboek van Strafrecht voorgeleid aan de rechter-commissaris. 6. De politie heeft de bevoegdheid voor een aantal feiten een transactie aan te bieden. Het gaat dan bijvoorbeeld om APV-overtredingen. Door de transactie te betalen, kan de overtreder voorkomen dat hij of zij gedagvaard wordt voor de rechter te komen. Als de politietransactie niet wordt betaald, wordt het doorgestuurd naar het OM en komt de zaak in beginsel voor de rechter. 7. Het OM en de politie bespreken individuele strafzaken niet in detail met gemeente en de horecaondernemers tenzij zij directe partij zijn. 8. In voorkomend geval, wanneer in een concrete strafzaak daarvoor aanleiding is, besteedt de behandelend officier ter zitting in het requisitoir aandacht aan de negatieve uitstraling van drugs, overmatig drankgebruik en/of geweld in het uitgaansleven. Doel is deze niet wenselijke maatschappelijke verschijnselen in een breder (beleidsmatig) perspectief te plaatsen. Waar mogelijk en gewenst, wordt tegen deze verdachten de verplichting gevorderd tot deelname aan een cursus agressiebeheersing dan wel een strafrechtelijk verblijfsverbod geëist. Handhaving 1. De gemeente registreert en ziet toe op de naleving van alle afspraken uit dit convenant en neemt de resultaten daarvan mee bij de evaluatie van het convenant. 2. De gemeente wijst een contactpersoon aan voor de horeca via wie vragen gesteld kunnen worden en die kan bemiddelen bij problemen. 3. De politie verbaliseert bij overtreding van de voorschriften in de APV. 4. Het OM pakt door de politie geconstateerde strafbare feiten en overtredingen aan. 5. De milieudienst controleert (zelfstandig of op verzoek van de burgemeester) de voorschriften in het Activiteitenbesluit. Als wordt geconstateerd dat de voorschriften en/of geluidsnormen worden overschreden, meldt hij dit direct mondeling aan. Eventueel wordt daarna een boete opgemaakt. 6. Bij overtreding van dit convenant rapporteert de politie, gemeente of milieudienst hierover aan de burgemeester. De burgemeester verricht, indien nodig, onderzoek naar de gemelde overtreding. Afhankelijk van de aard en omvang van de overtreding worden bestuursrechtelijke sancties genomen. De te nemen procedure bestaat in principe uit drie stappen: 1. Mondelinge waarschuwing en schriftelijke bevestiging; 2. Een vooraankondiging van de sanctie; 3. De sanctie, te weten bestuursdwang of dwangsom. 12
Evaluatie 1. Het convenant wordt jaarlijks geëvalueerd door de gemeente, politie en horecaondernemers In het evaluatieoverleg komt ten minste aan de orde het naleefgedrag en de eventuele horecagerelateerde overlast. 2. Op verzoek van de convenantpartners worden tussentijdse overleggen gepland om afspraken in het horecaconvenant te bespreken. 3. Op grond van opgedane ervaringen kan in gezamenlijk overleg tussen de convenantpartners worden besloten afspraken in het convenant aan te vullen of te wijzigen. 4. Als de doelen uit de overwegingen niet gerealiseerd worden, komt de gemeente met voorstellen tot aanpassing van het convenant. 13
Ondertekening Dit convenant is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen de, Politie Zaanstreek-Waterland, het Openbaar Ministerie en de vijf horecaondernemers direct rondom de binnenhaven van Monnickendam. Dit convenant is ondertekend op <datum> in Monnickendam. De ondertekening van het convenant wordt bekendgemaakt in Ons Streekblad en in het elektronische gemeenteblad van de gemeente Waterland op <datum>. De ingangsdatum van het convenant is <datum>. Het convenant geldt tot en met 31 december 2013. De namens deze de waarnemend burgemeester drs. C. Mooij.. Politie Zaanstreek-Waterland De korpschef van de politie Zaanstreek-Waterland, G.H.P.K. Huijser van Rheenen Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Waterland namens deze de voorzitter, M. Leek Het Openbaar Ministerie De hoofdofficier van Justitie, mr. C.J.L. van Dam. 14
De horecaondernemers rondom binnenhaven van Monnickendam: Café 1614 De heer J. Wolters.. Café De Koperen Vis De heer R. Schröder.. Café Het Markerveerhuis De heer D. de Weerd.. Café De Zwaan De heer J. Volten.. Restaurant-Café t Waepen van Naang Nuan De heer H. Brom. 15
Bronnen Literatuur Gemeente Volendam, Convenant Veilig Uitgaan in Edam-Volendam. Augustus 2009, Volendam. Gemeente Hoogezand-Sappemeer. Concept Convenant Horeca Hoogezand-Sappemeer. 1 januari 2005, Hoogezand-Sappemeer. Gemeente Vlieland. Convenant Veilig en Verantwoord Uitgaan op Vlieland 2011. 1 januari 2011. Vlieland. Website Politie Nederland. Diverse pagina s op www. politie.nl. Oktober 2011. Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid. Diverse pagina s op www.hetccv.nl. Oktober 2011. Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Diverse pagina s op www.vng.nl. Oktober 2011. Koninklijke Horeca Nederland. Diverse pagina s op www.khn.nl. Oktober 2011. 16