Pabo Zuyd; Dansexpressieles bewegen op muziek 2 juni 2015 We hebben gewerkt uit en met de methode dansspetters. Deze methode bestaat uit 3 boeken. Ieder boek heeft 2 (het groene boek zelfs 3) cd s met originele instrumentale muziek. Enkele dansen zijn gecombineerd met liedjes (vooral onderbouw en middenbouw zingen, bovenbouw zelf lied/ rap laten maken) Het groene boek - uitgekomen nov. 2012- bevat ook dansmateriaal 12-18 jaar). Bestellen? www.dansspetters.nl Enkele muziekjes beluisteren of kopen kan ook via I- tunes! De hallodans en de zit/klapdans staan daar op de cd. In 2001 ontdekte ik de methode dansspetters. Ik (creatief therapeut, dans) ken geen andere dans/beweeg methode waarmee je kinderen en jongeren zo vanzelfsprekend in beweging krijgt. Ook werk ik al jaren als vakleerkracht dans/drama op een basisschool. Juf Yet, dit lijkt wel dans (Tom, groep 8, bij de puzzeldans, blauwe boek). Ik had de dansbeschrijving uit dansspetters aangehouden, gemengd met elementen uit de breakdance en acro- gym, en de kinderen de dans laten uitvoeren op twee verschillende moderne muziekstijlen (2 lessen van 1 uur). Een mooie lyriek (adagio) en een up- tempo top 40 deun. Dus dat je zelf veel kunt toevoegen aan een bestaand thema in deze methode spreekt mij nog steeds enorm aan. En verder dat deze methode rijk onderwijs is omdat het een sterk beroep doet op het exploreren met kinderen en universeel qua thematiek. Het vakconcept dans is in elke dans verantwoord. Een beetje van dansspetters en een beetje van. jezelf en de kinderen in jouw klas dat is de kracht van dansspetters! Durf, experimenteer en leer! Herhaal eindeloos met variaties. En bedenk dat we deze workshop in sneltempo door de dansen zijn gegaan! Normaal doe ik enkele lessen over één dans. En ik herhaal veel over een bepaalde periode. Sommige dansen doe ik met dezelfde groep enkele jaren achtereenvolgend (doorlopende leerlijn, steeds moeilijker en hogere eisen stellen aan de eigen inbreng). Heb je vragen? Stel ze gerust (ook nog na enkele maanden). Je vind mij via www.yet- dtc.nl / info@yet- dtc.nl Veel dans/ bewegingsplezier! 1
DANSTHEORIE: 4 danselementen: Ruimte Men kan zich in verschillende richtingen bewegen (voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, diagonaal) Man kan zich in verscheidene lagen bewegen (hoog,midden, diep) Men kan zich via patronen door de ruimte voortbewegen (rechtdoor, hoekig, zigzaggend, in golfbeweging...) Men kan verscheidene vormen maken met het lichaam (groot, klein, hoekig, vlak, etc. Lichaam: Isolatiebewegingen Totaalbeweging Voortbeweging Tijd: Een beweging kan snel/ traag zijn; herhaald gestopt worden Een beweging heeft een ritme - (on)regelmatig Een beweging kan van korte of langere duur zijn Kracht Men kan zich zwaar of licht bewegen (spanning en ontspanning) Een beweging kan een bepaalde dynamiek hebben Geef kinderen een reden om te bewegen: - beleving (welk thema, verhaal, gevoel, muziek) - beweging; een technisch handvat voor dans 2
Het proces (4 stappen) van exploreren in dans (spetters): 1 thema aanbieden (gebruik visuele middelen); de juiste Atmosfeer creëren Visualiseren - Muziek Verhalen - Vanuit andere invalshoeken Discussie 2 inventariseren (stel vragen en haal voorkennis op, laat kinderen demonstreren, jij observeert en benoemd): actieve betrokkenheid en deelname Verbaal (vragen stellen) - (laten) demonstreren - Observeren 3 exploreren ( gekaderde opdrachten die uitnodigingen tot onderzoeken, verrijk de opdrachten door de danselementen in te zetten, doe aan side- coaching, strooi met complimenten!) Exploratie: nieuwe mogelijkheden ontdekken: verrijking van beweging door adequaat gebruik van de danselementen: tijd, kracht, ruimte. En side- coaching.strooi met complimenten! 4 improviseren ( denken en dansen tegelijk, kinderen mogen eigen bewegingsmateriaal verzinnen, muzikaal kader belangrijk) N.b. Stel geen vragen als je niet met het antwoord wilt werken! Probeer een andere weg: Dans kan een krachtig instrument zijn in de integratie met andere vakgebieden: Conclusie: Start vanuit de energie en beleving van de klas; Balancerend tussen beleving en beweging; Adequate observatie; Goed luisteren en gericht vragen stellen; Gebruik van muziek en danselementen; Tonen en gebruiken van materialen geeft kinderen houvast! 3
Dans bevordert de ontwikkeling van het kind: (doelen) Fysiek Creatief Muzikaal Sociaal- emotioneel Ontwikkeling van oriëntering in ruimte en tijd Cognitieve ontwikkeling Weten hoe je moet begeleiden is misschien nog wel belangrijker dan weten hoe je dansen moet! Passen (staan ook beschreven in de boeken van dansspetters I II en III) Wandelpas, looppas, hup/ of hop, stap- hop pas, hak en teen, huppelpas, galoppas, bijtrekpas, wisselpas, polkapas schredesprong, grote en kleine sprong, stamp, plié, relevé, balans Kijk ook in de theorie over bewegen (gym)/ passen wat je mag verwachten van kinderen (per leeftijd). Grondvormen bewegen: rollen, duikelen, werpen en vangen, klimmen, klauteren, lopen, springen Dans: Draaien: - standbeen- werkbeen; 2 variaties = linker of rechter been - naar standbeen toe van standbeen af: 4 variaties = linker standbeen binnen, linker standbeen buiten, rechter standbeen binnen, rechter standbeen buiten - variaties werkbeen: klassiek, jazz, urban, modern - op de vloer of door de lucht Springen: we onderscheiden sprongen in de volgende hoofdgroepen: 1 op 1: hinkelen 1 op 2: afzet op 1 been, landing op 2 benen tegelijktijdig (assembles) 2 op 1: afzet vanaf 2 benen, landing op 1 been (links of rechts) 2 op 2: afzet en landen op 2 benen (verplaatsend, niet verplaatsend) een op ander: grote sprong (over de beek) Voortbewegen: alle grondvormen! Kijk ook op tule leerlijnen om aan te sluiten bij het niveau van de kinderen. 4
Cooking: Dansspetters II CD B nr 24 (blauwe boek) In een kring rondgaan met een stap- sluitpas op A- deel en voor en nadoen op B- deel (2 maten voordoen en 2 maten nadoen). Variaties met stap- sluitpas (laag, of hoog over n hekje, kruispas) In tweetallen idem in beweging, nrs 1 en 2 doen beurtelings voor Spel in de ruimte, op het A- deel de stap- sluit in de kring, op het B- deel zoveel mogelijk plekken in de zaal proberen aan te raken en weer terug op de plaats voor het A- deel. Wie niet op tijd is, valt af. Variatie: goed kijken wie er naast je staat en daar kom je na het rondgaan weer terug. Zelf leren meespreken op de muziek: komt (5) ie (6) aan(7). (8) of kijk (7) naar (ve) mij (8) of kopie Hallodans in de klas! (blauwe boek) (muziek ook verkrijgbaar via Itunes Store (zoek op Dansspetters) alle leeftijden: pas de moeilijkheid aan. Klassenversie! Dus opstelling aan de tafels in groepjes van 4 of 6. Of (zoals wij vandaag deden): zittend in de kring in tweetallen. Onderstaande uitleg kun je naar eigen inzicht in hapklare brokken verdelen. Hou de brokjes informatie klein en ga pas verder met een volgend stuk als je ziet dat de kk het beheersen. o Leer de kinderen de hand shake aan zoals beschreven in de originele dansbeschrijving. Geef hand, pak elkaars duim, glij los, wiebel met hand. Bouw dit langzaam op in tempo totdat je het tempo van de samba op de CD hebt bereikt. Afwisselend met rechterhand- linkerhand- rechterhand en linkerhand is belangrijk! o (Idem, maar nu mogen de koppels zelf de 4 e tel invullen met een eigen bedachte beweging. Kan met de handen maar hoeft niet! Laat diverse koppels hu ideeën demonstreren en laat de rest van de groep die ook eens proberen. Kijk eens of je bewegingen mét en zonder geluid kunt laten bedenken) Deze tussenstap hebben wij vandaag niet gedaan maar hebben een hele eigen handshake gedaan (post- hbo) en die vervolgens aan elkaar geleerd (peer- education). o Vertel de kinderen dat ze nu al de helft van de dans kennen! De dans heeft een A- B- C- B deel, dus welk deel is dat? o Laat ze naar de muziek luisteren of ze daarin het B- deel herkennen. o Leg het A- deel uit ( nrs 1 mogen door de klas huppelen en zijn uiteraard op tijd weer terug op hun stoel zonder te rennen!) en laat het oefenen met meteen aansluitend de hand shake op het B- deel. o Idem, maar nu mogen nrs 2 door de klas. En weer aansluitend de shake. o C- deel: jij doet voor en de kinderen kopiëren als jij stopt. Let goed op de muziek. Herhaal de hele dans waarbij jij in het B- deel voordoet. o Idem, maar nu mogen de kinderen zelf in elk subgroepje beurtelings voordoen terwijl de rest van de groep kijkt en vervolgens kopieert. 5
o Nu kun je de hele dans doen. Let er goed op dat jij de volgorde steeds duidelijk afroept. Welke nummers mogen op het A- deel door de zaal, welke nummers zijn aan de beurt in het C- deel? o Tenslotte, de dans wordt afgesloten met het A- deel: de subgroepjes hebben het hele A- deel de kans om aan hun eigen groepsfoto te werken... o Of in de gymzaal, dan variëren met het voortbewegen door de ruimte, vraag de kinderen. Huppelen, hinkelen 4 links, 4 rechts, spreid- sluit, voetbalpas (chasser = jaagpas of step ball change) en kan iedereen tegelijk door de ruimte bewegen. o Variatie: zoek vier maal een ander maatje om de handshake mee te doen! Dit kan alleen bij de centraal aangeleerde shake. o Variatie: laat een groepje vooraf een bewegingsreeks bedenken (2 maal 8 tellen) en in het C deel geef jij aan welk groepje het voordoet. Hallodans voor onderbouw (variatie) Variatie voor het jonge kind en deze dans staat niet beschreven. De muziek is onderverdeeld in delen A- B- C- B. Op het A- deel door de ruimte springen/huppelen etc. Op het B- deel (percussie) trommelbewegingen maken met verschillende delen van je lichaam om je heen in de ruimte. Grote en kleine, trage en snelle bewegingen alsof de ruimte om je heen één groot trommelvel is. C- deel; voor - en meedoen op de plek. Je kunt werken met isolatiebewegingen (je beweegt maar één deel van je lijf, bijv. alleen je schouders, je hoofd, etc., maar ook met verschillende combinaties van bewegingen, zoals springen, hinkbeweging of zittend op de vloer bewegen Herhalen van B- deel. In het begin bepaalt de leerkracht alles, naarmate de leerlingen meer bekend raken met het concept kunnen zij het B en C- deel overnemen doelen formuleren vakconcept dans - relatie beiden tijdens je les 6
Boys proof! Inspector IKS (groene boek) 8-12 jaar Inspector Iks is een coole kikker. Hij ziet alles, hoort alles en weet bijna alles. We gaan een dagje mee op werkbezoek. Rap tekst: sporen onderzoek en een undercoverzaak 1001 vragen bij een grote kraak Millimeterwerk, geen haartje dat- ie mist Inspector IKS coolste kikker die er is. (2 keer) Neem een houding aan bij het zingen van de rap- tekst: - schuilen, weggedoken - stoer, gezien worden - Wissel van pose/ houding als de rap voor de 2 e keer gezongen wordt. Variatie: laat 1 persoon tussen dit tableau vivant sluipen en anderen reageren (afkerend, begroetend, ). - laserstralen (waslijn, of dik katoen op klos bij de Action). Houdt de lijn/ laserstraal vast met 2. De laser beweegt op het specifieke geluid in de muziek. Let op: soms verwacht je de laser maar dan is er niet (speciaal trucje van Iks, inbraak beveiliging). Zo leer je de kinderen goed naar de muziek te luisteren (i.p.v. op de automatische piloot). - Idem maar nu lopen, dribbelen, springen, sluipen een aantal kinderen tussen, onder, over de laser stralen let op je bevriest als de lasers bewegen. - Naar de overkant gaan leg een denkbeeldig parcours af. Bespreek met de kinderen het parcours laat hen meedenken. Eerst door smalle steeg dan over een brede sloot, zigzaggend door het bos over de muur etc. - Naar de overkant gaan met een schild (ander persoon) voor je om dekking te zoeken. Dit is leiden- volgen principe. Kijk goed of de schilden zich laten leiden. Een schild beweegt nooit uit zichzelf maar laat zich voortbewegen. - Wissel om. - Variatie met de schilden door de ruimte verplaatsen i.p.v. naar de overkant je mag nu ook je eigen schild ergens laten staan en met een ander schild verder gaan. Of met twee achter een schild hier ontstaan variaties daag de kids uit en geef de kaders en begeleid. In het dansspetterboek staan nog meer variaties op dit thema bij deze muziek. 7
Klapzitdans (muziek ook verkrijgbaar via I- tunes Store (zoek op Dansspetters) (dansspetters I, rode boek) Deze zit- dans is bedoeld als coördinatieoefening, maar hij valt ook goed te gebruiken als afsluiting aan het einde van de les. Door de verschillende figuren door elkaar af te roepen, worden de kinderen aangesproken op hun reactievermogen. DANSSTRUCTUUR Elk figuur kan zolang aangehouden worden als wenselijk is. Er is dus geen vast kader. Figuur 1 kan misschien vier maten duren, alvorens figuur 3 wordt afgeroepen, maar evengoed zes of acht maten. Het onderstaand voorbeeld geeft enkel uitleg over de indeling van elk figuur. Verandering van figuur dient te worden afgeroepen op tel 4, dan kunnen de kinderen zich op tijd aanpassen. Wanneer de figuren eenmaal bekend zijn, kunnen ze in willekeurige volgorde en duur worden uitgevoerd. Uiteraard kunnen hier steeds andere variaties worden bedacht. Variatie 1: drie klappen op de knieën, een klap in beide handen. Variatie 2: drie klappen op de knieën, klap met beide handen ergens op je lijf. Variatie 3: drie klappen op de knieën, klap dubbele high- five met je buur. Variatie 4: drie klappen op de knieën, klap met de handen tegen de handen van de wederzijdse buren, kring high five. Handen op schouderhoogte. Variatie 5: met geluid Etc. Vraag de kinderen wat nog meer mogelijk is Nog meer variatie 1 (groep) Twee klappen op de knieën. Een klap in beide handen. En een dubbele klap op de grond. Nog meer variatie : werken met samen, rechts en links in tweetallen. Tips: net als bij cooking, probeer het aangeven vooraf uit. Het is best lastig, meedoen en praten tegelijkertijd. Geef het nieuw nummer aan op de eerste tel, dus de eerste klap op de benen! Herhaling 4 keer is makkelijker, dan kris kras door elkaar. Bouw dit op. Succes en veel plezier! Henriëtte Wachelder 8