SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Betagan 0,50% oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De werkzame stof is: levobunololhydrochloride 5 mg/ml. Hulpstoffen met bekend effect: benzalkoniumchloride 0,04 mg/ml en natriummetabisulfiet 2 mg. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oogdruppels, oplossing. Een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Betagan is geïndiceerd voor het verlagen van de oogdruk bij patiënten met een chronisch openhoekglaucoom en oculaire hypertensie. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Volwassenen (met inbegrip van ouderen) De aanbevolen dosering is één druppel in het aangetaste oog/de aangetaste ogen één- of tweemaal per dag. Afhankelijk van de klinische behoefte kunnen twee druppels tweemaal per dag worden geïnstilleerd. Als de oogdruk met succes is behandeld, kan de behandelende arts beslissen om de dosering te verlagen tot één druppel per dag in het aangetaste oog. Pediatrische patiënten Betagan wordt niet aangeraden voor gebruik bij kinderen bij gebrek aan gegevens over de veiligheid en de doeltreffendheid. De intraoculaire druk moet ongeveer vier weken na het begin van de behandeling met Betagan worden gemeten, aangezien het enkele weken kan duren voordat de oogdruk opnieuw normaal is. 1 / 10
Wijze van toediening Nasolacrimale occlusie of het sluiten van de oogleden gedurende 2 minuten vermindert de systemische absorptie. Dit kan leiden tot minder systemische bijwerkingen en meer lokale activiteit. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. Reactieve luchtwegziekte zoals bronchiaal astma of een voorgeschiedenis van bronchiaal astma, ernstig chronisch obstructief longlijden. Sinusbradycardie, sick-sinussyndroom, sinoatriaal blok, tweede- of derdegraads atrioventriculair blok dat niet gecontroleerd wordt met een pacemaker, manifest hartfalen, cardiogene shock. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Net zoals andere topisch aangebrachte oogproducten wordt levobunolol systemisch opgenomen. Wegens de bèta-adrenerge component van levobunolol kunnen dezelfde soorten cardiovasculaire, pulmonale en andere bijwerkingen optreden als bij systemische bètablokkers. De incidentie van systemische bijwerkingen op het geneesmiddel is lager na lokale toediening in de ogen dan na systemische toediening. Zie 4.2 voor verlaging van de systemische opname. Hartaandoeningen: Voor patiënten met hart- en vaatziekten (bv. kransslagaderziekte, prinzmetal-angina en hartfalen) en met lage bloeddruk moet een therapie met bètablokkers kritisch worden beoordeeld en moet behandeling met andere middelen worden overwogen. Patiënten met hart- en vaatziekten moeten worden gecontroleerd op verschijnselen van verslechtering van hun ziekte en op bijwerkingen. Wegens hun negatief effect op de geleidingstijd is voorzichtigheid geboden bij toediening van bètablokkers aan patiënten met eerstegraads atrioventriculair blok. Vaatziekten: Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten met ernstige stoornissen/aandoeningen van de perifere bloedsomloop (bv. ernstige vormen van ziekte van Raynaud of fenomeen van Raynaud). Ademhalingsstoornissen: Reacties van de ademhaling, waaronder overlijden wegens bronchospasmen bij astmapatiënten, zijn gemeld na toediening van sommige oftalmische bètablokkers. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van Betagan bij patiënten met lichte of matige chronisch obstructieve longziekte (COPD). Gebruik Betagan uitsluitend als het mogelijke voordeel opweegt tegen het mogelijke risico. Hypoglykemie/diabetes: Voorzichtigheid is geboden bij toediening van bètablokkers aan patiënten die vatbaar zijn voor spontane hypoglykemie of patiënten met labiele diabetes, 2 / 10
aangezien bètablokkers de klachten en symptomen van acute hypoglykemie kunnen maskeren. Bètablokkers kunnen ook de verschijnselen van hyperthyroïdie maskeren. Ziekten van het hoornvlies: Oftalmische β-blokkers kunnen leiden tot droge ogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten met ziekten van het hoornvlies. Andere bètablokkers: Het effect op de intraoculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkade kunnen worden versterkt als levobunolol wordt gegeven aan patiënten die al een systemische bètablokker krijgen. De respons van deze patiënten moet nauwgezet worden gevolgd. Het gebruik van twee lokale bèta-adrenerge blokkers is niet aanbevolen (zie rubriek 4.5). Anafylactische reacties: Tijdens de inname van bètablokkers kunnen patiënten met een voorgeschiedenis van atopie of van ernstige anafylactische reacties op verschillende allergenen reactiever zijn op herhaalde blootstelling aan deze allergenen, en reageren zij mogelijk niet op de gebruikelijke dosis adrenaline die wordt gebruikt om een anafylactische reactie te behandelen. Loslating van vaatvlies: Loslating van vaatvlies is gemeld bij toediening van producten die het tranen onderdrukken (bv. timolol, acetazolamide), na filtratieprocedures. Chirurgische anesthesie: Bètablokkerende oftalmische preparaten kunnen systemische β- agonistische effecten van bv. adrenaline blokkeren. De anesthesist moet worden geïnformeerd als de patiënt levobunolol krijgt. Het bewaarmiddel in Betagan, benzalkoniumchloride, kan irritatie van de ogen veroorzaken. Verwijder contactlenzen voor applicatie en wacht minstens 15 minuten voor u de lenzen opnieuw plaatst. Benzalkoniumchloride veroorzaakt verkleuring van zachte contactlenzen. Vermijd contact met zachte contactlenzen. Betagan bevat natriummetabisulfiet. Dat veroorzaakt in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties en bronchospasme. Atleten moeten weten dat Betagan levobunolol bevat. Levobunolol kan een positief resultaat geven bij een dopingtest. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er is geen onderzoek naar interacties met specifieke geneesmiddelen uitgevoerd met levobunolol. Bij het gelijktijdig toedienen van oftalmische bètablokkeroplossingen met orale calciumkanaalblokkers, bèta-adrenerge blokkers, antiarrhythmica (inclusief amiodaron), hartglycosiden, parasympathomimetica of guanethidine bestaat de mogelijkheid van additieve effecten, die kunnen leiden tot hypotensie en/of duidelijke bradycardie. Mydriasis door gelijktijdig gebruik van oftalmische bètablokkers en adrenaline (epinefrine) is soms gemeld. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding 3 / 10
Zwangerschap Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van levobunolol bij zwangere vrouwen. Levobunolol mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap, tenzij het duidelijk noodzakelijk is. Zie 4.2 voor verlaging van de systemische opname. In epidemiologische studies zijn geen misvormingen waargenomen, maar wel een risico op intra-uteriene groeiachterstand bij orale toediening van bètablokkers. Er zijn ook tekenen en symptomen van bètablokkade (bv. bradycardie, hypotensie, respiratoire distress en hypoglykemie) waargenomen bij de pasgeborene als bètablokkers werden toegediend tot de bevalling. Als Betagan wordt toegediend tot de bevalling, moet de pasgeborene zorgvuldig worden bewaakt tijdens de eerste dagen van het leven. Uit dieronderzoek met levobunolol is reproductietoxiciteit gebleken bij doses die significant hoger waren dan de doses die in de klinische praktijk worden gebruikt. Borstvoeding Bètablokkers worden uitgescheiden in de moedermelk. Bij therapeutische doses levobunolol in oogdruppels is het echter onwaarschijnlijk dat voldoende hoeveelheden in de moedermelk overgaan om bij de baby klinische symptomen van bètablokkade te veroorzaken. Zie 4.2 voor verlaging van de systemische opname. Indien behandeling met levobunolol tijdens de borstvoeding noodzakelijk wordt geacht voor het welzijn van de moeder, moet stopzetting van de borstvoeding worden overwogen. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Betagan heeft een geringe invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken. Betagan kan tijdelijk wazig zicht, vermoeidheid en/of sufheid veroorzaken, wat de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen kan verstoren. De patiënt moet wachten tot die symptomen zijn verdwenen voor hij gaat rijden of machines gaat gebruiken. 4.8 Bijwerkingen Zoals andere plaatselijk aangebrachte oftalmische geneesmiddelen wordt levobunolol opgenomen in de systemische bloedsomloop. Hierdoor kunnen bijwerkingen worden veroorzaakt die vergelijkbaar zijn met die van systemische bètablokkers. De incidentie van systemische bijwerkingen op het geneesmiddel is lager na lokale toediening van bètablokkers in de ogen dan na systemische toediening. Binnen elke frequentiecategorie worden de bijwerkingen weergegeven in dalende volgorde van ernst. De volgende bewoordingen werden gebruikt om het optreden van bijwerkingen te klasseren: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot <1/10); soms ( 1/1.000 tot <1/100); zelden ( 1/10.000 tot <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). De volgende bijwerkingen zijn gemeld met levobunolol: Psychische stoornissen Niet bekend: depressie. Zenuwstelselaandoeningen 4 / 10
Niet bekend: verwardheid, duizeligheid, slaperigheid, lethargie, hoofdpijn, slapeloosheid. Oogaandoeningen Zeer vaak: irritatie van het oog, pijn in de ogen. Vaak: blefaritis, conjunctivitis. Niet bekend: hyperemie van de conjunctiva/ogen, allergische conjunctivitis, verminderde corneareflex, iridocyclitis, keratitis, wazig zicht, keratitis punctata, jeuk aan het oog/de oogleden, oedeem van het oog/de oogleden, afscheiding uit het oog, meer tranen, droog oog. Hartaandoeningen Niet bekend: syncope, bradycardie, atrioventriculair blok, hartkloppingen. Bloedvataandoeningen Niet bekend: hypotensie, fenomeen van Raynaud. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Niet bekend: astma, dyspneu, irritatie van de keel, ongemak in de neus. Maagdarmstelselaandoeningen Niet bekend: nausea. Huid- en onderhuidaandoeningen Niet bekend: urticaria, contactdermatitis (inclusief allergische contactdermatitis), huiduitslag, erytheem van de oogleden, eczeem van de oogleden, exfoliatie van de huid, lichenoïde keratose, jeuk. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Niet bekend: oedeem van het gezicht, vermoeidheid/asthenie. Bijkomende bijwerkingen zijn waargenomen met andere oftalmische bètablokkers en kunnen optreden met Betagan: Oogaandoeningen Loslating van vaatvlies na filtratieoperatie, hoornvlieserosie, diplopie, ptosis Immuunsysteemaandoeningen Anafylactische reactie, systemische allergische reacties, inclusief angio-oedeem Voedings- en stofwisselingsstoornissen Hypoglykemie Psychische stoornissen Geheugenverlies, nachtmerries Zenuwstelselaandoeningen: Cerebrale ischemie, cerebrovasculair accident, toename van verschijnselen en symptomen van myasthenia gravis, paresthesie Hartaandoeningen: 5 / 10
Hartritmestoornissen, hartstilstand, hartfalen, pijn op de borst, congestief hartfalen, oedeem. Bloedvataandoeningen: Kouden handen en voeten Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Bronchospasmen (hoofdzakelijk bij patiënten met bestaande bronchospastische ziekte), hoesten Maag-darmstelselaandoeningen: Buikpijn, diarree, dysgeusie, droge mond, dyspepsie, braken Huid- en onderhuidaandoeningen: Alopecia, psoriasisachtige huiduitslag of exacerbatie van psoriasis Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Myalgie Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: Verminderde libido, seksuele disfunctie Bijwerkingen gemeld met fosfaathoudende oogdruppels: Bij sommige patiënten met significant beschadigd hoornvlies werden zeer zelden gevallen van corneale calcificaties gemeld in samenhang met het gebruik van fosfaathoudende oogdruppels. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie - Eurostation II - Victor Hortaplein 40/40 - B-1060 Brussel; website: www.fagg.be of e- mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be. 6 / 10
4.9 Overdosering Er zijn geen gegevens beschikbaar over humane overdosering met Betagan, die wellicht niet zal plaatsvinden via oculaire toediening. Mocht er toch per ongeluk een oculaire overdosering plaatsvinden, dan moet het oog/de ogen worden gespoeld met water of normale zoutoplossing. Als het middel per ongeluk wordt ingenomen, kunnen er systemische symptomen optreden en kan het goed zijn om te proberen verdere absorptie tegen te gaan. De symptomen van een systemische overdosering zullen waarschijnlijk zijn: bradycardie, hypotensie, bronchospasme en hartfalen. Er moet een behandeling worden ingesteld voor overdosering van een bètablokker, zoals intraveneuze toediening van atropinesulfaat 0,25 tot 2 mg om een vagale blokkade te veroorzaken. Een conventionele behandeling voor hypotensie, bronchospasme, hartblok en hartfalen kan noodzakelijk zijn. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: antiglaucoommiddel, bètablokker. ATC-code: S01ED02. Levobunolol is een niet-cardioselectieve bèta-adrenoceptorblokker die de bèta-1-receptoren even sterk blokkeert als de bèta-2-receptoren. Levobunolol heeft geen significante lokale anesthetische (membraanstabiliserende) of intrinsieke sympathicomimetische activiteit. Levobunolol verlaagt de oogdruk. Het primaire werkingsmechanisme is waarschijnlijk gebaseerd op een vermindering van de productie van humor aquaeus. In tegenstelling tot andere stoffen die de oogdruk verlagen en miosis veroorzaken, verlaagt levobunolol ook de oogdruk, maar heeft het geen of weinig effect op de diameter van de pupil. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Het begin van de werking met één druppel levobunolol kan één uur na instillatie worden waargenomen. Het maximumeffect wordt gezien 2 tot 6 uur na toediening. Na één enkele dosis kan een significante daling van de oogdruk worden gehandhaafd gedurende tot 24 uur. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Het oculaire en systemische profiel van levobunolol is goed bekend. Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel en reproductietoxiciteit. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Polyvinylalcohol 7 / 10
Benzalkoniumchloride Natriummetabisulfiet Natriumchloride Dinatriumedetaat Natriumfosfaat, dibasisch heptahydraat Kaliumdiwaterstoffosfaat Natriumhydroxide (om de ph aan te passen) of Zoutzuur (om de ph aan te passen) Gezuiverd water 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid Voor opening van het flesje: het product heeft een uiterste houdbaarheidsdatum. De houdbaarheid is 2 jaar. Als het flesje geopend is: Betagan moet altijd binnen 4 weken worden gebruikt. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren bij kamertemperatuur (15-25 C). Beschermen tegen licht. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Eén container van 5 ml met druppelpipet en schroefdop. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Geen bijzondere vereisten voor verwijdering. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Allergan Pharmaceuticals Ireland Castlebar Road, Westport, County Mayo Ierland 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE136184 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 8 / 10
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 december 1986 Datum van laatste hernieuwing: onbeperkt geldig. 9 / 10
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 05/2014 Datum van goedkeuring: 07/2014 10 / 10