EnergieJaarverslag 2015



Vergelijkbare documenten
EnergieJaarverslag 2014

Energie Jaarverslag 2012

Energie Jaarverslag 2013

Energie Jaarverslag 2013

EnergieJaarverslag 2016

Energie Jaarverslag 2011

Energie Jaarverslag 2017

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

ENERGIERAPPORTAGE ENERGIE mrt

Energie Jaarverslag 2010

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

KLIMAATGARANT. Bewonershandleiding. Woningen met EnergiePrestatieVergoeding

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

3 Energiegebruik huidige situatie

Integrale energiestrategie UU. Fréderique Houben, Universiteit Utrecht

ENERGIE 0 IN DE PRAKTIJK KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2.

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

CO 2 footprint tussenrapportage e half jaar

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V.

Jaarrapportage Q4 ENERGIE Maart

Energiebeleidsplan

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Eerste halfjaar 2013

Voortgangsrapportage Voortgang van CO2 reductieplan van Genap B.V (tm juni)

Pilot verduurzaming commercieel vastgoed Nijmegen Aanpak klimaatneutraal maken van (winkel)panden: het klimaatgerust programma

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Milieubarometer

Analyse energieverbruik

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

JAARRAPPORTAGE ENERGIE-EFFICIENCY 2013

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

Energieke Zorgbouw. 5 oktober Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO)

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Tweede halfjaar 2013

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Externe publicatie CO2 Prestatieladder

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

Duurzame renovatie provinciekantoor Noord-Holland. Haarlem 15 april 2013 Kees Schouten Omgevingsmanager Een Nieuw Huis

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001

CO2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Hands on energiescan sportverenigingen. Energiek vooruit 18 september 2014

CO 2 -uitstootrapportage 2011

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

Milieubarometer

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1

Op weg naar CO 2 -neutrale huisvesting voor Hoger Onderwijs in Routekaarten beschrijven hoe we deze opgave gaan realiseren

Energiebeleidsplan

Een nieuwe woning in RijswijkBuiten 66 woningen Buitenplaats Syon De energie van morgen vandaag in huis

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

2. Milieudata naar bron 2.1 Energieverbruik kantoren en werkplaatsen (scope 1 en 2) t/m 2013-Q4 t/m 2012-Q4 Doelstelling 2013 t.o.v.

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

[ton/jaar] [%] [ton/fte] [ton/fte] Aardgasverbruik Scope 1 14,51 16% 0,55 0,72 Brandstofverbruik zakelijk verkeer met leaseauto's

Energiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018

3.C.1 Voortgangrapportage CO (1) Ter Riele

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

Emissies aantal FTE 23,6

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

Rapportage Energiebus

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2017 Genap B.V.

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

Steek Energie in je huis

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

Management review Coolmark B.V. Mei 2013

Samenvatting bevindingen Energiescan

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

31/03/ :32:39 Hanzehogeschool Groningen

Veelgestelde vragen. over de energievergoeding, het verbruik en de energieleverancier

Management review Coolmark B.V. Mei 2014

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Alfen MVO nieuws Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies. Eerste halfjaar 2012

Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014

Voor onafhankelijke informatie en advies over:

HAN DUURZAAM. Focus bedrijfsvoering Accent EnergieEfficientyPlan EEP. Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed

Inhoud. Pagina 2 van 7

A (zie toelichting in bijlage)

3.C.1 Voortgangsrapportage CO2 over het jaar 2018

Verkenning Utiliteitsbouw

een toekomst zonder gas Warmtepomp Het Warmte Effect

Transcriptie:

EnergieJaarverslag 2015 Universitair Vastgoed Bedrijf (UVB) Afdeling: Planning en Control t.buiting@uvb.ru.nl 024 8187638 Versie: 12 5 16 Status: vastgesteld in Directie Overleg UVB dd 10 5 16, ter kennisname College van Bestuur 23 5 16

Inhoud Samenvatting... 2 Inleiding... 3 Doelstellingen... 3 Ontwikkeling energieverbruik... 3 Duurzame energie... 6 Energiezorg... 8 Energiemonitoring... 8 Uitgevoerde projecten... 8 MeerJarenAfspraak... 10 Drinkwaterverbruik... 11 Duurzaam materiaalgebruik... 12 Communicatie/overleg... 12 Ontwikkelingen... 13 Energiekosten... 14 Conclusies... 14 Bijlage 1: Energielabels van gebouwen van de Radboud Universiteit... 15 Bijlage 2: Grotius is het energiezuinigste gebouw van de Radboud Universiteit... 16 Samenvatting Door energiebesparingprojecten van het UVB en aandacht voor energie in projecten en gebruik van gebouwen is in 2015 bijna 4% energie efficiency verbetering (relatieve energie besparing) gerealiseerd. Door groei van de universiteit, door bijvoorbeeld langere openingstijden en uitbreiding van apparaten, is er ook een ontsparend effect. Per saldo (efficiency verbetering minus ontsparing) is energiebesparing overheersend. In onderstaande figuur zijn de absolute besparingscijfers weergegeven. Energiebesparing (saldo) Geen correctie voor temperatuur Alleen gas gecorrigeerd Gas én elektra gecorrigeerd ter informatie gebruikt tot 2015 te gebruiken vanaf 2015 2013 0,7% 1,8% 3,6% 2014 6,0% 1,5% 0,5% 2015 1,9% 0,1% 2,1% Totaal beleidsperiode tot 2016 4,8% 3,2% 5,1% In de 3 e kolom is alleen het gasverbruik gecorrigeerd voor wintertemperaturen, zoals tot en met verslagjaar 2014 gebruikelijk was. In de rechter kolom is het elektriciteitsverbruik ook gecorrigeerd voor zomertemperaturen. De laatste wordt van af nu gebruikt omdat het een betere graadmeter is. 2

Omdat het verloop per jaar enigszins grillig is kijken we ook naar een langere periode. In de laatste 3 jaren (Energiebeleidperiode 2013 2016) is het primaire energieverbruik 5,1% gedaald. De 2 e kolom is ter informatie toegevoegd. Om 2% absolute energiebesparing voor 2016 (of 8% voor 2013 2016) te realiseren zal het energieprogramma geïntensiveerd moeten worden. Er is nog veel potentieel bij verlichting. We wekken zelf bijna 5% van ons verbruik duurzaam op. Samen met inkoop van groene stroom komen we op een duurzame bijdrage van 22%. Het EnergieConsumptieSysteem, waarmee we meters automatisch opnemen en meterstanden registreren is geoptimaliseerd en werkt nu goed. Hierdoor zijn we in staat om het project Aanpak instellingen klimaatinstallaties uit te voeren. De eerste resultaten zijn positief. Volgend jaar kunnen we ook de overige gebouwen monitoren. Door goed beheer heeft de Radboud Universiteit in 2015 8% besparing op drinkwaterverbruik gerealiseerd ten opzichte van 2014. In 2016 wordt een nieuw Energiebeleidsplan 2017 2020 opgesteld. Hierin wordt de lijn voor de komende 4 jaren uitgezet. Faculteiten, medewerkers, studenten worden gevraagd hiervoor input te leveren. Dit plan wordt gekoppeld aan het Energieprogramma. Ook zal ten behoeve van de Meerjarenafspraak een nieuw Energie Efficiëntie Plan worden ingediend. Inleiding Dit EnergieJaarVerslag (EJV) 2015 heeft tot doel om bestuur, medewerkers en studenten van de Radboud Universiteit te informeren over de ontwikkelingen rond energieverbruik en de maatregelen die zijn genomen om energie te besparen en meer gebruik te maken van duurzame energie in 2015. Daarnaast dient dit jaarverslag als evaluatie van het EnergieJaarProgramma. Doelstellingen Het Energiebeleidsplan 2013 2016 RU Nijmegen geeft een overzicht van doelstellingen, uitgangspunten, voorwaarden, verplichtingen en verantwoordelijkheden. De belangrijkste doelstelling is om jaarlijks een absolute energiebesparing van 2% te realiseren. Hierbij wordt naast gebouwgebonden energie ook de energie voor ICT en onderzoeksapparatuur betrokken. Ontwikkeling energieverbruik De graadmeter voor de ontwikkeling van het energieverbruik en de uitvoering van energiebeleid op de Radboud Universiteit zijn het verbruik van elektriciteit en gas. In figuur 1 is de ontwikkeling van het gas en elektriciteitsverbruik weergegeven. 3

6% 2% 2% 6% 10% 14% 18% 22% 26% 30% Figuur 1 Ontwikkeling energieverbruik Energieverbruik RU absoluut t.o.v. 2008 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 aardgas temperatuurgecorrigeerd elektriciteit elektriciteit temperatuur gecorrigeerd primaire energie (gas correctie) prmaire energie (gas + elektra correctie) Het verbruik heeft betrekking op de gebouwen en terreininstallaties op de campus van de RU. Het verbruik van het magnetenlab (HFML) met neveninstallaties is hierin niet betrokken omdat dit expliciet wordt toegewezen aan de onderzoeksprojecten (deels voor derden). Ook de panden van Stichting Studenten Huisvesting Nijmegen op de campus tellen niet mee aangezien die beheerd worden door SSHN. Aardgas Het gasverbruik is op de RU voor 95% toe te schrijven aan verwarming van ruimtes. Het gasverbruik was in 2015 laag. Die daling is voornamelijk toe te schrijven aan het warme jaar. Er waren in 2015 6 % minder graaddagen t.o.v. het 15 jaarlijkse gemiddelde. Graaddagen zijn een maat voor het gasverbruik voor verwarming. Maar ook na correctie met de graaddagenmethode naar een gemiddeld jaar (qua temperatuur) is het gasverbruik gedaald (gele lijn). Deze daling is toe te schrijven aan maatregelen op het gebied van energiebesparing, verbetering van de instelling van klimaatinstallaties, de nieuwbouw van Proeftuin en Genenbank en de renovatie van Trigon. Sommige gebouwen nemen warmte af van het warmtenet van Radboudumc. Dit verbruik is teruggerekend naar aardgasequivalenten en komt op 25% van het totaal verbruik. Elektriciteit Elektriciteit wordt op de RU voornamelijk gebruikt voor gebouwinstallaties (t.b.v. klimaat, verlichting en ventilatie), ICT en onderzoek. Het elektriciteitsverbruik (rode lijn) is in 2015 licht toegenomen. Dit is toe te schrijven aan uitbreiding van activiteiten (o.a. bouw van Trillingsvrij Lab, uitbreiding studentenwerkplekken, legionellabestrijding, Klimaatplan 2.0 Huygensgebouw en nieuwe lampen bij Proeftuin en Genenbank). Dit jaar is besloten om het elektriciteitsverbruik ook voor het temperatuurverloop te corrigeren. Ongeveer 8% van het elektriciteitsverbruik is toe te schrijven aan ruimtekoeling. De bruine lijn geeft het verloop van het elektriciteitsverbruik na correctie met de koeldagen methode weer. Primaire energie Voor het bepalen van de primaire energie worden de energiedragers teruggerekend naar de zelfde eenheid nl. GigaJoules. Hierbij wordt rekening gehouden met het rendement van elektriciteitsopwekking, waarna gas, elektriciteit opgeteld kunnen worden (zie figuur 2). 4

21% gas elektriciteit 79% Primaire energie (GJ) Figuur 2 Verdeling primaire energie De blauwe lijn in figuur 1 geeft de ontwikkeling van het totale (gecorrigeerde) primaire energieverbruik. Omdat voorgaande jaren het elektriciteitsverbruik niet voor temperatuur werd gecorrigeerd is ter vergelijking deze oude (paarse) lijn in figuur 1 opgenomen. Figuur 3 geeft een cijfermatig beeld van de ontwikkeling van het energieverbruik. Diesel is gebruikt in noodstroomaggregaten. Energieverbruik Radboud Universiteit 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 aardgas m 3 /jaar 3.804.765 3.313.634 3.776.362 3.114.499 3.421.341 3.147.191 2.383.073 2.513.058 aardgas temperatuur gecorrigeerd m 3 /jaar 3.721.701 3.243.372 3.203.815 3.300.510 3.334.886 2.917.131 2.758.263 2.662.216 elektriciteit kwh/jaar 33.732.070 34.562.332 34.733.729 35.491.818 34.990.087 35.598.429 35.500.992 35.847.605 elektriciteit temperatuur gecorrigeerd kwh/jaar 35.105.414 35.176.773 34.392.485 37.806.400 35.415.097 35.141.900 35.949.426 35.333.968 diesel kg/jaar 3.528 38.570 4.370 7.013 230 5989 3115 6128,64 primaire energie GJ/jaar 424.160 417.584 432.312 418.300 423.206 420.250 395.066 402.428 primaire energie (gas. corr) GJ/jaar 421.531 415.361 414.191 424.187 420.470 412.969 406.941 407.149 primaire energie (alles corr) 433.891 420.891 411.120 445.018 424.295 408.860 410.977 402.527 CO 2 emissie ton/jaar 29.391 29.189 30.016 29.359 29.545 29.486 28.056 28.529 gebouwoppervlak m2 287.956 287.956 287.956 286.807 302.385 300.977 317.350 323.474 studenten+medewerkers aant 22.071 22.443 23.037 23.711 23.861 23.011 23.941 24.734 Figuur 3 Overzicht van verloop van het energieverbruik De universiteit groeit en hierdoor ontstaat een ontsparend effect, door bijvoorbeeld langere openingstijden en het gebruik van meer apparaten. Per saldo zijn de energiebesparende activiteiten overheersend. In figuur 4 is een overzicht gegeven van de besparingen. Vanaf nu hanteren we de methode waarbij gas én elektriciteit worden gecorrigeerd. Energiebesparing (saldo) Alleen gas gecorrigeerd Gas en elektra gecorrigeerd 2013 1,8 % 3,6 % 2014 1,5 % 0,5% 2015 0,1% 2,1 Totaal beleidsperiode tot 2016 3,2 % 5,1% Figuur 4 Overzicht van verloop besparingen Omdat het verloop per jaar enigszins grillig is kijken we ook naar een langere periode. In de laatste 3 jaren (Energiebeleidperiode 2013 2016) is het primaire energieverbruik 5,1% gedaald. Als we de primaire energie per vierkante meter gebouwoppervlak beschouwen over dezelfde periode is de daling zelfs 11,3%. Energie intensiteit In figuur 5 is de intensiteit van de het energieverbruik weergegeven. De beste indicator hiervoor is het verbruik per m 2 vloeroppervlak van de gebouwen of het verbruik per student en medewerker. 5

Figuur 5 Primaire energie intensiteit Door met name de toename van het aantal studenten en de uitbreiding van het aantal vierkante meters is de energie intensiteit afgenomen. Respectievelijk 10 en 4%. CO 2 emissie In figuur 6 is ter indicatie nog de CO 2 footprint 1 per m 2 vloeroppervlak van de gebouwen en per student/medewerker weergegeven. 1.400 1.300 1.200 1.100 1.000 900 CO 2 emissie RU per student en medewerker en per m 2 115,0 kg CO 2 /student en medewerker 110,0 105,0 100,0 95,0 kg CO 2 /m2 90,0 85,0 800 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 6 CO 2 emissie per m2 en per student en medewerker 80,0 Deze waarden zijn niet gecorrigeerd voor het temperatuurverloop. Duurzame energie Warmte Koude Opslag De belangrijkste duurzame energiebron voor de RU is omgevingsenergie. Dit is de energie die voor het Huygens, Grotius en het Linnaeusgebouw wordt opgeslagen in de bodem middels een Warmte Koude Opslag systeem (WKO). In 2012 is dit systeem geoptimaliseerd. In november 2014 is het koudeoverschot van het WKO systeem opgeheven. Zie figuur 7. 1 CO 2 emissie: gas = 1,773 kg/m 3 ; elektriciteit = 0,671 kg /kwh; diesel = 74,3 kg/gj 6

Figuur 7 Warmte Koude Opslag (opbrengst in GigaJoules) In 2015 hebben we 18.784 GJ warmte en koude uit de bodem gebruikt. Voor de optimalisatie werd ongeveer evenveel energie uit de bodem onttrokken als nu. Maar door energiebesparingsmaatregelen (m.n. in het Huygensgebouw) kunnen we hiermee meer gebouwen bedienen. Zonnestroom De Radboud Universiteit wekt zelf zonnestroom op met zonnepanelen op de paal bij het Gymnasion (ongeveer 1700 kwh per jaar). Het natuurstroomcontract dat hieraan ten grondslag lag is per 2015 opgezegd. In september 2011 zijn zonnepanelen op het gebouw van het ISC (Forum) in gebruik genomen. Deze installatie produceert 10.000 kwh per jaar (het gebruik van 3 huishoudens). In april 2014 zijn de zonnepanelen in Grotius in gebruik genomen. Deze installatie van 85 kwp heeft in 2015 75.000 kwh geleverd. Ondanks deze forse stijging blijft het aandeel in duurzame energie gering omdat de opbrengst laag is ten opzichte van ons verbruik. Ondanks de lage kwh prijs die de Radboud Universiteit betaalt, verdienen zonnepanelen zich toch binnen de technische levensduur terug. Voorwaarde is wel dat het dak nieuw is. Omdat de mogelijkheden om op de campus duurzame energie op te wekken beperkt zijn, kopen we groene stroom in. Deze duurzame elektriciteit wordt buiten de campus opgewekt. Over de duurzaamheid van groene stroom is discussie. Certificaten van Noorse waterkracht dragen namelijk niet bij aan extra productie van duurzame energie. Daarom hebben we weer voor 8 miljoen kwh aan Nederlandse windcertificaten gekocht. Die zijn iets duurder maar daarmee hopen we bij te dragen aan extra productie van duurzame energie. In figuur 8 is het aandeel van duurzame energie in ons totale verbruik te zien. 24% 22% 20% 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 8 Aandeel Duurzame Energie Duurzame energie RU aandeel duurzaam zelf aandeel duurzaam zelf + inkoop duurzaam doel 7

In onderstaande tabel zijn de opbrengsten van duurzame energie met ingekochte groene stroom voor de RU te zien. Duurzame energie Radboud Universiteit 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 netto duurzame energie WKO GJ/jaar 17.288 17.464 18.178 10.369 7.531 15.267 13.942 18.784 zelfopgewekte zonnestroom kwh/jaar 1.700 1.700 1.700 2.700 6.700 6.700 64.700 81.700 totaal zelfopgewekte duurzame energie GJ/jaar 17.303 17.479 18.193 10.393 7.591 15.327 14.524 19.519 inkoop duurzame energie kwh/jaar 1.044.000 1.068.000 8.100.000 8.100.000 8.100.000 8.100.000 8.100.000 8.000.000 totaal duurzame energie GJ/jaar 26.699 27.091 91.093 83.293 80.491 88.227 87.424 91.519 Figuur 9 Duurzame energie op de RU Energiezorg In 2010 is op de RU energiezorg ingevoerd. Energiezorg heeft betrekking op de borging van terugkerende activiteiten om energiebesparing (en de daarbij horende gedragsaspecten) door te voeren. Het EnergieJaarProgramma beschrijft alle activiteiten van het UVB op het vlak van energiebeleid en energiebeheer en daarnaast alle activiteiten die energiezorg op de RU moeten borgen. Het EJP heeft vooral een interne functie, nl. het omschrijven van activiteiten voor energiebeleid en beheer). Energiemonitoring Met het EnergieConsumptieSysteem kunnen we gas, elektriciteit en watermeters op afstand (met kwartierwaarden) aflezen. Ook worden de meterstanden hierin geregistreerd. Dit geeft ons de mogelijkheid het energieverbruik beter te monitoren. Daarnaast is het handig bij analyses van energievraagstukken voor de verschillende gebouwen omdat, naast het verbruik, ook het vermogen wordt geregistreerd. In 2015 is het EnergieConsumptieSysteem geoptimaliseerd, met name door een upgrade van de software. Het systeem werkt nu snel en adequaat. We kunnen meetwaarden realtime uitlezen op een dashboard per gebouw en we kunnen nauwkeurige rapportages maken. Verschillende medewerkers van de Radboud Universiteit kunnen inloggen om het verbruik van hun gebouw te bewaken. De foto op de voorkant geeft (als voorbeeld) het dashboard van de meters in het Forum gebouw. Uitgevoerde projecten In 2015 zijn de volgende projecten uitgevoerd. In een aantal gevallen zijn de projecten eerder afgerond maar kon het effect pas over 2015 bepaald worden. Oplevering Grotiusgebouw In 2014 is het Grotiusgebouw opgeleverd. Dit is het meest zuinige gebouw op de campus tot nu toe, als het gaat om de gebouwgebonden energie. De Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) is 45% onder de norm. Dit komt overeen met energielabel A+++. Het gebouw kent o.a. een compacte vorm, veel daglichttoetreding, een goed geïsoleerde schil en zuinige apparaten. Het dak ligt vol met zonnepanelen en ook in het atriumglas zijn zonnecellen verwerkt. We kunnen na een vol jaar in bedrijf te zijn geweest de energiebalans opmaken. Het elektriciteitsverbruik zonder de parkeergarage is 1,2 miljoen kwh op jaarbasis. Dat is twee keer meer dan de gebouwen waar de Rechtenfaculteit voorheen was gehuisvest (Thomas van Aquinostraat 6 en 8). Maar het oppervlak is ook twee keer zo groot. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat er extra functies zijn: o.a. een grote hal, een restaurant en een grote 8

collegezaal en dat het comfortniveau verhoogd is. Daarnaast wordt elektriciteit gebruikt voor verwarming door middel van de warmtepompen. Het gasverbruik is zeer laag: ruim 3.000 m 3 gas (ruim een huishoudequivalent). Dit wordt ook veroorzaakt door het gebruik van de warmtepomp in combinatie met de WKO. Het Grotiusgebouw is met 615 MJ/m 2 primaire energie het meest energie efficiënte (verwarmde) gebouw van de Radboud Universiteit. Samengevat: Er is meer energieverbruik door uitbreiding met extra functies en een hoger comfortniveau. Maar door alle energiebesparende maatregelen is het Grotiusgebouw het meest energie efficiënte gebouw op de Radboud Universiteit. Nieuwbouw Proeftuin en Genenbank In 2014 is ook de nieuwbouw van de Proeftuin en Genenbank opgeleverd. In de ontwerpfase zijn warmte en koude stromen beter gescheiden. Nu het ruim een jaar in bedrijf is kunnen we de energiebalans opmaken. Op jaarbasis vraagt de nieuwbouw 40.000 m3 minder gas. De besparing op elektriciteit wordt echter teniet gedaan doordat de lampen tijdens de nieuwbouw zijn aangepast van 600 naar 1000W. Dit was nodig om het onderzoek naar gewassen te verbeteren. Het extra verbruik is ongeveer 400.000 kwh per jaar. Aanpassing verlichting middenkern Erasmus hoogbouw De verlichting in de lifthallen in de Erasmus toren is vervangen door dimbare LED s met aanwezigheidsdetectie, evenals de verlichting op de toiletten en de voorruimten van de toiletten. De vermogens zijn daardoor lager geworden en de verlichting wordt nu op aanwezigheid geregeld. Dit project is een verlenging van het project uit 2014 en heeft een extra besparing van 20.000 kwh per jaar opgeleverd. Aanpassing instellingen klimaatinstallaties Vermogen mn 3 /uur 60 50 40 30 20 10 0 Weekprofiel gas oud winter 2015 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112131415161718192021222324 Tijdstip (koeling) zich verhouden tot de buitentemperatuur. Ook worden gebruikstijden en de stooklijn geanalyseerd. Hiermee wordt een voorstel gedaan voor energiebesparingsmaatregelen. Voorbeelden zijn: CO 2 sturing van ventilatie, optimalisatie klokprogramma s, instelling van standby modus van installaties, stook (en koel)lijn optimalisatie. Na uitvoering van maatregelen wordt het verbruik opnieuw gemeten. Hiermee wordt de besparing bepaald Vermogen [mn 3 /uur] 60 50 40 30 20 10 0 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag In september 2015 is dit project gestart met het doel om minimaal 5% energie (gas én elektra) te besparen per gebouw. Door middel van aanpassing van de regeling van klimaatinstallaties in het gebouwbeheersysteem en kleine technische wijzigingen wordt dit doel bereikt. Voor dit project worden eerst gebouwprofielen gemaakt waarmee inzichtelijk wordt hoe het gasverbruik (verwarming) en elektraverbruik Weekprofiel gas nieuw gemiddeld over wk 4 7 2016 1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112131415161718192021222324 Tijdstip Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 9

en geëxtrapoleerd naar jaarbasis. Dit project wordt voor de meerderheid van de gebouwen op de universiteit uitgevoerd. Van twee gebouwen zijn de uitkomsten bekend: Transitorium (voorheen ITS gebouw): besparing 4.800 m3 gas en 13.200 kwh, totaal 10,6% Universiteitsbibliotheek: besparing 18.800 m3 gas en 153.000 kwh, totaal 15,4% De grafieken hebben betrekking op de Universiteitsbibliotheek. Warmtelevering HFML Het magnetenlab levert vanaf 2012 warmte aan het Huygensgebouw en de WKO. In 2015 betrof dit 3542 GJ. Dit komt overeen met wat ongeveer 60 gemiddelde huishoudens aan gas verbruiken per jaar. Energiebesparingonderzoeken per gebouw Voor de meeste gebouwen zijn EPA maatwerkadviezen opgesteld. Een Energie Prestatie Advies is een genormaliseerde analyse van het energieverbruik van het gebouw. Het levert een energiebalans op waarin het aandeel van de verschillende functies (zoals verwarming, ventilatie en verlichting) te zien is en daarnaast een energielabel. Ook geeft het een overzicht van de mogelijkheden om energie te besparen in het gebouw. Sommige maatregelen kunnen direct worden toegepast. Andere kunnen worden toegepast op een natuurlijk moment. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van energielabels van gebouwen (waaraan Berchmanianum is toegevoegd). Toekomstige nieuwbouw en renovatie Voor de uitbreiding en renovatie van het Gymnasion, die zoveel mogelijk energiezuinig wordt uitgevoerd, zijn aanvullende voorstellen gemaakt voor LED verlichting in uitbreiding van kantoren en koppeling op de WKO. Begin 2015 is veel aandacht besteed aan het volgende nieuwe, grote gebouw: de nieuwbouw voor de Faculteit Sociale Wetenschappen. Naar aanleiding van onze ervaringen en ontwikkelingen hebben we onze ambities bijgesteld. We hebben ingezet op een energieneutraal gebouw, waarbij op jaarbasis geen netto import van fossiele energie nodig is voor verwarming, koeling, ventilatie, verlichting, liften en MER/SER apparatuur. Inmiddels is het ontwerpteam bezig om deze ambitie uit te werken in een Definitief Ontwerp. Het Berchmanianum wordt gerenoveerd voordat het door de Radboud Universiteit in gebruik zal worden genomen als Academiegebouw. Omdat dit een monumentaal gebouw is zal het energieverbruik (ook per m 2 ) gaan toenemen. Onderzoek naar gebruik windenergie Samen met Radboudumc en de initiatiefnemer van het burgerwindpark Nijmegen onderzoeken we hoe we concreet bij kunnen dragen aan windenergie. Een fysieke koppeling met windturbines op de Grift (Nijmegen Noord) is niet haalbaar. Ook buffering van het grillige aanbod van wind op de campus is economisch niet aantrekkelijk. Een voorstel om te participeren in het windpark wordt uitgewerkt. MeerJarenAfspraak De Radboud Universiteit neemt ook deel aan een convenant met het Rijk over energiebesparing, de Meerjarenafspraak (MJA 3). De belangrijkste verplichtingen zijn: - Het opstellen en uitvoeren van een Energie Efficiëntie Plan (EEP). In het Energie Efficiëntie Plan RU Nijmegen 2013 2016 zijn projecten geformuleerd die een efficiencyverbetering van 8,1% opleveren over genoemde periode. Het is een uitwerking van het Energiebeleidsplan en is goedgekeurd door Agentschap NL (dat is opgevolgd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). 10

- Het rapporteren van energieverbruik in het elektronisch MilieuJaarVerslag (e MJV). - Het invoeren van Energiezorg. In figuur 10 zijn de kwantitatieve doelstellingen en resultaten van ons EEP weergegeven. 0% 1% 2% 2012 2013 2014 2015 2016 3% 4% 5% 6% 7% 8% 9% 10% Figuur 10 Realisatie MJA doel: relatief energieverbruik Energie efficiency RU energiebesparende maatregelen doel EEP 2013 2016 (MJA 3) In 2015 hebben we, met de hierboven omschreven projecten een efficiencyverbetering van bijna 4% gerealiseerd t.o.v. 2014. Belangrijk hierbij is dat het om een relatieve besparing gaat zoals de rijksdoelstelling beoogt. De autonome ontwikkeling (ontsparing) is hierin dus niet verwerkt. In 2016 zal een nieuw Energie Efficiëntie Plan 2017 2020 worden ingediend. Drinkwaterverbruik 180.000 170.000 160.000 150.000 140.000 130.000 120.000 110.000 100.000 128.820 132.918 Figuur 11 Drinkwaterverbruik vanaf 2008 Drinkwaterverbruik m 3 totaal 147.268 162.008 172.423 147.555 137.292 125.595 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Dankzij goed beheer is het drinkwaterverbruik van de RU in 2015 verder gedaald naar 125.595 m 3, hetgeen een besparing van 8 % oplevert. Dat minder drinkwater in noodkoelingen gebruikt is, heeft hier aan bijgedragen. De stijging in het drinkwaterverbruik tot 2012 is te verklaren door reconstructie van het drinkwaternet, frequent inkomen van noodkoelingen, storingen met vlotters in koeltorens, lekkages en het water geven van beplanting. Vanaf 2012 is het uitvoering gegeven aan het Waterbesparingplan Radboud Universiteit 2012 15. In figuur 12 is het drinkwaterverbruik per student en medewerker weergegeven. 11

Drinkwaterverbruik m 3 per student en medewerker 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 2008 2009 2010 2011 Figuur 12 Waterverbruik per student en medewerker 2012 2013 2014 2015 Duurzaam materiaalgebruik De Radboud Universiteit heeft gekozen voor een praktische aanpak bij het bepalen van de milieubelasting van materiaalgebruik: het Milieuclassificatiesysteem van NIBE. De methode is gebaseerd op Levenscyclusanalyses (LCA). De gegevens zijn beschikbaar op componentniveau (wat is bijvoorbeeld een duurzame oplossing voor dakbedekking op een plat dak) en geven een snelle indicatie van de milieubelasting. Er zijn 7 klasses: 1 geeft de laagste milieubelasting en 7 de hoogste. We hebben in 2011 gekozen om klasse 5 en hoger zoveel mogelijk te vermijden. Daarnaast kan met deze gegevens een heel gebouw worden doorgerekend. Met Greencalc+ kan de milieubelasting van een gebouw worden uitgedrukt in een index. Voor projecten is de insteek om op een index (MIB) van minimaal 120 uit te komen (100 is de referentie). Het Grotiusgebouw komt uit op 122. De uitbreiding en renovatie van het Gymnasion is eveneens met Greencalc+ doorgerekend. Doordat het bestaande deel deels mee telt en een klein deel verwijderd wordt is hier geen verbetering van de materiaalindex haalbaar. Deze aanpak, die vertaald is naar de richtlijn Duurzaam Bouwen RU onderdeel materiaalgebruik is door drukte niet in 2015 geëvalueerd. De Greencalc+ berekening wordt eigenlijk niet meer gebruikt. Daarvoor wordt nu de verborgen milieukosten methode gebruikt. Deze gebruiken we nu ook voor de nieuwbouw van FSW. Communicatie/overleg Nijmeegs Energie Convenant In september 2011 is het Nijmeegse Energie Convenant (NEC) afgerond. De doelstelling van het NEC, om met 14 Nijmeegse organisaties in 3 jaar de CO 2 emissie met 9% terug te dringen, is gehaald. In 2012 is een vervolg gegeven aan het convenant (NEC 2.0) met een meer themagerichte benadering en meer nadruk op kennisuitwisseling. De RU neemt deel aan het convenant. De uitwisseling van kennis en ervaring tussen deelnemers is zinvol. Energiecoördinatoren overleg Twee keer per jaar komen de energiecoördinatoren van universiteiten en ziekenhuizen in Nederland bij elkaar om ervaringen uit te wisselen over thema s die voor energiebeheer van belang zijn. Milieuoverleg Onder voorzitterschap van de directeur Cluster Facilitair werd enkele malen per jaar overleg gevoerd met studenten. Het UVB wordt hierbij ook betrokken. Energie is meestal een belangrijk gespreksonderwerp. In het overleg worden vaak ontwikkelingen rond energieverbruik en energieprojecten door het UVB gepresenteerd. Daarnaast zijn diverse vragen van studenten over dit onderwerp beantwoord. Vanaf 2016 wordt het overleg anders ingericht als gevolg van de verandering bij Radboud Services. 12

Netwerk Duurzaamheid In 2010 is het Netwerk Duurzaamheid heropgericht. Onder voorzitterschap van Irene Dankelman wordt over verschillende duurzaamheidonderwerpen gediscussieerd door hoogleraren, medewerkers en studenten. Het UVB neemt hieraan deel en informeert over energieonderwerpen. Daarnaast levert het overleg ook informatie op. Kleine Duurzaamheid In het kader van het project Kleine Duurzaamheid (op initiatief van studenten) wordt bij FNWI ondersteuning gegeven aan energiebesparing en duurzaam gedrag. Aanvullend is een voorstel vanuit het UVB gemaakt als bijdrage aan het duurzaamheidplan van deze faculteit. Sustainabul De Radboud Universiteit heeft deelgenomen aan deze landelijke ranking van studenten en is wederom hoog geëindigd. Belangrijk is dat deze ranking kan bijdragen aan discussie over de aanpak van duurzaamheid op de Radboud Universiteit. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse stadsverwarming Met Radboudumc, Gemeente Nijmegen en Provincie Gelderland is gewerkt aan een intentieovereenkomst over samenwerking op het vlak van duurzaamheid, te beginnen met energie. Ondertekening heeft nooit plaatsgevonden. Gemeente en Provincie bleken voornamelijk geïnteresseerd in koppeling van de Radboudcampus op het warmtenet in de gemeente. In 2015 is besloten om gezamenlijk een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse van stadsverwarming in een deel van de bestaande stad uit te voeren. Met name de politieke dimensie bij dit project maakt dat hier veel uren in zijn gaan zitten. In mei 2016 wordt het resultaat verwacht. Klimaatcoalitie De Radboud Universiteit heeft zich eind 2014 aangesloten bij de Klimaatcoalitie, een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, MVO Nederland, Klimaatverbond Nederland en Natuur & Milieu. Samen met andere deelnemende organisaties, zoals Radboudumc, willen ze bijdragen aan een positief resultaat van de Klimaattop in Parijs (eind 2015) en betrekken daarbij actief hun partners of doelgroepen. Dit betekent dat zij: zich committeren aan een klimaatneutrale bedrijfsvoering zo snel als mogelijk, maar uiterlijk in 2050; de huidige CO2 footprint inzichtelijk maken; aannemelijk maken dat de weg naar klimaatneutraliteit is ingezet. Deze stap is een aanvulling op het Energie Beleidsplan 2013 2016 van de RU en met deelname aan het de Klimaatcoalitie heeft het College van Bestuur een stip op de horizon gezet. Ontwikkelingen De komende jaren worden er nieuwe gebouwen en uitbreidingen gerealiseerd. Deze worden zeer zuinig uitgevoerd en nieuwbouw FSW zelfs energieneutraal. In absolute zin zal het energieverbruik hierdoor afnemen. We moeten hierbij wel in ogenschouw nemen dat de laagbouw van de Thomas van Aquinostraat niet zeer energie intensief is. Met de nieuwe gebouwen wordt wel een veel betere (binnenklimaat)kwaliteit gerealiseerd en daarmee een veel betere energie efficiency. Daarnaast zijn er nog de volgende ontwikkelingen: Om het energieverbruik terug te dringen zijn de volgende projecten in voorbereiding: energiebesparing bij verlichting in verschillende gebouwen; koppeling van SSI labs op WKO; optimalisatie bij warmwatervoorziening Huygensgebouw. De volgende projecten worden nader onderzocht: 13

energiebesparing bij terreinverlichting; ontkoppeling stoomleiding kookvoorziening in de Refter. In 2016 wordt een nieuw Energiebeleidsplan 2017 2020 opgesteld. Hierin wordt de lijn voor de komende 4 jaren uitgezet. Faculteiten, medewerkers, studenten worden gevraagd hiervoor input te leveren. Dit plan wordt gekoppeld aan het Energieprogramma. Energiekosten Samen met Radboudumc kopen we elektriciteit en gas in. Contracten met leveranciers komen tot stand via Europese aanbestedingen. Vervolgens "clicken" we de prijs vast op basis van een afgesproken strategie gebaseerd op risicospreiding, zodat we een jaar vooruit de prijs weten. Het tarief voor gas was 38 cent per m 3 gas en voor elektriciteit 8 cent per kwh in 2015. Dit is inclusief netbeheer en belastingen. De tarieven zijn laag door inkoopvoordeel en we betalen relatief weinig aan energiebelasting. De tarieven voor elektriciteit en gas zullen in 2016 en 2017 met enkele procenten dalen. Omdat de verwachting is dat de prijzen over enkele jaren zullen stijgen als gevolg van klimaatbeleid wordt onderzocht of het tijdelijke prijsvoordeel kan worden ingezet voor extra energiebesparende maatregelen. Conclusies In 2015 zijn verschillende energiebesparende projecten uitgevoerd. Deze kunnen we vanuit het UVB redelijk kwantificeren. Ze leveren een efficiency verbetering (relatieve besparing) op van bijna 4%. Er zijn echter ook activiteiten (uitbreiding openingstijden, uitbreiding van het gebruik van apparatuur o.a. studentenwerkplekken en Trillingsvrij Lab, legionellabestijding, nieuwe lampen bij Proeftuin en Genenbank etc.) die een ontsparend effect hebben. Deze ontsparende activiteiten kunnen we vanuit het UVB minder goed kwantificeren. Wel kunnen we de balans over 2015 opmaken. We bespaarden in 2015 2,1% op primaire energie (0,1% ontsparing als we alleen voor gas corrigeren). Omdat het verloop per jaar enigszins grillig is kijken we ook naar een langere periode. Over 3 jaar (van de huidige beleidsperiode) gezien is de besparing 5,1% (3,2% als we alleen voor gas corrigeren). De energie intensiteit is door met name de toename van het aantal studenten en de uitbreiding van het aantal vierkante meters afgenomen. Respectievelijk 10 en 4%. Om 2% absolute energiebesparing voor 2016 (of 8% voor 2013 2016) te realiseren zal het energieprogramma geïntensiveerd moeten worden. Er is nog veel potentieel bij verlichting. We wekken zelf bijna 5% van ons verbruik duurzaam op. Samen met inkoop van groene stroom komen we op een duurzame bijdrage van 22%. Naast het uitvoeren van energiebesparingprojecten ging in 2015 de nodige aandacht uit naar de beleidskant van energie, die steeds belangrijker wordt in de aanpak om te komen tot een duurzame universiteit. Het EnergieConsumptieSysteem, waarmee we meters automatisch opnemen en meterstanden registreren is geoptimaliseerd en werkt nu goed. Hierdoor zijn we in staat om het project Aanpak instellingen klimaatinstallaties uit te voeren. De eerste twee gebouwen laten een goed resultaat zien. Volgend jaar kunnen we ook de andere gebouwen monitoren. Door goed beheer heeft de Radboud Universiteit in 2015 8% besparing op drinkwaterverbruik gerealiseerd ten opzichte van 2014. 14

Bijlage 1: Energielabels van gebouwen van de Radboud Universiteit Gebouw Code Energielabel nu opmerking straks Aula H015 D indien volledig pakket wordt uitgevoerd C Bestuursgebouw H021 G indien volledig pakket wordt uitgevoerd D Universiteitsbibliotheek H0281 C indien volledig pakket wordt uitgevoerd A Spinozagebouw hoog H050A G indien volledig pakket wordt uitgevoerd C Spinozagebouw laag H050B indien beperkt pakket wordt uitgevoerd G Erasmusgebouw hoog H0511 D Erasmusgebouw laag H0512 Collegezalencomplex H053 E indien volledig pakket wordt uitgevoerd A TvA 1 H0541 G sloop gepland TvA 2 H0542 E sloop gepland TvA 3 H0543 G sloop gepland TvA 4 H0544 G sloop gepland TvA 5 H0545 D sloop gepland TvA 6 H0546 E sloop gepland TvA 8 H0548 G sloop gepland Linnaeusgebouw W38 toekomst? Transitorium(ITS) W42 A op basis van uitvoering energiezuinige renovatie Kassen Botanie W56 n.v.t. nieuwbouw opgeleverd Huize Heyendael M103 n.v.t. wel nog energie onderzoek Rekencentrum (UCI) M196 n.v.t. wel nog energie onderzoek Trigon M291 C na renovatie in 2015 C UFB GWT C0900 A HFML U02 n.v.t. Gymnasion Noord U03 N A renovatie in voorbereiding Gymnasion Zuid U03 Z Erasmuslaan 9 U04 n.v.t. kerk Huygensgebouw U05 D Logistiek Centrum U07 n.v.t. NMR U09 n.v.t. Nanolab U10 n.v.t. FEL U15 n.v.t. Grotiusgebouw U16 A+++ op basis van EPC Berchmanianum U21 G stand van zaken 2015 Gebouwen verhuur Kinderdagverblijf W53 D indien volledig pakket wordt uitgevoerd A Kinderdagverblijf II U08 A Phocas C802 n.v.t. Klooster Soeterbeeck S0950 n.v.t. wel nog energie onderzoek Gebouwen BV Campus Bedrijvencentrum (UBC) W58 n.v.t. toekomst? Mercator I S050 F indien beperkt pakket wordt uitgevoerd E Mercator II U01 C indien volledig pakket wordt uitgevoerd A Mercator 3 W 36 G indien beperkt pakket wordt uitgevoerd G In bovenstaand overzicht zijn de energielabels van RU gebouwen opgenomen per januari 2016. Voor sommige gebouwen is het label niet van toepassing, bijvoorbeeld omdat het nieuw is (jonger dan 10 jaar), een procesfunctie heeft, een monument is of als kerk dient. Een volledig pakket heeft betrekking op alle maatregelen met een terugverdientijd van ongeveer 10 jaar. Bij een beperkt pakket is rekening gehouden met de te verwachten levensduur van het gebouw. 15

Bijlage 2: Grotius is het energiezuinigste gebouw van de Radboud Universiteit Bij het ontwerp van Grotius was energie al een belangrijk onderdeel. Dit komt tot uiting in: Compact bouwen; door de vierkante vorm worden de energieverliezen beperkt. Overstekken (luifels) om zontoetreding in zomer (wanneer de zon hoog staat) te beperken. 2 bouwlagen ondergronds. De schil van het gebouw is van hoge kwaliteit: Isolatiewaarde (R c ) van dak (6) en gevels (5). De bouwnorm = 3,5 (hoe hoger hoe beter). Toepassing van triple glas met een verlies factor U glas = 0,7. Dit is een grote verbetering t.o.v. HR++ (dubbel) glas. Verlichting naar behoefte: Daglicht via atria. Kunstverlichting naar behoefte (niveau afhankelijk van functie; bijv. 50 lux parkeergarage). Toepassing van daglichtafhankelijke regeling op kunstverlichting (waar zinvol). Toepassing van aanwezigheidsdetectie (waar zinvol). Ventilatie (hoge kwaliteit B klasse) naar behoefte: Luchtbehandelingskasten per functie (collegezalen/kantoor gescheiden). Luchtbehandelingskasten label A (Eurovent). Ventilatie wordt CO 2 gestuurd (restaurant/collegezaal/onderwijsruimten). Balansventilatie met warmteterugwinning. Frequentieregeling op ventilatoren. Geen actieve bevochtiging. Ramen kunnen worden geopend (eventuele koeling gaat dan uit). Efficiënt verwarmen en koelen: Toepassen van lage temperatuur verwarming en hoge temperatuur koeling (dit levert een efficiëntere benutting van bronnen). Vloerverwarming/koeling in atria. Verwarmen en koelen naar behoefte (4 pijpssysteem kantoren; hierdoor is verwarming in een deel en koeling in ander deel mogelijk; koeling kantoren uit als het raam geopend wordt). Warmtepompen label A (Eurovent). Energiezuinige circulatiepompen, veelal label A (Eurovent). Toepassen van bodem energie: Koppeling op ons Warmte Koude Opslag (WKO) systeem. Hierdoor wordt voornamelijk duurzame energie ingezet voor verwarmen en koelen. Toepassen van zonne energie 239 vaste zonnepanelen (285 Wp per stuk) op het dak (68,2 kwp). Zonnecellen (3,75Wp per cel) in de atriadaken (216x 20 cellen en 16 x 10 cellen per glaspaneel; totaal 16,8 kwp). In totaal 85 kwp dat overeenkomt met ongeveer 75.000 kwh per jaar. De energieprestatiecoëfficient (EPC) is met dit integrale pakket 45% lager dan de norm (hoe lager, hoe beter). Dit komt overeen met een energielabel A+++. Ook bij materiaal toepassingen is gekeken naar duurzaamheid. De Greencalc + score is 120 (referentie is 100) (hoe hoger hoe beter). Dit wordt met name bepaald door toepassing van duurzaam geproduceerd hout (FSC keurmerk) en EPDM dakbedekking (i.p.v. bitumen). Voor waterbesparing wordt gebruik gemaakt van een grijswatersysteem (25 m 3 ) voor toiletspoeling. Hemelwater wordt via Aquaflow naar de bodem gevoerd. Het Grotiusgebouw is met 615 MJ/m 2 primaire energie het meest energie efficiënte (verwarmde) gebouw van de Radboud Universiteit. 16