SECTORWERKSTUK Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar 2013-2014 Naam: Klas:
INHOUDSOPGAVE Inhoud Algemeen Taakverdeling begeleidende docenten Indeling en omvang sectorwerkstuk Logboek Vak Nederlands Hoe ga je aan het werk? De onderzoeksstappen Beoordeling Overzicht activiteiten sectorwerkstuk Pagina 3 3 3 4 6 7 7 Bijlage I: tips 8 Bijlage II: formulier evaluatiemomenten 9 Bijlage III: beoordeling sectorwerkstuk Bijlage IV: beoordeling presentatie 11 2
Algemeen Een onderdeel van het schoolexamen voor vmbo- t en g is een sectorwerkstuk. Dit sectorwerkstuk omvat een vakoverstijgend thema dat past binnen de gekozen sector. Het sectorwerkstuk gaat bij voorkeur over maatschappelijk relevante onderwerpen of onderwerpen die te maken hebben met de beroepswereld die bij de gekozen sector past. Het sectorwerkstuk wordt uitgevoerd bij een van de sectorvakken. De leerlingen zijn hierbij vrij in hun keuze. Je kunt er een of twee sectorvakken bij betrekken. Kennis en vaardigheden uit alle vakken kunnen bij het maken van een sectorwerkstuk nuttig zijn. Met het sectorwerkstuk worden vakvaardigheden, algemene en communicatieve vaardigheden getoetst. Elke kandidaat dient aan het sectorwerkstuk minimaal 20 uur te besteden. Er moet sprake zijn van eigen werk (authenciteit). Een voldoende (minimaal,) is een voorwaarde om te kunnen slagen. Thema en beoordeling worden op de cijferlijst van je diploma vermeld. Bij een onvoldoende eindbeoordeling mag de leerling wel deelnemen aan het centraal examen, maar de leerling kan geen diploma meer behalen! Lees ook het artikel 14 uit het info boekje PTA. Taakverdeling begeleidende docenten De begeleiding van het sectorwerkstuk vindt plaats door diverse docenten. Alle docenten die lesgeven aan de leerlingen worden ingezet voor de begeleiding. Een leerling krijgt een vaste begeleider toegewezen die zorgt voor de procesbegeleiding. De docenten Nederlands ondersteunen bij het maken van het werkstuk en de coördinatoren hebben de zorg voor de coördinatie van het totaal. Daarnaast verzorgt een docent een workshop over diverse presentatievormen. Indeling en omvang sectorwerkstuk De indeling van het werkstuk dient voor iedereen gelijk te zijn: Titel Inhoudsopgave Hoofd- en deelvragen Hoofdstukken Eigen mening Werkplan en logboek (beide compleet!!!) Bronvermelding Het werkstuk bestaat uit minimaal pagina s en dient te voldoen aan de volgende criteria(gemiddeld per pagina): Eenzijdig getypt. Lettergrootte: maximaal 12. Regelafstand een. Veertig volle regels of 2 cm tekst. Titelblad, inhoudsopgave, tabellen, grafieken, foto s, tekeningen en afbeeldingen worden hierbij niet meegerekend. Bij een onvoldoende omvang wordt het werkstuk niet geaccepteerd. De leerling krijgt dan één week om het werkstuk alsnog in orde te maken. Is het werkstuk dan nog niet van voldoende omvang, dan moet er een nieuw werkstuk worden gemaakt. Het nieuwe werkstuk gaat over een ander onderwerp. 3
Naast het werkstuk, maak je van je sectorwerkstuk een presentatie. Deze presentatie wordt gehouden op de datum die staat vermeld in de planner. Bij de presentatie zullen de betrokken docenten aanwezig zijn, maar ook je ouders/verzorgers zullen worden uitgenodigd. Daarnaast zijn ook mensen welkom die geholpen hebben bij het maken van je werkstuk. Je kunt kiezen uit de volgende presentatievormen: Maak een stand waar je het sectorwerkstuk presenteert. Houd een workshop. Maak een uitnodigende powerpoint. Presenteer via een Prezi. Natuurlijk zijn er nog meerdere presentatievormen. Je wordt hier nog over geïnformeerd. Het is altijd mogelijk om in overleg met je begeleider een presentatievorm te kiezen. Belangrijk is wel dat ELK groepslid betrokken moet zijn bij de presentatie, omdat elk groepslid beoordeeld wordt (zie ook: Vak Nederlands). Logboek Vanaf het allereerste begin dient elke leerling van alle activiteiten die hij/zij verricht een administratie bij te houden in de vorm van een logboek. In het logboek staan in ieder geval: datum, plaats, activiteit, begintijd, eindtijd, eventuele resultaten of opmerkingen. Dit logboek is van belang voor de verantwoording van je studielast en voor de procesbeoordeling. De bijdrage van elk groepslid moet duidelijk naar voren komen. Een voorbeeld van een logboek is bijgevoegd in de bijlage. Richtlijn studielast: 20 uur per persoon. Het logboek is onderdeel van het sectorwerkstuk. LET OP: er wordt door de coördinatoren en begeleidende docenten bijgehouden of je aanwezig bent bij de informatiebijeenkomsten en bij de evaluatiemomenten. Het is belangrijk dat als je niet aanwezig kunt zijn, je contact opneemt met één van de coördinatoren of je begeleider. Indien je niet aanwezig bent, wordt dit in mindering gebracht op je beoordeling. Het logboek ziet er als volgt uit: Namen: Onderwerp: WANNEER HOELANG WAT IS ER GEDAAN/WELKE ACTIVITEIT DOOR WIE Je kunt dit logboek zelf vormgeven en toevoegen aan je sectorwerkstuk. Vak Nederlands 4
In het PTA van het vak Nederlands staan twee onderdelen die horen bij het maken van het sectorwerkstuk en waarvoor een punt krijgt. Die onderdelen staan beschreven bij de punten 4.12 en 4.13. De onderdelen verwijzen naar het voorbereiden van onderdelen die bij het sectorwerkstuk horen en naar de presentatie. Hoe ga je aan het werk? Oriëntatie- en keuzefase Goede afspraken met de (mede)leerling(en). Goede afspraken met de begeleidende docent(en). Goed gekozen, origineel onderwerp. Helder en eenduidig formuleren van onderzoeksvraag (hoofd- en deelvragen). Onderwerp sluit aan bij de sector waarin de leerling onderwijs volgt. Goed en uitvoerbaar werkplan. Procesbewaking door middel van bijhouden logboek. Presentatievorm van het sectorwerkstuk. Onderzoeksfase: informatieverwerving en informatieverwerking Verzamelen en selecteren van informatie over het onderwerp: betrouwbaarheid, bruikbaarheid, onderscheiden hoofd- en bijzaken, feiten en meningen. Verzamelen en indelen informatie in een documentatiemap. Verzorgd taalgebruik. Beantwoorden van de onderzoeksvraag. Uiten eigen, onderbouwde mening. Denk aan het werken aan je logboek. Uitvoeringsfase: het daadwerkelijk maken van het sectorwerkstuk Onderwerp doet recht aan de sector. De boodschap helder en duidelijk, ook voor anderen. De opbouw en indeling is logisch en compact. De ingenomen standpunten en conclusies zijn helder gepresenteerd. De leerling heeft veel/weinig zelfstandig gewerkt. Wat moet je inleveren? Je verslag bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofd- en deelvragen met antwoorden Verplicht Aansluiting onderwerp bij sector Verplicht Informatie over het onderwerp Verplicht Feiten en meningen Verplicht Foto s van het werken Mag
Werkplan Verplicht Logboek Verplicht De onderzoeksstappen Wil je een goed onderzoek opzetten, dan moet je een aantal fasen en stappen doorlopen. Fase 1: voorbereiding 1. Het vaststellen van een onderwerp: Waarover gaat het? 2. Het opstellen van vragen: Welke vragen ga je stellen? Hoofd- en deelvragen opstellen. 3. Het maken van een werkplan: Waar, wanneer en hoe ga je het onderzoek doen? Informatie over je onderwerp kun je op de volgende plaatsen zoeken: internet bibliotheek krant of weekbladen bedrijven of instellingen videotheek erover praten met bekenden encyclopedie televisieprogramma s Wanneer je een onderwerp mag kiezen, bedenk dan dat je rekening houdt met de volgende punten: Is er genoeg - makkelijk te vinden - informatie over mijn onderwerp? Ben ik genoeg geïnteresseerd in dit onderwerp? Heb ik goedkeuring van mijn vakdocent voor dit onderwerp? Welke vragen ga je stellen voor je onderzoek? Het gaat om vragen zoals: wie, wat, welke, waar, wanneer, hoe, waarom, waardoor, waarmee, hoeveel, enz. Voor je begint te lezen, moet je zelf eerst enkele vragen stellen over het onderwerp waarop je antwoord zou willen. Bijvoorbeeld: Onderwerp: de Berlijnse muur Onderwerp: de suikerbiet Vragen: Vragen: 1 Waarom is de muur gebouwd? 1 Hoe ziet een suikerbiet eruit? 2.Wie heeft de muur laten bouwen? 2 Hoeveel suiker zit er in? 3 Wanneer is hij gebouwd? 3 Wanneer is de oogstmaand? 4 Waar stond de muur precies? 4 Hoe haalt men de suiker eruit? Wat vonden de mensen ervan? Waarom hebben wij suiker nodig? 6 Waarom is de muur gesloopt? 6 Welke andere soorten suiker zijn er? Maak een verschil in hoofd- en deelvragen van je onderwerp (conceptwerkplan). Je moet een werkplan bedenken om je vragen te kunnen beantwoorden. De taken moet je 6
onderling zo goed mogelijk verdelen. Bij deze werkzaamheden kun je denken aan: Hoe verdeel je de zoektocht naar informatie? Wie zoekt de informatie die bij een vraag hoort? Hoeveel tijd kan hieraan besteed worden? Moeten er mensen geïnterviewd worden? Doe je een experiment en moet je iets meten? Fase 2: uitvoering 4. Het verzamelen van informatie: Nu ga je op zoek naar gegevens voor het antwoord op je vragen. Fase 3: afsluiting. Wat kun je nu in het algemeen Je deelt mee wat je gevonden hebt. zeggen over je onderwerp? 6. Een terugblik op je onderzoek: Je bekijkt hoe je gewerkt hebt. Beoordeling De beoordeling van het sectorwerkstuk bestaat uit diverse onderdelen. Deze zijn: 1. Het werkstuk, inclusief deelname aan activiteiten (zie beoordelingsformulier sectorwerkstuk): 0%. 2. De presentatie (zie beoordelingsformulier presentatie): 30 %. 3. De voorbereiding: 20%. Zoals eerder aangegeven, worden twee onderdelen beoordeeld bij het vak Nederlands (voorbereiding werkstuk en presentatie). Onthoud dat de je niet automatisch een zelfde punt hebt dan je groepsleden. Dit is vooral afhankelijk van je eigen inzet. LET OP: Het uiteindelijke punt voor het sectorwerkstuk bestaat dus uit de drie bovenstaande elementen! Overzicht activiteiten sectorwerkstuk Deelname aan onderstaande activiteiten is verplicht. De presentatie mag pas plaatsvinden op het moment dat de begeleidende docent het werkstuk met een voldoende heeft beoordeeld. Onderdeel Datum Tijd Informatie aan leerlingen: opstartbijeenkomst 13/06 11.4 Workshop: werken met digitale content en presentatie zie rooster zie rooster Evaluatiemoment 1 /09 08.30/09.1 Evaluatiemoment 2 23/ 08.30/09.1 Evaluatiemoment 3 28/11 08.30/09.1 Inleverdatum (bij begeleider) 19/12 Vóór 16.00 Beoordeling door docent 09/01 Vóór 16.00 Presentatie 13/02 zie rooster BIJLAGE I: TIPS 7
Voorbereiding Kies een onderwerp dat je aanspreekt. Kies een onderwerp dat onderzoekbaar is (vind je er genoeg informatie over). Denk na over met wie je samenwerkt. Maak een goed werkplan. Het maken van het sectorwerkstuk Houd je aan afspraken! Bewaak de tijd. Schrijf afspraken in je agenda en in je logboek. Controleer tussentijds of alles volgens planning verloopt. Houd contact met je begeleider. Dit kan tijdens de evaluatiemomenten, maar ook (als extra) op eigen gekozen momenten. Wacht niet te lang met vragen stellen, als je dreigt vast te lopen. Werk netjes, ook al is iets klad. Sla bestanden op een vaste plek op en maak een back- up map (het beste is om je bestand op te slaan in een internetopslag als bijvoorbeeld TELETOP, SKYDRIVE of DROPBOX). Het presenteren Bereid de presentatie goed voor. Oefen de presentatie in je groep of voor klasgenoten. Oefen de presentatie thuis. BIJLAGE II: Formulier evaluatiemomenten 8
Evaluatiemoment I Vragen 1 november 2012 Antwoorden Evaluatiemoment II Vragen januari 2013 Antwoorden Evaluatiemoment III Vragen 31 januari 2013 Antwoorden BIJLAGE III: Beoordeling sectorwerkstuk Beoordelingsformulier sectorwerkstuk 9
Naam: Titel sectorwerkstuk: Te beoordelen onderdelen Oriëntatie- en keuzefase: Aanwezigheid introductiebijeenkomst. Aanwezigheid workshop digitale content. Er is een compleet en werkbaar werkplan (plan van aanpak). Het onderwerp past bij de sector. Helder en eenduidig formuleren van de onderzoeksvraag. Helder en eenduidig formuleren van de deelvragen. Onderzoeksfase: Beantwoorden van de onderzoeksvraag. Beantwoorden van de deelvragen. De verzamelde informatie is juist. Verzorgd taalgebruik. Uitvoeringsfase: Aanwezigheid evaluatiemoment I. Aanwezigheid evaluatiemoment II. Aanwezigheid evaluatiemoment III. Het eindproduct is goed van inhoud en niveau. Het eindproduct is goed wat betreft verzorging. De leerlingen hebben zelfstandig gewerkt (zie logboek). Goede werkhouding. Evaluatiefase: De kwaliteit van het logboek is voldoende (totaal). De opbouw en indeling is logisch en compact. De ingenomen standpunten en conclusies zijn helder geformuleerd. Max. Docent behaald 1 Totaal aantal te behalen punten is. Norm: 60% =, (90 punten) Onvoldoende: 00 t/m 89 presenteren wordt niet toegestaan Voldoende: 90 t/m presenteren is toegestaan Eindoordeel: Naam begeleider: Handtekening: BIJLAGE IV: Beoordeling presentatie
11