ONDERSTEUNINGSTOEWIJZING RASTT

ONDERSTEUNINGSTOEWIJZING RASTT van Riemsdijklaan 103 1965 BE Heemskerk Tel 0251-24 19 44 info@svomk.nl IBAN: NL1234567

AANVRAAG EN TOEWIJZING BOVENSCHOOLSE ONDERSTEUNINGSTOEWIJZING IN HET SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS MIDDEN KENNEMERLAND (SWV VO MK) ONDERSTEUNINGPLANNING In het Ondersteuningsplan van het SWV VO MK staat beschreven hoe binnen onze regio een dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen is georganiseerd. Hierin staat beschreven welke afspraken en procedures er zijn gemaakt over de ondersteuningsstructuur op alle scholen. Het SWV monitort en evalueert de uitvoering van de plannen vanuit de schoolondersteuningsprofielen (SOP s) met het MT en de zorgcoördinator van de 7 reguliere en 2 Voortgezet Speciaal Onderwijsinstellingen. BOVENSCHOOLSE ONDERSTEUNING IN DE TUSSENVOORZIENING VAN HET SWV Binnen het SWV zijn er afspraken gemaakt over de ondersteuning op bovenschools niveau. De routing van het aanvragen van ondersteuning op bovenschools niveau wordt in dit document beschreven. Hierbij gaat het om ondersteuning vanuit de Tussenvoorziening van het SWV VO MK. In deze voorziening zijn zowel de Trajectvoorziening SWV en Satelliet alsook de zware ondersteuning, VSO, welke in de vorm van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is opgenomen. AANLOOP AANMELDING Als leerlingen bij aanvang of in de loop van de schoolloopbaan een ondersteuningsvraag ontwikkelen die de basisondersteuning van de school overstijgt, is het de verantwoordelijkheid van de school om in overleg met leerling en ouders de nodige trajectondersteuning binnen de school in te zetten en om deze ondersteuningsroute zorgvuldig vast te leggen. Als er gezamenlijk (door school, ouders en leerling) wordt besloten dat er bovenschoolse ondersteuning nodig is, dan is het de verantwoordelijkheid van de school om de aanmelding bij het RASTT van het SWV te verzorgen. Bij de aanmelding bij het RASTT, zijn ouders en school samen akkoord gegaan met de inhoud van de aanmelding en de aanmelding. WIE MELDT AAN VOOR BOVENSCHOOLSE ONDERSTEUNING? De aanvraag voor bovenschoolse ondersteuning wordt, na toestemming van ouders en leerling, gedaan door het bevoegd gezag van de school bij de directeur van het SWV. Het SWV heeft hiertoe een commissie ingesteld: de commissie van toewijzing (RASTT) waar toetsing en toewijzing plaatsvindt o.a. over de aanvraag van een arrangement in de Tussenvoorziening. Hierbij gaat het om de arrangementen; 1. Satellietvoorziening SWV, 2. Trajectvoorziening van het SWV, Daarnaast is er een mogelijkheid tot aanmelding en aanvraag voor 3. plaatsing Voortgezet Speciaal Onderwijs (VS0), zie tabel op p.3. TOELAATBAARHEIDSVERKLARING VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS (VSO) De aanvraag voor een Toelaatbaarheidsverklaring is afkomstig van een bestuur van een school voor basisonderwijs (via het OSL van het swv po), school voor Voortgezet Onderwijs, school voor Speciaal Basisonderwijs (via het OSL van het swv po) of school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs cluster 3 of 4 gelegen binnen of buiten het samenwerkingsverband, wanneer de leerling daar staat ingeschreven. z Binnen het samenwerkingsverband als een reguliere school een ingeschreven leerling wil verwijzen naar het VSO of als het gaat om de eerste inschrijving van de leerling en de woonplaats van het kind is binnen de regio van de school waar het kind is aangemeld. z Buiten het samenwerkingsverband als het gaat om de eerste inschrijving van de leerling en de woonplaats van het kind is buiten de regio van de school waar het kind is aangemeld. *Zie protocol Concrete situaties TLV. 2

Inspanningsverplichting school De aanvragende school onderbouwt waarom de leerling niet op de eigen school kan worden ingeschreven op basis van de georganiseerde basisondersteuning en ook niet met extra ondersteuning. Voorbereiding dossier a. De aanvraag is inhoudelijk voorbereid en voorzien van een advies door of namens de school. b. Bij de advisering van de aanvraag zijn een orthopedagoog of een psycholoog en tenminste een 2e deskundige conform artikel 34.8 van het Besluit Bekostiging WPO resp. artikel 15a van het Inrichtingsbesluit WVO betrokken geweest. c. De aanvraag is voorzien van een dag- en handtekening van zowel de directeur van de school als de Orthopedagoog en/of Psycholoog en overige deskundige(n) die zijn geraadpleegd. (Dit gebeurt via het Kernteam v/d school) Ondersteuningsaanbod SWV VO MK Het samenwerkingsverband neemt een besluit over het afgeven van een TLV op basis van: a. De afspraken die in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband zijn vastgelegd; b. Wanneer het samenwerkingsverband geen mogelijkheden ziet de leerling de noodzakelijke ondersteuning te geven op een andere school in het samenwerkingsverband; c. Als het samenwerkingsverband van mening is dat het VSO de best passende leeromgeving is voor de leerling. Toetsing vindt plaats op basis van het Ontwikkelperspectiefplan van de leerling i.r.t. het diepteprofiel van het VSO. CRITERIA EN AANMELDINGSROUTE De aanvraag van bovenschoolse ondersteuningsarrangementen, komt tot stand in gezamenlijkheid (leerling, ouders, school), na een zorgvuldig doorlopen ondersteuningstraject op de huidige school. Binnen de interne ondersteuningsstructuur van de VO-school vindt de voorbereiding plaats voor het proces om te komen tot de aanvraag en wordt zorgvuldig beschreven (criterium 1); een betrokkenenoverleg over de benodigde ondersteuning, (criterium 2); benodigde toestemming ouders en 16+ leerling, (criterium 3); en een ingevuld groeidocument, (criterium 4). Aan de hand van deze hieronder beschreven criteria, wordt vastgesteld of aan de voorbereiding is voldaan: Criterium 1: vaststellen inzet basisondersteuning: Voordat de school, in gezamenlijkheid met ouders en de leerling, aanmeldt bij het SWV, heeft de school samen met ketenpartners, alle ondersteuning geboden die verwacht kan en mag worden en/of aanvullend onderzoek laten doen. Hierbij hebben zij het ondersteuningstraject zorgvuldig doorlopen en geregistreerd. A. Uit het groeidocument moet blijken dat samen met de leerling is gewerkt aan relevante en realistische doelen en adequaat is afgestemd op de onderwijs-ondersteuningsbehoeften, met gebruikmaking van de uitgangspunten van HGW. Uit de manier van handelen, overleggen en uit de handelingsplanning blijkt: 1. Onderwijs-ondersteuningsbehoeften staan centraal; 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking; 3. De leerkracht doet ertoe; 4. Positieve aspecten zijn van groot belang; 5. Er wordt constructief samengewerkt; 6. Het handelen is doelgericht; 7. De werkwijze is systematisch en transparant. B. Daarbij dient tijdig gebruik te zijn samengewerkt met één of meer van de volgende ondersteuners: leerlingbegeleider, schoolmaatschappelijk werk, de CJG-coach, hulpverlening en trajectbegeleider. C. Uit de handelingsplanning zal moeten blijken dat er sprake is van educatief partnerschap. 3

Criterium 2: verslag Betrokkenenoverleg Een aanmelding kan alleen plaatsvinden als er een betrokkenenoverleg over de benodigde ondersteuning heeft plaatsgevonden met de school, ouders, de leerling zelf, en andere direct betrokkenen (bijvoorbeeld leerplicht of hulpverlening). In dit overleg worden de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte(n) van de leerling en de mogelijke oplossingen gezamenlijk geformuleerd. De Consulent passend onderwijs van het SWV is indien gewenst aanwezig, en/of heeft het voorzitterschap tijdens dit overleg of is van te voren ter voorbereiding geraadpleegd. Binnen het betrokkenenoverleg wordt een gezamenlijk idee m.b.t. gewenste ondersteuning geformuleerd. Het besluitvormingsproces is hiermee de gezamenlijke verantwoordelijkheid van school, ouders en leerling. Criterium 3: Benodigde Toestemming School, ouders en leerling hebben gezamenlijk besloten tot een aanmelding bij het RASTT en hebben de aanvraag schriftelijk geaccordeerd. Criterium 4: Een volledig ingevuld groeidocument De voorzitter van het RASTT en/of de Consulent Passend Onderwijs van het SWV stelt vast of aan de criteria is voldaan en geeft de aanvraag door aan de secretaris van het RASTT. De commissie toetst de aanvraag en zal de toewijzing van de ondersteuning onder vermelding van een gedegen onderbouwing verstrekken of afwijzen. 4

VOORLOPIGE TOEWIJZING Indien blijkt dat de aanvraag niet voldoet aan de gestelde criteria kan de commissie (RASTT) tot de conclusie komen om een voorlopige toewijzing af te geven of een andere vorm van ondersteuning toewijzen, totdat de aanvraag wel voldoet aan gestelde eisen. UITSPRAAK VOOR BOVENSCHOOLSE ONDERSTEUNING DOOR DE COMMISSIE VAN TOEWIJZING (RASTT). De commissie van toewijzing van het samenwerkingsverband, het RASTT, geeft een schriftelijke toewijzing af aan (het bevoegd gezag van) de school, de ouders en de bovenschoolse ondersteuning, waar onder meer in vermeld staat: z de toewijzing met onderbouwing en beredenering; z de startdatum van de toewijzing voor het onderwijsarrangement. z de einddatum van de toewijzing voor het onderwijsarrangement; z wanneer er sprake is van een arrangement binnen het VSO, de ingangsdatum en beoogde einddatum van het arrangement en geldigheidsduur van de toelaatbaarheid verklaring VSO; z het overeengekomen bekostigingsniveau, wanneer er sprake is van een VSO-arrangement, van de ondersteuning: categorie laag, midden of hoog bij het toekennen van een Toelaatbaarheidsverklaring van zware ondersteuning. Op basis van de toekenning van de ondersteuning zien de betreffende arrangementen er als volgt uit: Arrangementen t.b.v. ondersteuningsbehoeften in de leer- en gedragsontwikkeling 1. Transitiebegeleiding vanuit de Satelliet / Opvoedpoli Toeleidingstrajecten via transitiebegeleiding naar passende vorm van onderwijs en dagbesteding. Hierbij wordt onderzoek en hulpverlening ingezet indien er op dat gebied een ondersteuningsvraag wordt geformuleerd. 2. Intensieve ondersteuning in medium arrangement in Trajectvoorziening SWV, 3-6 maanden. Een leerling krijgt een intensief trainingstraject aangeboden op schoolse vaardigheden. De leerling werkt hier in 3 fases aan: ondersteuningsfase, vaardighedenfase, oefenen op school. Er worden constructieve afspraken gemaakt met leerling, ouders, school en al bekende of nieuw in te zetten hulpverleners. Er wordt gebruik gemaakt van (recent) onderzoek om de onderwijsbehoeften van de leerling in kaart te brengen. Er wordt gesproken over het pedagogisch partnerschap met ouders. Ontwikkelpunten worden besproken en daar wordt indien nodig ondersteuning op ingezet. *Zie profiel Trajectvoorziening SWV. 3. Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) VSO: Zwaar arrangement op Molenduin of Heliomare, of buiten het eigen SWV. TLV: Plaatsing VSO om aan de onderwijs-ondersteuningsbehoeften tegemoet te komen, minimaal 1 jaar. Er worden constructieve afspraken gemaakt met leerling, ouders, school en al bekende of nieuw in te zetten hulpverleners. Er wordt gebruik gemaakt van (recent) onderzoek om de onderwijsbehoeften van de leerling in kaart te brengen. Er wordt gesproken over het pedagogisch partnerschap met ouders. Ontwikkelpunten worden besproken en daar wordt indien nodig ondersteuning op ingezet. 5

ROUTING TOELAATBAARHEIDSVERLARING (TLV) VOOR VSO Behalve leerlingen afkomstig uit het regulier voortgezet onderwijs (zoals in dit document beschreven) kunnen leerlingen ook instromen binnen het VSO volgens onderstaande routes: { route 1: leerling afkomstig uit het basisonderwijs; { route 2: leerling afkomstig uit het (primair) speciaal onderwijs; { route 3: leerling afkomstig uit het particulier voortgezet onderwijs; { route 4: verhuisleerling, voor wie een speciaal voortgezet onderwijs geadviseerd wordt; { route 5: leerling afkomstig uit een plaats bekostigde setting, voor wie de behandeling stopt en speciaal voortgezet onderwijs geadviseerd wordt. Voor alle leerlingen, ook voor wie VSO evident is, geldt de procedure zoals beschreven. Route 1 en 2: Leerling afkomstig uit het basisonderwijs of (primair) speciaal onderwijs voor wie een toelaatbaarheidsverklaring VSO wordt aangevraagd Het basisonderwijs of (primair) speciaal onderwijs heeft vastgesteld dat de extra ondersteuning niet toereikend zal zijn op een reguliere school voor Voortgezet onderwijs en heeft in overleg met alle betrokkenen (leerling, ouders, leerkracht, IB er en PAB -er en mogelijk Consulent Passend Onderwijs) besloten dat een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring bij het SWV VO zal worden gedaan. Het samenwerkingsverband PO is betrokken bij de situatie van deze leerling. Het SWV PO formuleert op basis van het overleg met de betreffende school voor primair (speciaal) onderwijs, een pré-advies voor een aanvraag TLV voor het VSO. Het SWV PO gaat in de periode van januari-maart van het betreffende schooljaar met het SWV VO in overleg over de beoogde aanvraag TLV. Het bevoegd gezag van de school zet de procedure voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring voor het voortgezet speciaal onderwijs in gang. De afleverende school is verantwoordelijk voor het hele proces om te komen tot een toelaatbaarheidsverklaring: een OPP, het houden van een betrokkenenoverleg en het invullen van het totale kindbeeld uit het groeidocument SWV VO MK. In de overgangsfase zal in het PO en SO bij het betrokkenenoverleg gebruik gemaakt kunnen worden van de expertise van de consulent passend onderwijs van het VO. Route 3,4, 5 Het bevoegd gezag van de school van herkomst of de plaats bekostigde setting verzorgt de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring voor het voortgezet speciaal onderwijs bij het SWV VO MK volgens de 4 beschreven criteria. Voor leerling met ondersteuningsbehoeften op fysiek gebied wordt een aanpassing in het groeidocument gemaakt. REGISTRATIE, WETTELIJKE TERMIJNEN, VERLENGING EN MONITORING De minimumtermijn van een toelaatbaarheidsverklaring is tenminste één jaar, met dien verstande dat indien een TLV voor een jaar wordt afgegeven in bijvoorbeeld maart 2015, deze geldig is tot 31 juli 2016. In overleg met ouders kan voor een korter traject worden gekozen. Vijf maanden voor het aflopen van de beschikking wordt opnieuw bekeken welk arrangement past bij de betreffende leerling. Zie evaluatiefase VSO, procedure VSO-VO Een leerling die nu en later niet naar het regulier onderwijs kan op basis van onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, krijgt een tlv voor 2 of 4 jaar. Daarna wordt volgens de beschreven procedure een verlenging van de TLV aangevraagd. REGISTRATIE, OMGAAN PERSOONSGEGEVENS Het SWV zal de aanmeldingen, plaatsingen en terugplaatsingen monitoren. a. Registratie van leerlingen die extra ondersteuning krijgen en waarvoor een ontwikkelings-perspectiefplan wordt opgesteld. Deze gegevens moeten worden opgenomen in BRON (basisregistratie onderwijsnummer). b. In het kader van de samenwerking tussen onderwijs en partners voor jeugdhulp is het gewenst om goede afspraken te maken over het omgaan met persoonsgegevens. NB Een reglement privacy verwerking gezondheidsgegevens wordt voor 1/8/2014 opgesteld en vastgesteld door het bestuur van het SWV. Het samenwerkingsverband bewaart de onderstaande gegevens tot drie jaar na afloop van: z de definitieve toewijzingsbrief of tlv; z de verschillende aanmeldingsdocumenten. 6

KENNISGEVING VAN DE TLV Een bericht over het besluit over de aanvraag voor de TLV wordt toegestuurd aan in ieder geval de aanvrager, de ouders c.q. de meerderjarige en handelingsbekwame leerling en de school waar de leerling wordt ingeschreven. Op het besluit wordt aangeven dat en waar bezwaar kan worden aangetekend tegen het besluit van het samenwerkingsverband. Bij de inschrijving zorgt de VSO-school voor opname van de leerling-gegevens inclusief de TLV-gegevens in BRON. DUO heeft een factsheet opgesteld over de wijze waarop dit moet gebeuren. Ook levert DUO informatie aan de samenwerkingsverbanden over de ingeschreven leerlingen in het VSO door middel van de Kijkglazen. Het SWV VO Midden Kennemerland en het SWV PO IJmond hebben in samenwerking een monitoringsinstrument ontwikkeld. Binnen dit instrument worden de volgende gegevens minimaal opgenomen: a. Oude beschikkingen CVI naar toekomstige nieuwe afgifte TLV per 2016; b. Afgifte en duur van nieuwe TLV s vanaf 1 augustus 2014; c. Arrangementen binnen het PO welke doorgezet moeten worden naar een arrangement binnen de trajectvoorzieningen binnen regulier VO of binnen een TLV VSO; d. Arrangementen binnen het SO en SBAO welke omgezet moeten worden in een TLV of een ondersteuningsarrangement binnen het regulier VO; e. Bovenregionale TLV s binnen gesloten settingen of residentiele settingen; f. Arrangementen binnen de Tussenvoorziening van het SWV VO MK; Satelliet en Trajectvoorziening SWV; g. Ondersteuningsarrangementen binnen het regulier voortgezet onderwijs; inclusief datum toewijzing door Kernteam, beoogde duur van het arrangement, datum registratie OPP en evaluatiedata; h. Besproken leerlingen binnen het RASTT. Advies en onderzoek; i. Afgifte TLV voor PRO; j. LWOO beschikkingen. De TLV en het advies van de deskundigen wordt beheerd en gearchiveerd door het samenwerkingsverband voor een periode van 3 jaren. Een belangrijke taak van het SWV betreft de beoordeling of een leerling toelaatbaar is voor het (V)SO. Deze toelaatbaarheidsverklaring is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen die beslissing staat bezwaar en daarna beroep open. De toelaatbaarheidsverklaring moet niet verward worden met de beslissing van het schoolbestuur. Bezwaar en beroep is daarvoor afzonderlijk geregeld. BEROEP EN BEZWAAR Geschillen kunnen volgens de wet worden voorgelegd aan de landelijke Geschillencommissie passend onderwijs (GPO). Het bestuur moet zijn definitieve beslissing dan aanhouden totdat deze geschillencommissie advies heeft uitgebracht. Kader waarbinnen de uitvoering van het zwaar ondersteuningsarrangement is geregeld: het is gebaseerd op het beleid zoals beschreven in het ondersteuningsplan van SWV VO MK, welke formeel is vastgesteld op 1-2-2014. ZWAAR ONDERSTEUNINGSARRANGEMENT Indien het RASTT besluit de leerling tijdelijk met een TLV te plaatsen op het VSO neemt de consulent van het RASTT de dag na de bespreking telefonisch contact op met de plaatsingscoördinator van de VSO-school om het RASTT-besluit te bespreken. Het aangewezen lid van het RASTT stuurt per mail op de daaropvolgende dagen na de bespreking de aanmeld- en dossiergegevens van de leerling door. Tevens wordt de afgegeven TLV binnen 1 week na de bespreking en besluit van het RASTT, aangeleverd bij de aanvragende school, het VSO en ouders. De plaatsingscoördinator van het VSO zet de gegevens door naar de intaker op de betreffende afdeling. Deze bespreekt het op de afdeling waar de leerling geplaatst wordt. Bij het Molenduin zal de intake dezelfde week nog gepland worden voor de aankomende week met leerling, ouders en casemanager van aanleverende school. Bij Heliomare wordt in principe ook dezelfde week van de bespreking in het RASTT nog een intake gepland voor de aankomende week. 7

Indien het gaat om een TLV wordt het aangeleverde groeidocument(inclusief OPP) van de aanleverende school gebruikt en in het geval van plaatsing op het VSO gekoppeld voelt het VSO het het OPP VSO op het OPP van de aanleverende school aan. Het VSO is verantwoordelijk voor het opstellen van het OPP, met bijbehorende cyclus van evalueren met de betrokkenen. Richtlijn voor de uitvoering van het arrangement is het effectueren van het OPP: z Beschrijving van het uitstroomperspectief, inclusief de onderbouwing hiervan op basis van belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. z Benoemen van de wijze waarop afgestemd wordt op onderwijs-ondersteuningsbehoeften: begeleiding en ondersteuning in het ontwikkelplan. z Planning van de cyclus van (tussen-) evaluaties waarbij de concreet beschreven effecten van de zware ondersteuning worden besproken. z Terugkoppeling hiervan vindt plaats tijdens de afspraken die gepland staan over periodieke monitoring door het SWV en hieruit volgt de aanmelding Herbeoordeling van het zwaar arrangement/ TLV in het RASTT. TERUGPLAATSINGSFASE VSO VO Als men op het moment, dat omstreeks vijf maanden is voor het aflopen van de TLV, ervan uitgaat dat de doelen behaald zullen worden aan het einde van de periode van de TLV, dan stroomt de leerling uit naar het regulier voortgezet onderwijs. Voor deze overstap worden handelingsadviezen door de VSO-school geformuleerd. Zie hiervoor de bijlage: beleidsbrief VSO-VO. Bij overplaatsing van leerlingen vanuit VSO naar regulier VO is in het verleden gebleken dat het soms niet eenvoudig is om een VO-school te vinden die de leerling op wil/kan nemen. De ervaring leert dat het van belang is dat de VO-school vroegtijdig in het overdrachtsproces betrokken wordt. Het is daarom nodig om hier duidelijke afspraken over te maken. Het SWV heeft de wettelijke verplichting om beleid te maken op de terug- of overplaatsing van VSO naar VO. 1 Ten uitvoer gebracht en deze beschreven in de beleidsbrief VSO-VO. De uitvoering van het arrangement VSO, bestaat uit de volgende fasen: z Evaluatiefase VSO z Oriëntatiefase VO Evaluatiefase VSO Als in het OPP als uitstroomprofiel het reguliere VO genoemd is, bewerkstelligt de VSO-school in ieder geval dat de beschreven doelen behaald zijn, zodat de leerling op verantwoorde wijze en naar verwachting succesvol geplaatst kan worden in het reguliere VO. Hierbij is de voorwaarde dat er een realistisch perspectief gerealiseerd kan worden binnen het VO op basis van het SOP en Kaderplan van de reguliere VO-school. Oriëntatiefase VO 1. Indien de leerling naar de mening van de VSO-school zover is dat hij/zij door kan stromen naar een VO-school voert de VSO-school een vooroverleg met een of meer VO-scholen die naar verwachting zouden kunnen afstemmen op de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling. 2. Wanneer de VSO-school niet duidelijk weet welke VO-school een passend aanbod heeft, kan de leerling anoniem besproken worden met zorgcoördinatoren van de VO-scholen. 3. Het overleg met de VO-school vindt ruim voor een eventuele overplaatsing naar het VO en het verlopen van de TLV-termijn plaats (richtlijn: vijf maanden). In dit overleg moet duidelijk worden welke vaardigheden van de leerling verwacht worden om succesvol te kunnen zijn op de VOschool. 4. De VSO-school organiseert vervolgens een betrokkenenoverleg. Hierbij zijn ten minste de ouders en de leerling zelf aanwezig. Er wordt vastgesteld wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn en welke school na de oriëntatieperiode een geschikt aanbod lijkt te hebben voor deze leerling. 5. De leerling en de ouders geven aan welke VO-school hun voorkeur heeft. 1) WVO, artikel 17 a, lid 8 d. :Het ondersteuningsplan omvat in elk geval: de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing naar het voortgezet onderwijs van leerlingen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring, bedoeld in artikel 40, twaalfde lid, van de Wet op de expertisecentra betrekking heeft, is verstreken. 8

Besluitvormingsfase RASTT 6. Het bevoegd gezag van de VSO-school meldt aan het RASTT met het OPP en schuift op uitnodiging aan bij het RASTT overleg. 7. Het RASTT besluit of een VO plaatsing reëel blijkt. 8. Indien het RASTT positief heeft geadviseerd op een terugplaatsing naar het VO dan volgt de aanmelding bij de VO-school tijdig door ouders, met ondersteuning van de zorgcoördinator op de VSO-school. Het besluit van het RASTT is leidend voor het uitvoeren van de overstap naar de VO-school, volgens de richtlijnen van de zorgplicht. Overdrachtsfase Na het besluit van het RASTT bereiden de VSO voorziening en de VO-school waar is aangemeld de plaatsing voor. De VSO-school organiseert opnieuw een MDO, waarbij ook de zorgcoördinator en afdelingsleider van de VO-school aanwezig zijn. Er wordt ter voorbereiding op de VO plaatsing gewerkt aan het uitvoeren van afspraken en maatwerk rond de leerling. In dit MDO wordt het traject van toeleiding besproken, waarin de volgende onderwerpen aan de orde komen: z Het ondersteuningsaanbod, welke is afgestemd op de onderwijs-ondersteuningsbehoeften, met gebruikmaking van handelingsadviezen VSO; z Startdatum; z Voorbereiding van de leerling op de overstap naar VO binnen het VSO; z Opbouw in (terug) plaatsing van de leerling binnen het VO; z Integratie van OPP van VSO in groeidocument VO, welke de verantwoordelijkheid is van beide zorgcoördinatoren; z Afspraken over monitoring van het overplaatsingstraject door casemanager, kernteam en het inplannen van evaluatieafspraken; z Overstapbegeleiding van VSO aan leerling, ouders en VO: bepaald aantal gesprekken afzonderlijk en gezamenlijk. BESLUITVORMING BIJ IMPASSE TERUGPLAATSING LEERLING VAN VSO NAAR VO Wanneer blijkt dat de VO-school toch geen passend onderwijsaanbod kan bieden, zoekt de VOschool (en niet de VSO-school) een andere school die dat aanbod wel heeft. Indien dit niet lukt meldt school a. de leerling aan ter bespreking bij het RASTT, Dit gebeurt in overleg en in afstemming met het VSO. Het SWV zal bij het verzoek tot de terugplaatsing eveneens monitoren of de keuze voor deze school passend was en of de resultaten van de leerling na verloop van tijd overeenkomen met de gestelde doelen. Deze regeling geldt ook voor geïndiceerde leerlingen die nog recht hebben op twee jaar plaatsing in de VSO-school vanaf augustus 2014. Ook voor hen is tussentijdse overplaatsing mogelijk. De VSOschool heeft de plicht om tussentijds te toetsen of de of de leerling toe is aan doorstromen naar het VO. AANVRAAG HERBEOORDELING TLV Indien een aantal maanden voor het verstrijken van de TLV-periode de doelen niet zijn behaald door de leerling, wordt door de VSO-school verlenging van de TLV aangevraagd bij het RASTT. Het RASTT beoordeelt of een verlenging van de TLV-periode gerechtvaardigd is en indien een TLV wordt toegewezen, welke termijn en bekostiging daaraan verbonden is. Zie beleidsstuk beredenering RASTT. Voor informatie over de werkwijze van het RASTT en de beredenering van de besluitvorming van het RASTT wordt verwezen naar de flyer RASTT op de website. 9