Oplossingsrichtingen bij het begeleiden van bevolkingsdaling



Vergelijkbare documenten
Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Krimp & sociaal ondernemerschap: kleiner & fijner?

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

update kennisagenda krimp

Reacties op bevolkingsdaling

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Bestuurdersconferentie Krimp in beweging!

Stellingen Provinciale Staten

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Participatieverslag Nieuw & Anders

Drie decentralisaties voor gemeenten

Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kenmerk Uw kenmerk Goede voortgang in uitvoering samenwerkingsafspraken

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Demografische krimp in Gelderland

Pas je huizen aan of breng je mensen in beweging? Kees Konings, DomaVita Vastgoedadvies

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

SchiermonnikOOG op Morgen. Aanpak experiment bevolkingsontwikkeling Schiermonnikoog

Regiodeal. Ruimtelijke transformatie als hefboom voor verandering

Kennisnetwerk Krimp. Noord-Nederland (KKNN)

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

SER-advies over bevolkingskrimp Harry Garretsen 2 december 2010

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

BOUWNETWERK. Kiezen en uitblinken. Bouwnetwerk is hét netwerk voor vrouwen die werken aan de gebouwde omgeving

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Profielschets Burgemeester van Best. Profielschets Burgemeester van Best

Loslaten is het nieuwe vasthouden. Hoofdstuk 9

FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN COMMISSARISSEN PROFIEL VASTGOED VELISON WONEN

Opleidingsprogramma DoenDenken

De Raad en de Omgevingswet

Naam portefeuillehouder: Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar: behandelend ambtenaar: Uitvoeringsagenda Achterhoek

P10 STRATEGISCHE AGENDA

WORDT U ONZE BURGEMEESTER?

Workshop Wijkeconomie

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

KUIPERCOMPAGNONS. AL 100 JAAR!

CONVENANT ACHTERHOEK 2020 Coöperatief samenwerkende ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Ridderkerk dragen we samen!

Krimp en woningcorporaties de rode draad? Aedes & Kenniscentrum NoorderRuimte. Dr. ing. Jan Veuger MRE FRICS, lector (Maatschappelijk) Vastgoed

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject

WELKOM. Doorpakken met aardgasvrije wijken. Donderdag 6 december, Jaarbeurs Utrecht

Samenwerken aan welzijn

1. We willen doorgaan met behoud en versterking van de kwaliteiten van de IJsseldelta

NO Brabant: leefbaarheid Ben van Essen Strateeg provincie Limburg

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Inge Test

Agenda workshop De vrijetijdssector en gebiedsontwikkeling

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Bespreekpunt: Herkent het BORA de geformuleerde ambitie, kaders en vraagstelling voor de Dialoog Regioprofilering?

Model Vervoersregio en Economische Profilering. Beschrijving model

Kleine scholen en leefbaarheid

Langer zelfstandig wonen

KOERSNOTITIE OIRSCHOT

Stéphanie van Noordt advies en begeleiding leerlingendaling. Van Noordt Marketing & Communicatie

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. Gach Wethouder. No. B Dronten, 11 september 2012

Flitsende en bruisende dienstverlening

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Is bevolkingskrimp een ramp of biedt het ook kansen?! Willy Doorn Burgemeester gemeente Landerd Mei 2010

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Samenstelling bestuur

Benchmark Burgerparticipatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Betekenisvol beleid voor een aantrekkelijke stad

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1

TOEKOMSTVISIE. het Land van Slochteren 2020 ruimte voor kwaliteit en ontmoeting

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

Visie. Meierijstad. Ambassadeur van de gemeente. 13 Kernen. Lef. Visie. Visie. 13 kernen. Charisma. capital. Integer. Visie. Modern. Visie.

Beter leven voor minder mensen

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

AANPAK BINNENSTAD SCHIEDAM

Profielschets Burgemeester van Smallingerland

Leegstand agrarisch vastgoed

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

PROFIEL VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN ZIJN LEDEN

Een betrouwbare overheid. Gemeentelijke samenwerking en financiën

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN?

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Projectformat Agenda van Twente, jaarschijf 2010 Aanvrager: gemeente Almelo Project : Transitiestrategie Noordflank Bijlagen:

Kansen voor Noord-Drenthe Triple P-monitor: onderzoek naar de duurzaamheid in Tynaarlo en Aa en Hunze.

Transcriptie:

Oplossingsrichtingen bij het begeleiden van bevolkingsdaling Nirov BMC Ministerie van Binnenlandse Zaken: Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking Programma Bevolkingsdaling P-10 Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederlandse gemeenten KENNIS VAN KRIMP Output nr 22

Kennis van Krimp 3

inhoudsopgave Kennis van Krimp Oplossingsrichtingen bij het begeleiden van bevolkingsdaling Woord vooraf 6 Inleiding 8 1 Samenwerking 13 1.1 Kracht en dilemma: samenwerking tussen 15 overheden in de regio 1.2 Publiek-private samenwerking 21 1.3 De burger als producent van maatschappelijk leven 25 Conclusies 30 2 Visievorming 32 2.1 Visievormingsproces 33 2.2 De inhoud van een visie in krimpcontext 36 2.3 Van visie naar uitvoeringsstrategie 39 Conclusies 41 5 3 De lokale business case 42 3.1 Kansen voor private investeringen 44 3.2 Vraagstuk vrijkomende gronden 48 3.3 De winst van actief burgerschap 52 Conclusies 55 Deelnemers Expertmeetings KriMP 58 InitiatiefnemerS 60 ColofON 63

woord vooraf Woord vooraf Na vele decennia van bevolkingsgroei is bevolkingsdaling een thema waar we in Nederland nog niet overal aan gewend zijn. Als voorzitter van de P10, het samenwerkingsverband van tien grote plattelandsgemeenten, was ik dan ook verheugd toen het Nirov, BMC, SVn en het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het initiatief namen tot de expertmeetings krimp. Inspirerende bijeenkomsten met inspirerende mensen, die uiteindelijk tot deze mooie publicatie hebben geleid. Want inspiratie en goede ideeën hebben we nu nodig. Van de topkrimpregio s hebben we geleerd dat het van belang is om bevolkingsdaling niet zomaar over ons heen te laten komen, maar er op te anticiperen. De regio s waar de bevolkingsdaling binnenkort optreedt, zoals de Achterhoek, hebben de kans om de bevolkingsdaling goed te begeleiden. Maar hoe doen we dat en wie doen er aan mee? 6 Bevolkingsdaling brengt gevaren met zich mee. Verdwijnende voorzieningen kunnen lelijke plekken worden in dorpen. Landschapsonderhoud loopt gevaar door stoppende agrarische bedrijven, terwijl een kwalitatief goed landschap juist belangrijk is voor nieuwe economische dragers als het toerisme. Brengt bevolkingsdaling alleen ellende met zich mee? Nee, zeker niet. Een minder druk Nederland biedt ook kansen voor de kwaliteit van leven en recreëren. De hamvraag is echter hoe wij de transitie van het platteland zo vorm kunnen geven dat het platteland ook voor de toekomst zijn meerwaarde biedt: aan de bewoners ervan, maar ook aan de stedelingen, die behoefte hebben om hun ontspanning buiten de steden te zoeken. Gemeenten, provincies, rijk, woningcorporaties, banken en andere private partijen zullen met elkaar deze transitie moeten begeleiden om de dreigende negatieve effecten van bevolkingsdaling om te zetten naar positieve effecten. Dat vergt forse inspanningen en forse investeringen. Maar als we dat nu niet doen, betalen we achteraf een rekening die vele malen hoger ligt. Dat hebben we geleerd van de topkrimpregio s en andere gebieden in Europa. Ik hoop dat deze publicatie bijdraagt aan het besef van de verschillende partijen dat er nú gezamenlijke actie nodig is. Bovenal heb ik het

woord vooraf vertrouwen dat we van de bevolkingsdaling een succesverhaal kunnen maken. Hoe we dat precies moeten doen blijft een spannende zoektocht, maar als alle partijen hun verantwoordelijkheid willen nemen en elkaars kennis willen delen, kan het niet anders dan een succes worden. Ik wens u veel inspiratie toe met deze publicatie en ik wens ons allen een goede samenwerking toe bij het begeleiden van de bevolkingsdaling. Henk Aalderink Burgemeester van Bronckhorst Voorzitter P-10 7

inleiding Inleiding Bevolkingsdaling, oftewel demografische krimp, is in steeds meer regio s een onomkeerbaar proces. Volgens de laatste verwachtingen van het PBL en het CBS zal tot 2040 meer dan een derde van alle gemeenten in Nederland te maken krijgen met een afname van de bevolking en ongeveer een tiende met een afname van het aantal huishoudens. In bijna alle gemeenten zal de potentiële beroepsbevolking in omvang afnemen. Vanaf 2038 neemt het totale inwoneraantal van Nederland af. 8 Krimp wordt gezien als een breder fenomeen dan slechts de afname van het aantal bewoners in een gebied. Het gaat om een demografische transitie die is samengesteld uit een regiospecifieke mix van bevolkingsafname, huishoudensafname, ontgroening en vergrijzing. Een transitie die structurele gevolgen heeft voor allerlei aspecten van de kwaliteit van leven, zoals de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de economische structuur, het voorzieningenniveau, de fysieke inrichting en het bestuur van gebieden. De uitdaging voor krimpgebieden is om tot een nieuw evenwicht te komen. Dat vereist innovatie en methodische vernieuwing. De vele decennia van bevolkingsgroei, hebben ons diepgaand gevormd. Al onze verdien- en bekostigingsmodellen zijn op groei gericht. In een context van krimp moeten deze modellen en de achterliggende waarden opnieuw worden doordacht. Van eerste naar tweede generatie De drie topkrimpregio s Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Groningen en Parkstad Limburg zijn te beschouwen als de eerste generatie krimpgebieden in Nederland. Door de aandacht voor deze gebieden is het krimpbewustzijn in Nederland de laatste jaren sterk toegenomen. Er is onderzoek gedaan, er zijn regionale platformen opgericht en er is aandacht vanuit landelijke en provinciale overheden. Er wordt in pilots gewerkt aan specifieke aanpakken voor krimp. De huidige anticipeerregio s vormen de tweede generatie krimpgebieden. Het gaat om Midden- en Noord-Limburg, de Achterhoek, Oost-Drenthe, Twente, Groene Hart, West-Brabant, Goeree-Overflakkee,

inleiding Voorne-Putten en Hoeksche Waard, Noordoost- en West-Friesland, de Kop van Noord-Holland en Schouwen-Duivenland. Door de opgebouwde krimpkennis hebben zij een goede uitgangspositie om tijdig te anticiperen op de aanstaande demografische veranderingen. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met het specifieke karakter van de diverse regio s. Er zijn grote verschillen wat betreft de economische structuur, de ruimtelijke en maatschappelijke ordening, de relatie met het omliggende gebied en het soort demografische krimp waarmee deze regio s te maken krijgen. Expertmeetings In de tweede helft van 2011 organiseerden het Nirov, in samenwerking met BMC, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn), de P10 en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een reeks expertmeetings rondom de krimpopgave in anticipeerregio s. Het doel was om een bijdrage te leveren aan de methodische vernieuwing die nodig is om de demografische transitie in deze gebieden in goede banen te leiden. De expertmeetings waren opgezet als een serie, waarin een vaste groep professionals gezamenlijk door een denkproces gaat. Er waren professionals betrokken vanuit drie casusregio s: regio Achterhoek (Gelderland), gemeente Schouwen-Duiveland (Zeeland) en gemeente Ooststellingwerf (Friesland). Daarnaast was een groep externe experts betrokken met ervaring in de krimpopgave en achtergronden in verschillende disciplines. 9 Ruimtelijke ontwikkeling in krimpgebieden Om de tijdens de expertmeetings de juiste thema s te behandelen is vooraf gezocht naar de grootste vraagstukken die demografische krimp in relatie tot ruimtelijke ontwikkeling opwerpt. In gebieden met krimp doen zich op een aantal aspecten van het ruimtelijke ontwikkelingsproces nieuwe, complexe vragen voor. Dit betreft vooral vraagstukken rondom de thema s samenwerking, visievorming en financiering. Deze drie onderwerpen vormden de hoofdthema s voor de Expertmeetings Krimp. In deze publicatie komen deze thema s terug als afzonderlijke hoofdstukken. Samenwerking In een krimpsetting neemt de wederzijdse afhankelijkheid van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden toe. Nog meer dan in een context van demografische groei, bestaat in krimpgebieden daarom de noodzaak om de ruimtelijke ontwikkeling in gezamenlijkheid vorm te geven. Krimpregio s gaan door een zoektocht welke samenwerkingsvormen

inleiding het meest effectief zijn, in zowel de publiek-publieke als publiek-private lijn. Hoe kan je een succesvolle samenwerking tussen een grote en ongelijksoortige groep partijen opbouwen? Wie voert de regie en wat houdt dat in? Visievorming Het blijkt erg complex te zijn om een visie te formuleren op een krimpend gebied, waar (per saldo) desinvesteringen plaatsvinden en ruimte vrijkomt. Het is in de Nederlandse planningstraditie niet vaak voorgekomen dat bebouwd gebied wordt herbestemd tot natuur, landschap, landbouw of recreatie. Het formuleren van een visie vereist de betrokkenheid van bewoners en gebruikers van het gebied. Hoe geef je het proces vorm waarin een visie tot stand komt? Welke inhoud past bij de context van krimp? 10 Financiering Bij de ontwikkeling van een ruimtelijke strategie, komt onder meer het vinden van een nieuw financieringsmodel naar voren. Waar zich geen groei voordoet, is de verdiencapaciteit beperkt tot negatief. Het gaat in essentie om desinvesteringsopgaven die omvangrijker zijn dan de investeringsopgaven. Er is nog weinig zicht op de feitelijke kosten van krimp en nog minder op wie die kosten zou moeten (of kunnen) dragen. Hoe financier je een ruimtelijke gebiedsstrategie als per saldo sprake is van desinvesteren? Tot slot Deze publicatie vormt geen uitputtende analyse van het fenomeen bevolkingsdaling of een afgepaste strategie hoe hiermee moet worden omgegaan. Daarvoor zijn de regionale verschillen te groot. Krimp is bij uitstek een regionale opgave waar blauwdrukoplossingen niet van toepassing zijn. Wel geeft deze publicatie een beeld van de diverse opgaven die demografische krimp met zich meebrengt en biedt het een overzicht van de denkrichtingen die op dit moment in de praktijk worden verkend.

inleiding Demografische ontwikkelingen per gemeente, 2008-2040 Bron: PBL/CBS, PEARL 2009 11

1 Samenwerking

samenwerking Samenwerking Bevolkingsdaling brengt grote maatschappelijke en economische veranderingen met zich mee. Er zijn nauwelijks personen of partijen die zich kunnen onttrekken aan het ontstaan van een nieuwe balans. Succesvolle samenwerking tussen burgers, maatschappelijk middenveld, overheden en ondernemers wordt gezien als een van de belangrijkste randvoorwaarden voor een vitale toekomst van krimpgebieden. De verwachting is dat in een krimpsetting de wederzijdse afhankelijkheid van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties toeneemt. Burgers hebben elkaar nodig voor een leefbare buurt, maatschappelijk leven en (mantel)zorg, ondernemers moeten krachten bundelen om een gezond lokaal economisch klimaat te handhaven, gemeenten worden afhankelijker van elkaars voorzieningen en bouw- en sloopplannen. En ook tussen publieke en private partijen ontstaan nieuwe afhankelijkheidsrelaties. 14 Waar de wederzijdse afhankelijkheid toeneemt, groeit de noodzaak tot samenwerking. Juist in krimpgebieden, waar de kosten toenemen en de verdienmogelijkheden teruglopen, is geen ruimte voor wrijvingsverlies of dubbel werk. De precieze route van wederzijdse afhankelijkheid naar succesvolle samenwerking is nog onbekend en verschilt per regio. Ondanks deze lokale verschillen komt een aantal vragen steeds terug. Is iedere partij zich (voldoende) bewust van zijn eigen belang in een gedeelde oplossing? Is men bereid om hier (naar rato) aan bij te dragen? Hoe wordt een succesvolle samenwerking tussen een grote en ongelijksoortige groep partijen opgebouwd? Wie voert de regie en wat houdt dat in? In dit hoofdstuk schetsen we de belangrijkste oplossingrichtingen die in de expertmeetings de revue passeerden. Gekozen is voor een onderverdeling in samenwerking tussen overheden, publieke-private samenwerking en de rol van burgers (burgerkracht).

samenwerking 1.1 Kracht en dilemma: samenwerking tussen overheden in de regio In een krimpcontext neemt de noodzaak tot goede samenwerking tussen overheden toe. Niet langer zal iedere gemeente alle voorzieningen binnen haar eigen gemeentegrenzen kunnen handhaven. Waar gemeenten elkaar voorheen lustig beconcurreerden om inwoners en bedrijven, is het in een context van bevolkingsdaling duurzamer om gezamenlijke keuzes te maken. Voor deze publicatie is op basis van gesprekken en literatuur bekeken hoe het gesteld is met de samenwerking tussen overheden (publiek-publiek) in krimpregio s. Welke rollen spelen overheden, met name provincies en gemeenten, ten opzichte van elkaar? Is informele samenwerking tussen gemeenten, zoals nu veel gebeurd, een goed middel om de krimpopgaven te lijf te gaan? En hoe werkt dat dan in de praktijk? Krimp is een regionale aangelegenheid Bevolkingsdaling leidt tot regionale opgaven. Bestuurders en beleidsmakers in krimpgebieden zijn dan ook vooral bezig met publiek-publieke samenwerking op regionale schaal. De regio is geen officiële bestuurslaag in het Huis van Thorbecke. Regio s als schaalniveau kennen in beginsel geen bestuur met wettelijke bevoegdheden, met uitzondering van de Wgr-plusregio s. 1 15 De effecten van maatschappelijke, economische en demografische trends slaan regionaal neer, je partners zijn regionaal georganiseerd, dus op die schaal ligt voor mij als wethouder ook de oplossing. Toch bestaan er veel vormen van bestuurlijke en ambtelijke regionale samenwerking. Bekende voorbeelden in krimpcontext zijn Parkstad Limburg en Regio Achterhoek. Dergelijke samenwerking vindt over het algemeen plaats op basis van vrijwillige medewerking door naburige gemeenten. In sommige gevallen neemt ook de provincie deel. 1 Wgr-plusregio s, ook wel bekend als stadsregio s, kennen wél een bestuur met wettelijke bevoegdheden op het gebied van verkeer en vervoer, werken en wonen. De Wgr-plusregio s zijn vooral geordend om de grootste Nederlandse steden. De huidige regering wil de Wgr-Plusregeling echter beëindigen. Zie: http://stadsregios.nl/ en http://www.rijksoverheid.nl/ documenten-en-publicaties/persberichten/2011/10/10/versterking-economie-vraagt-om-compacte-overheid.html

samenwerking Wat is een regio? Regio s zijn samenhangende ruimtelijke en maatschappelijke eenheden die meestal historisch zijn gegroeid, vanuit een gedeeld landschap of gedeelde industrie. In sociaaleconomische zin kenmerkt een regio zich door de zogenaamde Daily Urban Systems van haar inwoners. Arbeids- en woningmarkten zijn vaak regionaal georganiseerd. Ook voorzieningen, zoals onderwijs, zorg en welzijn kennen dikwijls een regionale ordening. 1 Er bestaan grote verschillen tussen Nederlandse regio s. Zo bestaat de regio Groot-Rijnmond uit 27 gemeenten en 1,4 miljoen inwoners. De regio Delfzijl en omgeving bestaat uit 3 gemeenten en 49.000 inwoners. Sommige regio s zijn georganiseerd rondom een of twee grote kerngemeenten, andere kennen een meer gelijk verdeelde bevolking. Sommige groeien, andere krimpen. 2 16 De COROP-indeling is een formele regioindeling die stamt uit 1971 1 Een waardevolle bron voor wie meer over de kenmerken, kansen en knelpunten van regio s wil lezen is de publicatie: Saris, J., P. van Ree, J. Modder, M. Stamsnijder, Stedelijke regio s. Over informele planning op een regionale schaal. NAi Uitgevers, 2011. 2 In strikte zin verschilt de definitie van een regio afhankelijk van je perspectief (lokaal, nationaal, Europees of globaal). Op nationaal niveau worden bijvoorbeeld de Noordvleugel Randstad of Brainport Eindhoven als regio gezien. Binnen Europa wordt gesproken van zogenaamde Euregio s, zoals de Euregio Maas-Rijn, bestaand uit de zeshoek Hasselt-Maastricht-Luik-Aken-Heerlen-Eupen (3,9 miljoen inwoners). Vanuit internationaal perspectief is West-Europa een regio.

samenwerking De regio als publieke arena Regionale samenwerking wordt beschouwd als de beste weg om de effecten van bevolkingsdaling in goede banen te leiden. Tegelijkertijd zien lagere overheden de beperkingen van de huidige manier van regionale samenwerking. Nederland is politiek nu eenmaal zo georganiseerd dat een wethouder zijn eigen lokale belang vertegenwoordigt, met afrekening en beloning door lokale kiezers. Als puntje bij paaltje komt, prevaleert dus nogal eens het lokale belang boven het regionale belang. Van je familie houd je nu eenmaal meer dan van je vrienden. Het ontbreken van een wettelijke doorzettingsmacht van regionale samenwerkingsverbanden kan zich wreken als er in het regionaal belang beslissingen genomen worden die lokaal pijn doen, zoals het sluiten van een school, het opheffen van een buslijn of het afboeken van grondwaarde op bouwlocaties. Bestuurders van gemeenten en provincies worstelen met de vraag hoe zij regionale samenwerkingsverbanden tussen lagere overheden meer slagkracht kunnen geven, zonder de lokale (democratische) borging daarbij te verliezen. Wat helpt, is voortdurend het regionale belang te vertalen naar het belang van de gemeente, of zelfs de individuele (dorps)kernen. Om zowel in de regionale als de lokale arena overeind te blijven hebben bestuurders een rechte rug, charisma en doorzettingsvermogen hard nodig. 17 Lokale bestuurders, ambtenaren en experts zien in meerderheid het vrijwillige samenwerkingsverband als de meest effectieve constructie voor regionale samenwerking. We moeten denken in mandaat con amore, niet in oekazes. Met koude macht krijg je niet de synergie die je zoekt en komt de rekening later. Het moet vrijwillig gebeuren. Maar vrijwillig is niet vrijblijvend. Het vormgeven van regionale samenwerking is een ingewikkeld proces, waarbij je rekening moet houden met emoties. De chemie tussen de betrokken bestuurders en ambtenaren is vaak doorslaggevend. Rol van de provincie in regionale samenwerking De provincie kan een kaderstellende en corrigerende rol vervullen en als stok achter de deur fungeren om individuele gemeenten aan hun regionale

samenwerking afspraken te houden. 1 Tegelijkertijd dient de provincie voldoende beleidsruimte voor de regio s te creëren waarbinnen zij hun eigen visie kunnen opstellen en de regie kunnen voeren. De provincie zou bovenaan de trechter moeten staan. Als je als regio niet door de trechter gaat, dan heb je een probleem. Door heldere kaders kunnen zij leidinggeven aan een regionale krimpaanpak. Provincies pakken deze rol nog niet altijd onvoldoende op. Sommige provincies missen de slagkracht, andere de urgentie van de krimpopgave. Vrijwillige publieke samenwerking in regio Groningen-Assen 18 Regio Groningen-Assen is een bestuurlijk samenwerkingsverband tussen de provincies Drenthe en Groningen, de gemeenten Assen, Groningen en tien overige omliggende gemeenten. Deze overheden werken sinds 1996 samen. De regio heeft 450.000 inwoners en telt ongeveer 220.000 arbeidsplaatsen. De gemeente Groningen neemt zowel qua inwonertal als qua werkgelegenheid een centrale rol in. Voor de regio als geheel wordt voorlopig geen bevolkingsdaling verwacht, maar wel voor deelgebieden binnen de regio. In de Regio Groningen-Assen zitten provincies en gemeenten vrijwillig en gelijkwaardig aan tafel. Een voordeel hiervan is dat alle deelnemende overheden de meerwaarde van de samenwerking inzien en zich gekend voelen. Een nadeel is het gebrek aan slagkracht, een stemverhouding die niet op inwoneraantallen is gebaseerd en het missen van een bestuurlijke stok achter de deur om elkaar aan afspraken te houden. De samenwerking berust op drie pijlers: economische profilering op internationaal niveau, behoud en versterking van de gebiedskwaliteit en betrokkenheid van de maatschappij. Uit deze laatste pijler is een economisch platform voortgevloeid, waarin regionale onderwijsinstellingen en ondernemers zitting hebben. De Regio Groningen-Assen maakt periodiek een gezamenlijke Regiovisie, die wordt vertaald in vier regionale programma s, Wonen, Bedrijventerreinen & Economie, Bereikbaarheid en Regiopark (natuur en landschap). Men speelt daarbij in op trends als de 1 ook de SER adviseert een centrale rol voor provincies in het advies Bevolkingskrimp benoemen en benutten, maart 2011.

samenwerking stedelijke regio als economische motor; concentratie en schaalvergroting in het onderwijs en andere voorzieningen; vergrijzing (zorg en welzijn). De MotoGP TT Assen in 2010, met op de achtergrond het logo van Regio Groningen-Assen Rond 2000 is een regionaal fonds opgericht waarin de deelnemende overheden gezamenlijk 8,5 miljoen per jaar storten. Hieruit wordt de aanpak van regionale opgaven gefinancierd, zoals de aanleg van twee nieuwe lightraillijnen in de stad Groningen. Men werkt ook al langere tijd succesvol samen aan het terugbrengen van het regionale planoverschot van woningen en bedrijventerreinen. Er zijn daarnaast initiatieven geweest om een gezamenlijk fonds ter bekostiging van grondexploitatieverliezen te starten, maar dit is (nog) niet van de grond gekomen. 1 19 Meer weten? http://www.regiogroningenassen.nl 1 gebaseerd op presentatie Jaap Wijma Concentreren op kwaliteit over bestuurlijke samenwerking in regio Groningen-Assen. De spagaat van Zeeland In Zeeland daalt de bevolking van Zeeuws Vlaanderen (benoemd als landelijke topkrimpregio ). Het eiland Schouwen-Duiveland is benoemd tot anticipeerregio, omdat de bevolking daar naar

samenwerking verwachting vanaf 2030 zal dalen. Sommige andere Zeeuwse gemeenten, zoals Goes en Middelburg, blijven de komende decennia nog groeien. De bevolking van Zeeland als geheel zal waarschijnlijk vanaf 2026 gaan dalen. 1 20 Luctor et emergo, het wapen van Zeeland Anticipeerregio Schouwen-Duiveland ervaart dat de provincie Zeeland vooral gericht is op topkrimpregio Zeeuws-Vlaanderen. Daarnaast straalt Zeeland als geheel liever niet het imago uit van krimpende provincie. Een kans voor Schouwen-Duiveland is wellicht om de blik niet naar het zuiden (de rest van Zeeland), maar naar het noorden te richten, naar de Zuid-Hollandse eilanden Goeree- Overflakkee en de Hoeksche Waard. Dit zijn naburige anticipeerregio s waar men met vergelijkbare krimpopgaven te maken zal krijgen. Door van elkaars aanpak te leren en gezamenlijk op te trekken richting hun respectievelijke provincies kan men elkaar versterken. 1 Provincie Zeeland, Onverkende Paden. Uitdagingen voor de provincie Zeeland door de veranderende bevolkingsopbouw, feb 2008

samenwerking 1.2 Publiek-private samenwerking De private sector beslaat een breed spectrum, van de lokale kaasboer tot multinationals. In een ruime definitie worden ook organisaties in het maatschappelijke middenveld, zoals zorginstellingen, woningcorporaties en welzijnsorganisaties, als private partijen beschouwd. Wij hanteren hier deze ruime definitie. Het krimpbewustzijn van private partijen In het algemeen sorteren grotere maatschappelijke organisaties al voor op bevolkingsdaling en de effecten ervan. Zorgverleners weten dat zij moeten anticiperen op de vergrijzing en ontgroening van krimpregio s. Scholen weten dat er in de toekomst minder leerlingen zullen zijn. Woningcorporaties realiseren zich dat een deel van hun woningbezit leeg komt te staan als zij niet op tijd beginnen met renoveren en slopen. Het meer commerciële domein laat een gemengd beeld zien. Hypotheekverstrekkers zijn bezig met strategievorming rondom krimpvraagstukken. Zij hebben te maken met waardedaling van de woningen die het onderpand vormen van door hen verstrekte hypotheken. Ontwikkelaars en grote aannemers merken het uitblijven van nieuwbouwplannen in hun orderportefeuilles. Het MKB is zich minder bewust van de effecten die krimp met zich meebrengt. Kleinere bedrijven zijn vaak minder met langetermijn plannen bezig dan grotere organisaties. De gevolgen van krimp spelen zich daarom voor een belangrijk deel buiten hun gezichtsveld af. 21 Wat kunnen de private en publieke sector voor elkaar betekenen in een context van bevolkingsdaling? Wat is ieders belang en wat betekent dat voor de rolverdeling en taakopvatting? Welke samenwerkingsvormen zijn het meest geschikt? Vormgeven van publiek-private samenwerking Krimpregio s zoeken naar een discriminerende, regionale aanpak waarin inspanningen van overheden, private partijen en burgers elkaar versterken. Met discriminerende keuzes wordt bedoeld dat er scherpe keuzes worden gemaakt waar wél en waar níet in wordt geïnvesteerd; welke opgaven je samen oppakt en welke individueel of sectoraal. Om goede keuzes te maken is het van belang dat publieke en private partijen elkaars belangen kennen en waarderen. De zoektocht betreft de

samenwerking De Rabobank is de grootste hypotheekverstrekker in veel krimpgebieden 22 balans van belangen in een complex publiek-privaat speelveld, met vele spelers, die ieder hun eigen doelstellingen, strategie en ideeën voor de toekomst hebben. Afhankelijk van de situatie en de stakeholders zijn in de vormgeving van een publiek-private samenwerking twee varianten zichtbaar. Enerzijds is er de mogelijkheid om met een beperkte groep publieke (en eventueel semipublieke) partijen een opgave en visie vast te stellen, om vervolgens op deelonderwerpen te kijken welke belangen van private partijen hierdoor geraakt worden. Anderzijds kun je juist aan de voorkant al starten met het in kaart brengen van de belangen van álle partijen publiek en privaat - om vervolgens in een gezamenlijk proces tot een gedeelde opgave, visie en aanpak te komen. 1 Het voordeel van de eerste methode is snelheid en, volgens sommigen, daadkracht. Het voordeel van de tweede methode is dat commitment wordt opgebouwd voor de lange termijn door alle partijen bij de formulering van de opgave, visie en aanpak te betrekken. 1 Deze methode staat bekend als de Mutual Gains Approach. Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/mutual_gains_approach

samenwerking Gaan we samenwerken omdat we onze eigen problemen niet kunnen oplossen? Of omdat we een gezamenlijk belang hebben om de regio op peil te houden? Dat lijkt een nuance, maar is een heel wezenlijk verschil: samenwerken vanuit eigen belang of vanuit gezamenlijk belang? Als publiek privatesamenwerkingen niet van de grond komen, is het risico dat energie en kapitaal verloren gaan door tegengestelde inspanningen. Van informele start naar formele verankering In het beginstadium van publiek-private samenwerking in krimpregio s werkt een informele status beter dan het oprichten van een formele organisatie. Vanuit het groeiende bewustzijn over de gevolgen van krimp, zullen steeds meer partijen zich bij het thema betrokken voelen en de samenwerking opzoeken. Het continu aanhaken (en weer afhaken) van partijen vergt, zeker in de startfase, veel overleg en afstemming. Door deze overleggen kristalliseren de opgaven zich uit waarop echte meerwaarde bestaat van publiek-private samenwerking, wordt gezocht naar een gezamenlijke toekomstvisie voor het gebied en leren de juiste partijen elkaars belangen kennen. Geld als verbinder De deelnemers aan de expertmeetings menen dat financiële afspraken, publiek-private fondsen of het uitruilen van rechten goede manieren zijn om commitment te bereiken. Een financieel belang is een harde bodem onder wederzijds uitgesproken ambities. Het heeft de voorkeur om financiële constructies niet te vroeg en niet te grootschalig te beginnen. Partijen zijn niet bereid om autonomie (en middelen) op te geven als niet duidelijk is hoe een samenwerkingsconstructie voor hen uitpakt. 2 Klein beginnen verlaagt de drempel tot samenwerking en schept de ruimte om te experimenteren met een gezamenlijke aanpak. Er bestaan al voorbeelden van publieke-private gebiedsfondsen om woningen uit de markt te halen, de leefbaarheid te stimuleren, een gebied te marketen of kennis te delen. In het hoofdstuk Financiën komt dit onderwerp verder aan bod. 23 2 Zie ook: Klouwen, Bram, Sturen op krimp: meer mogelijk dan je denkt, in: Tijdschrijft voor de Volkshuisvesting, okt 2010

samenwerking Publiek-private samenwerking in Regio Achterhoek De Regio Achterhoek bestaat uit acht gemeenten in het oosten van Gelderland. Er wonen ongeveer 300.000 mensen. De grootste gemeente is Doetinchem, met bijna 60.000 inwoners. De Achterhoek kent op dit moment al een lichte jaarlijkse bevolkingsdaling en is benoemd tot anticipeerregio. De verwachting is dat het regionale inwonertal tussen 2010 en 2040 met zo n 40.000 inwoners krimpt. 24 Eind 2011 schaarden zo n 200 regionale instanties gemeentelijke overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties op het gebied van wonen, onderwijs, welzijn, cultuur en sport - zich achter het convenant Achterhoek 2020. In dit publiek-private convenant is vastgelegd dat de betrokken partijen gezamenlijk de Achterhoek Agenda 2020 zullen uitvoeren. Het doel van deze uitvoeringsagenda is om de regio duurzaam vitaal, aantrekkelijk en gezond te houden door projecten uit te voeren op het gebied van innovatieve en duurzame economie, vitale leefomgeving, goede bereikbaarheid en kansen voor het platteland. De ondertekening van het convenant Achterhoek 2020 De Achterhoekse stakeholders zoeken naar een nieuwe, gezamenlijke manier om de regio te besturen. Zij hebben daarbij gekozen voor een publiek-privaat coöperatief model. De Coöperatie Achterhoek zou in de toekomst hetzelfde gezag en de dezelfde doorzettingsmacht moeten krijgen als nu is voorbehouden aan

samenwerking overheden. Men zoekt naar de juiste organisatie- en bestuursvorm voor deze coöperatie. Er bestaan geen voorbeelden in Nederland (en wellicht ook niet in het buitenland), wat de zoektocht tot een bijzonder experiment maakt. De uitvoering van de Agenda Achterhoek 2020 is vooralsnog belegd bij vier werkplaatsen : innovatie en economie, slim & snel verbinden, vitale leefomgeving en natuur en landschap. Daarboven hangt een stuurgroep met vertegenwoordigers uit het publieke en maatschappelijke veld. Deze stuurgroep zet de kaders voor de werkgroepen uit, toetst projectvoorstellen uit de werkplaatsen en bewaakt de voortgang. Alle betrokken partijen stellen financiën en capaciteit beschikbaar om tot uitvoering van de Agenda te komen. Meer lezen? http://www.regio-achterhoek.nl/achterhoek-2020/achterhoek-2020.html 1.3 De burger als producent van maatschappelijk leven In de decennia na de Tweede Wereldoorlog bouwde Nederland gestaag aan de verzorgingsstaat. Overheden en maatschappelijke instellingen namen burgers steeds meer verantwoordelijkheden uit handen. De verzorgingsstaat heeft veel verworvenheden opgeleverd, maar kent ook schaduwkanten. Zo werden burgers gestimuleerd om een consumerende houding in plaats van een producerende houding aan te nemen, wat de zelfredzaamheid verkleinde. Door schaalvergrotingen bij instituties, toenemende specialisering en afnemende directe betrokkenheid van burgers, ontstond een kloof tussen burgers aan de ene kant en overheid en het maatschappelijk middenveld aan de andere kant. 1 25 De laatste jaren is een brede tegenbeweging ontstaan die zich inzet om ruimte te scheppen voor de producerende kracht en zelfvoorzienendheid van burgers. Deze beweging wordt benoemd met termen als actief burgerschap, zelfsturing en burgerkracht. Deze ambitie tot burgeremancipatie is zichtbaar binnen burger(organisatie)(s), maar ook bij overheden en maatschappelijke instellingen. De belangen van deze partijen zijn verschillend: Groepen burgers claimen handelingsruimte en zelfbeschikkingsrecht 1 Deze ontwikkeling wordt onder meer geschetst in: Jos van der Lans (2005) Koning burger. Nederland als zelfbedieningszaak. http://www.josvdlans.nl/journalist/koningburger.asp