Meer- en hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen



Vergelijkbare documenten
Protocol. Meer/hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen

Meerbegaafden protocol

Protocol: Hoogbegaafdheid: Samenvatting protocol en ouderbrief

Beleidsplan Meer- en Hoogbegaafdheid

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

Beleid. (hoog)begaafde leerlingen

Beleid (meer )begaafdheid. Beleid meerbegaafdheid augustus 2013

Met zorg naar kwaliteit

Beleidsplan. Meerbegaafdheid

Beleidsplan. Hoogbegaafdheid. Mei Beleidsplan hoogbegaafdheid

Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen. Beleidsplan. (hoog)begaafde leerlingen. Basisschool Klimop

Beleidsplan (hoog)begaafdheid

Protocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol leertijdverkorting

Aloysiusschool Amersfoort Datum: Status: definitief voor schooljaar

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

OBS De Hobbitstee Leerdam

Wij geven het kind de ruimte. om hun talenten te ontwikkelen.

Vragenlijst Excellentieregeling Basisonderwijs

Den Dolder, Beleidsplan meer- en hoogbegaafde kinderen bijgesteld november 2013

Plusklas PWA Beusichem

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

Zorgbeleid (hoog)begaafde leerlingen OBS Waterwolf OBS Waterwolf Zijdewinde VB Vijfhuizen. Begaafden beleid 1

S K O D. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen. HB Protocol SKOD

Beleid VPCO-Plusklas

Beleidsplan. Begaafde leerlingen. Bs Het Venster

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Elk kind recht heeft op een doorgaande lijn van ontwikkeling in het onderwijs.

(bijgewerkt ) Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen Megelsheim

(Hoog)begaafden protocol. Koningin Julianaschool Barneveld

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

plusbeleid CBS de Vrijenburg inhoud

Beleid VPCO - Plusklas

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado

Wat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren!

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

Beleidsplan begaafde leerlingen

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Talent is wie je bent. Protocol (Hoog)begaafdheid Stichting Openbaar Onderwijs Westland

Visie en beleid ten aanzien van beter presterende leerlingen

Beleidsplan cognitief getalenteerde leerlingen

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

versie okt 2017 protocol aanpak plusleerlingen

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Protocol overgang (2/3 en verder) obs De Barkentijn. Beschrijving van afspraken rondom overgang, doubleren en versnellen

Beleidsplan TOPTALENT Erkend. Basisschool

Beleidsplan Meer- en hoogbegaafdheid. Nutsschool Laan van Poot

R.K. Basisschool t Ruimteschip - Opmeer. Beleid Hoogbegaafdheid en Meerkunners

Protocol Hoogbegaafdheid

Hoogbegaafdenbeleid op de Waterspiegel

Aanpak voor hoogintelligente en hoogbegaafde kinderen

COMPACTEN & VERRIJKEN GROEP 9

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Beleidsplan (hoog)begaafde leerlingen

Beleidsstuk. Beleidsstuk Meer- en hoogbegaafdheid

Beide manieren van signaleren kunnen aanleiding zijn om een aanbod te genereren dat beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind.

Protocol (hoog)begaafden Prinses Julianaschool Versie 2, 2010

KMO-protocol De Wegwijzer

Protocol (hoog) begaafdheid

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Beleidsplan. (hoog)begaafde leerlingen. Beleidsplan (hoog)begaafdheid 1

Protocol (Hoog) Begaafdheid

Protocol doubleren en versnellen

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

Protocol. verlengen - doubleren - versnellen

In dit document gaan we nader in op het schoolspecifieke beleid rondom meer- en hoogbegaafdheid. Allereerst bepalen we wat wij hieronder verstaan:

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Inhoud 1 Inleiding Aanpak plus-leerlingen Het menu voor alle plusgroep-leerlingen Het menu voor de plusklas leerlingen...

Deelzorgplan (Hoog)begaafdheid

Beleid hoog- en meerbegaafde leerlingen

Routeboekjes De wereld in getallen: gebruik in de klas

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

Efficiënt werken met het DHH

Plan van aanpak Verrijkingsaanbod I.B.S. de Boarne

Protocol. (hoog)begaafden

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Samen plezier in leren! Beleid Plusklas. De Cantharel. Datum: 2 mei Versie: 1.3

Beleidsplan. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool.

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

Protocol begaafdheid

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

ZITTENBLIJVEN OVERGAAN

5865 BJ 12 Mariaschool Tienray mei 2015

Compacten en verrijken voor getalenteerde kinderen.

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Compacten bij rekenen

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Transcriptie:

Protocol Meer- en hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen

1 Inhoudsopgave Inleiding... 2 1 DHH - Signalering... 3 1.1 Groepssignalering (Quickscan)... 3 1.2 Individuele signalering... 3 2 DHH - Diagnostiek... 5 3 Leerlingbegeleiding... 8 3.1 Compacten... 9 3.1.1 Compacten van rekenen... 9 3.1.2 Compacten van Taal... 10 3.1.2.1 Compacten Taal Eerste Leerlijn... 11 3.1.2.2 Compacten Taal Tweede Leerlijn... 12 3.1.3 Compacten van Spelling... 14 3.1.3.1 Compacten Spelling eerste leerlijn... 15 3.1.3.2 Compacten Spelling tweede leerlijn... 17 3.2 Verrijken... 19 3.2.1 Verrijken Eerste Leerlijn... 19 3.2.2 Verrijken Tweede Leerlijn... 19 4 De Plusklas... 20 5 Vervroegde doorstroming vanaf groep 3... 21 6 Evaluatie... 21 6.1 Evaluatie Eerste Leerlijn... 21 6.2 Evaluatie Tweede Leerlijn... 21 Bijlage: Weektaak... 22

Inleiding 2 Het protocol meer- en hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen is een leidraad voor een ieder binnen de Godelindeschool die te maken heeft met leerlingen die onvoldoende uitdaging vinden in de reguliere leerstof. In dit protocol is de doelgroep en zijn de stappen van signalering, diagnostiek, leerlingbegeleiding en evaluatie beschreven. Geprobeerd is om korte en duidelijke handvatten te reiken, zodat in de praktijk van het onderwijs zo adequaat mogelijk gehandeld kan worden. Voor signalering, diagnostiek en leerlingbegeleiding wordt gebruik gemaakt van het webbased computerprogramma Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid, verder aangeduid als DHH. In dit protocol staan de stappen beschreven die genomen moeten worden voor de fasen van signalering, diagnostiek en leerlingbegeleiding. Ook is aangegeven wie verantwoordelijk is voor bepaalde handelingen, wie verantwoordelijk is voor de besluitvorming en binnen welk tijdpad een en ander plaats dient te vinden. Dit wordt aangegeven in een kader met respectievelijk Actie, Beslissing en Tijdpad. Voor het werken met het DHH bestaat een handleiding. Deze is zowel digitaal te vinden (na ingelogd te zijn op de site van het DHH), als te verkrijgen in uitgeprinte versie bij het zorgteam. Op de L-schijf staat een powerpoint-presentatie die gegeven is over het gebruik van het DHH. Voor de leerlingbegeleiding (compacten en verrijken) is geprobeerd een zo duidelijk mogelijk overzicht te maken, zodat leerkrachten er in de praktijk goed mee uit de voeten kunnen. Dit protocol is een afgeleide van de Beleidsnota Meer- en hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen. Deze beleidsnota is te vinden op de L-schijf, onder Beleid. Hierin staat uitgebreid verwoord wat de visie en verdere achterliggende gedachten zijn van dit protocol.

3 1 DHH - Signalering Bij signalering wordt onderscheid gemaakt tussen groepssignalering en individuele signalering. 1.1 Groepssignalering (Quickscan) Ieder schooljaar wordt de groepssignalering gedaan in de groepen 1, 3 en 5. In de groepen 1 en 3 wordt deze 6 weken na instroom gedaan, in groep 5 aan het eind van het schooljaar. Omdat het jaar 2012 het eerste jaar is waarin de groepssignalering op de Godelindeschool wordt gehanteerd, is ervoor gekozen om in februari 2012 de groepssignalering te doen in alle groepen 1 tot en met 7. Er wordt gebruik gemaakt van de groepssignaleringslijst. Als er in een schooljaar al eerder dan genoemde tijdstippen signalen van mogelijke meer- of hoogbegaafdheid zijn, dan dient uiteraard eerder actie ondernomen te worden! Zie hiervoor Individuele signalering, of mogelijk direct diagnostiek. Actie De groepsleerkracht verzorgt de groepssignalering. De resultaten van de groepssignalering bespreekt de groepsleerkracht met de IB er tijdens de tweede groepsbespreking van het schooljaar. Beslissing De groepsleerkracht en het zorgteam beslissen over de te volgen actie: Tijdspad stoppen of individuele signalering of direct overgaan tot diagnostiek. Één week 1.2 Individuele signalering Individuele signalering vindt plaats, tijdens de schoolloopbaan: De leerling valt op in de groepssignalering De leerling behaalt gedurende langere tijd opvallend hoge prestaties De ouders van de leerling geven signalen af waaruit valt op te maken dat hun kind mogelijk hoogbegaafd zou kunnen zijn De leerkracht vangt signalen van de leerling op waaruit valt op te maken dat de leerling mogelijk hoogbegaafd zou kunnen zijn bij instroom: Tijdens het aanmeldingsgesprek met de ouders van een nieuwe leerling zijn er indicaties dat de leerling mogelijk een ontwikkelingsvoorsprong heeft Indicaties uit externe informatiebronnen zoals peuterspeelzaal, onderwijskundig rapport na overstap van een andere school, schoolarts en/of consultatiebureau. De module Signalering van het DHH begeleidt de leerkracht en het zorgteam bij de beslissing of het wenselijk is om verder intern diagnostisch onderzoek te doen. Het DHH geeft slechts een richtlijn en het is steeds aan de leerkracht en het zorgteam om te beoordelen of zij zich kunnen vinden in de gegenereerde richtlijn en het daaruit voortvloeiende advies. De volgende aspecten worden altijd in de afweging meegenomen: Wat zijn de resultaten van het signaleringsonderzoek volgens de computer? Wordt dit beeld ondersteund door de algemene informatie van de ouders? Wordt dit beeld ondersteund door de algemene informatie van de leerkracht? Wordt dit beeld ondersteund door de gegevens uit andere bronnen?

4 Actie De groepsleerkracht verzorgt de individuele signalering: hij/zij informeert de ouders, start de module Signalering van het DHH op, nodigt ouders uit de vragenlijst in te vullen, voert bestaande didactische gegevens in en zorgt voor de uiteindelijke resultaten ( Conclusies en Grafieken ) van het DHH. Beslissing Indien het advies van het DHH is doorgaan naar diagnostiek dan wordt dit inprincipe uitgevoerd. Alleen bij twijfel volgt er eerst overleg met IB-er en/of ouders. Tijdspad Twee weken Stroomschema Individuele signalering DHH

5 2 DHH - Diagnostiek Onder diagnostiek verstaan we het verder verzamelen van gegevens aan de hand van de richtlijnen van het DHH om uiteindelijk een conclusie te kunnen trekken over mogelijke meer- of hoogbegaafdheid. Het verrichten van het diagnostisch onderzoek dat binnen de professionele grenzen van de school mogelijk is, is een taak die door de groepsleerkracht wordt gedaan. In de module Diagnostiek van het DHH worden nieuwe gegevens over een leerling verzameld om op basis daarvan een conclusie te trekken over de veronderstelde capaciteiten van de leerling en zijn specifieke leer- en begeleidingsbehoeften. Actie De groepsleerkracht begeleidt en doet de module diagnostiek van het DHH volgens het stappenplan (zie hieronder). De groepsleerkracht en de IB er bespreken het door het DHH gegenereerde profielverslag. Na bespreking van het profielverslag in het zorgteam, nodigt de groepsleerkracht de ouders uit voor een gesprek. De groepsleerkracht voert het gesprek, met ondersteuning van de IB er. De groepsleerkracht maakt het gespreksverslag, in overleg met de IB er. De groepsleerkracht stuurt het verslag van het gesprek naar de ouders. De IB er is het aanspreekpunt bij en coördineert het eventuele psychodiangnostisch onderzoek. Beslissing De leerkracht en de IB er bepalen het instapniveau van doortoetsen. Het zorgteam beslist over het wel/niet opvolgen van het advies van het DHH: is de leerling waarschijnlijk wel of waarschijnlijk niet meer- of hoogbegaafd, of is psychodiagnostisch onderzoek gewenst? Het zorgteam beslist over de te bieden leerlingbegeleiding. Tijdspad Acht weken (vakanties niet meegerekend) Stappenplan diagnostiek: Stap 1: De leerkracht vult online de zeer uitgebreide observatielijst uit module 2 van het DHH in. De vragen op de lijst betreffen de onderstaande aspecten: - Leer- en persoonlijkheidseigenschappen van meer- en hoogbegaafde leerlingen - Werk- en leerstrategieën - Zelfbeeld - Perfectionisme - Prestatiemotivatie - Sociaal functioneren - Faalangst - Onderpresteren Leerkrachten die online de vragenlijst invullen, krijgen een heldere toelichting wat er van hen verwacht wordt. Bovendien kunnen zij per vraag een korte toelichting bekijken om te zien wat er precies met de vraag bedoeld wordt. Stap 2: Na overleg nodigt de leerkracht de ouders per e-mail uit om online de observatielijst in te vullen. Ouders kunnen inloggen en direct online de observatielijst invullen. Zij hebben zeer beperkte gebruikersrechten en kunnen dus alleen de vragenlijst met betrekking tot hun eigen kind invullen. Er is een heldere toelichting wat er van hen verwacht wordt, per vraag kan een korte toelichting bekeken worden om te zien wat er precies met de vraag bedoeld wordt. Indien gewenst kunnen de ouders de vragenlijst op papier krijgen.

Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6: Stap 7: Stap 8: Stap 9: Leerlingen vanaf groep 5 kunnen inloggen en direct online de observatielijst invullen. De leerkracht verschaft hen de benodigde gegevens. Ook de leerlingen hebben zeer beperkte gebruikersrechten en kunnen dus alleen de vragenlijst over zichzelf invullen. De leerlingen krijgen een heldere toelichting wat er van hen verwacht wordt, ook zij kunnen per vraag een korte toelichting bekijken om te zien wat er precies met een vraag wordt bedoeld. Indien gewenst kunnen de leerlingen de vragenlijst op papier krijgen. De leerkracht controleert of de didactische gegevens uit het LVS (ingevuld tijdens de signaleringsprocedure) nog correct zijn en voert waarnodig correcties daarop door. De leerkracht plant samen met de IB er de verschillende momenten waarop de leerling zal worden doorgetoetst. Er wordt doorgetoetst op de leerstofgebieden begrijpend lezen, spelling en rekenen met de Cito LVS toetsen. De leerkracht zorgt ervoor dat de leerling volledig wordt doorgetoetst volgens de richtlijnen van het DHH en dat van hem/haar alle gegevens zijn opgenomen in het DHH. De leerkracht en de IB er bekijken samen het door de computer gegenereerde profielverslag. Naar aanleiding van dit profielverslag neemt het zorgteam een beslissing over de te bieden leerlingbegeleiding (Eerste of Tweede Leerlijn), of besluit dat er i.v.m. (ernstige) twijfel psychodiagnostisch onderzoek gewenst is. De leerkracht en de IB er bereiden het oudergesprek samen voor. De leerkracht voert het gesprek met de ouders, met ondersteuning van de IB er. De leerkracht maakt in overleg met de IB er een verslag van dit oudergesprek. Het verslag wordt de ouders toegezonden, zodat ze deze kunnen doorlezen. Eventuele opmerkingen kunnen worden meegenomen in de laatste versie van dit verslag. 6 Na diagnostiek volgens het DHH blijven drie groepen leerlingen over: 1. Leerlingen die zeer waarschijnlijk hoogbegaafd zijn 2. Leerlingen bij wie twijfels/grotere problemen bestaan 3. Leerlingen die zeer waarschijnlijk niet hoogbegaafd zijn Leerlingen bij wie twijfels/grotere problemen bestaan, zullen worden doorverwezen voor psychodiagnostisch onderzoek, onder de voorwaarden die staan beschreven in paragraaf 3.4.2 van de Beleidsnota Meer- of hoogbegaafde en (hoog)intelligente leerlingen (zie L- schijf).

Stroomschema Diagnostiek DHH 7

8 3 Leerlingbegeleiding Na de fase van diagnostiek, zowel intern via het DHH als extern via psychodiagnostisch onderzoek, moet duidelijk zijn geworden of een leerling wel of niet meer- of hoogbegaafd is. Als een leerling niet meer- of hoogbegaafd is bevonden, noemen wij de leerling (hoog)intelligent. De leerlingbegeleiding bestaat uit compacten en verrijken van de reguliere leerstof en wordt aangeboden via twee verschillende leerlijnen: De Eerste Leerlijn, die is bedoeld voor leerlingen die - volgens het DHH of door extern psychodiagnostisch onderzoek niet meer- of hoogbegaafd zijn bevonden, maar wel grote intellectuele capaciteiten hebben n voor leerlingen die: - bijzonder getalenteerd zijn op slechts één vakgebied, te weten Rekenen/wiskunde of Taal. De Tweede Leerlijn, die is bedoeld voor leerlingen die - volgens het DHH of door extern psychodiagnostisch onderzoek meer- of hoogbegaafd zijn bevonden. Zij krijgen leerstof aangeboden volgens de richtlijnen van het DHH voor compacting en verrijking. De (Eerste en) Tweede Leerlijn: weektaak Leerlingen uit de Tweede Leerlijn werken verplicht met een weektaak (zie bijlage 1). Voor leerlingen in de eerste leerlijn is het gebruik van de weektaak optioneel. De leerkracht vult deze weektaak in, zodat de leerling iedere week vooraf een overzicht heeft van zijn/haar taken van die week. Op deze weektaak staan alle lessen die de reguliere groep die week aangeboden krijgt. De leerkracht geeft voor de leerling uit de Tweede Leerlijn op de weektaak aan welke opdrachten van die lessen hij/zij moet maken. Daarnaast vult de leerkracht in welke verrijkingslessen hij/zij moet maken. Deze verrijkingsopdrachten zijn niet vrijblijvend en worden ingevuld bij het vakgebied waaronder de opdrachten vallen. In onderling overleg tussen leerkracht en leerling kan Extra Werk (= vrijblijvend!) worden ingevuld.

9 3.1 Compacten In het DHH, dat voor iedere leerkracht toegankelijk is, zijn de richtlijnen voor compacting te vinden onder het kopje leerlingbegeleiding Voor het gemak zijn hierna de richtlijnen voor rekenen en taal voor beide leerlijnen opgenomen. Uiteraard kan de leerkracht in individuele gevallen van deze richtlijnen afwijken, als de onderwijsbehoefte van de leerling hierom vraagt. 3.1.1 Compacten van rekenen Bij de richtlijnen voor compacting is uitgegaan van de volgende algemene uitgangspunten: Leerlingen doen in principe mee met de introductie van nieuwe elementen in de leerstof; Leerlingen hebben minder behoefte aan oefenstof; Leerlingen hebben nauwelijks of geen behoefte aan herhalingsstof; Leerlingen hebben behoefte aan grote leerstappen; Leerlingen hebben behoefte aan opdrachten met een uitdagend karakter; Leerlingen moeten betrokken blijven bij het groepsgebeuren; Leerkrachten moeten zicht kunnen houden op het leerproces van de leerling; Leerlingen hebben behoefte aan opdrachten met een uitdagend karakter. Voor de eerste leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: Instructie van nieuwe elementen in de leerstof wordt meegedaan; Interactief oefenen met nieuwe leerstof wordt meegedaan, hier gaat het om oefenstof die wordt aangeboden tijdens de leerkrachtgebonden lessen; Oefenstof gericht op het zelfstandig verwerken van nieuwe elementen van de basisstof wordt aangeboden, het gaat hier oefenstof tijdens de leerkrachtgebonden lessen; Oefenstof gericht op het zelfstandig verder oefenen van de basisstof wordt in beperkte mate aangeboden (ongeveer de helft van de oefenstof); Oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; Oefenstof gericht op remediering worden niet aangeboden; Groepsgerichte activiteiten worden in principe meegedaan; Methodetoetsen worden meegedaan; Uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden alleen aangeboden wanneer het gaat om opdrachten met een hogere moeilijkheidsgraad; Verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode worden aangeboden voor zover het gaat om interessante, uitdagende opdrachten. Voor de tweede leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: Instructie van nieuwe elementen in de leerstof wordt naar behoefte meegedaan; Interactief oefenen met nieuwe leerstof wordt in beperkte mate meegedaan, hier gaat het om oefenstof die wordt aangeboden tijdens de leerkrachtgebonden lessen; Oefenstof gericht op het zelfstandig verwerken van nieuwe elementen van de basisstof wordt aangeboden, het gaat hier om oefenstof tijdens de leerkrachtgebonden lessen; Oefenstof gericht op het zelfstandig verder oefenen van de basisstof wordt niet aangeboden; Oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; Oefenstof gericht op remediëring wordt niet aangeboden; Groepsgerichte activiteiten worden in principe meegedaan; Methodetoetsen worden meegedaan; Uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden niet aangeboden;

Uit de verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode wordt een selectie gemaakt van de interessante, uitdagende opdrachten 10-3.1.2 Compacten van Taal Bij de richtlijnen voor compacting is uitgegaan van de volgende algemene uitgangspunten: leerlingen doen in principe mee met de introductie van nieuwe elementen in de leerstof; leerlingen hebben minder behoefte aan oefenstof; leerlingen hebben nauwelijks of geen behoefte aan herhalingsstof; leerlingen hebben behoefte aan grote leerstappen; leerlingen hebben behoefte aan opdrachten met een uitdagend karakter; leerlingen moeten betrokken blijven bij het groepsgebeuren; leerkrachten moeten zicht kunnen houden op het leerproces van de leerling; leerlingen hebben behoefte aan opdrachten met een uitdagend karakter. Voor de eerste leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: bij instructie tijdens leerkrachtgebonden lessen wordt meegedaan; aan interactief oefenen met nieuwe leerstof wordt meegedaan, hier gaat het om oefenstof die wordt aangeboden tijdens de leerkrachtgebonden lessen; oefenstof bedoeld voor het zelfstandig oefenen van de basisstof wordt in beperkte mate aangeboden (ongeveer de helft van de oefenstof); oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op remediëring wordt niet aangeboden; aan groepsgerichte activiteiten wordt in principe meegedaan; aan methodetoetsen wordt meegedaan; uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden alleen aangeboden wanneer het gaat om opdrachten met een hogere moeilijkheidsgraad; verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode worden aangeboden voor zover het gaat om interessante, uitdagende opdrachten. Voor de tweede leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: instructie tijdens leerkrachtgebonden lessen wordt beperkt tot de introductie van nieuwe elementen in de leerstof; aan interactief oefenen met nieuwe leerstof wordt in beperkte mate meegedaan, het gaat hier om oefenstof die wordt aangeboden tijdens de leerkrachtgebonden lessen; oefenstof bedoeld voor het zelfstandig oefenen van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op remediëring wordt niet aangeboden; aan groepsgerichte activiteiten wordt in principe meegedaan; aan methodetoetsen wordt meegedaan; uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden niet aangeboden; uit de verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode wordt een selectie gemaakt uit de interessante, uitdagende opdrachten.

11 3.1.2.1 Compacten Taal Eerste Leerlijn

12 3.1.2.2 Compacten Taal Tweede Leerlijn

13

14 3.1.3 Compacten van Spelling Bij de richtlijnen voor compacting is uitgegaan van de volgende algemene uitgangspunten: leerlingen doen in principe mee met de introductie van nieuwe elementen in de leerstof; leerlingen hebben minder behoefte aan oefenstof; leerlingen hebben nauwelijks of geen behoefte aan herhalingsstof; leerlingen hebben behoefte aan grote leerstappen; leerlingen hebben behoefte aan opdrachten met een uitdagend karakter; leerlingen moeten betrokken blijven bij het groepsgebeuren; leerkrachten moeten zicht kunnen houden op het leerproces van de leerling. Voor de eerste leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: bij het aanbieden van nieuwe woordpakketten wordt meegedaan; de nadruk tijdens de instructiefase ligt op het aanbieden van spellingsregels; oefenstof gericht op het zelfstandig oefenen van de basisstof wordt in beperkte mate aangeboden (ongeveer de helft van de oefenstof); oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op remediëring wordt niet aangeboden; aan controledictees wordt meegedaan; uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden alleen aangeboden wanneer het gaat om opdrachten met een hogere moeilijkheidsgraad; verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode worden niet aangeboden. Voor de tweede leerlijn gelden de volgende uitgangspunten: bij het aanbieden van nieuwe woordpakketten wordt meegedaan; de nadruk tijdens instructiefase ligt op het aanbieden van spellingsregels; oefenstof gericht op het zelfstandig oefenen van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op herhaling van de basisstof wordt niet aangeboden; oefenstof gericht op remediëring wordt niet aangeboden; aan controledictees wordt meegedaan; uitloopopdrachten uit de methode bedoeld voor snellere leerlingen worden niet aangeboden; verdiepings- of verrijkingsopdrachten bedoeld voor betere leerlingen uit de methode worden niet aangeboden. Spelling in Beeld is zo gemaakt dat de leerlingen in principe de verschillende fasen zelfstandig kunnen doorlopen. Aan de startinstructie (= verkorte instructie) wordt altijd meegedaan. Daarna werkt de leerling zelfstandig.

3.1.3.1 Compacten Spelling eerste leerlijn 15

16

17 3.1.3.2 Compacten Spelling tweede leerlijn

Nogmaals: de leerkracht kan in individuele gevallen van bovenstaande richtlijnen afwijken, als de onderwijsbehoefte van de leerling hier om vraagt. 18

19 3.2 Verrijken Door compacting komt er tijd vrij waarin leerlingen aan verrijkingstaken gaan werken. De verrijkingsstof dient als een vervangend leerstofaanbod en niet als een extra aanbod bovenop de normale hoeveelheid werk die iedere leerling krijgt. Verrijkingstaken hebben deels een verplichtend karakter, maar worden deels op een vrijblijvende manier aangeboden. De leerkracht maakt met de leerling duidelijke afspraken over de te maken verrijkingsstof. In iedere groep is een eigen map aanwezig met verrijkingsmateriaal dat ingezet kan worden bij compacting. De materialen hiervoor zijn zeer zorgvuldig geselecteerd op aanbeveling van deskundigen. Door het gebruik van de materialen in de mappen en niet willekeurig uitgezocht materiaal wordt de doorgaande lijn geborgd en wordt voorkomen dat leerlingen in bijvoorbeeld groep 7 materiaal aangeboden krijgen dat ze al in groep 6 hebben gedaan. Indien leerkrachten zelf materiaal hebben waar zij met grote tevredenheid mee werken, dan volgt overleg met de parallel groep en daarna met de coördinator meer- en hoogbegaafden of dit materiaal aan de mappen van het betreffende leerjaar toegevoegd kan worden. Op L:\(hoog) begaafdenbeleid\verrijkingsmappen is te vinden welke materialen in welke leerjaar gebruikt worden (inhoudsopgave van de mappen) 3.2.1 Verrijken Eerste Leerlijn Voor leerlingen uit de Eerste Leerlijn wordt eerst verrijking uit de methoden aangeboden. Pas als dat is afgerond, kan verder gewerkt worden aan ander verrijkingsmateriaal. Hieronder staan verrijkingstaken, in volgorde, die een verplichtend karakter hebben: Verrijking Eerste Leerlijn Rekenen/Wiskunde: 1. Plusopgaven uit Alles Telt 2. Plustaak Rekenen, van uitgever Delubas Verrijking Eerste Leerlijn Taal: 1. Extra opdrachten uit Taal in Beeld 2. Taalmaker van Taal in Beeld 3. Plustaak Taal, van uitgever Delubas 4. Slimme Taal (kranten en tijdschriften/kinderliteratuur) 5. Projecten, zoals Namen, Dino s, uit Kant en Klaar Plus (uitgave van het centrum voor begaafdheidsonderzoek) Verrijking Eerste Leerlijn Spelling: 1. Extra opdrachten uit Spelling in Beeld 2. Projecten, zoals Namen en Dino s 3.2.2 Verrijken Tweede Leerlijn Voor leerlingen uit de Tweede Leerlijn wordt een selectie gemaakt uit de verrijkingsopdrachten uit de reguliere methoden. Alleen de écht uitdagende opdrachten worden gemaakt. Deze opdrachten hebben een verplichtend karakter. Daarnaast werken de meer- en hoogbegaafde leerlingen aan verrijjkingsopdrachten die deels door de leerkracht (en evt. de Plusklasleerkracht) zijn geselecteerd, deels door de leerling zelf zijn gekozen. Verrijking Tweede Leerlijn Rekenen/Wiskunde (niet per definitie in deze volgorde) 1. Selectie van plusopgaven uit Alles Telt (deze zijn niet allemaal uitdagend genoeg) eventueel direct naar het plusschrift en geen plusopgaven uit de methode 2. Plusschrift van Alles Telt 3. Rekentijgers

4. Somplextra (geschikt vanaf groep 6) 5. Topklasser bv Wiskunde (zie de verrijkingsmap van het betreffende jaar) 6. Logische Breinbrekers 7. Wisschriften 8. Rekenmeesters 20 Verrijking Tweede Leerlijn Taal: 1. Selectie van uitdagende Extra opdrachten uit Taal in Beeld 2. Slimme taal (kranten en tijdschriften/kinderliteratuur) 3. Taalmaker selectie van de computerbladen uit Taal in Beeld 4. Projecten, zoals Namen, Prachtige patronen, uit Kant en Klaar Plus (uitgave van het centrum voor begaafdheidsonderzoek) deze projecten zijn breed verrijkend over alle vakken. 5. Overig materiaal uit de verrijkingsmap, zoals bijvoorbeeld op naar het VO en Detective Denkwerk Kinheim gidsen en Topklassers. Verrijking Tweede Leerlijn Spelling: 1. zie verrijking taal 2. vrije schrijfopdrachten De werkgroep wil een leertrajectkaart en/of een (digitaal) portfolio ontwikkelen, waarin het verrijkingsmateriaal van de leerling wordt bijgehouden gedurende de gehele schoolloopbaan. 4 De Plusklas Nadat bij een leerling, na psychodiagnostisch onderzoek meer- of hoogbegaafdheid is vastgesteld of er door onderzoek via het DHH voldoende aanwijzingen zijn dat de leerling op het niveau van meer- of hoogbegaafdheid kan functioneren, zal het zorgteam de behoefte aan deelname aan de Plusklas onderzoeken en vaststellen. De onderwijsbehoefte van de leerling is hierbij het uitgangspunt. Het zorgteam maakt gebruik van informatie die door de orthopedagoog/psycholoog is verstrekt (zowel in het rapport als tijdens de bespreking van dit rapport) en van informatie die uit het DHH is gegenereerd. Bij beide vormen van onderzoek is de input van ouders en leerkrachten van belang. Als een leerling in de Plusklas zit, kan blijken dat dit niet de juiste plek is voor dit kind om tot leren en werken te komen. Hier kunnen verschillende redenen voor aanwezig zijn. In dit geval overlegt de leerkracht van de Plusklas met de leerkracht van de stamgroep en de IB er. Er kan besloten worden dat het beter is dat de leerling uit de Plusklas gaat. Ook hierbij worden de ouders en de leerling betrokken. De uiteindelijke beslissing over hoe verder te handelen ligt in deze situaties bij het zorgteam. Het is mogelijk dat een leerling tijdelijk uit de Plusklas gaat, en er later, als de behoefte weer wel aanwezig is, weer in komt. Ook hier neemt het zorgteam de beslissing. Voor verder informatie wordt verwezen naar de Beleidsnota (zie L-schijf).

21 5 Vervroegde doorstroming vanaf groep 3 Vervroegde doorstroming vanaf groep 3 kan gerealiseerd worden door een klas over te slaan door compacting van twee leerstofjaren in een schooljaar aan te bieden. Vervroegde doorstroming is een maatregel die wij slechts zullen toepassen als er geen andere opties meer zijn in de leerlingenzorg om begeleiding van de leerling optimaal te houden. Vervroegde doorstroming is dus een maatregel die slechts bij hoge uitzondering genomen zal worden, in nauw overleg met de leerkracht, het zorgteam en de directie. Dit betekent dat slechts leerlingen die aan onze criteria voldoen hiervoor in aanmerking komen (zie de Beleidsnota, paragraaf 4.5.1 ). Op grond van onze verantwoordelijkheid voor zowel een pedagogisch als onderwijskundig hoogstaande kwaliteit van leerlingenzorg, stellen we daarbij dat een leerling (vanaf groep 3) in principe slechts eenmaal tijdens de basisschoolperiode vervroegd kan doorstromen. Bij twijfel zal een extern deskundige om advies worden gevraagd. Voordat overgegaan wordt tot het nemen van een beslissing over vervroegde doorstroming, wordt voor iedere leerling die daarvoor mogelijk in aanmerking komt de versnellingswenselijklheidslijst van het SLO ingevuld door ouders en leerkracht. Dit gebeurt in nauw overleg tussen leerkracht en IB er. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Beleidsnota (zie L-schijf). 6 Evaluatie Om de resultaten van het handelen goed te kunnen volgen en beoordelen, wordt de begeleiding van de leerlingen geëvalueerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen evaluatie van de (hoog)intelligente leerlingen en evaluatie van de meer- en hoogbegaafde leerlingen. 6.1 Evaluatie Eerste Leerlijn De prestaties van de (hoog)intelligente leerlingen worden door de eigen leerkracht gevolgd. De resultaten van methodegebonden toetsen, niet-methodegebonden toetsen, het verrijkingsmateriaal en de algemene ontwikkeling van de leerling worden nauwlettend gevolgd en geregistreerd (o.a. via Parnassys), net als overigens alle leerlingen. Op basis van deze gegevens neemt de leerkracht een beslissing over de verdere leerlingbegeleiding. Het is daarbij mogelijk dat een leerling uit de Eerste Leerlijn geplaatst wordt. Bij twijfel wordt overleg gepleegd met het zorgteam. Een beslissing over de leerlingbegeleiding zal altijd in het belang van de leerling worden genomen. 6.2 Evaluatie Tweede Leerlijn De evaluatie van de hoogbegaafde leerlingen wordt door zowel de leerkracht van de stamgroep als door de leerkracht van de Plusklas verzorgd, in overleg met het zorgteam. Hoogbegaafde leerlingen vallen met betrekking tot de coördinatie van de zorg onder de verantwoordelijkheid van het zorgteam. De leden van het zorgteam beschikken over de vereiste deskundigheid ten aanzien van de begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Uiteraard worden de prestaties van de meer- en hoogbegaafde leerlingen door de eigen leerkracht gevolgd: de resultaten van methodegebonden toetsen, niet-methodegebonden toetsen, (deels) het verrijkingsmateriaal en de algemene ontwikkeling van de leerling worden nauwlettend gevolgd en geregistreerd (o.a. via Parnassys). De prestaties en de ontwikkeling van de meer- en hoogbegaafde leerlingen worden ook door de leerkracht van de Plusklas gevolgd: de resultaten van het verrijkingsmateriaal en de prestaties bij activiteiten en projecten worden nauwlettend gevolgd en geregistreerd. Minstens twee keer per jaar vindt afstemming plaats tussen de leerkracht van de stamgroep en de leerkracht van de Plusklas.

22 Bijlage: Weektaak Waarom een weektaak: - de leerling heeft verantwoordelijkheid voor eigen werk - de leerling leert te plannen en te structureren - leerkracht, leerling en ouders hebben zicht op differentiatie in leerstof - verrijking (moeilijker) kan meer tijd vragen dan de leerling gewend is: concentratiespanne vergroten - door opname van verrijking in weektaak (verplichtend): de leerling leert dat het normaal is om met moeilijkere taken om te gaan en dat fouten maken mag - werk naar keuze : stimuleert de leerling - de leerling en leerkracht krijgen zicht op volgorde van taken en aanpak (kleuren geven houvast en hebben een signaalfunctie) - gemakkelijkere afstemming tussen de groepsleerkracht en Plusklasleerkracht - zicht krijgen op voortgang en ontwikkeling bij werken met weektaak - communicatie met ouders om inzicht te geven in dagelijkse gang van zaken (zie achterkant van weektaak) Wie vult de weektaak in: - de groepsleerkracht vult de weektaak in (wat heeft de leerling nodig of welk doel moet hij/zij halen? afwijken van methode of van de compactingsrichtlijnen moet mogen!) - Verrijking kan worden afgestemd/overlegd met Plusklas-leerkracht - in onderling overleg kan verrijking vanuit Plusklas ook in weektaak worden opgenomen Hoe weektaak invullen: - de weektaak wordt maandagochtend aan de leerling gegeven - het basisprogramma van de weektaak is hetzelfde als voor alle andere groepsleerlingen: het weekrooster in de rode map (wat wordt op welke dag gedaan?) - invullen van basisprogramma: voldoende is om blok 2, les 3 in te vullen: de leerling volgt zelf de compactingsrichtlijnen! - Verrijking wordt specifiek ingevuld: wat, welke bladzijden of welke opdrachten. Maakt in principe niet uit op welke dagen het de opdrachten worden ingevuld: de leerling is vrij in het plannen van het werk - Werk naar keuze vult de leerling zelf in - Op de achterkant kan de leerkracht opmerkingen plaatsen (vooraf: let op, of achteraf: goed gewerkt of beter plannen ) - De ouder/verzorger heeft ook mogelijkheid om opmerking te plaatsen Wat doet de leerling: - de leerling kan zelf werk naar keuze invullen - als een opdracht is afgerond, wordt het hokje ingekleurd: de kleur komt overeen met de dag waarop de opdracht is afgerond. Dat betekent dat een opdracht die op vrijdag, staat in geel (= maandag) kan worden afgevinkt