ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE TEWERKSTELLING IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

Vergelijkbare documenten
TEWERKSTELLING IN DE LAND- EN TUINBOUW

FORMULIER 1: Aanvraag voor invoering van gegevens van een ontbrekende onderneming natuurlijk persoon uit de landbouwsector

Allochtonen in de Land- & Tuinbouw. Een beschrijving van de situatie

FORMULIER 3: Aanvraag voor invoering van gegevens van een ontbrekende vestigingseenheid(heden) uit de landbouwsector

Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien).

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

De arbeidsmarkt in juli 2014

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in december 2014

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

De arbeidsmarkt in september 2014

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in juni 2014

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

NIEUWE BELGEN IN LOONDIENST IN VLAANDEREN: GEWOGEN EN MINDER VREEMD BEVONDEN? Hoofdstuk 18

De arbeidsmarkt in juni 2015

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

HOOFDSTUK 5. Verwerving en toekenning van de Belgische nationaliteit aan vreemdelingen

Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

De arbeidsmarkt in februari 2015

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

De arbeidsmarkt in mei 2015

Hoofdstuk 14 DE KRACHT DER NATIONALITEITEN SOCIAAL-ECONOMISCHE POSITIE VAN BELGEN EN. Katrien Tratsaert NIET-BELGEN IN VLAANDEREN

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017

Model aanvraagformulier fytolicentie

ARBEIDSMARKTCONGRES WSE

De arbeidsmarkt in augustus 2015

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

Arbeidsmarkt allochtonen

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De arbeidsmarkt in maart 2016

Eerste aanwerving : nul tarief sociale bijdragen!

Factsheet Demografische ontwikkelingen

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Arbeidsmigratie uit Oost-Europa

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

De arbeidsmarkt in maart 2017

Hoeveel werkvergunningen werden in 2013 ingetrokken? Graag opsplitsing per provincie en sector van tewerkstelling.

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in april 2017

4. Kans op echtscheiding

DETACHERING DEFINITIE = TIJDELIJKE TEWERKSTELLING IN EEN ANDER LAND MAAR ONDERWORPEN BLIJVEN AAN DE SOCIALE ZEKERHEID VAN UW NORMAAL WERKLAND

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

De arbeidsmarkt in oktober 2016

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

De arbeidsmarkt in januari 2016

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1

Convenant. tussen de. Belastingdienst. en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

ZOEK DE GELIJKENISSEN LOONTREKKENDE BELGEN EN NIET-BELGEN IN VLAANDEREN Hoofdstuk 15

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

De arbeidsmarkt in augustus 2017

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

Ruim helft Poolse immigranten vertrekt weer

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Samenvatting. De belangrijkste bevindingen per migratietype

Resultaten van de socioeconomische. Valérie Gilbert Virginie Vaes FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Bijkomende informatie:

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Transcriptie:

AMS FOCUS 2012 ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE TEWERKSTELLING IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1.Blik op de tewerkstelling in de landbouw 2.Reguliere tewerkstelling 3. Seizoenarbeid 4. Inbreuken bij tewerkstelling van buitenlandse werknemers 5. De arbeidsmarktpositie van allochtone werknemers 1. BLIK OP DE TEWERKSTELLING IN DE LANDBOUW De Vlaamse land- en tuinbouwsector stelt heel wat allochtone werknemers tewerk, zowel op reguliere basis als seizoensgebonden. Met allochtonen worden werknemers met een vreemde nationaliteit bedoeld. Over de zogenaamde nieuwe Belgen, die van vreemde origine zijn, maar de Belgische nationaliteit hebben, zijn geen statistieken bekend. De recentste cijfers hebben betrekking op 2010. 3 van de regulier tewerkgestelden in de land- en tuinbouwsector heeft een vreemde nationaliteit. 13% komt uit de nieuwe EU-lidstaten, voornamelijk Polen (6%) en Roemenië (5%) en in mindere mate Bulgarije (). 8% komt uit de oude EU-lidstaten en 5% uit Afrika. Het percentage allochtone werknemers in de reguliere tewerkstelling ligt in de tuinbouw (34%) een pak hoger dan in de landbouw (14%). Vooral de sierteelt en de intensieve groenteteelt doen een beroep op regulier tewerkgestelde allochtonen 73% van de seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw heeft een buitenlandse nationaliteit. Ze komen vooral uit de nieuwe EU-lidstaten (14%) en Afrika (6%). Bij 45% van de vreemde nationaliteiten is de nationaliteit niet bekend. Seizoenarbeid is veeleer zeldzaam in de landbouw, maar heel frequent in de tuinbouw. Allochtone seizoenarbeid is vooral te vinden in de fruitteelt. De primaire sector is ten opzichte van de industrie en de dienstensector een belangrijke werkgever voor Oost-Europeanen (10%), Marokkanen (9%) en Turken (7%). Vooral Turkse vrouwen (14%) werken in de land- en tuinbouw. Bij de Oost-Europanen (13%) en Marokkanen (1) zijn het vooral mannen die kiezen voor de land- en tuinbouw. In 2010 waren er 51 vaststellingen van illegale tewerkstelling in de Vlaamse landen tuinbouw, vooral bij Roemenen (53%). Meer info vindt u op /studies Vermenigvuldiging en/of overname van gegevens zijn toegestaan mits de bron expliciet vermeld wordt: Vincent Samborski (2012) Allochtone en autochtone tewerkstelling in de land- en tuinbouw, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. Depotnummer: D/2012/3241/187. 1

2. REGULIERE TEWERKSTELLING Sinds 1 januari 2003 is elke werkgever verplicht een Dimona-aangifte op te sturen wanneer een nieuwe werkkracht in dienst treedt. De onderstaande gegevens zijn afkomstig van de Sociale Waarborgfondsen voor Land- en Tuinbouw die de Dimona-aangiftes ontvangt van werkgevers die reguliere werknemers en seizoenarbeiders tewerkstellen. Om van regulier te kunnen spreken, moet er een arbeidscontract bestaan tussen werkgever en werknemer. De belangrijkste taken van de sociale waarborgfondsen zijn de uitbetaling van de eindejaarspremie, de tewerkstellingspremies voor werkgevers die bepaalde risicogroepen (bv. allochtonen) in dienst nemen en de subsidiëring van vorming en opleiding. Voor arbeid in loonverband gebeurt de aangifte per kwartaal. In 2010 maken de Belgen met 68% de grootste groep uit bij de vaste tewerkstelling. Van de allochtone tewerkstelling is de grootste groep afkomstig uit de nieuwe lidstaten (13%) met vooral heel wat Polen (6%) en Roemenen (5%). Ter vergelijking: De groep EU nieuwe lidstaten bedroeg in 2006 amper 1% van de tewerkstelling. Daarna volgen de oude lidstaten (8%), Afrikanen (5%), Aziaten () en mensen uit de Europese landen die niet in de EU zitten (). Alle andere nationaliteiten hebben samen een aandeel van minder dan 1%. Figuur 1: aandeel van de regulier tewerkgestelden in de land- en tuinbouw, naar herkomst, 2010 Eu oude lidstaat 8% Europa - niet eu Noord-Amerika niet gespecifieerd Zuid-Amerika Belgie 68% EU nieuwe lidstaten 13% Polen 6% Roemenië 5% overige nieuwe lidstaten 0,3% Afrika 5% Bulgarije Azië 2

2.1 Tuinbouw In totaal waren er in 2010 in de tuinbouw 5.903 regulier tewerkgestelden, waarvan 34% allochtonen. Sinds 2003 kent het aandeel arbeidskrachten met Belgische nationaliteit een dalend verloop en het aandeel allochtone arbeidskrachten een stijgend verloop. Figuur 2: evolutie van regulier tewerkgestelden in de tuinbouwsector, Vlaanderen, 2000-2011 (gemiddelde over de kwartalen) 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 (*) België vreemde nationaliteit totaal (*) twee eerste kwartalen. Leeftijdsprofiel Volgende cijfers zijn gemiddelden over de vier kwartalen van 2010. Er zijn in totaal 3.710 Belgen en 2.194 allochtonen regulier tewerkgesteld in de tuinbouw. Bij de allochtonen zijn het vooral jonge werknemers: 56% van hen is tussen 20 en 34 jaar oud. Bij de Belgische werknemers is 56% tussen 35 en 54 jaar oud. Er is bij de Belgen ook een opvallend grotere groep 55-plussers tewerkgesteld (1). Bij de allochtonen is dat. De aandelen binnen elke leeftijdscategorie blijven over de jaren heen stabiel bij de werknemers van vreemde nationaliteit. Activiteiten De reguliere tewerkstelling in de tuinbouw vertoont een beeld dat verschilt van de seizoenarbeid. Terwijl de tuinbouwsector vooral in de fruitteelt een beroep doet op seizoenarbeiders, gebeurt de reguliere tewerkstelling in de sierteelt en de intensieve groenteteelt. 67% van de regulier tewerkgestelden zijn in deze twee sectoren actief. Vooral in de groenteteelt zijn heel wat allochtonen actief met 23% van de totale reguliere tewerkstelling in de tuinbouw. De sierteeltsector stelt vooral Belgen tewerk: ze vertegenwoordigen 20% van de totale reguliere tewerkstelling in de tuinbouw. 3

Tabel 1: opdeling van het aantal regulier tewerkgestelden per Nace-activiteit, tuinbouw, Vlaanderen, 2010 Belgische nationaliteit vreemde nationaliteit boomkwekerijen, m.u.v. bosboomkwekerijen 696 156 gemengd bedrijf 1 1 teelt van andere boomvruchten, kleinfruit en noten 7 11 teelt van andere eenjarige gewassen, n.e.g. 0 0 teelt van bloemen 1.165 250 teelt van druiven 1 1 teelt van groenten, meloenen en wortel- en knolgewassen 1.231 1.330 teelt van pit- en steenvruchten 330 287 tuinbouw andere 279 158 totaal 3.710 2.194 2.2 Landbouw Het aantal regulier tewerkgestelden in de landbouwsector ligt veel lager dan in de tuinbouwsector. In de tuinbouw zijn er bijna 6.000 tewerkgestelden, in de landbouw zijn dat er 1.570. Het aantal werkers met Belgische en vreemde nationaliteit ligt ook heel ver uiteen. Het aantal allochtonen bedraagt 214 personen in 2010 of een aandeel van 14% in de totale reguliere tewerkstelling binnen de landbouw. Opvallend is ook dat het aantal Belgen nog toeneemt, terwijl die in de reguliere tewerkstelling in de tuinbouw afneemt ten gunste van buitenlanders. Figuur 3: evolutie van regulier tewerkgestelden in de landbouwsector, Vlaanderen, 2000-2011 (gemiddelde over de kwartalen) 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011(*) belgische nationaliteit vreemde nationaliteit totaal (*) twee eerste kwartalen. 4

Leeftijdsprofiel In Vlaanderen zijn 1.356 Belgen en 214 allochtonen in 2010 regulier tewerkgesteld in de landbouw. Personen tussen 20 en 34 jaar nemen 47% in van het totale aantal arbeidskrachten met vreemde nationaliteit, tegenover 39% bij de Belgische werknemers. 45% van de allochtone tewerkgestelden is tussen 35 en 45 jaar, bij de Belgische werknemers is dat 44%. Activiteiten De reguliere tewerkstelling in de landbouwsectoren is beperkt. Belgen zijn vooral actief in gemengde bedrijven, schapen- en geitenfokkerijen, zeugenbedrijven, groenteteelt en legkippenbedrijven. Dat gaat zelden over meer dan 150 werknemers per subsector voor Vlaanderen. De buitenlandse tewerkstelling is met een totaal van 214 werknemers zeer beperkt. Tabel 2: opdeling van het aantal regulier tewerkgestelden per Nace-activiteit, landbouw, Vlaanderen, 2010 2010 Belgische nationaliteit vreemde nationaliteit boomkwekerijen, m.u.v. bosboomkwekerijen 3 0 fokken van melkvee 0 17 fokvarkenshouderijen 141 19 gemengd bedrijf 157 0 teelt van granen, peulgewassen en oliehoudende zaden 1 14 teelt van groenten, meloenen en wortel- en 140 1 knolgewassen pluimveehouderijen, m.u.v. kippenkwekerijen 0 0 kippenkwekerijen 22 16 vervaardiging van veevoeders 83 0 fokken van schapen en geiten 150 23 varkensvetmesterijen 8 3 fokken van andere dieren 22 12 productie van eieren van pluimvee 110 4 fokken van paarden en andere paardachtigen 1 15 fokken van andere runderen en buffels 2 6 landbouw andere 517 85 totaal 1.356 214 3. SEIZOENARBEID Elke seizoenarbeider wordt via de Dimona-aangifte aangemeld. Vaak zijn deze gegevens nog onvolledig. Zo wordt de precieze nationaliteit van de buitenlandse werkkracht in heel wat gevallen niet aangegeven. 27% van alle seizoenarbeiders (land- en tuinbouw) zijn Belgen, alle anderen hebben een buitenlandse nationaliteit. De nieuwe lidstaten zijn een belangrijke groep met 14%, wat zeker een onderschatting is aangezien bij 45% van de vreemde nationaliteiten de nationaliteit niet bekend is. Heel wat Polen en Roemenen komen tijdelijk in ons land werken. De werkloosheid in deze landen ligt vrij hoog terwijl de werknemers een goede technische scholing hebben genoten. De relatief korte afstand en het netto-loonverschil met België zijn ook belangrijke redenen om hier te komen werken. 6% van de seizoenarbeiders zijn Afrikanen en dan vooral arbeiders met de Marokkaanse nationaliteit. De oude EU-lidstaten (3%), Azië (3%), Europese landen die niet tot de EU behoren () en Nood- en Zuid Amerika () sluiten de rij af. 5

Figuur 4: aandeel van de seizoentewerkstelling in de land- en tuinbouw, naar herkomst, 2010 Noord-Amerika Zuid-Amerika Europa (EU) Europa - niet eu Eu oude lidstaat 3% vreemde nationaliteit niet gespecifieerd 45% Belgie 27% EU nieuwe lidstaat 14% Afrika 6% Polen 8% Roemenië 4% Bulgarije overige nieuwe lidstaten Azië 3% Bron: Sociale Fondsen land- en tuinbouw 3.1 Tuinbouw In 2010 werden er in Vlaanderen 42.206 unieke werknemers tewerkgesteld als seizoenarbeider in de tuinbouwsector op een totaal van 2.676 unieke Vlaamse bedrijven die aangifte deden. In vijf jaar tijd is het aantal bedrijven dat aangifte deed met 15% gedaald. Het aantal werknemers van vreemde nationaliteit bedraagt 11.888 en het aantal werknemers van Belgische nationaliteit 11.334. Daarnaast zijn er ook bijna 19.000 werknemers van wie de nationaliteit niet aangegeven is. Volgens de Sociale Fondsen gaat het hier overwegend om mensen met vreemde nationaliteit. Tuinbouwers maken gebruik van de mogelijkheid om goedkope en bovendien gemotiveerde werkkrachten in te zetten, drukken zo hun kosten en zijn concurrentieel. Figuur 5: evolutie van het aantal seizoenarbeiders in de tuinbouw, Vlaanderen, 2000-2010 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Belgische nationaliteit vreemde nationaliteit nationaliteit niet meegedeeld totaal 6

Ook hier zijn de nationaliteiten heel uiteenlopend. De grootste groep is ook hier afkomstig uit de nieuwe EU-landen (14%) met name Polen, Roemenië en Bulgarije. De Afrikanen zijn sterker vertegenwoordigd bij de seizoenarbeiders (2.534 werkkrachten) dan bij de regulier tewerkgestelden (geen enkele werkkracht in Vlaanderen, maar wel 53 in Wallonië). Ook veel voorkomende nationaliteiten zijn in aflopende volgorde Turken, Marokkanen en Congolezen. De Belgen nemen een aandeel van 27% van de seizoenarbeiders in, wat erop wijst dat dit in tegenstelling tot de reguliere tewerkstelling vooral een allochtone aangelegenheid is. Leeftijdsprofiel Iets meer dan de helft van alle allochtone tewerkgestelden waren in 2010 tussen 20 en 34 jaar. Bij de Belgische seizoenarbeiders is één vierde van hen ouder dan 55 jaar. Bij de Belgen is het aandeel seizoenarbeiders die jonger zijn dan 20 jaar het dubbele van dat bij de allochtonen. Dat heeft ongetwijfeld betrekking op vakantiejobs in de zomerperiode. Activiteiten Het is geen verrassing dat allochtone seizoenarbeid in de tuinbouw vooral te vinden is in de fruitteelt. Het totaal aantal aangemelde seizoenarbeiders in de tuinbouw bedraagt 48.283 werkkrachten. Het cijfer is hoger dan de 42.000 hierboven getelde werkkrachten, omdat dezelfde werkkrachten meermaals aangemeld kunnen worden bij het Sociaal Fonds. De uniek getelde werkkrachten kunnen echter niet opgedeeld worden naar leeftijd en Nace-activiteit op basis van de gegevens waarover we beschikken. 44% van alle seizoenarbeiders werkt in de fruitteelt en is van buitenlandse oorsprong. 71% van alle seizoenarbeiders in de fruitteelt is van buitenlandse oorsprong. 69% van de Belgische seizoenarbeid in de tuinbouw vindt eveneens in de fruitteelt plaats. Een andere belangrijke sector is de intensieve groenteteelt, waar bijna 10.000 buitenlandse seizoenarbeiders of 28% van alle buitenlandse seizoenarbeiders actief zijn. Tabel 3: opdeling van het aantal seizoenarbeiders per Nace-activiteit, tuinbouw, Vlaanderen, 2010 vreemde nationaliteit belgische nationaliteit boomkwekerijen, m.u.v. bosboomkwekerijen 1.251 373 bosbouw 4 3 gemengd bedrijf 32 48 teelt van andere boomvruchten, kleinfruit en noten 931 335 teelt van andere éénjarige gewassen 4 0 teelt van andere meerjarige gewassen 4 1 teelt van bloemen 1.443 978 teelt van druiven 11 7 teelt van groenten, meloenen en wortel- en knolgewassen 9.807 2.004 teelt van pit- en steenvruchten 21.262 8.819 tuinbouw andere 809 157 totaal 35.558 12.725 7

3.2 Landbouw Seizoenarbeid in de landbouw is eerder zeldzaam. Het aantal seizoenarbeiders ligt beduidend lager dan in de tuinbouw. 52 unieke bedrijven deden aangifte in 2010. Er waren amper 84 unieke personen met vreemde nationaliteit actief. Het aantal personen met de Belgische nationaliteit daalt sinds 2002 van meer dan 250 werknemers tot net iets meer dan 100 werknemers Figuur 6: evolutie van het aantal unieke seizoenarbeiders in de landbouwsector, Vlaanderen, 2000-2010 (gemiddelde over de kwartalen) 300 250 200 150 100 50 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Belgie vreemde nationaliteit totaal 8

4. INBREUKEN BIJ DE TEWERKSTELLING VAN BUITENLANDSE WERKNEMERS De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) werd in 2006 opgericht om illegale arbeid en sociale fraude op te sporen. De controles worden toevertrouwd aan de arrondissementscellen. Het accent van de controles wordt gelegd op het niet aangeven van tewerkstelling door de werkgever en op het niet beschikken over een arbeidskaart door de werknemer. Het aantal illegaal tewerkgestelden in de land- en tuinbouw loopt terug van 115 vaststellingen van inbreuk door de SIOD tot 51 vaststellingen in 2010. Dat is van het totaal aantal vastgestelde inbreuken in alle sectoren. De grootste groep illegaal tewerkgestelden zijn Roemenen (53%) gevolgd door Indiërs (13%), Marokkanen (8%) en Bulgaren (6%). In de periode 2007-2010 loopt het aantal illegaal tewerkgestelde Polen sterk terug. Gezien het blijvend groot aandeel Polen in de land- en tuinbouw is deze daling mogelijk het gevolg van een beter inzicht in de te volgen procedure om in orde te zijn met de sociale wetgeving. De SIOD deelde mee dat de sector niet geheel betrouwbaar was ingevuld. Figuur 7: aandeel van het illegaal tewerkgestelde werknemers, per nationaliteit, 2010 Ivoorkust Anderen 10% Algerije 4% Brazilië 4% Bulgarije 6% Roemenië 53% Marokko 8% India 13% Bron: SIOD 9

5. DE ARBEIDSMARKTPOSITIE VAN ALLOCHTONE WERKNEMERS Via de Kruispuntdatabank Sociale Zekerheid is het mogelijk om een idee te krijgen van het belang van de allochtone tewerkstelling tegenover de totale tewerkstelling in alle sectoren. Deze gegevens komen uit de kwartaalaangiftes die elk bedrijf doorgeeft aan de RSZ. Het aandeel allochtonen in de sectoren land- en tuinbouw is goed voor 0,74% van de totale tewerkstelling van allochtonen in alle economische sectoren. De primaire sector is een belangrijke werkgever voor Oost-Europeanen (10% van alle tewerkgestelde Oost-Europeanen), Marokkanen (9%) en Turken (7%). Vooral Turkse vrouwen gaan vaak in de land- en tuinbouw werken (14%), terwijl dat bij Marokkanen en Oost-Europeanen vooral mannen zijn (resp. 1 en 13%). In vergelijking met de cijfers uit de studie Tewerkstelling van allochtonen in de land- en tuinbouw (gebaseerd op het vierde kwartaal 2002), uitgevoerd door AMS in samenwerking met HIVA en KU Leuven is er aan het algemeen beeld niet veel veranderd. Grote verschillen zijn merkbaar in het aandeel Marokkaanse vrouwen, dat afneemt van 5, naar 1,4% en een stijgend aandeel Oost- Europeanen (van 4% naar 10%). Tabel 4: procentueel aandeel loontrekkenden actief in de primaire sector ten opzichte van alle sectoren, verdeeld naar geslacht en herkomst, vierde kwartaalaangifte 2009 herkomst man vrouw totaal Oost-Europa 13,27% 6,71% 9,75% Marokko 11,57% 1,38% 8,85% Turkije 4,47% 14,2 6,65% Overige Afrikaanse landen 7,01% 3,20% 5,59% Andere-onbepaald 7,20% 1,29% 5,48% Aziatische landen 6,1 4,55% 5,39% Zuid-EU 4,58% 3,70% 4,2 Andere Europese landen 2,50% 0,78% 1,74% Zuid- en Midden-Amerika 2,47% 1,05% 1,63% Congo-Kinshasa Burundi Rwanda 3,07% 0,13% 1,49% Noord-EU 1,06% 0,50% 0,84% Buurlanden 1,03% 0,53% 0,80% Noord-Amerika en Oceanië 0,19% 0,00% 0,1 Totaal 0,96% 0,50% 0,74% Bron: Kruispuntendatabank Sociale Zekerheid Buitenlandse werknemers die in België tewerkgesteld willen worden als loontrekkende hebben een arbeidskaart nodig. Die voorwaarde geldt niet voor de lidstaten van de Europese Economische Ruimte 1 en voor Zwitserse onderdanen. Er is één uitzondering: indien burgers uit de nieuwe EUlidstaten tewerkgesteld worden in een knelpuntberoep, moeten ze eveneens een arbeidskaart B aanvragen. 1 De EER omvat de EU-lidstaten + Liechtenstein + Noorwegen + IJsland 10

De tuinbouwsector is de belangrijkste sector waarvoor arbeidskaarten aangevraagd worden, met 8.154 verleende arbeidskaarten B of 73% van alle verleende arbeidskaarten in dat jaar. Daarvan zijn er 6.179 voor seizoens- en gelegenheidswerk. Arbeidskaarten B geven buitenlanders de toelating om tewerkgesteld te worden bij één welbepaalde werkgever. Er kunnen verschillende arbeidskaarten toegekend worden aan eenzelfde werkkracht. De dienst arbeidsbemiddeling spreekt over een opvallende stijging aan arbeidskaarten B voor tewerkstelling in de land- en tuinbouw die losstaat van seizoenarbeid, wat duidt op een verhoging van aanwervingen van allochtonen onder een volwaardig contract. 6. MEER INFORMATIE De afbakening van de land- en tuinbouwsector valt in dit rapport samen met de paritaire comités 144 (landbouw) en 145 (tuinbouw) voor de gegevens afkomstig uit de kruispuntdatabank Sociale Zekerheid en van de Sociale Fondsen voor land- en tuinbouw. Het onderhouden van begraafplaatsen, gemeentelijke en stadsparken, paardenmaneges enz. vallen eveneens onder hetzelfde paritair comité. Dat betekent dat ook deze niet-landbouwactiviteiten in de cijfers opgenomen zijn. Meer uitleg over de achterliggende methodologie is terug te vinden in de publicatie De tewerkstelling van allochtonen in de land- en tuinbouw : een kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van de huidige situatie uit 2010 en uitgevoerd door HIVA en KU Leuven. Andere geraadpleegde bronnen: Kruispuntendatabank van de Sociale Zekerheid, www.ksz-bcss.fgov.be Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), www.siod.belgie.be Sociale Fondsen voor Land- en Tuinbouw Vlaamse Dienst voor Arbeidsmigratie, http://www.werk.be/online-diensten/werknemersbuitenlandse-nationaliteit 11