Duurzaamheid binnen Waterschap Rijn en IJssel Strategiedocument 0
Titel notitie Onderwerp : Duurzaamheid binnen Waterschap Rijn en IJssel : Duurzaamheidsstrategie Versie : 1.3 Status : Definitief Datum : 26 april 2016 Projectnummer : 6114.6133.1120 1
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Waarom deze strategie?... 3 Duurzaamheid is belangrijk voor waterschap Rijn en IJssel... 3 De strategie geeft helderheid over keuzes en richting... 3 Deze strategie beperkt zich tot grondstoffen en energie... 4 Hoofdstuk 2: Werken aan draagvlak en inspiratie... 5 Hoofdstuk 3: Vijf principes... 7 1. Verminderen gebruik grondstoffen en energie... 8 2. Terugwinnen van grondstoffen... 8 3. Eigen energie duurzaam opwekken... 9 4. Clustering in duurzaamheidsparken... 9 5. We werken samen om onze doelen te bereiken... 10 Hoofdstuk 4: Processtappen om te komen tot keuzes... 11 Bijlage 1: De maatregelen...12 2
Hoofdstuk 1: Waarom deze strategie? Duurzaamheid is belangrijk voor waterschap Rijn en IJssel De laatste jaren heeft Waterschap Rijn en IJssel zich in allerlei documenten helder uitgesproken over het belang wat zij hecht aan duurzaam werken. Zoals bijvoorbeeld in Water Verbindt Bestuursakkoord 2015-2019, het Waterbeheerplan 2016 2021, het Klimaatakkoord Unie en Rijk, 2010 2020 en het Gelders Energie Akkoord (maart 2015). De intenties zijn ook verwoord in de Watervisie 2030: Duurzaam omgaan met grondstoffen en energie is een opgave en zoektocht waar veel partijen zich voor inzetten. Dit vanuit het besef dat de huidige fossiele grondstoffen op gaan raken en het gebruik ervan schadelijk is voor het milieu en het klimaat beïnvloedt. Gelukkig maakt technologische vooruitgang het steeds beter mogelijk energie en grondstoffen op een efficiënte manier te winnen of terug te winnen. Overheden, waaronder de waterschappen, vervullen hierin een stimulerende rol, door innovaties en nieuwe technologie toe te passen. Als waterschap beheren we 13 rioolwaterzuiveringsinstallaties met een groot potentieel om energie en grondstoffen terug te winnen. We gaan deze potenties volop benutten, om stoffen opnieuw beschikbaar te laten maken voor de markt en om ons energieverbruik terug te dringen. Recycling en terugwinning moet op termijn ook leiden tot kostenbesparing. Het watersysteem zelf biedt eveneens kansen op winning van energie en grondstoffen. Wij zien kansen voor zonne-energie, windenergie, energie uit stromend water en het verwerken van biomassa zoals maaisel en hout. We zullen ondernemers uit de regio kansen bieden hier economisch voordeel uit te halen, door onze voorzieningen als proeftuin aan te bieden. Op deze manier stimuleren we duurzaamheid, ook in deze regio. De klankbordgroep Duurzaamheid heeft het initiatief genomen de intenties verder aan te scherpen in een advies aan het college (december 2015). In dit advies roept de klankbordgroep het college op: meer focus aan te brengen in het streven naar duurzaamheid binnen Waterschap Rijn en IJssel, door het omarmen en uitdragen van een duurzaamheidsstatement, zoals dat door de klankbordroep gezamenlijk is geformuleerd (zie figuur 1); te werken aan een cultuurverandering binnen de organisatie, zodat duurzaam werken een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks werk wordt; concrete projecten en acties voor de korte termijn te formuleren om energieneutraal te worden en grondstoffen terug te winnen; zoveel mogelijk samenwerking te zoeken met relevante (maatschappelijke) partners voor het uitwerken van dit streven; op basis van dit advies een duurzaamheidsstrategie uit te werken en deze voor te leggen aan het algemeen bestuur. Het college geeft met het voorliggende document uitvoering aan die oproep. De strategie geeft helderheid over keuzes en richting Het doel van deze strategie is het uitstippelen van de route om te komen tot een duurzaam waterschap, volgens onze eigen inzichten en definities. We willen hiermee bereiken dat we helder zijn over onze keuzes en mogelijkheden, zowel voor onszelf en als voor onze omgeving. De strategie moet gaan werken als inspiratiebron en als afwegingskader. 3
Want in het streven naar duurzaamheid zijn heel veel verschillende keuzes mogelijk, en juist die ruime keuzemogelijkheid kan verlammend werken. De strategie moet daarom een basis bieden voor de afwegingen die we gaan maken. En de strategie moet gaan inspireren, binnen onze organisatie maar zeker ook daarbuiten, en handvatten geven om samen te werken aan duurzaamheid in onze regio. De strategie beperkt zich om die reden niet tot de inhoud, maar gaat nadrukkelijk ook in op de rol en positie die het waterschap kiest in de samenwerking met partners. We beginnen niet bij nul. Binnen de organisatie zijn al veel concrete ideeën voor maatregelen, waarvan enkele in een verder gevorderd stadium van uitwerking, of al uitgevoerd zijn. Doordat we er al mee bezig zijn, hebben we voldoende zicht op de realiteit: we weten dat wat we in deze strategie verwoorden, ook haalbaar kan zijn. En we weten ook dat er nog meer mogelijk is, zeker in de samenwerking met partners. De strategie moet mee helpen deze kansen te realiseren. Deze strategie beperkt zich tot grondstoffen en energie De focus van deze duurzaamheidsstrategie ligt op grondstoffen en energie. Duurzaamheid is breder dan dat, maar omwille van de helderheid en focus in deze strategie is gekozen voor deze inperking. Het maakt het duurzaamheidsbeleid herkenbaarder en eenvoudiger uit te voeren. Natuurlijk blijft duurzaam werken binnen waterschap Rijn en IJssel niet beperkt tot deze onderwerpen: veel van ons werk is inherent duurzaam 1. Bijvoorbeeld waar het gaat over onze zorg voor schoon water, de zorg voor onze leefomgeving of de zorg voor natuur en ruimte. Omdat deze thema s al aan bod komen in onze reguliere werkwijze zijn deze onderwerpen niet opgenomen in de duurzaamheidsstrategie. Wij zien onze toekomst als volgt: Waterschap Rijn en IJssel is een 100% duurzaam waterschap waarbij het denken vanuit een circulaire economie leidend is. Een waterschap dat zuinig omgaat met energie, en de energie die zij nodig heeft zelf duurzaam opwekt. Wij gaan zuinig om met grondstoffen en zorgen dat onze afvalstoffen worden omgezet tot grondstoffen. We zien een toekomst met duurzaamheidsplants, locaties waar we duurzame energie opwekken en grondstoffen terugwinnen. Wij stimuleren de innovaties die hiervoor nodig zijn, en werken indien mogelijk samen met lokale en regionale partners. We hanteren het principe van goed rentmeesterschap. Ook al omdat we als organisatie wendbaar willen blijven, zodat we in kunnen spelen op de snelle veranderingen die we om ons heen zien. Hierbij hoort ook dat we soms nog wachten met investeren totdat de omstandigheden gunstiger zijn, en we onze maatschappelijke meerwaarde beter waar kunnen maken. Figuur 1 Duurzaamheidsstatement zoals geformuleerd door de Klankbordgroep Duurzaamheid (december 2015) 1 Eind vorige eeuw is het begrip duurzaam waterbeheer ontstaan als voortvloeisel uit duurzame ontwikkeling. Hiermee wordt bedoeld het winnen, gebruiken en retourneren van water (grond- en oppervlaktewater) onder voorwaarden. Het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen hebben dit omgezet naar beleid aan de hand van het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Het Nederlandse waterbeleid geeft daarmee invulling aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer. 4
Hoofdstuk 2: Werken aan draagvlak en inspiratie Het zichtbaar maken van onze visie en ambitie, en natuurlijk onze activiteiten rond duurzaamheid is een belangrijk onderdeel van de strategie voor het bereiken van een duurzaam Waterschap Rijn en IJssel. Communicatie zien we als het belangrijkste instrument; het draagt bij aan de volgende doelen: Iedereen binnen ons waterschap baseert zijn professioneel handelen op duurzaamheidsoverwegingen; inspiratie waardoor partners ons weten te vinden en mee gaan denken (binnen en buiten waterschap); versterking imago waterschap. Kiezen voor meer duurzaamheid, betekent kiezen voor verandering. Het waterschap wil minder energie gaan gebruiken, werken aan minder CO 2 -uitstoot, zuiniger auto rijden, meer gebruik maken van openbaar vervoer, nog veiliger werken, minder kosten veroorzaken, andere eisen stellen aan leveranciers, meer diversiteit accepteren, et cetera, et cetera. Het is van belang dat duurzaamheid stevig verankerd is in de organisatie en uitgevoerd wordt door loyale en gemotiveerde medewerkers. Dan hebben we als organisatie een goede basis om de doelstellingen en de geplande resultaten soepel te realiseren. Daarom willen we medewerkers actief meenemen. Veel mensen vinden duurzaamheid belangrijk en willen netjes met de wereld omgaan. Die positieve instelling willen we mobiliseren. We willen de praktische kennis en ervaring van collega s benutten en hen laten meedenken en met ideeën komen over de uitwerking van de strategie. Vanuit die betrokkenheid en loyaliteit willen we het gedrag veranderen. We zien de informatievoorziening naar de medewerkers als een continu proces met wisselende invalshoeken: medewerkers op de hoogte houden van de voortgang, met resultaten de noodzaak bewijzen, tegenvallers verklaren, de urgentie onder de aandacht blijven brengen. De leidende principes van de communicatiestrategie zijn: - Gezamenlijke waarden zijn het uitgangspunt; - Verhalen delen; - Zorg voor geloofwaardigheid (practice what you preach). Om het onderwerp energie tussen de oren te krijgen is een combinatie nodig van regelmatige berichtgeving, kennisbijeenkomsten en ludieke acties. We denken dat een Aanjaaggroep die behoeften uit de organisatie kan benoemen en creatieve acties kan opzetten. De Aanjaaggroep zal bestaat uit een medewerkers uit diverse units zoals Communicatie, P&O, Waterbeleid, FZ en enkele medewerkers met een creatieve inslag. Omdat er naast de cultuurverandering ook een lerend effect aan de orde is, is de betrokkenheid van de unit P&O van belang. De rol van het bestuur zowel het dagelijks bestuur als het algemeen bestuur - is cruciaal. Zij zijn degenen die het proces voeden met waarden, verhalen en acties (practice what you preach) en zullen zowel intern als extern zichtbaar zijn op dit dossier. 5
De duurzaamheidsstrategie komt daarmee op verschillende manieren tot uiting: - In de verschillende projecten, die hun eigen dynamiek en communicatieaanpak hebben. Windenergie, neo-alginaat en de Duurzaamheidsparken vragen elk om maatwerk. Voor deze onderwerpen is al een specifieke communicatiestrategie opgesteld, of in de maak. Hierbij zorgen we voor verbinding met de duurzaamheidsstrategie. - op externe podia, waar dat inhoudelijk goed aansluit bij de 5 principes uit de duurzaamheidsstrategie. De focus ligt daarbij op de regio, maar in sommige gevallen kan een landelijk event ook in aanmerking komen. Voorbeelden zijn Clean Tech Tomorrow (regionaal, thema circulaire economie), en de Innovatie-estafette (groot landelijk event, thema sustainable urban delta). - Storytelling, verhalen maken, wordt een belangrijke motor om de duurzaamheidsstrategie tot leven te brengen, en concreet te maken voor anderen. Binnen en buiten de organisatie. - Verbeelden: waar mogelijk kiezen we voor visualisaties, infographics of film. Beelden zijn krachtig, en hebben vaak meer impact dan woorden. Zeker in de online communicatie. 6
Hoofdstuk 3: Vijf principes We hebben onze doelen, en de manier waarop we dat willen bereiken, samengevat in vijf principes, die we in dit hoofdstuk benoemen. De inspiratie voor die principes hebben we gehaald uit de volgende theorieën: a) de Trias Energetica de theorie die zegt dat we als eerste moeten besparen op de energie die we gebruiken, vervolgens ernaar moeten streven duurzaam opgewekte energie te gebruiken, en pas in laatste instantie fossiele brandstoffen (zo efficiënt mogelijk) in te zetten (zie figuur 2). b) De circulaire economie in de circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt en behouden grondstoffen hun waarde. Dat brengt veel kansen voor ondernemers: meer ketensamenwerking, innovatie, minder grondstoffenverbruik en minder afval. c) De biomassa piramide. Welke keuzes we maken in het hergebruiken van grondstoffen bepalen we aan de hand van de biomassa piramide. Deze piramide geeft een gewenste volgorde in het gebruik van de grondstoffen: we streven naar zo hoogwaardig mogelijk gebruik van grondstoffen, en verbranden voor energie staat hierin onderaan. (figuur 3) We hebben de doelen zo mogelijk meetbaar gemaakt. Voor energie lukt dat beter dan voor grondstoffen. Dit komt doordat het denken volgens de circulaire economie nog in de beginfase zit, en we nu nog niet kunnen overzien welke voortgang we redelijkerwijs kunnen maken hierin. Figuur 2 Trias Energetica Figuur 3 De biomassapiramide 7
1. Verminderen gebruik grondstoffen en energie Onze doelen: In 2020 werken we 30% energie-efficiënter ten opzichte van 2005; We besparen op het gebruik van grondstoffen. Energie besparen kan door technologische aanpassingen en door gedragsverandering. We zetten in op beiden. De technische aanpassingen kosten geld, maar zijn relatief eenvoudig uit te voeren en de rendementen zijn vooraf te berekenen. Bijvoorbeeld waar het gaat om onze gebouwen, of bij onze zuiveringen. Of door het aanschaffen van een energiezuinig wagenpark. Bij gedragsverandering gaat het om de manier waarop de werknemers van het waterschap zich gedragen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om bewuster keuzes te maken in mobiliteit of videovergaderen. De resultaten van inzetten op gedragsverandering zijn onzeker en waarschijnlijk relatief gering, t.o.v. de technologisch aanpassingen. Toch wordt hierop ingezet, ook omdat het bijdraagt aan de bewustwording. Ons grondstoffenverbruik (materialenverbruik) zit met name in de projecten. We streven naar het verminderen van materiaalverbruik door per project een afweging te maken tussen verschillende scenario s volgens de systematiek van Duurzaam GWW (duurzame aanpak grond-, weg- en waterbouw). Hierin kijken we of het nodig is om materialen te gebruiken, of dat bijvoorbeeld kan worden gekozen voor Bouwen met Natuur. Ook wordt gekeken of materialen aan het einde van hun levensduur kunnen worden hergebruikt. Per project wordt over de afweging gerapporteerd. Op dit moment kan niet worden ingeschat hoe groot de besparing op materialen kan zijn; we verwachten dat door het stelselmatig maken van een afweging in de loop der tijd meer inzicht komt in de mogelijkheden. 2. Terugwinnen van grondstoffen Ons doel: Actief op zoek naar haalbare businesscases, die we ontwikkelen als ze financieel en technisch haalbaar zijn, afgewogen vanuit maatschappelijke meerwaarde. Het terugwinnen van grondstoffen speelt met name in de zuiveringsketen, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld bij biomassa of bagger. De afgelopen jaren hebben we geleerd dat het afvalwater wat vroeger als reststof werd beschouwd, waardevolle grondstoffen bevat. We zetten in op het terugwinnen van die grondstoffen volgens het motto winnen wat van waarde is. Omdat er nog veel onbekend is over doelmatigheid en doeltreffendheid kiezen we hierin een pragmatische insteek: we gaan actief op zoek naar haalbare business cases en ontwikkelen die als ze financieel en technisch haalbaar zijn. Er is vanuit kennisinstellingen en het bedrijfsleven veel belangstelling. Die samenwerking hebben we hard nodig, om de technieken te leveren en als afzetmarkt om al die waardevolle grondstoffen terug te brengen in de kringloop. Op dit moment is niet te overzien hoe we ver we gaan komen in het terugwinnen van grondstoffen, en ook niet hoe snel dit proces zal gaan. We kiezen een actieve rol in dit speelveld, samen met de kennisinstellingen, andere waterschappen en het bedrijfsleven in onze regio, en rapporteren hierover als we kansen signaleren. 8
3. Eigen energie duurzaam opwekken Ons doel: In 2020 wekken we 40% van onze verbruikte energie zelf duurzaam op. Zelf energie duurzaam opwekken is nodig om als waterschap energieneutraal te kunnen worden. We zien mogelijkheden in het opwekken van energie door biogas, zon en wind, en misschien ook door het winnen van warmte uit water of rioolwater. Daarnaast willen we derden faciliteren. We merken dat er vanuit onze omgeving veel interesse is in het benutten van waterkracht voor het opwekken van duurzame energie. Wij willen op beperkte schaal die mogelijkheid openstellen voor derden. Dit gaan we doen door een Kansenkaart voor Waterkracht te ontwikkelen, waarop we aangeven waar, en onder welke voorwaarden, onze stromende beken benut kunnen worden voor het opwekken van duurzame energie. 4. Clustering in duurzaamheidsparken Ons doel: Het ontwikkelen van duurzaamheidsparken. We kiezen ervoor onze energie- en grondstoffenfabrieken te clusteren op zogenaamde Duurzaamheidsparken. We vormen een aantal RWZI s waar mogelijkheden liggen om tot deze parken. We zien de volgende voordelen van deze duurzaamheidsparken: 1) Door duurzame initiatieven te clusteren, schep je de mogelijkheid om te leren van elkaar, en om samen meerwaarde te bereiken. 2) Clustering is aantrekkelijk omdat het onze inspanningen zichtbaar maakt, en tegelijkertijd de impact op de omgeving minimaliseert. 3) Clustering zorgt ervoor dat beheer en beveiliging eenvoudiger worden. Een belangrijk deel van het opwekken van onze eigen duurzame energie zal plaatsvinden op deze duurzaamheidsparken. Maar ook daarbuiten zien we mogelijkheden die we niet willen laten liggen, zoals wind- en zonne-energie. 9
5. We werken samen om onze doelen te bereiken Ons doel: Kennis ophalen en draagvlak creëren zodat we effectief en efficiënt onze doelen behalen. Onze bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen in ons werkgebied. We realiseren ons dat we onze doelen niet alleen kunnen bereiken; we hebben onze omgeving nodig. We onderscheiden de volgende redenen om samen te werken: 1) Samenwerken om kennis te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor het vinden van nieuwe zuiveringstechnieken. We werken hiervoor samen met andere waterschappen bijvoorbeeld binnen Rijn Oost -, andere overheden, maar ook met kennisinstellingen en marktpartijen; 2) Samenwerken om een strategie te ontwikkelen. Dit zal vooral het geval zijn met medeoverheden, bijvoorbeeld de gemeente of provincie, waar het gaat om het opwekken van duurzame energie. Samen kunnen we werken aan het behalen van de duurzame energiedoelen in de regio. 3) Samenwerken om meerwaarde toe te voegen aan onze omgeving. Bijvoorbeeld bij energieopwekking kansen bieden aan omgeving om mee te profiteren van de energie die wij lokaal opwekken. Dit kan aantrekkelijk zijn voor bijvoorbeeld bewonerscollectieven of coöperaties die duurzame energie willen leveren aan de buurt. En het is voor ons aantrekkelijk omdat activiteiten die anders wellicht omstreden zouden zijn, nu toch op draagvlak kunnen rekenen. 4) Samenwerken om een activiteit haalbaar of rendabel te maken: met bedrijven, vooral waar het gaat om grondstoffen terug te winnen. Sommige investeringen zijn zowel voor ons als voor marktpartijen aantrekkelijk. In dat geval kunnen we kiezen voor samenwerken. We maken per geval een afweging of samenwerking gewenst is. We werken zowel samen met mede- overheden, marktpartijen als bewoners, afhankelijk van het doel wat we hiermee willen bereiken. We gaan hierin strategisch te werk: we maken bijvoorbeeld een omgevingsscan om te verkennen waar de beste kansen liggen. En we zijn actief en niet passief: waar we kansen zien nemen we het initiatief tot contact of kennisontwikkeling. 10
Hoofdstuk 4: Processtappen om te komen tot keuzes Naast de maatregelen die nu al in de Perspectievennota 2016-2019 zijn opgenomen, zijn er nog extra maatregelen nodig om de doelen te halen. Zie de tabel in bijlage 1 met mogelijke maatregelen. De maatregelen voor verdere energiebesparing en voor het opwekken van duurzame energie kosten tijd en geld. Deze maatregelen leveren direct baten op in de vorm van lagere kosten voor energie maar de investeringen zullen pas op een langere termijn terugverdiend zijn. Om te komen tot de juiste keuzes zien we de volgende stappen voor ons: In de afweging bij de perspectievennota s kan worden aangegeven welke financiële ruimte wordt gereserveerd voor energiebesparing en duurzame opwekking. In de programma s zal dit vervolgens worden uitgewerkt in concrete maatregelen, waarvoor een business case wordt opgesteld. Deze business cases worden aan het bestuur voorgelegd voor besluitvorming. Naast de eigen investeringsruimte zal worden gekeken naar andere slimme financieringsconstructies en samenwerking met andere partijen. 11
Bijlage I: De maatregelen De richting die we in dit document beschrijven leidt, na een afwegingsproces, uiteindelijk tot maatregelen. In tabel 4 is weergegeven hoe ver we op dit moment zijn met het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen op het gebied van energie. Daarnaast is weergegeven in welke mate energiebesparende maatregelen gepland zijn (Perspectievennota 2016-2019) en welke bijdrage mogelijke toekomstige maatregelen opleveren en wat de daarbij benodigde investeringen zijn. Energiebesparing Doel: in 2020 30% energie-efficiënter ten opzichte van 2005. Gerealiseerd tot en met 2014: 17 % Reeds geplande maatregelen in 2016-2019: 7 % Nog te realiseren tot 2020: 6 % Mogelijke toekomstige maatregelen: Transport o minder en zuinigere autokilometers o elektrificeren van het wagenpark Huisvesting o verminderen energieverbruik hoofdkantoor Watersysteem o energiezuinige gemalen Grondstoffenterugwinning Doel: Actief op zoek naar haalbare businesscases, die we ontwikkelen als ze financieel en technisch haalbaar zijn. Mogelijke toekomstige maatregelen: Deelnemen in project van KWR over terugwinnen van zware metalen uit afvalwater, slib of as. Opties inventariseren voor toepassen van cellulose terugwinning op onze RWZI s in Waterkracht-verband Doorontwikkelen neo-alginaatterugwinning Beschouwen of de locatie Olburgen ook kan gaan dienen voor produceren van fosfaatmeststoffen uit communaal struviet De next best grondstof vinden (nu alginaat en fosfaat al lopen) Beschouwen of het produceren van bioplastics op langere termijn perspectief gaat bieden. Deelnemen in het project van Alterra om slib op te werken (fosfaat en metalenverwijdering) voor toepassing in de landbouw. Deelnemen in het Waterkrachtproject terugwinnen van stikstof (Power to Protein) Bijdrage in % (indicatief) Nvt 1 % 1 % <1 % Investering in (indicatief) 150.000 300.000 2.000.000 Nog niet bekend 12
Duurzame opwekking Doel: in 2020 40% van de gebruikte energie duurzaam opwekken Gerealiseerd tot en met 2014: 24 % (=biogas) Reeds geplande maatregelen in 2016-2019: 0 % Nog te realiseren tot 2020: 16 % Mogelijke keuzes: Meer biogas opwekken door uitbreiding van de vergistingscapaciteit. *De genoemde bijdrage en investering zijn alleen van toepassing in combinatie met een nieuwe centrale slibdrogingsinstallatie. Windenergie: deze vorm van energie wordt vaak gerealiseerd via een windpark bestaande uit meerdere windturbines. Een windpark met bijvoorbeeld 3 turbines kan 40% van ons energieverbruik leveren. De kosten van 3 turbines liggen rond de 11 miljoen. Zonne-energie: zonneparken kunnen een bijdrage leveren aan onze doelstelling maar daarvoor zijn relatief grote oppervlaktes aan zonnepanelen nodig. Een zonnepark met een netto oppervlak van 1 hectare aan panelen levert ongeveer 2% van ons energiegebruik en vraagt een investering van ca. 1,5 miljoen. Tabel 4 Mogelijke maatregelen 6-10 %* 40 % 2 % 4.000.000* 11.000.000 1.500.000 Uit de tabel blijkt dat de geplande maatregelen in de periode 2016-2019 niet voldoende zijn om in 2020 30% energie efficiënter te zijn dan in 2005 en 40% duurzame energie zelf op te wekken. De genoemde mogelijke toekomstige maatregelen bij transport, huisvesting en watersysteem leveren een relatief kleine bijdrage voor het waterschap mede omdat de energiegebruik daar relatief laag is. Het ligt dan ook voor de hand om bij waterketen verdere maatregelen te onderzoeken. Let wel: de genoemde waarden zijn indicatief en worden door nieuwe inzichten en verdere verdieping steeds verder verfijnd. We verwachten dat we in de loop der tijd nog nieuwe maatregelen zullen bedenken, onder andere door onze focus op samenwerking, communicatie en kennisontwikkeling. We verwachten dan ook dat de dynamiek in dit programma groot zal zijn, en dat het zeker mogelijk moet zijn onze doelen te realiseren. Een stevige focus van bestuur en organisatie is hoe dan ook nodig, en we gaan ervan uit dat deze strategie die focus biedt. 13