Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan 2013. Eerste tranche



Vergelijkbare documenten
Kengetallen ondernemerschap

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Stemming onder ondernemers in het MKB

Programmaonderzoek. MKB en Ondernemerschap. Activiteitenplan Eerste tranche

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Financieringsproblemen in de binnenvaart

Programmaonderzoek. MKB en Ondernemerschap. Activiteitenplan Eerste tranche

MKB-index april 2017

Benchmark klanten Qredits

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Programmaonderzoek. MKB en Ondernemerschap. Activiteitenplan Eerste tranche

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX)

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Programmaonderzoek. MKB en Ondernemerschap. Activiteitenplan Eerste tranche

Gebruik van datasets programmaonderzoek in 2012

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

BNA Conjunctuurmeting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

MKB Rating: smaakt naar meer Onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

De stand van Mediation in Nederland

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Programmaonderzoek. MKB en Ondernemerschap. Activiteitenplan Eerste tranche

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

De oudere starter in Nederland Quick Service

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Bouwers en hun gemeente

Zoetermeer, 28 februari 2018

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Cliëntenaudit Bureau ABC

Tevredenheidsonderzoek AM Werk Reïntegratie BV

ISBN :

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek STE Languages

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Internationale Benchmark 2009 Extra landen

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Wat drijft MKB-ondernemers?

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Een innovatieve blik op de toekomst. Verwachtingen van het innovatieve mkb

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Transcriptie:

Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan 2013 Eerste tranche Zoetermeer, november 2012

Rapportnummer: R201301 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM bv. Panteia/EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM bv. Panteia/EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 5 2 HOOFDLIJNEN JAARPROGRAMMA 7 2.1 Datasets & modellen 7 2.2 Kennisopbouw 7 2.3 Kennisoverdracht 10 2.4 Topsectoren 10 3 DATASETS EN MODELLEN 15 3.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 15 3.2 De datasets en modellen in vogelvlucht 15 3.3 Projecten eerste tranche 16 3.4 Vooruitblik tweede tranche 27 4 KENNISOPBOUW 29 4.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 29 4.2 Programmering volgens visiepaper 29 4.3 Projecten eerste tranche 30 4.4 Vooruitblik tweede tranche 42 5 KENNISOVERDRACHT 43 5.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 43 5.2 Projecten eerste tranche 44 5.3 Vooruitblik tweede tranche 50 6 TOPSECTOREN 51 6.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 51 6.2 Projecten eerste tranche 53 6.3 Vooruitblik tweede tranche 62 3

1 Inleiding Onderhavige notitie omvat de eerste tranche van het activiteitenplan 2013 van het programmaonderzoek 'MKB en Ondernemerschap'. Deze tranche is opgesteld op basis van de adviezen van de Adviesraad en de richtlijnen van de Programmacommissie. Hoofdstuk 2 schetst in het kort de doelstellingen en accenten voor de vier deelprogramma's - datasets & modellen, kennisopbouw, kennisoverdracht, topsectoren - voor 2013. In de daarna volgende drie hoofdstukken 3-6 volgt een nadere specificatie per deelprogramma. Achtereenvolgens komt in deze hoofdstukken aan bod: (i) korte aanduiding van doelstelling en activiteiten van het deelprogramma, (ii) een overzicht van de activiteiten op projectniveau die voor de eerste tranche worden voorgesteld en (iii) een vooruitblik op de tweede tranche. 5

2 Hoofdlijnen jaarprogramma Dit hoofdstuk schetst in het kort de doelstellingen en accenten voor de vier deelprogramma's - datasets & modellen, kennisopbouw, kennisoverdracht, topsectoren - voor 2013. 2.1 Datasets & modellen Het deelprogramma Datasets & modellen vormt de basis van het programma. Momenteel zijn er een kleine vijfentwintig datasets beschikbaar, die vrijwel allemaal in 2013 geactualiseerd worden. Daarmee wordt het meer en meer mogelijk ontwikkelingen in de tijd te analyseren en te volgen, wat de datasets steeds krachtiger en waardevoller maakt. Het actualiseren en continueren van de reguliere datasets en modellen is daarom een belangrijk doel voor 2013. De Haalbaarheidsstudie snelle groeiers in 2012 heeft inzicht gegeven in de mogelijkheden om (als alternatief voor de KvK data), CBS data te benutten om het aantal snelgroeiende bedrijven vast te stellen. Vanaf eind 2012 / begin 2013 worden concrete resultaten met de nieuwe aanpak verwacht. Tevens verwachten we eind 2012 / begin 2013 een update van de exportindex (in samenwerking met het CBS). In 2013 wordt, wederom in samenwerking met het CBS, de Monitor buitenlandse investeringen ontwikkeld. In 2012 is geïnvesteerd in een nieuwe, vereenvoudigde, methode om de dataset inkomens van ondernemers te verwerken. Naar verwachting leidt dit tot een korter en goedkoper verwerkingstraject in 2013. Nieuw in 2013 is een studie naar de herkomst van de toegevoegde waarde van het MKB, door het ontwikkelen van een zogenoemde Gecumuleerde Productie Structuur Matrix. Naar wij hopen zal, ondanks de overheidsbezuinigingen, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wederom als cofinancier van het ZZP-panel optreden, evenals de NMa voor de Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties. 2.2 Kennisopbouw Het deelprogramma Kennisopbouw streeft naar de opbouw van vernieuwende inzichten en systematische kennis rond de thema's Oprichtingsdynamiek en MKBbedrijfsprestaties. Er wordt daarbij ook aandacht gegeven aan internationale en regionale aspecten van deze thema's. Voor 2013 worden op basis van het advies van de Adviesraad - welke onder meer pleit voor een geïntegreerde benadering van de onderwerpen crisis, vastgoedontwikkelingen, financiering, bedrijfsoverdrachten, en vergrijzing van ondernemers - de volgende accenten gelegd: - Aangaande de geïntegreerde benadering van bovengenoemde onderwerpen wordt een nieuw project opgestart over bedrijfsoverdrachten in een vergrijzende populatie. In dit project wordt in kaart gebracht hoe vraag en aanbod op de markt voor bedrijven afhangen van de leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking en hoe vraag en aanbod elkaar vinden. Ook wordt hierbij aandacht besteed aan 7

de vraag hoe de huidige markt voor bedrijven beïnvloed wordt door de aanhoudende crisis, rekening houdend met de mate waarin bedrijfspanden de afgelopen jaren zijn afgewaardeerd en welke gevolgen dit heeft. - De crisis. Er wordt een nieuw onderzoek opgestart naar bepalende ervaringen die het succes van ambitieuze ondernemingen beïnvloeden. Hoe gaan ondernemers om met onverwachte gebeurtenissen zoals vraaguitval? In een tweede nieuw project wordt onderzoek gedaan naar het besluitvormingsproces rondom productieverplaatsingen. Hierbij wordt ook onderzocht wat brancheorganisaties kunnen doen om productie in Nederland te houden of terug te halen. Tenslotte loopt binnen dit onderwerp een onderzoek naar de invloed van conjunctuur op succes van ondernemerschap. - Vastgoedontwikkelingen. Naast het bovengenoemde project over bedrijfsoverdrachten wordt aandacht besteed aan vastgoedontwikkelingen in een nieuw project over pensioen- en vermogensopbouw van zelfstandigen, waarbij de waarde van het eigen bedrijf of huis een rol speelt bij het fiscaal ondersteund pensioensparen. - Financiering. Aandacht voor financiering is er in een tweetal lopende projecten over extern eigen vermogen in ambitieuze MKB-bedrijven en over de toegang tot financiering van Europese MKB-bedrijven, alsmede in eerstgenoemde nieuwe project over bedrijfsoverdrachten. Tenslotte worden mogelijkheden verkend voor een nieuw onderzoek naar alternatieve vormen van bedrijfsfinanciering, in samenwerking met de Rotterdam School of Management. - Bedrijfsoverdrachten. Het onderwerp bedrijfsoverdrachten komt aan bod in het eerstgenoemde nieuwe project. - Team startups. Er loopt een onderzoek waarbij wordt onderzocht of er verschillen zijn in overlevingskansen, ontwikkelingen en bedrijfsprestaties tussen bedrijven die door een individuele ondernemer worden opgezet en bedrijven die door meer dan één persoon worden opgezet (in teamverband). - Vergrijzing ondernemers. Aan het onderwerp vergrijzing en leeftijd van ondernemers wordt aandacht besteed in diverse projecten, onder meer in een nieuw project over de samenhang tussen leeftijd en sociaal ondernemerschap en in lopende projecten over vergrijzing en ondernemerschap in internationaal en regionaal perspectief. - Opleiding ondernemers. Er loopt een onderzoek naar de impact van ondernemerschapsonderwijs op barrières voor ondernemerschap. Verder worden de ondernemende houding en intenties van studenten aan Nederlandse universiteiten in kaart gebracht in het recent verschenen onderzoek van GUESSS Nederland (GUESSS=Global University Entrepreneurial Spirit Students Survey), dat deels in het kader van het programmaonderzoek is uitgevoerd. - Arbeidsmarkttekorten op cruciale functies. Momenteel worden mogelijkheden verkend voor het uitvoeren van een onderzoek over knelpuntberoepen in het MKB. 8

- MKB en topsectoren. Aandacht voor de grootteklassedimensie is er in een nieuw project waarin het MKB-aandeel in de topsectoren in kaart wordt gebracht. Verder zijn er diverse andere nieuwe projecten waarbij de topsectoren op diverse dimensies gemonitord worden, zoals het ondernemingsklimaat, financiering, concurrentie, innovatie, samenwerking, enz. - Succesvoorwaarden snelle groeiers. Aandacht voor snelle groeiers is er in een nieuw onderzoek naar bepalende ervaringen die het succes van ambitieuze ondernemingen beïnvloeden (zie ook onderwerp 1) en in lopend projecten over groei en overlevingskansen van bedrijven (onderzoek op microniveau) en over determinanten van het aantal snelle groeiers op landenniveau (onderzoek op macroniveau). - Spontane innovaties. Er zijn diverse nieuwe projecten over innovatieprocessen door gebruikers en producenten, meest in het kader van het deelprogramma topsectoren. Er wordt in deze projecten echter ook aandacht besteed aan innovatie in andere sectoren. Daarnaast wordt een nieuw project opgestart over het effect van sociale innovatie op bedrijfsprestaties. Een aantal onderzoeksthema s wordt gecontinueerd: Financiering blijft aandacht behouden in de kennisopbouw 2013. Er lopen diverse onderzoeken rondom dit thema, onder andere naar extern eigen vermogen en toegang tot financiering voor het MKB. ZZP ers staan ook in 2013 op de onderzoeksagenda. Zo loopt er een onderzoek naar de determinanten van innovatief zzp-schap. Daarnaast is er aandacht voor de pensioenopbouw van zzp ers en voor ambitieuze zzp ers. Verder is er in navolging van het visiepaper ook aandacht voor de volgende thema s. Toetreding tot ondernemerschap. Er wordt een onderzoek gestart naar nieuw ondernemerschap door werklozen. Diversiteit. Er is aandacht voor ondernemerschap in de cultuursector, waar ondernemerschap steeds belangrijker wordt, mede in het licht van de bezuinigingen. Ook is er aandacht voor sociaal ondernemerschap. Duurzaamheid. Er wordt een onderzoek gestart naar grondstoffenschaarste als knelpunt en uitdaging voor het Nederlandse bedrijfsleven. Tenslotte zal er in 2012 jaar net zoals in het afgelopen jaar aandacht zijn voor het kunnen inspelen op de actualiteit. Wat betreft cofinanciering geldt het volgende: In de kennisopbouw zal in 2013 weer met een breed palet aan universiteiten in binnen- en buitenland worden samengewerkt. Zo zal binnen Nederland worden samengewerkt met de universiteiten in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Tilburg, Maastricht en Groningen en wordt ook samengewerkt met een aantal buitenlandse universiteiten. Daarnaast wordt er ook met het CBS samengewerkt, en wordt samengewerkt met de Hogeschool Utrecht, TNO, Wissenraet van Spaendonk, alsmede enkele andere partijen. In 2013 komt er (naar verwachting) cofinanciering binnen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede diverse brancheorganisaties. 9

2.3 Kennisoverdracht De kennisoverdracht draagt er zorg voor dat de data, informatie en kennis die opgebouwd worden in het programmaonderzoek via een multichannel aanpak onder de aandacht van een breed publiek gebracht worden. Om dit doel te verwezenlijken vinden de volgende activiteiten binnen de Kennisoverdracht plaats: 1 Website (www.ondernemerschap.nl): het continu onderhouden en plaatsen van nieuwe content uit het programma. Elektronische updates van data (w.o. prognoses, bijbehorende teksten, nieuwe tabellen) vinden plaats, zodra de datasets geactualiseerd zijn. 2 Overige kennisoverdracht, zoals de Quickservice korte vragen, het beheer van het Datalab, het geven van lezingen, het organiseren van EIM Beleidscafés en andere seminars en bijeenkomsten. 3 Periodieke rapportages: het ontsluiten van geactualiseerde data, informatie en kennis uit de Datasets & modellen. De periodieke rapportages dragen er zorg voor dat na het actualiseren van een dataset of een panelmeting de bevindingen die volgen uit de nieuwe cijfers, bij een breed publiek terecht komen. 4 Overige rapportages: eenmalige themagerichte rapportages, waaronder minionderzoeken, ad hoc minirapportages en artikelen om onder andere inzichten uit de Kennisopbouw te vertalen naar het bredere publiek. 2.4 Topsectoren Het deelprogramma Topsectoren streeft naar verdere versterking van de systematische kennisopbouw over MKB en ondernemerschap in aanvulling op het topsectorenbeleid. Het Activiteitenplan deelprogramma Topsectoren van maart 2012 geeft een nadere schets van de achtergrond en de inhoudelijke visie op het nieuwe deelprogramma. De invulling van activiteiten in het deelprogramma vindt plaats langs drie hoofdrichtingen of themalijnen: 1. Inzicht verwerven in spontane innovaties 2. Monitoring en effectmeting topsectorenbeleid 3. Denktankactiviteiten Voor de programmering van activiteiten in 2013 bouwen we voort op de ingezette koers. Diverse projecten in de themalijn Monitoring en effectmeting topsectorenbeleid krijgen een vervolg. Zo zullen bijvoorbeeld ook in 2013 Factsheets Topsectoren worden gemaakt en verschijnen er weer een Monitor ondernemingsklimaat in de topsectoren en een Concurrentie- en innovatiemonitor topsectoren. Verder worden voor 2013 de volgende accenten gelegd: In de themalijn Inzicht verwerven in spontane innovaties programmeren we diverse projecten om kennis te ontwikkelen en te delen over spontane vormen van innovatie die buiten de bestaande kaders vallen van het beleid gericht op valorisatie van wetenschappelijke kennis, R&D door bedrijven en innovatief ondernemerschap. De activiteiten in deze themalijn in 2013 zijn gericht op: Indicatoren voor gebruikersinnovatie: Studie naar gebruikersinnovatie in het MKB, waarbij nieuwe indicatoren worden getest om de frequentie van user innovatie binnen en buiten de topsectoren te kunnen meten. Een vergelijking wordt gemaakt met traditionele, producentgedreven vormen van innovatie 10

wordt gemaakt, waarbij we aansluiten bij de Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties. Verschillen tussen user en producer innovation: Empirisch onderzoek waarin beide typen innovaties worden vergeleken. In hoeverre verschilt de aard van het innovatieproces? Welk type innovatie wordt gekenmerkt door de hoogste investeringen? Hoe is de aard en mate van samenwerking? Gebruik van octrooien en andere mogelijkheden ter bescherming van intellectueel eigendom? Wat is de efficiëntie van beide modellen? Welke knelpunten treden op, en verschillen deze? Beantwoording van deze vragen vraagt om dataverzameling bij bedrijven die beide vormen van innovatie hebben ontwikkeld, en een gedegen analyse. Er zijn direct lessen te trekken voor het beleid. Werking van communities & het open-source model: In het open-source innovatiemodel werkt een groep van individuen gezamenlijk aan een innovatie. Uit open-source projecten kan nieuwe bedrijvigheid ontstaan denk aan commerciële varianten van open-source software, ondersteunende diensten. Studie naar de kenmerken van open-source communities en de omstandigheden waarin uit dit soort communities nieuwe bedrijvigheid ontstaat. Monitoring en effectmeting topsectorenbeleid In de themalijn Monitoring en effectmeting topsectorenbeleid programmeren we ook in 2013 diverse projecten om inzichten te verwerven in ontwikkelingen in het topsectorspecifieke ondernemerschapklimaat. Dit resulteert in een actueel beeld van kansen, ontwikkelingen en knelpunten in de topsectoren. Ook wordt meer kennis opgebouwd van succesbepalende factoren van het topsectorenbeleid. Veel van de hiervoor benodigde data wordt verzameld via het in 2012 ingestelde topsectorenbedrijfslevenpanel. De activiteiten in deze themalijn in 2013 zijn gericht op: In 2012 is met succes een topsectorenbedrijfslevenpanel opgericht en hebben metingen plaatsgevonden, zowel telefonisch als via internet. Voor 2013 willen we minimaal drie metingen houden. Verder ligt de focus in 2013 op onderhoud en uitbreiding van het topsectorenpanel. Via het topsectorenportal worden de diverse onderzoeksresultaten ontsloten en worden de belangrijkste ontwikkelingen en geboekte voortgang in de topsectoren op een overzichtelijk manier gepresenteerd. In de Factsheets Topsectoren wordt in één oogopslag de meest actuele informatie per topsector in kaart gebracht. In de Monitor ondernemingsklimaat topsectoren en in Actueel economisch beeld topsectoren genereren we (in aanvulling en voortbouwend op CBSstatistieken) actuele cijfers en inzichten over de stand van zaken in de topsectoren en prognoses voor de middellange termijn. Onderzoek naar succesbepalende factoren in topsectoren (sluit ook aan op specifieke informatie over knelpunten): o.a. de beschikbaarheid van kapitaal, samenwerking en succesbepalende factoren in bedrijfsvoering. 11

Denktankactiviteiten Een belangrijk onderdeel van de gewenste systematische kennisopbouw in het deelprogramma Topsectoren zijn de Denktankactiviteiten. Deze themalijn kent de volgende activiteiten in 2013: In maart 2013 zal in samenwerking met het Ministerie van EZ en met inbreng vanuit het DARE-netwerk een seminar onder de titel Wetenschap ontmoet beleid worden georganiseerd. Dit seminar zal gaan over de state-ofthe-art van het ondernemerschapsonderzoek in relatie tot het bedrijvenbeleid. Daarnaast willen we in 2013 in samenwerking met het Ministerie van EZ een elfde editie uitbrengen van de gezamenlijke publicatie Entrepreneurship in the Netherlands met speciale aandacht voor het thema ondernemerschap en de topsectoren. Hierin worden inhoudelijke bijdragen samengebracht van buitenlandse deskundigen, van het Ministerie van EZ en vanuit het programmaonderzoek. Rond het uitbrengen van de publicatie zal een seminar of conferentie worden georganiseerd. Masterclass voor Tweede Kamerleden en hun fractiemedewerkers waarbij een aantal key insights uit het programmaonderzoek worden gepresenteerd. Het gaat niet alleen om eenzijdige kennisoverdracht; er moet sprake zijn van tweerichtingsverkeer in de zin dat de ontvangende partij ook uitdrukkelijk om input zal worden gevraagd. State-of-the-art studie Entrepreneurship and development : Wat is de rol van ondernemerschap in de (economische, sociale etc.) ontwikkeling van landen? Waar nodig zal onderscheid worden gemaakt naar de mogelijke rol per ontwikkelingsfase van een land, naar typen ondernemerschap, naar sector, etc. De focus voor deze literatuur review zal liggen op het ontrafelen en identificeren van het effect van verschillende mogelijke moderators (dit kan variëren van macro-instituties tot individuele vaardigheden) die ervoor verantwoordelijk zijn dat ondernemerschap bijdraagt aan ontwikkeling. Op het terrein van nieuwe kennisontwikkeling ten behoeve van het toekomstig bedrijfslevenbeleid vinden diverse activiteiten plaats. Zo willen we een MKB kennis-input-outputtabel opstellen die aangeeft in welke mate het MKB uit welke sectoren kennis betrekt cq. aan welke sectoren het MKB kennis overdraagt. Dit geeft weer in welke mate de kennisstromen in het MKB hun weg vinden ofwel hoe kennis in het MKB met elkaar verbonden is. Op die manier kunnen zogenaamde MKB-kennisclusters geïndentificeerd worden en blijkt het belang van kennisopbouw in de ene sector voor de andere sector. In het project Ambitious solo self-employment staat de vraag centraal of ambitieuze zzp ers betere bedrijfsprestaties behalen dan niet-ambitieuze zzp ers. Recente literatuur op het terrein van zzp ers benadrukt het belang van motivatie en ambitieus ondernemerschap. Empirisch onderzoek is echter schaars. Dit project draagt verder bij aan het in kaart brengen van de heterogeniteit van de zzp-populatie. Het project Onbenut MKB-innovatiepotentieel richt de focus op het potentieel aan innovatie dat in het MKB aanwezig is. Hoe groot is dat potentieel en waar bevindt het zich? En hoe kan het aangewend worden? Gebaseerd op de methodologie die is ontwikkeld voor het onbenutte exportpotentieel van het MKB, kan ook het onbenutte innovatiepotentieel van het MKB in kaart worden gebracht. We verwachten dat met behulp van innovatiegegevens en andere bedrijfs- en ondernemerskenmerken bepaald kan worden welke factoren onderscheidend zijn tussen bedrijven die wel en niet innoveren. 12

In de studie Samenwerking in de Topsectoren willen we de samenwerking in en tussen de topsectoren in verschillende dimensies in kaart brengen: wie werkt met wie samen op welke terreinen. We willen komen tot het opstellen van een Topsectoren-samenwerkingsindex. Tot slot willen we voorzien in één verdiepingstudie n.a.v. een meting in het Topsectorenpanel op basis van diepte-interviews en/of groepsdiscussies. Het thema dat vraagt om nadere verdieping zal afhankelijk zijn van de thema's die in het Topsectorenpanel bevraagd worden en van nadere afstemming met het Ministerie van Economische Zaken. 13

3 Datasets en modellen 3.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma Het deelprogramma Datasets & modellen vormt de basis van het programma. Momenteel zijn er een kleine dertig datasets beschikbaar, waarvan ongeveer 25 jaarlijks geactualiseerd gaan worden. Daarmee wordt het meer en meer mogelijk ontwikkelingen in de tijd te analyseren en te volgen, wat de datasets steeds krachtiger en waardevoller maakt. De volgende activiteiten kunnen in dit deelprogramma worden onderscheiden: actualiseren of nieuw opstarten van datasets beheer en onderhoud van datasystemen, waardoor zorg wordt gedragen voor kwaliteitscontrole en ontsluiting van de informatie in het data-warehouse beheer, onderhoud en doorontwikkeling van modellen. Deze modellen hebben een intermediaire rol, in de zin dat van daaruit de prognoses worden geproduceerd, die vervolgens in de datasets worden opgenomen. Feitelijk maken de modellen dus onderdeel uit van de dataverwerking. Zij verdienen bijzondere aandacht, gezien het hoge kennisniveau dat vereist is om ramingmodellen te ontwikkelen en operationeel te maken en het grote belang voor de gebruiker van het kunnen leveren van actuele informatie. investeringen in nieuwe producten in de vorm van inventarisatie- of haalbaarheidsstudies en de bouw van nieuwe ontsluitings- of verwerkingsapplicaties. 3.2 De datasets en modellen in vogelvlucht Voordat we in de volgende paragrafen op projectniveau de activiteiten van het deelprogramma presenteren, geven wij in deze paragraaf een overzicht van de datasets en modellen in vogelvlucht. De 24 datasets die we willen actualiseren laten zich als volgt indelen: - Negen datasets rond bedrijfsprestaties van het MKB. Aandacht hierbij zowel voor de kerngegevens (omzet, werkgelegenheid, winst, e.d.) als nadere verbijzonderingen naar financieringsgegevens, investeringen in het binnenland en in het buitenland. Daarnaast verbijzonderingen van historische cijfers, prognoses en herkomst van de toegevoegde waardenaar MKB/GB (de Nederlandse en de Europese definitie) en sectoren. (projecten D1301 D1309 uit paragraaf 3.3). - Drie datasets rond de dynamiek van ondernemingen. Aandacht hierbij voor het aantal actieve bedrijven, de dynamiek daarin in termen van toe- en uittreding en starters. (projecten D1310-D1312 uit paragraaf 3.3. - Vier specifieke ondernemerschapsdatasets, met aandacht voor het ondernemersinkomen, achtergrondkenmerken van ondernemers, ZZP ers en specifieke ondernemerschapskengetallen (projecten D1313-D1216 uit paragraaf 3.3) - Vijf datasets die benchmarking met het buitenland mogelijk maken dan wel een regionale verbijzondering van Nederland aanbrengen. De dataset Ondernemers Internationaal (Compendia), wordt in 2013 niet geagendeerd, aangezien we verwachten dat pas in 2014 nieuwe OECD data beschikbaar zullen komen. De in 2012 ontwikkelde dataset regionale vergrijzing en onderne- 15

merschap wordt in 2013 geactualiseerd. (projecten D1317-D1321 uit paragraaf 3.3) - Drie thema-overstijgende datasets, te weten het algemene en veelomvattende MKB-beleidspanel, de Kerncijfers MKB op de website en de kwartaalprognoses BBP (projecten D1322-D1324 uit paragraaf 3.3). Met deze datasets wordt naar onze inschatting een breed en afgewogen palet geboden, dat recht doet aan de doelstelling van het programmaonderzoek. Deze keuze is in lijn met het visiepaper. Daarnaast worden de volgende modellen onderhouden voor het maken van de datasets die prognoses bevatten: - de Prisma-modellenfamilie voor het maken van de prognoses kerngegevens MKB. Daarnaast levert dit model ook noodzakelijke input voor de prognoses van de modellen die hierna genoemd worden. - de Famos-module voor het maken van de prognoses omtrent financieringsgegevens (onderdeel van financiering MKB ). - Brunet voor het maken van prognoses van de inkomens van ondernemers. - Model voor het voorspellen van de ontwikkeling van het BBP (onderdeel van kwartaalprognoses BBP ). Naast het maken van deze prognoses kunnen deze modellen ook gebruikt worden voor beleids- en onzekerheidsanalyses. 3.3 Projecten eerste tranche 3.3.1 Actualisering en nieuwe datasets Bedrijfsprestaties Historische reeksen kerncijfers MKB (D1301) In het kader van het project historische kerngegevens MKB beschikken we thans voor 20 bedrijfsgroepen over tijdreeksen 1993-2010 gemaakt voor de diverse posten uit de exploitatierekening, de werkgelegenheid en het aantal ondernemingen, en de investeringen. Indien van toepassing worden ontwikkelingen steeds in een volume- en een prijscompenent gesplitst. Dit is gedaan door de resultaten uit met name resultatenrekeningen MKB-sectoren (die grootteklassen onderscheiden) te koppelen aan de Nationale Rekeningen. Deze dataset worden voor onderzoeksdoeleinden gebruikt (o.a. modelbouw); verder worden op basis van deze data ontwikkelingen zoals voorspeld met PRISMA-MKB, in historisch perspectief geplaatst, waardoor de interpretatie van modeluitkomsten verbetert. We stellen voor de dataset uit te breiden met statistiekjaar 2011. Contactpersoon: Sjaak Vollebregt Prognoses kerngegevens MKB, voorjaar (D1302) Doel van het project is het construeren van een dataset prognose kerngegevens MKB met expoitatiegegevens, werkgelegenheidsgegevens en investeringsgegevens voor sectoren en grootteklassen voor de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014. De dataset wordt in april 2013 opgeleverd. In het voorjaar verschijnt het Centraal Economisch Plan (CEP)van het CPB. In het CEP wordt de verwachte ontwikkeling geschetst van de Nederlandse economie in de jaren 2012, 2013 en 2014. Voor beleidsvormers is het van belang te weten hoe deze ontwikkeling zich ver- 16

taalt naar de ontwikkelingen van sectoren en de ontwikkeling van kleine, middelgrote en grote bedrijven. Per sector worden prognoses gemaakt van onder andere de omzet, toegevoegde waarde, winst, werkgelegenheid, zelfstandigen en investeringen. Sinds 2004 wordt door het CPB geen sectorprognose meer gegeven. Hiermee is het maatschappelijk belang van de EIM-sectorprognoses sterk toegenomen. In toenemende mate maken maatschappelijke organisaties en instellingen gebruik van de prognoses. De sectorprognoses worden gerapporteerd in Kleinschalig Ondernemen 2013 Tevens zijn de hoofdlijnen van de rapportages toegankelijk via de website www.ondernemerschap.nl in de rubriek prognoses. Onderdeel van deze rubriek van de website is de uitgebreide database Prognose kerngegevens MKB. Deze database bevat exploitatie- en werkgelegenheidsgegevens van een groot aantal (MKB-)sectoren, die tezamen de Nederlandse economie vormen. Deze database verschijnt in april op de website en wordt in juni, september en december geactualiseerd, op basis van de meest actuele macro-economische inzichten (zie Prognose kerngegevens MKB, updates). De Rabobank levert als klankbordgroep een fundamentele bijdrage aan de totstandkoming van de prognoses en zijn daarmee coproducent binnen dit project. Contactpersoon: Klaas Bangma Prognose kerngegevens MKB, updates (D1303) Een update van deze set wordt gemaakt in juni, september en in december 2013 op basis van de meest actuele prognoses van het CPB uit de CPB Policy Brief en de MEV. In de update van de septemberset, wordt ook de meest recente Nationale Rekeningen verwerkt. De prognoses uit september 2013 zal gebruikt worden voor de publicatie Ondernemen in Sectoren 2013. Gegevens uit alle drie de updates worden gebruikt voor een reeks van minirapportages die verschijnen onder de noemer Algemeen beeld van het MKB. Ook sectorverhalen worden met geacutaliseerd op basis van genoemde updates van de set prognose kerngegevens. Dit alles is toegankelijk via de website www.ondernerschap.nl in de rubriek Prognoses. Onderdeel van deze rubriek van de website is de uitgebreide database Prognose kerngegevens MKB. Deze database verschijnt in april op de website en wordt in juni, september en december geupdated. Contactpersoon: Klaas Bangma Resultatenrekeningen MKB-sectoren (D1304) Resultatenrekeningen MKB-sectoren omvat een database met daarin uitvoerige, onderling samenhangende gegevens over de omvang en structuur van het bedrijfsleven. In de database staan de kerngegevens voor ruim 100 bedrijfsgroepen, die voor wat betreft het particulier bedrijfsleven zijn onderverdeeld naar klein-, midden- en grootbedrijf. Structuurgegevens vormen de input voor KTO ramingen (met name de grootteklasse component) en worden tevens separaat als dataset ontsloten op www.ondernemerschap.nl. Op basis van CBS Productiestatistieken dient in 2013 het statistiekjaar 2011 te worden verwerkt. Contactpersoon: Sjaak Vollebregt Financiering MKB 2013 (D1305) Elk jaar worden ten behoeve van de publicatie Kleinschalig Ondernemen ramingen gemaakt van de financieringsstructuur van het MKB ten opzichte van het grootbedrijf. Deze worden gemaakt met het door Panteia ontwikkelde financiële model FAMOS. De ramingen worden geijkt op het meest recente jaar waarvoor de financieringsgegevens (Statistiek Financiën Ondernemingen, SFO) beschik- 17

baar zijn. Het huidige basisjaar is 2009. Met FAMOS worden vervolgens de financieringsgegevens geactualiseerd en worden prognoses gemaakt voor de korte termijn, waarbij de PRISMA-K sectorindeling wordt aangehouden. Eén van de outputs van het model is een financieringsdataset die jaarlijks wordt ontsloten. Deze dataset omvat de financieringsstructuur (verdeling activa en passiva) en een aantal financiële kengetallen (current ratio, solvabiliteit etc.) naar sector en grootteklasse. In dit project wordt de financieringsdataset geactualiseerd. Dit behelst (i) update van het basisjaar (een jaar ophogen) en (ii) nieuwe ramingen (actualisering) in het kader van de minirapportage De financiële positie van het bedrijfsleven. Contactpersoon: Tommy Span. Investeringen MKB (D1306) In 2004 is de investeringsrekening opgezet voor de jaren 2000, 2001 en 2002. Daarin zitten investeringsgegevens, onder andere onderscheiden naar gebruik en eigendom en naar bedrijfsgroepen en grootteklasse. In 2005 is de investeringsrekening uitgebreid met gegevens over 2003. Latere jaren kwamen via Statline niet of onvoldoende beschikbaar. Vervolgens is in 2008 de datavergaring gestart via de On Site faciliteit van het CBS. Daarmee konden de data direct uit de primaire CBS bestanden onttrokken worden. Investeringen van het MKB is een belangrijke kernvariabele in de reeks Reeksen kerngegevens MKN en prognoses, waarvoor de verwerkte investeringedata de input vormen. Tevens wordt de dataset Investeringen MKB separaat ontsloten op www.ondernemerschap.nl. Wij stellen voor om in 2013 het statistiekjaar 2011 te verwerken. Contactpersoon: Sjaak Vollebregt Determinanten bedrijfsprestaties MKB (D1307) De meeste datasets die worden verzameld in het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap kijken naar de prestaties van MKB-bedrijven an sich. Met de dataset Determinanten van Bedrijfsprestaties verzamelen we op systematische wijze informatie over verschillende aspecten van de bedrijfsvoering van MKBbedrijven: ondernemerschap, innovatie, marketing, HRM en perceptie van concurrentie. Deze dataset beoogt om beleidsmakers, ondernemers en adviseurs actuele inzichten te geven in factoren die ten grondslag liggen aan vele vormen van dynamiek in het MKB. De dataset Determinanten van Bedrijfsprestaties is in 2006 t/m 2012 verzameld; instrument hiervoor is een telefonische enquête onder circa 3.500 ondernemers die samen een representatieve steekproef vormen voor het MKB. In dit project maken we een update van de dataset door de enquête te herhalen en op onderdelen aan te passen. Verwacht wordt dat de dataset wederom zal worden gecofinancierd door de Nederlandse Mededinging Autoriteit. Contactpersoon: Petra Gibcus Monitor buitenlandse investeringen van het MKB (D1308) In het kader van de globalisering zijn steeds meer bedrijven internationaal actief. Dit kan via export en import, maar ook door het hebben van buitenlandse vestigingen. Over directe buitenlandse investeringen van MKB-bedrijven is echter nog weinig bekend. In de 'Haalbaarheidsstudie monitor buitenlandse investeringen van het MKB' is aangegeven dat er nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan voor het vaststellen van de omvang van buitenlandse investeringen van het MKB door het opnemen van een vast vragenblok over internationalisering in de Panteia/EIM 18

Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties en door de nieuwe CBS-dataset met gegevens over buitenlandse activiteiten van Nederlandse ondernemingen. De CBS-dataset met koppelingsresultaten voor de identificatie van ondernemingen met buitenlandse investeringen biedt mogelijkheden voor het bepalen van zowel het aantal buitenlandse investeerders als de omvang van de buitenlandse investeringen. Door de koppeling van beschikbare microdata uit de Statistiek Financiën Grote Ondernemingen en de tweejaarlijkse enquête van de Community Innovation Survey aan data van de vennootschapsbelasting is per onderneming bekend wat de waarde van de investeringen in het buitenland is. De CBS-dataset bevat gegevens over buitenlandse investeringen voor grote en kleine ondernemingen voor de jaren 2004 tot en met 2008. De dataset zal worden uitgebreid met data voor recentere jaren en worden gekoppeld aan de Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties. Op basis van deze microdataset zal een monitor buitenlandse investeringen van het MKB worden opgezet. Hiermee kunnen diverse beleidsrelevante vragen worden beantwoord. Niet alleen zal worden vastgesteld hoeveel Nederlandse bedrijven MKB en grootbedrijf buitenlandse investeringen hebben, wat de waarde van deze investeringen is en hoe de ontwikkeling van de buitenlandse investeringen is. Ook kan een vergelijking worden gemaakt tussen bedrijven met buitenlandse investeringen en bedrijven zonder buitenlandse investeringen. Daarbij zal bijvoorbeeld worden onderzocht of bedrijven met buitenlandse investeringen een hogere productiviteit hebben en of deze bedrijven meer of minder werkgelegenheid bieden. Coproductie: CBS Contactpersoon: Nicolette Tiggeloove Gecumuleerde Productie Structuur matrix voor het MKB (D1309) Een Gecumuleerde Productie Structuur (GPS) matrix laat de plaats van onderdelen van het bedrijfsleven in de macro-economie zien. Het CPB gebruikt bijvoorbeeld een CPS matrix in zijn macro model SAFFIER. De matrix geeft aan door welke delen van het bedrijfsleven (en het buitenland) aan de macro-economische vraag wordt voldaan. Toegepast op het MKB zou dat betekent dat de tabel aangeeft voor welk bedrag de toegevoegde waarde van het MKB (en van het grootbedrijf) uiteindelijk afkomstig is van particuliere consumptie, overheidsconsumptie, export en investeringsvraag. Omgekeerd geeft zo n tabel bijvoorbeeld ook het belang van het MKB voor de uitvoer aan. Naar uit contacten met EZ is gebleken bestaat er belangstelling voor dergelijke informatie. Aan een GPS matrix ligt een input-output (IO) tabel ten grondslag. Het CBS publiceert zo n tabel op het niveau van afzonderlijke bedrijfstakken, maar desaggregeert niet verder naar bedrijfsgrootte. EIM beschikt al over vergelijkbare gegevens voor de meeste delen van zo n naar bedrijfsgrootte gegevens over verbruik en intermediaire afzet. We stellen voor om op basis van gedetailleerde gegevens van de productiestructuur (al aanwezig) en aanbod/verbruik tabellen (gepubliceerd door CBS) een IO-tabel met een verbijzondering naar grootteklassen samen te stellen en daar vervolgens een GPS matrix uit te construeren. In eerste instantie is deze excercitie eenmalig, herhaling is wellicht opportuun over een jaar of vijf. De resultaten die uit de GPS naar voren komen, zullen worden beschreven in een mini rapportage. Contactpersoon: Ton Kwaak 19

Dynamiek van ondernemingen Actieve ondernemingen en vestigingen (D1310) De dataset Actieve Ondernemingen en Vestigingen bevat informatie over het aantal bedrijven en vestigingen van bedrijven in Nederland naar bedrijfsgroepen en grootteklassen. Deze data dient m.n. als input voor de PRISMA-modellen. De huidige dataset heeft betrekking op de jaren 1993 (ondernemingen) / 1994 (vestigingen) t/m 2011. In dit project wordt de dataset uitgebreid met statistiekjaar 2012. De dataset zal tevens separaat worden ontsloten op www.ondernemerschap.nl. Contactpersoon Sjaak Vollebregt Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid (D1311) Het doel van het project is het actualiseren van bestaande tijdreeksen op het gebied van bedrijvendynamiek (geboorte en opheffing van bedrijven) en bedrijfstypen (zoals snelle groeiers) en het actualiseren en aanvullen van een database met individuele bedrijfsgegevens. Niet alleen door EIM-onderzoekers, maar ook door beleidsmakers blijkt intensief gebruik gemaakt te worden van gegevens over ondernemingendynamiek en bedrijfsprestaties bij hun beleidsvorming en het schrijven van nota s. De tijdreeksen op het gebied van ondernemingendynamiek blijken voor beleidsmakers belangrijk te zijn om onder andere het startersbeleid te kunnen monitoren. De gegevens en onderzoek op het gebied van bedrijfstypen heeft onder andere geleid tot ontwikkelen van specifiek beleid gericht op het vergroten van het aantal snel groeiende bedrijven in Nederland. De praktijk heeft uitgewezen dat de gegevens ook bruikbaar zijn voor beleidsmakers bij gemeenten. Zij kunnen de gegevens op nationaal niveau als een benchmark voor hun gemeente gebruiken. Evenals in 2012, zal de dataset m.b.t. het aantal snelgroeiende bedrijven gebaseerd zijn op microdata van het CBS. Op basis van de geactualiseerde dataset zal er een minirapportage bedrijvendynamiek en werkgelegenheid verschijnen. Contactpersoon: Klaas Bangma Starters en jonge bedrijven (D1312) Gedurende lange tijd worden binnen het programmaonderzoek cohorten starters en jonge bedrijven gevolgd. Het in de tijd volgen van deze groepen bedrijven levert waardevolle informatie op, onder meer over de ontwikkeling van nieuwe en jonge bedrijven, de hierbij ervaren problemen en de factoren die overleving en bedrijfsgroei beïnvloeden. Inmiddels is op deze wijze een unieke longitudinale database opgebouwd met informatie over (de ontwikkeling) van startende en jonge bedrijven in Nederland. Diverse cohorten (een cohort bestaat uit bedrijven die in hetzelfde jaar gestart zijn) met verschillende startjaren zijn gevolgd. Dit maakt het mogelijk om vergelijkingen te maken met uitkomsten van metingen tussen de verschillende cohorten. Zo kunnen we zien of en in hoeverre de ene lichting bedrijven zich onderscheidt van een andere lichting. In 2009 is een nieuw panel met duizend starters opgezet. Dit cohort is zo n 5 jaar te volgen. De uitkomsten kunnen gebruikt worden voor vergelijkingen met starters in andere economische omstandigheden. In een (mini)rapportage worden ervaringen en marktomstandigheden vergeleken met die van de starters uit 1998/2000 en 2003. Dit gedeelte van het project valt onder 'kennisoverdracht'. Contactpersoon: Dick Snel 20