Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Niet in de ei-lijst? Dan schrijf je ij. Niet in de ei-lijst? Dan schrijf je ij. Thema 2 Bioscoop bij de buren ng (tong) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. au (saus) Zie au-lijst in je spellingmapje. auw Zie auw-lijst in je spellingmapje. (pauw) ou (hout) Niet in de au-lijst? Dan schrijf je ou. ouw Zie ouw-lijst in je spellingmapje. (touw) i die klinkt als ie (liter) Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Thema 3 Naar het bos c die klinkt als s (cel) c die klinkt als k (actief) stomme e niet in voorachtervoegsel (de) met be (bezoek) met ge (getal) met ver (verkeer) Zie c = s-lijst in je spellingmapje. Zie c = k-lijst in je spellingmapje. Hoor je /u/, schrijf dan e. stemtrap pau ze Hoor je /u/ in be, schrijf dan e. Hoor je /u/ in ge, schrijf dan e. Hoor je /u/ in ver, schrijf dan e.
Thema 4 Dagboek van Chris z die klinkt als s (langzaam) voorvoegsel ont (ontbijt) achtervoegsel ig (jarig) achtervoegsel lijk (vrolijk) Zie spellingmapje bij: overige eindstukken. Hoor je /ug/ dan schrijf je ig. Hoor je /luk/ dan schrijf je lijk. Thema 5 Ja, ik ben ook een skater achtervoegsel heid (snelheid) tie die klinkt als tsie (politie) verklein nkje (kettinkje) verklein etje (verdubbeling medeklinker)(karretje) eind-d of midden d- die klinkt als t (hond) Hoor je /heid/ dan denk je aan luiheid, snelheid. Hoor je /sie/ of /tsie/ aan het eind van een woord, dan schrijf je tie. Klemtoon op ing? Dan schrijf je etje Anders kje, de g verandert in een k. Hoor je /u/, schrijf dan e stemtrap pau ze Hoor je aan het eind van een woord /t/, maak het woord dan langer. Hoor je dan /d/ schrijf die dan ook.
Thema 6 Eten wat de pot schaft gesloten lettergreep (dokter) gesloten lettergreep (fietsen) lettergreep in het midden (jager) open lettergreep (apen) lettergreep waarbij sprake is en een korte klank (adres) Zie a-lijst in je spellingmapje. Thema 7 Buurthuis de boomtak lettergreep in het midden (jager) medeklinker (bakker) medeklinker (ballen) tweetekenklank (keuken) tweetekenklank (boeken)
Thema 8 Wat een vondst medeklinker (bakker) meervoud op s (sleutels) woorden waarbij f verandert in v (druiven) woorden waarbij s verandert in z (huizen) De f verandert bij meervoud meestal in een v. Onthoud dat de v nooit aan het eind van een woord/klankgroep kan staan. uitzondering: na een korte klank schrijf je altijd ff. De s verandert bij meervoud meestal in een z. Onthoud dat de z nooit aan het eind van een woord/klankgroep kan staan. uitzondering: na een korte klank schrijf je altijd ss. Thema 9 Een fijn schoolplein vergrotende en overtreffende trap (dikst) met s ( s morgens) samenstellingen zonder tussenletter (omhoog) namen van steden hoofdletter (Amsterdam) namen van provincies (Groningen) Seizoenen, dagen, dagdelen waarbij je een s aan het begin hoort schrijft je met s. Vergeet ook de s achter aan niet! Zie spellingmapje hoofdletters. Zie spellingmapje hoofdletters. luisterwoord luisterwoord
Thema 10 Een nieuwe plek meervoud Als een woord eindigt op a, i, o, u, y op s (piano s ) en je hoort in het meervoud een sss, dan schrijf je s. stoffelijke bijvoeglijke Als een bijvoeglijk naamwoord naamwoorden (gouden) aangeeft van welk materiaal het gemaakt is dan schrijf je aan het eind een n. afkortingen (bijv.) Zie spellingmapje afkortingen. namen van landen of Zie spellingmapje hoofdletters. werelddelen (Nederland) namen van inwoners Zie spellingmapje hoofdletters. van landen (Nederlander) namen van inwoners Zie spellingmapje hoofdletters. van steden (Amsterdamse) Bijvoeglijke naamwoorden van landen (Nederlandse) Zie spellingmapje hoofdletters.