BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 19 NOVEMBER 2011 DEEL 1 I. BOEKHOUDEN: /40 III. PLICHTENLEER: /10 Sub-Totaal: /50 A B C D E 1
ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN Deel I I. BOEKHOUDING /40 A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE /15 BEOORDELING VAN DE JAARREKENING C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDINGSDIENSTEN EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING /5 III. PLICHTENLEER (I) /10 TOTAAL DEEL I : /50 2
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003), gewijzigd bij KB van 10/08/2005 SCHRIFTELIJKE PROEF 19 NOVEMBER 2011 DEEL 1 Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : belastingen en recht) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en lidnummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Het gebruik van een rekenmachine, een rekeningenstelsel en de Codex BIBF is toegelaten voor zover er geen persoonlijke notities in werden opgenomen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) De resultaten worden toegestuurd van zodra de correctoren alle exemplaren hebben verbeterd. Deze vragenlijst (MET modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen op de website worden gepubliceerd. Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! 3
DEELDOMEIN BOEKHOUDING./40 Alle journaalposten moeten een datum en een omschrijving bevatten. De rekeningen moeten minstens uit 3 cijfers bestaan. A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 Vraag A. 1. /4 Realisatie van vaste activa. Machine aangekocht in 2008 voor 5.000,00. Er wordt liniair afgeschreven à rato van 20% per jaar. De afschrijvingen per 31.12.2010 bedragen dus 3.000,00. De machine wordt op 01.04.2011 verkocht voor 2.800,00 + BTW zijnde 588,00 of voor een totaal van 3.388,00. Geef de journaalpost van de verrichting en de journaalpost bij de afsluiting van het boekjaar. 4
Vraag A. 2. /5 1. Boekhoudkundige verwerking maandelijkse loonfiche van een bediende voor de maand november N : - Brutoloon : 1.200,00, - R.S.Z. werknemer : 156,84 ; - Bedrijfsvoorheffing : 349,00 ; - Werkgeversbijdragen : 384,00. - Vrijstelling bedrijfsvoorheffing : 10,00 2. De provisie vakantiegeld van het vorige jaar bedraagt 2.132,00 ; deze van het lopende jaar bedraagt momenteel 2.236,00 - welke boekingen moet men doen in het journaal? 5
Vraag A. 3. /6 Een kleine of grote vennootschap sluit een contract van financiële leasing af voor informaticamateriaal dat ze huurt aan volgende voorwaarden : - Begindatum van het contract : 01/01/N; - Duur van het contract : 3 jaar; - Economische levensduur (en fiscaal) : 3 jaar - afschrijvingsmethode : lineair; - Intrestvoet van het contract : 4,0%; - Elke maand wordt als 30 dagen geteld. - dit contract genereert geen specifieke operationele kosten bij de verhuurder; - aanschaffingswaarde informaticamateriaal (door de verhuurder) : 15.000,00 ; - waarde van het contract : 16.000,00 ; - waarde van de aankoopoptie op het einde van de 3 jaar : 500,00 ; - jaarlijks te betalen bedrag van 5.765,58 op de vervaldag, de eerste betaling op N+1; - de aflossingstabel van de lening aangehecht aan het contract van de financiële leasing ziet er als volgt uit : JAAR Intresten Terugbetaling Resterende saldo 1 640,00 5.125,58 10.874,42 2 434,98 5.330,60 5.543,82 3 221,75 5.543,82 0,00 TOTAAL 1.296,73 16.000,00 Verwerk deze boekingen in de boekhouding van de huurder, voor jaar N, wetende dat de boekhouding wordt afgesloten op 31 december. 6
7
B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING Vraag B. 1. /15 /3 Een vennootschap wenst in april N+1 een verkooppunt dat ze huurt en uitbaat in een winkelstraat te sluiten wegens rendabiliteitproblemen. Het blijkt dat de inrichtingskosten, waarvan de boekwaarde 840.000,00 bedraagt, in kost moeten genomen worden. De directie heeft beslist om, pro rata, een provisie voor risico s en kosten aan te leggen. Wat denkt u hiervan? Geef tevens de wettelijke basis voor uw antwoord. Vraag B. 2. /6 Op basis van onderstaande informatie, gelieve de gegevens op te nemen in de bijlage VKT A5.3 van de jaarrekening, afgesloten op datum van 31/12/N. Graag gedetailleerd per aandeelhouder. Een NV werd opgericht op 15/02/N-1. Bij de oprichting werden 90 aandelen op naam uitgegeven die elk 1/90 ste van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Staat van het kapitaal op 01/01/N: Geplaatst kapitaal 90 000 Gestort kapitaal 63 000 Niet opgevraagd kapitaal 27 000 Op 15/10/N wordt er overgegaan tot een oproep tot volstorting ten belopen van 15.000 op het gedeelte van het kapitaal dat nog moet volgestort worden. De storting moet uiterlijk binnen de 30 dagen na de oproep gebeuren. Overzicht van het aandeelhouderschap: Aandeelhouder A Onderschrijving op 15/02/N-1 30.000 Storting in geld op 10/02/N-1 ten belopen van 70% Oproep op 15/10/N 5.000 (storting van 5.000 ontvangen op 18/10/N) 8
Aandeelhouder B Onderschrijving op 15/02/N-1 45.000 Storting in geld op 01/02/N-1 ten belopen van 70% Oproep op 15/10/N 7.5000 (storting van 7.500 ontvangen op 25/10/N) Aandeelhouder C Onderschrijving op 15/02/N-1 15.000 Storting in geld op 05/02/N-1 ten belopen van 70% Oproep op 15/10/N 2.5000 (storting van 1.250 ontvangen op 05/01/N+1) 9
Nr. VKT 5.3 STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR Codes Boekjaar Vorig boekjaar STAAT VAN HET KAPITAAL Maatschappelijk kapitaal Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar... 100P xxxxxxxxxxxxxx Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar... (100) Codes Bedragen Aantal aandelen Wijzigingen tijdens het boekjaar.................................... Samenstelling van het kapitaal Soorten aandelen.................................... Codes Niet-opgevraagd bedrag Opgevraagd, niet-gestort bedrag Niet-gestort kapitaal Niet-opgevraagd kapitaal... (101) xxxxxxxxxxxx Opgevraagd, niet-gestort kapitaal... 8712 xxxxxxxxxxxxxx Aandeelhouders die nog moeten volstorten..................... Codes Boekjaar Eigen aandelen Gehouden door de vennootschap zelf Kapitaalbedrag... 8721... Aantal aandelen... 8722... Gehouden door haar dochters Kapitaalbedrag... 8731... Aantal aandelen... 8732... Verplichtingen tot uitgifte van aandelen Als gevolg van de uitoefening van CONVERSIERECHTEN Bedrag van de lopende converteerbare leningen... 8740... Bedrag van het te plaatsen kapitaal... 8741... Maximum aantal uit te geven aandelen... 8742... Als gevolg van de uitoefening van INSCHRIJVINGSRECHTEN Aantal inschrijvingsrechten in omloop... 8745... Bedrag van het te plaatsen kapitaal... 8746... Maximum aantal uit te geven aandelen... 8747... Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal... 8751... Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal... 8751... 10
Vraag B. 3. /6 Hoe worden voorraden en bestellingen in uitvoering gewaardeerd? a) vul volgende tabel verder aan door een kruisje te zetten in de juiste kolom b) Omschrijf de aanschaffingswaarde (met wettelijke referentie). a) tabel Grondstoffen (30) Hulpstoffen (31) Goederen in bewerking (32) Gereed produkt (33) Handelsgoederen (34) Onroerend goed bestemd voor verkoop (35) Bestellingen in uitvoering (37) AW* of MW** indien lager op balansdatum Vervaardigingprijs Vervaardigingprijs, of MW lager op balansdatum Vervaardigingprijs + Eventuele winsttoerekening * : Aanschaffingswaarde ** : Marktwaarde 11
C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 Vraag C.1. /2,5 Wat is het nut van de respectievelijke ratio s liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit? Vraag C.2. /2,5 Bereken de cash flow van de 3 boekjaren op basis van onderstaande balans en resultatenrekening. Geef een commentaar over de evolutie van de cijfers. N+2 N+1 N ACTIEF Vaste activa 1.500.000 540.000 720.000 Voorraad 125.000 175.000 225.000 Klanten (korte termijn) 375.000 400.000 450.000 Bank 513.300 1.418.300 708.700 Totaal actief 2.513.300 2.533.300 2.103.700 N+2 N+1 N PASSIEF Kapitaal 1.000.000 1.000.000 1.000.000 Wettelijke reserves 100.000 100.000 100.000 Overgedragen winst 1.113.300 1.223.300 853.700 Voorziening risico s en kosten 20.000 Leveranciers (korte termijn) 300.000 210.000 130.000 Totaal passief 2.513.300 2.533.300 2.103.700 12
N+2 N+1 N RESULTATENREKENING Verkoop Handelsgoederen 3.000.000 4.200.000 5.400.000 Aankoop Handelsgoederen -1.500.000-2.100.000-2.700.000 Voorraadwijziging (+ : verhoging) -50.000-50.000 225.000 Diensten en diverse goederen -520.000-530.000-500.000 Bezoldigingen -800.000-800.000-800.000 Afschrijvingen + provisies -240.000-180.000-180.000 Terugname provisie uitzonderlijke kosten + 20.000 Resultaat voor belastingen -110.000 560.000 1.445.000 Belastingen 0-190.400-491.300 Resultaat na belastingen -110.000 369.600 953.700 13
D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. /5 Vraag D.1. /5 - Wie mag een vereenvoudigde boekhouding voeren? - Welke dagboeken moeten ze hebben? 14
E. PLICHTENLEER /10 Geef steeds een korte toelichting bij uw antwoord en bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wet en/of KB die van toepassing zijn Vraag E.1.../1 De zaakvoerder van één van klanten, vennootschap gespecialiseerd in de verloop van chocolade, moet op zakenreis naar de USA en vraagt aan u tijdelijk mede-zaakvoerder te worden. Wat denkt u hiervan? Dezelfde persoon is ook bestuurder bij een VZW (sportclub) waarvan u, als stagiair BIBF, tevens de boekhouding verzorgt. Gelet op zijn vertrek voor enkele maanden vraagt hij u om hier hier bestuurder te worden. Kan dit? Hoe gaat u voorstel benaderen? 15
Vraag E.2../1 Men vraagt u, gelet op uw vaardigheden om de rekeningen op te maken, om syndicus te worden van 3 appartmentsgebouwen. Kan u dit aanvaarden? Vraag E.3../2 Wat is het nut van de opdrachtbrief? Is deze verplicht? Welke zijn de voornaamste bestanddelen? 16
Vraag E.4../2 U overweegt een inlassing in lokaal advertentieblad en de creatie van een website voor de promotie van uw activiteiten als boekhouder(-fiscalist). a) Is dit mogelijk? Op welke basis? b) Mag het logo van het Instituut gebruikt worden en zo ja, hoe? c) Mag u op de homepagina van uw website een lijst voorzien met links naar de websites van uw klanten? d) U is, voor uw permanente vorming, lid van 2 beroepsverenigingen. Mag u in de plaats van de vermelding van hoedanigheid als stagiair BIBF het lidmaatschap van die 2 verenigingen opnemen? Vraag E.5../2 Naar aanleiding van een huiszoeking bij één van uw klanten wordt een gerechtelijk onderzoek opgestart. Als boekhouder wordt u in eerste instantie niet vervolgd en het lijkt dat uw cliënt slachtoffer is van een verduistering. De onderzoeksecht heeft een bedrijfsrevisor aangesteld als gerechtsdeskundige en deze laatste vraagt inzage in het volledige dossier van uw klant. Deze laatste is akkoord en geeft u instructies in die zin en tevens verzoekt deze uw medewerking te geven aan de gerechtsdeskundige. a. Waarop moet men letten als men het dossier overdraagt aan de gerechtsdeskundige? b. Mag ik alles wat ik weet over het dossier en de klant meedelen aan de gerechtsdeskundige? c. Ten gevolge van een ontdekking in het dossier heeft de onderzoeksrechter beslist een gerechtelijk onderzoek te openen ten uwen laste. Wat moet u doen? d. De Uitvoerende Kamer vraagt om aanvullende inlichtingen. Moet ik antwoorden? 17
Vraag E.6../2 Een klant verlaat uw kantoor voorgoed. a) welke documenten moet u teruggeven en hoe dient u dit te doen? b) De opvolgende boekhouder vraagt, met het oog op een eenvoudige verder zetting van het dossier, een kopie van het dossier in de vorm van een informaticabestand. Moet u ingaan op dit verzoek? 18
BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 19 NOVEMBER 2011 DEEL 2 II. FISCALITEIT : /35 III. RECHT : /15 Sub-Totaal: /50 F. G H I J K 19
ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN Deel II II. FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen) /35 F. BTW /10 G. PERSONENBELASTING /10 H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 I. BELASTINGSPROCEDURES /5 III. VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II) /15 J. VENNOOTSCHAPSRECHT EN DE WETGEVING IN VERBAND MET /10 ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS- EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /5 TOTAAL DEEL II : /50 20
PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003), gewijzigd bij KB van 10/08/2005 SCHRIFTELIJKE PROEF 19 NOVEMBER 2011 DEEL 2 Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : fiscaliteit en vennootschapsrecht en andere rechtstakken ) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en lidnummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Het gebruik van een rekenmachine, een rekeningenstelsel en de Codex BIBF is toegelaten voor zover er geen persoonlijke notities in werden opgenomen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) De resultaten worden toegestuurd van zodra de correctoren alle exemplaren hebben verbeterd. Deze vragenlijst (MET modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen op de website worden gepubliceerd. Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! 21
DEELDOMEIN FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen)./35 F. BTW /10 Vraag F. 1. /3 Aankoop door een BTW-plichtige natuurlijk persoon van een nieuwe wagen bij een Belgische autohandelaar voor de prijs van 22.325,00 exclusief B.T.W.. De wagen wordt voor 2/7 gebruikt voor het beroep. Welke vakken van de B.T.W.-aangifte dienen ingevuld te worden en detailleer uw antwoord. Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Rooster Bedrag Vraag F. 2. /4 De inkomsten van een gemengde belastingplichtige zijn als volgt geweest : Jaar Totale inkomsten Inkomsten vrijgesteld van BTW Art 44 2009 219.617,00 42.712,00 2010 345.751,00 79.547,00 2011 736.884,00 82.557,00 Met het oog op de aankoop van nieuw materiaal in 2011, verkoopt deze gemengde belastingplichtige versleten materiaal en koopt hij nieuw materiaal aan voor een totale forfaitaire prijs van 9.549,00 alsook een GPS systeem (541,56 ) dat in zijn wagen wordt geïnstalleerd die volledig voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt. 1. Welk is het aftrekbare BTW bedrag op de verrichte aankopen in 2011? 2. Welke regularisatie(s) moeten desgevallend doorgevoerd worden in 2012 op de bovenvermelde aankopen? 22
Vraag F. 3. /3 Een in Nederland gevestigde aannemer van bouwwerken verricht werk in onroerende staat (herstelling aan zijn gebouw van meer dan 5 jaar oud),in België, voor rekening van Belgische opdrachtgevers. In alle drie de gevallen bedraagt de maatstaf van heffing 10.000. De in België gevestigde opdrachtgever is : a) een volledige btw-belastingplichtige die maandaangiften indient en het betreft een herstelling aan zijn magazijn (de aangifte opstellen vanuit standpunt van uw Belgische klant); b) een ziekenhuis en het betreft een herstelling uitgevoerd in de wachtzaal van het ziekenhuis (de B.T.W.-aangifte opstellen vanuit standpunt van de Nederlandse aannemer geldig geïdentificeerd in België); c) een particulier en het betreft een herstelling van het dak van zijn woning, welke hij volledig privaat bewoont (de B.T.W.-aangifte opstellen vanuit standpunt van de Nederlandse aannemer geldig geïdentificeerd in België); VRAAG : Geef voor de drie gevallen tekens de volgende gegevens: 1) zeg wie schuldenaar is van de BTW; 2) bepaal de plaats van de dienst en in welk land de BTW verschuldigd is 3) geef de roosters op van de Belgische BTW-aangifte van de schuldenaar met de passende bedragen. 23
24
G. PERSONENBELASTING /10 Vraag G.1. /2 Energiebesparende uitgaven van de inkomstenjaren 2011 tot 2014 De eigenaar van een woning van 10 jaar oud plaatst een centrale verwarming alsook een verwarmingsketel. Voordien was de woning niet uitgerust met centrale verwarming. Heeft de eigenaar recht op een belastingvermindering in het kader van de energiebesparende maatregelen? De eigenaar van een woning die gebouwd werd in 2008 en die bewoond is sinds 2009 vervangt de enkele beglazing door dubbele beglazing. Heeft de eigenaar recht op een belastingvermindering in het kader van de energiebesparende maatregelen? Diezelfde eigenaar plaatst zonnepanelen om zonne-energie om te zetten in elektriciteit. Heeft de eigenaar recht op een belastingvermindering in het kader van de energiebesparende maatregelen? De eigenaar van een woning bestaande uit 3 afzonderlijke appartementen plaatst dubbele beglazing in de 3 appartementen. Heeft hij recht op 3 keer de belastingvermindering in het kader van de energiebesparende maatregelen? JA JA JA JA NEE NEE NEE NEE Vraag G.2. /4 Berekening van de meerwaarde bij verkoop van een bestaande woning. In oktober 2006 kocht een gehuwd koppel (wettelijk stelsel) samen voor 125.000,00 een huis om het te verhuren. Ze verkochten het in juni 2010 voor 225.000,00. Een makelaar hielp hen daartoe (ereloon 7.500,00). In 2008 werden verbeteringswerken uitgevoerd, waarvoor zij zelf 5.000,00 materiaal hadden aangekocht en 20.000,00 konden staven met facturen van geregistreerde aannemers. Hou hierbij rekening met 25% forfaitaire kosten op de aanschaffingsprijs vermeerdert met 5 % ( 3 volle jaren verstreken tussen aan- en verkoop) en berekend op de aankoopprijs aan 125 % (aankoopprijs + 25%). Bereken de meerwaarde. Hoeveel bedraagt het belastingtarief? 25
Vraag G.3. /4 Uw cliënt is eigenaar van 2 huizen. Een heeft een bewoonbare oppervlakte van 120 m 2 en wordt voor privaat gebruik verhuurd. Het andere heeft een bewoonbare oppervlakte van 200 m 2 en wordt door hem bewoond. Zonnecelpanelen worden geplaatst op zijn woning doch leveren elektriciteit voor beide woningen. De kost van de plaatsing bedraagt 18.000,00 en de kost van de aanpassing van de elektrische installaties in de 2 huizen bedraagt 3.000. a) Kan de aftrek gecumuleerd worden met de hypothecaire lening onderschreven bij de verwerving van het woonhuis in 2007 (N-3) en verworven 2 jaar voor de tweede verhuurde woning? b) Geef het bedrag van de belastingvermindering? 26
H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 Vraag H.1. /5 Een zaakvoerder verhuurt aan zijn vennootschap een woning om er zijn beroepsactiviteiten uit te oefenen. De zaakvoerder is gehuwd en zijn echtgenote is louter aandeelhouder en niet actief. Ze zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel (huwelijkscontract) en de zaakvoerder was vóór het huwelijk enige eigenaar van de woning. niet-geïndexeerd KI 1.750,00 Jaarlijkse huur 14.400,00 (1.200*12) Herkwalificatie Coëff. 2010 3,87 Bereken de eventuele herkwalificatie in hoofde van de zaakvoerder en zijn echtgenote en geef de boekhoudkundige verwerkingen (herkwalificatie coefficient inkomsten 2010 = 3,87). Welk is de belastbare basis in de Venn.B? 27
Vraag H.2. /4 In de loop van het jaar 2010 heeft een BVBA Electro, Nachtegaallaan 10 te 1000 BRUSSEL BTW BE0XXX.XXX.XXX, twee facturen uitgereikt aan haar klant X Bloemenstraat 85 te 1180 UKKEL BTW BE0XXX.XXX.XXX : Verkoopfactuur 1: 9.680 EUR inclusief 21% BTW Verkoopfactuur 2: 2.420EUR inclusief 21% BTW Na diverse aanmaningen tot betaling beslist de BVBA haar vordering op die klant dubieus te maken voor het openstaande bedrag. Het waarschijnlijke verlies wordt geraamd op 80% van de openstaande vordering. De nodige boekingen worden opgenomen in de boekhouding. 1) Gelieve het hierbij gevoegde formulier 204.3 in te vullen op 30/09/2011. 2) Waar dienen de bedragen (vermeld op formulier 204.3) ingevuld te worden in de vennootschapsaangifte? 3) Wat gebeurt er indien het formulier 204.3 niet opgemaakt wordt? 4) In welk deel van de vennootschapsaangifte dient de regularisatie ingeschreven te worden? 28
29
30
31
Vraag H.3. /1 In december geeft een Belgische NV een horloge ter waarde van 810,00 EUR (inclusief BTW) aan haar zelfstandige klant als beloning voor de uitgebreide aankopen die de klant heeft gedaan. Wat zijn de fiscale verplichtingen en gevolgen voor de NV? 32
33
34
I. BELASTINGPROCEDURES/ REGISTRATIERECHTEN EN SUCCESSIERECHTEN /5 Vraag I.1. /2 1) Wat is een dwangbevel? 2) Van wie gaat het uit? 3) hoe kan men er zich tegen verzetten? 4) Waarop steunt het dwangbevel? 5) Wat zijn de gevolgen ervan? Vraag I.2. /2 De Heer Peeters richt een vennootschap op met inbreng van volgende goederen: - 50.000,00 in speciën ; - Een onroerend goed gelegen in Diest, met een waarde van 125.000,00. Geef de registratierechten die op deze inbrengen van toepassing zijn en geef de wettelijke bepalingen die ter zake van toepassing zijn. 35
Vraag I.3. /1 Bij de bepaling van de belastbare activa, aan welke regels zijn de aandelen in een vennootschap onderworpen? Is er een verschil tussen een maatschap en handelsvennootschap ter zake? Indien dit het geval zou zijn, welk verschil in behandeling brengt dit met zich mee bij de berekening van het belastbare actief? 36
III. DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II)./15 J. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN /10 Vraag J.1. /2 Moet een BVBA bij oprichting een financieel plan opstellen? Zo nee, verklaar Zo ja, verklaar en leg financieel plan uit. Vraag J.2. /2 Geef het belang van een financieel plan op vlak van aansprakelijkheid van de oprichters. Vraag J.3. /2 Geef het grootste verschil tussen de regeling m.b.t. de afzetting van de bestuurders van een NV en deze van een BVBA. 37
Vraag J.4. /1 Hoe verwerft een vennootschap rechtspersoonlijkheid? Vraag J.5. /2 Op wie is de Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen van toepassing en op wie is ze niet van toepassing? Vraag J.6. /1 Wat is de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan van een BVBA in geval van faillissement? 38
K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /5 Vraag K.1. /2,5 Welke verschillen zijn er tussen een bezoldigd werknemer en een zelfstandige? Vraag K.2. /2,5 Wat is een arbeidsovereenkomst met een proefperiode? Welke zijn de toepassingsvoorwaarden en de duur van dergelijk beding? Welke opzegtermijnen moeten gerespecteerd worden? 39