Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 25 februari 2014



Vergelijkbare documenten
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 30 september 2014

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 16 december 2015

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 12 januari 2010

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 8 februari 2011

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 1 april 2014 CONCEPT Onderwerp Advies / conclusie

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 13 november 2012

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.12 februari 2014


Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 10 november 2009

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 23 april 2013

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

gelet op het op 7 juli 2010 gesloten akkoord tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de sector waterschappen

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

GEMEENTE REIMERSWAAL. Vastgesteld : 20 december 2016 Agendapunt : 4 Poststuk :

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

Hamerstuk AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Wijziging regelingen veranderagenda en veegwet Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zu veringsbeheer d.d. 1 apral2014

Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen. Verslag van bevindingen

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

agendapunt 4.05 Aan Commissie Waterketen en Waterkeringen INVESTERINGSPLAN EN KREDIET NOORDEINDSEWEG TE BERKEL EN RODENRIJS

MEMO. Wij leveren als gemeente een ambtelijke secretaris.

Commissie Financiën en Algemene Zaken

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

VERBETEREN POLDERKADES MIDDEN-DELFLAND, DEN HAAG EN PIJNACKER- NOOTDORP VANWEGE EFFECTEN REDUCTIE GRONDWATERONTTREKKING DELFT- NOORD

Kaders Personeelbeheerplan Oldebroek

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 24 september 2014

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

Reactie op advies Mantelzorgondersteuning en waardering

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

Georganiseerd overleg Sector Defensie. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen telefoon

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 25 september 2012

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 3 april 2012

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

AFSPRAKENLIJST PRESIDIUM 20 APRIL 2015

VERSLAG van de vergadering van het BESTUUR, gehouden op woensdag 23 april 2014 vanaf uur in het kantoor van de federatie te Tynaarlo.

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

Overleg Bo-Ex met bewonersvereniging complex 501 (vastgesteld 3 maart 2011)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 28 mei 2014

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân (op basis van artikel 5 lid 4 RvO AB)

De voorzitter bepaalt door het lot welk lid van de gemeenteraad als eerste stemt ingeval van hoofdelijke stemming.

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Notulen gecombineerde commissievergadering BMZ / SKK d.d.11 juni 2014 CONCEPT

I ,13 ten laste van de exploitatie te brengen, dit is reeds verwerkt bij de eerste bestuursrapportage (BURAP 1) 2012.

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

: Voorstel inzake kaderstellende discussie Zorgloket

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Parafering besluit PFO Bom Gewijzigd akkoord Geparafeerd D&H (Geen) Geparafeerd door: Werf, R. van der

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Raadadviescommissie Bestuur BESLUITENLIJST

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Inspraakrapport ontwerp -beleidslijn gedifferentieerd onderhoud natuurgebieden Kromme Rijngebied

CONCEPT - NOTULEN. Nummer Onderwerp Actie

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Onderwerp: Besluitvorming oevererosie - aanbod Rijkswaterstaat Nummer:

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

De plv. voorzitter, de heer Brouns, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 9 oktober 2012

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Bestuur van de Unie van Waterschappen Posbus AE Den Haag. Leiden, 24 februari 2011.

IMPRESSIE INSPREKEN VASTSTELLING KEUR HHSK, NOVEMBER 2015

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Registratienummer: GF Datum: 21 mei 2012 Agendapunt: 21

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

A.B. 18/85. Onderwerp: Invoering Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra)

Aan de leden van de Commissie muskus- en beverratten

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014

Transcriptie:

Onderwerp 1. Opening en vaststelling agenda Advies / conclusie Aanwezig: de heer P.M. Terpstra (W@I) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) de heer W. van der Zaag (AWP) mevrouw W.A. Bodewitz (PVDD) de heer J.G.M. Reerink (PvdA) de heer G.J.P. Jansen (WN) de heer L.J.L. Boot (WN) mevrouw M.L.A.A. de Bont (CDA) de heer G. van Leeuwen (SGP) de heer H. Schalkwijk (Agrariërs) de heer R.D. Woittiez, voorzitter (VVD) de heer N.J.M. Ypma (Bedrijven) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) de heren J.G.M. Kromwijk, H.A.P. van der Maat en G.P. Beugelink (hoogheemraden) de heer G.G.J. Rouhof (secretaris) de heer W. Nijenhuis (notulist) Afwezig: de heer B. de Jong (CDA), mevrouw A.J. de Kruijf (Bos- en Natuureigenaren), mevrouw G.H. van der Nat (PvdA), mevrouw T. van der Stroom (VVD) en mevrouw E. van der Vorm (hoogheemraad) Opening De voorzitter, de heer Woittiez, opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen welkom. Hij meldt de afwezigen. Agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Presentatie CAO-kaders Door mevrouw Blom-Meeusen (Unie van Waterschappen) De presentatie geeft inzicht in de opzet en de totstandkoming van de cao-kaders van de Unie van Waterschappen. De Unie is tegelijk ook de werkgeversvereniging en sluit ook de cao die bindend is voor de 23 waterschappen. Er is een overlegstructuur om te komen tot afspraken over de cao. Er is een werkgeversberaad: een commissie van het Uniebestuur, met daarin zes hoofden P&O, zes directeuren en zes bestuurders. Deze commissie adviseert het Uniebestuur en geeft ook nadrukkelijk aan de voorkant mee wat de visie op arbeidsvoorwaarden moet zijn en wat de thema s zijn voor de caoonderhandelingen. Voorafgaand aan de onderhandelingen bepaalt het Uniebestuur de inhoudelijke inzet en na instemming van de ledenvergadering bepaalt het Uniebestuur de financiële ruimte. Het werkgeversberaad kijkt ook hoe de salarissen zich verhouden tot die bij andere (overheids)partijen. De waterschappen zaten in de middenmoot en zijn bij de afgelopen twee akkoorden naar boven gekropen. Er wordt nu strak vastgehouden aan de nullijn. Zodra de inzet is bepaald en ook het financiële mandaat helder is, worden de onderhandelingen gevoerd met drie vakbondspartijen die ieder ook een kaderlid meenemen. Van de zijde van de werkgever nemen een Uniebestuurder, een dijkgraaf en een secretaris-directeur deel, ondersteund door drie adviseurs. Zodra een onderhandelingsresultaat is bereikt, wordt dit voorgelegd aan het werkgeversberaad, dat beoordeelt of de uitkomsten voldoende aansluiten bij de inzet. Daarna kijkt het bestuur naar het resultaat, met een focus op de financiële consequenties. Het onderhandelingsresultaat wordt vervolgens met een advies van het Uniebestuur aan de ledenvergadering voorgelegd. De ledenvergadering heeft het laatste woord. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 1 van 13

De heer Reerink (PvdA) en de heer Van Leeuwen (SGP) voegen zich bij de vergadering Het primaire salaris is slechts een onderdeel van de loonkosten. Andere onderdelen zijn de secundaire loonkosten (20 tot 30% van de loonsom), pensioenkosten (20% van de loonsom) en sociale premies. In het verleden keek het Uniebestuur niet naar de sociale premies en pensioenkosten, ook omdat er op dat vlak weinig zeggenschap is. Recent heeft het Uniebestuur bedongen dat er pas een akkoord wordt gesloten als er helderheid is over de pensioenkosten. In die zin spelen ontwikkelingen bij de pensioenafspraken nu ook een rol bij de onderhandelingen over de cao. Met het pensioenakkoord van 2013 is er sprake van een lagere pensioenopbouw. Dat heeft voor de werknemers geleid tot lagere pensioenpremies. Netto gaat het vanaf 1 januari om 2% extra. Op basis van deze inkomensverbetering ziet het Uniebestuur op dit moment geen ruimte voor verdere verbetering van de voorwaarden. Vragen en opmerkingen: De voorzitter: Vraagt wat vanuit het waterschap de mogelijkheden zijn om de cao te beïnvloeden. De heer Jansen (WN): Vraagt wat er allemaal valt onder de secundaire loonkosten. Wat is de vrije ruimte van het waterschap als het gaat om de invulling van de secundaire loonkosten? Vraagt of ontwikkelingen, zoals een verschuiving bij de sociale premies, vooraf bekend zijn. Worden ontwikkelingen meegenomen bij de onderhandelingen? De heer Verweij (CU): Het cao-akkoord wordt wel altijd ter vaststelling aan het algemeen bestuur voorgelegd, maar als hij het goed begrijpt, heeft het algemeen bestuur geen zeggenschap. Hij vraagt een toelichting. Stelt voor om jaarlijks stil te staan bij de vraag wat vanuit het algemeen bestuur wordt meegegeven richting de Unie als het gaat om de cao-onderhandelingen. Beantwoording Mevrouw Blom: De Unie van Waterschappen stelt dat er nu een cao ligt die wat betreft voorwaarden richting bovenkant van de markt gaat. Gezien de taakstellingen en de marktomstandigheden moet men de broekriem aanhalen. Het grootste deel van de secundaire loonkosten valt onder het keuzebudget. Gedacht kan worden aan het vakantiegeld, een dertiende maand, extra verlof, opleidingskosten en vergoedingen voor woon-werkverkeer. Ten aanzien van de beïnvloedingsmogelijkheden wijst ze op discussies aan de voorkant, zoals tijdens Waterwerk 2020, toen met tien verschillende doelgroepen is gesproken over hoe werken bij een waterschap er in 2020 uitziet. De heer Poelmann voegt toe dat wanneer de leden van het algemeen bestuur relevante vragen en opmerkingen hebben, mevrouw Blom-Meeusen of hijzelf (als vertegenwoordiger van het waterschap) die onder de aandacht zal brengen. De beïnvloeding loopt via het dagelijks bestuur, maar ook via de secretaris-directeur en P&O. Mevrouw Blom geeft richting de heer Jansen aan dat bij opleidingen een minimum van 2% van de loonsom geldt. Het waterschap kan echter besluiten om meer in te zetten. Hetzelfde geldt bij activerend personeelsbeleid, waar leidinggevende en medewerker bepalen wat nodig is en waaraan het geld wordt uitgegeven. Richting de heer Ypma geeft ze aan dat sociale premies door het Rijk worden opgelegd. In het pensioendossier heeft de Unie van Waterschappen zelf een afweging gemaakt waar het ging om de verdeling van kosten. Deze wijziging zag men aankomen. Bij de WWpremies overkomt het hen. Ze licht toe dat in de Waterschapswet staat dat de cao door het algemeen bestuur moet worden vastgesteld, maar zodra de ledenvergadering heeft ingestemd, wordt het cao-akkoord getekend en kunnen vakbonden ook afdwingen dat een cao wordt Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 2 van 13

uitgevoerd, ook als een algemeen bestuur deze niet heeft goedgekeurd. Ze juicht het toe wanneer het algemeen bestuur suggesties of thema s meegeeft. De voorzitter dankt mevrouw Blom-Meeusen voor het inzicht dat zij heeft gegeven in deze materie. 3. Adviezen/ conclusies en actiepuntenlijst a) Adviezen en conclusies vergadering 21 januari 2014 Redactioneel Pagina 1, onderaan: mevrouw Bodewitz merkt op dat de heer Poelmann heeft aangegeven dat de catering van de vergaderingen voortaan waar mogelijk biologisch zal zijn. De tekst wordt overeenkomstig aangepast. Pagina 3, punt 7, Deltabeslissingen: Op voorstel van mevrouw De Bont wordt mevrouw Van der Stroom (VVD) gewijzigd in mevrouw De Bont (CDA) Het verslag wordt met inbegrip van de bovengenoemde wijzigingen vastgesteld. Naar aanleiding van Pagina 3, onderaan: De heer Reerink (PvdA) wijst op de knipselkrant van de Unie met daarin een artikel waarin de heer De Moel stelt dat de dijk tussen Amerongen en Wijk bij Duurstede een zwakke plek kent. Hij heeft daarover niet eerder gehoord. De heer Poelmann wijst op de brief van de inspectie voor de Leefomgeving van 19 december, waarin staat dat de dijk volledig voldoet aan de huidige normen. Recent is men gestart met de Projectoverstijgende Verkenning Lekdijk, met als doel deze zo sterk te maken dat de C-kering langs de Hollandsche IJssel niet langer nodig is. De Lekdijk heeft een beschermingsniveau 1 op 1250 of 1 op 2000, terwijl de C-kering een beschermingsniveau heeft van 1 op 10.000, een norm die in de komende jaren ook voor de Lekdijk wettelijk zal worden vastgelegd. De heer De Moel vermengt nieuwe normeringen en inzichten over piping met de huidige situatie die nog uitgaat van de oude normering. Hij heeft deskundigen van het waterschap gevraagd om met de heer De Moel te praten over de wijze waarop dit de wereld in is gegaan. Hij is op de bijzondere bijeenkomst van 4 maart, waar de heer Naarding aanwezig zal zijn om vragen te beantwoorden. De voorzitter stelt voor hem deze casus vooraf mee te geven. Pagina 4, beantwoording: de heer Ypma (Bedrijven) stelt dat de woorden van de heer Poelmann op gespannen voet staan met diens handelen. Hij stelt dat er geen veiligheidslaag komt te vervallen en dat compartimentering essentieel blijft, maar tegelijk wordt er voorlopig niet geïnvesteerd. Spreker merkt op dat het bekend is dat de zaken niet op orde zijn. b) Geheim gedeelte adviezen en conclusies 21 januari 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Stukken ter advisering 4. Handhavingsvisie en buiten werking stellen eerder beleid c) Actiepuntenlijst met leeswijzer Ad 202, mevrouw Bodewitz (PVDD) dankt het college voor de schriftelijke beantwoording. Ze stelt voor het onderwerp ter bespreking te agenderen. De heer Poelmann stelt voor om dan de aankomende jaarrapportage MRB te agenderen (actiepunt 265, red.) Ad 240, mevrouw Bodewitz (PVDD) verbaast het dat het formuleren van de onderzoeksvraag zo lang moet duren. De heer Kromwijk bevestigt dat het enige tijd heeft geduurd, maar dat men nu bijna zover is dat de onderzoeksopdracht kan worden verstrekt. Daar wordt de commissie over geïnformeerd. De actiepunten 146.1, 202, 248, 253 en 254 zijn conform het gestelde in de leeswijzer afgedaan. Eerste termijn: De heer Verweij (CU): Complimenteert het college met dit heldere stuk. Het is goed dat eerst de kaders worden bepaald waarbinnen jaarlijks het handhavingsprogramma kan worden Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 3 van 13

uitgewerkt. Stelt voor deze visie na verloop van tijd tegen het licht te houden. Het stuk voorziet echter niet in een evaluatie. Aan de tien punten kan worden toegevoegd dat handhaving moeten worden ingezet op het moment dat het ertoe doet: aan de voorkant, op het moment dat de overtreding plaatsvindt. Dat ontbreekt nu nog in de aanpak. De heer Van der Zaag (AWP) Onderschrijft de inleidende woorden van de heer Verweij. Mist de paginanummering in het stuk. Mist een heldere visie: wat is in één zin de handhavingsvisie? Adviseert om een communicatieparagraaf op te nemen en suggereert om een samenvatting van de visie toe te voegen als bijlage bij de aanslagen. Van de burgers wordt medewerking gevraagd en dat onderstreept het belang van heldere communicatie. Mist in het stuk een duidelijke visie van het waterschap ten aanzien van de kritische massa (van de formatie van het waterschap). De tekst stelt dat het handhavingsbeleid na publicatie zonder nadere motivering per individueel geval kan dienen voor onderbouwing. Hij vraagt een toelichting: het kan toch niet zo zijn dat het waterschap zonder motivering gaat handhaven? Het waterschap zet sterk in op aanwonenden met een onderhoudsverplichting, terwijl de oorzaak van eventuele overtredingen vaak niet ligt bij deze aanwonenden. Hij pleit voor handhaving die zich richt op de vervuiler. De visie stelt dat er voor overheden andere regels en normen kunnen gelden. Dat is ongewenst: de overheid heeft een voorbeeldfunctie. De heer Van Leeuwen (SGP): Bespeurt een tegenstelling tussen punt 2 en punt 8: enerzijds wordt gesteld dat de regels voor iedereen gelijk zijn, maar anderzijds zet men in op situationeel handhaven, wat kan leiden tot willekeur. Hij mist aandacht voor de communicatie richting de burger. Daar ligt een belangrijke opgave voor het waterschap. Duidelijkheid over de regels vermindert de noodzaak tot handhaven. Mist een analyse van de huidige situatie: wat gaat goed, wat niet en hoe kan men de handhaving verbeteren. Het stuk is allereerst een verzameling uitgangspunten en beleidslijnen. Een visie schetst een toekomstbeeld en dat zit niet in dit stuk. Zijn fractie mist een kruisbestuiving met andere terreinen: inzichten vanuit de handhaving kunnen worden gebruikt bij het bepalen van beleid op andere terreinen. Ook tussen handhaving en vergunningverlening is er een wederzijds verband. Mevrouw De Bont (CDA): Sluit zich aan bij de suggesties voor toevoegingen aan dit stuk. Is heel tevreden met de opmerking onder Relatie met de organisatiemissie : toezicht en handhaving bepalen mede het concrete gezicht en imago van het waterschap. Hoe gaat het college daar concreet invulling aan geven? Mevrouw Bodewitz (PVDD): Wijst op het situationeel handhaven en de relatie met vertrouwen versus schouwen : men moet niet doorschieten in het vertrouwen, aangezien goede intenties ook geveinsd kunnen worden. Vraagt een toelichting op de doorontwikkeling van achteraf controleren naar vertrouwen in plaats van schouwen. Goede afspraken zijn noodzakelijk, maar er is meer dan alleen vertrouwen nodig om het resultaat van die afspraken te evalueren. Hoe wil het college afspraken controleren? De heer Jansen (WN): Wijst op de website van het waterschap, waar heel veel informatie is te vinden. De vraag is hoe zorgt men dat die informatie de burger bereikt. Hij sluit zich aan bij de suggestie van de heer Van der Zaag om informatie mee te sturen met de aanslag. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 4 van 13

Handhaving in het stedelijk gebied is een punt van zorg: het gaat om een ander type eigenaar dat vaak op veel grotere afstand van het waterschap staat. Hoe denkt het college daarmee om te gaan? Beantwoording De heer Van der Maat: Dankt de commissie voor de complimenten. In de definitieve versie zullen de pagina s genummerd worden. Ten aanzien van de visie merkt hij op dat er kaders nodig zijn waarbinnen het beleid kan worden ontwikkeld. De wet geeft aan dat het algemeen bestuur de visie vaststelt, waarna het college het uitvoeringsbeleid bepaalt. In 2013 heeft de heer Heins al een korte presentatie gegeven en spreker stelt voor om over enkele maanden opnieuw een presentatie te houden, want de communicatie over vergunningverlening en handhaving zal ingrijpend veranderen. Wanneer men de slag wil maken van schouwen naar vertrouwen, dan moeten de regels helder zijn en dan moet het waterschap burgers ook actief informeren. De stad heeft als voordeel dat de inwoners meer gebruikmaken van moderne communicatiemiddelen, terwijl op het platteland mensen elkaar vaker aanspreken op wat er staat te gebeuren. Het waterschap heeft besloten om zich op dit moment niet bij een RUD aan te sluiten: gezien de specifieke kennis en mensen die men in huis heeft, voelt het college veel meer voor samenwerking met de omringende waterschappen. Op die manier kan worden geborgd dat het waterschap over de benodigde kennis en kunde kan beschikken. En daar waar het waterschap het niet zelf kan, kan men taken uitbesteden (zoals handhaving en controle bij BRZO-bedrijven en tuinbouwbedrijven). De zorgplicht betreft voor een belangrijk deel communicatie en mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Hij wijst op de schouw op de watergangen die jaarlijks plaatsvindt. Het waterschap wil de verantwoordelijkheid voor het op orde houden van watergangen zo veel mogelijk bij de ondernemers en aanwonenden van de watergangen neerleggen. Door heldere regels, goede communicatie en mensen wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid, lukt dat ook steeds beter. Wanneer de punten 2 en 8 aan elkaar tegengesteld lijken te zijn, moet de tekst misschien worden aangepast. Bij 8 wordt bedoeld dat er juist moet worden gehandhaafd op de mensen die de regels overtreden. Richting de heer Reerink merkt hij dat in de jaarrapporten ook analyses worden gemaakt, met het oog op toekomstig beleid. Hij stelt voor om geen nadere analyses in dit stuk op te nemen. De heer Reerink (PvdA) merkt op dat het jaarverslag zich niet leent voor een analyse van het gevoerde beleid. De heer Van der Maat stelt dat op basis van de jaarverslagen toch ook wordt gekeken hoe toekomstig beleid moet worden ingevuld. Richting mevrouw Bodewitz geeft hij aan dat het waterschap wil bereiken dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent dat mensen een stuk vertrouwen wordt gegeven. Het college ziet dat ook terug: tot voor enkele jaren leidde een schouw tot wel duizend brieven. Dat aantal is teruggelopen naar tweehonderd tot driehonderd. Tegelijk zal het waterschap ook blijven handhaven. Tweede termijn De heer Van der Zaag (AWP): Wijst op zijn vraag om in een enkele zin de visie van het stuk te verwoorden. Een mogelijke visie zou in dit geval kunnen zijn: een beweging op gang brengen waarbij steeds meer ingelanden en ingezetenen het vanzelfsprekend vinden om te voldoen aan de regels. Heeft nog niet gehoord wat de onderliggende elementen zijn van dit beleid. Wacht wat betreft zijn opmerking over de kruisbestuiving tussen beleidsterreinen de beantwoording van de heer Heins af. Pleit ondanks het antwoord van de hoogheemraad voor het opnemen van een analyse. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 5 van 13

Mevrouw De Bont (CDA): Merkt op dat het waterschap aan het eigen imago wil werken en dat het stuk daar in een fraaie zin ook op wijst. Hoe wil het college daar handen en voeten aan geven? Mevrouw Bodewitz (PVDD): Wijst op het situationeel handhaven. Het stuk geeft aan dat geprobeerd zal worden om onderscheid te maken tussen moedwillig en per ongeluk handelen. Dat lijkt haar heel lastig. Ze vraagt de hoogheemraad om een nadere toelichting. De heer Verweij (CU): Merkt op dat meerdere commissieleden hebben gewezen op het feit dat communicatie een van de pijlers van deze aanpak moet zijn. Dit blijkt ook al uit enkele artikelen. Hij stelt voor in de inleiding van het stuk het belang van communicatie duidelijker naar voren te brengen. Hij pleitte voor handhaven op het moment dat het ertoe doet. Hij vraagt de hoogheemraad deze en andere suggesties te verwerken in deze visie. Beantwoording De heer Van der Maat: Zegt richting de heer Verweij toe de suggesties mee te nemen. De prestatie-indicatoren zullen wat worden aangepast. Met deze indicatoren, in de burap en straks in het jaarverslag zal het college ook een en ander tegen het licht houden. Richting mevrouw De Bont wijst hij op de website. Mogelijk kan er bij de aanslag ook nog een folder worden meegestuurd. Mevrouw De Bont (CDA) merkt op dat het haar ging om de wijze waarop het waterschap zich presenteert, bijvoorbeeld via ambassadeurs. De heer Van der Maat licht toe dat mensen zullen worden getraind, als het gaat om zich presenteren en het omgaan met mensen die in overtreding zijn. Daarbij maakt het uit of iemand voor het eerst een overtreding begaat, of dat het al de derde keer is. De heer Heins (ambtenaar): Licht toe dat zodra het algemeen bestuur deze visie heeft vastgesteld, het college het uitvoeringsbeleid voor de handhaving vaststelt. In dat uitvoeringsbeleid zit een risicoanalyse waarin wordt gekeken wat de bronnen en doelgroepen zijn en wat de risico s zijn van de overtredingen uit de verschillende doelgroepen. Weet men waar de risico s liggen, dan kan men zich daarop richten bij het toezicht en de handhaving. Dat sluit aan bij het pleidooi van de heer Verweij om te handhaven waar het ertoe doet. Richting mevrouw Bodewitz merkt hij op dat bij situationeel handhaven recidive een belangrijk kenmerk is voor iemand die willens en wetens de regels overtreedt. Hij heeft vertrouwen dat zijn handhavers goed in staat zijn om te beoordelen of iemand bewust of per ongeluk een overtreding begaat. De heer Van der Maat: Licht richting de heer Van der Zaag toe dat de handhavingsvisie op hoofdlijnen aangeeft waarom en waarmee het handhavings- en vergunningbeleid wordt uitgevoerd. De heer Reerink (PvdA) stelt voor om in de inleiding de visie nog eens helder te formuleren, inclusief een schets van de beoogde doelen. De heer Van der Maat merkt ten aanzien van de kruisbestuiving op dat het handhavingsbeleid een plek heeft in het totaal. Hij zegt toe die samenhang nader te duiden in het stuk. De voorzitter concludeert dat de visie na aanpassing en aanscherping ter bespreking kan worden geagendeerd in de vergadering van het algemeen bestuur. 4. Wijziging delegatiebeleid en veranderagenda Eerste termijn De heer Verweij (CU): Wijst op de verordening: hij kan instemmen met een spreektijdenregeling, maar dat kan niet betekenen dat er voor 15.000 euro een stopwatch wordt aangeschaft. Hij stemt in met het voorstel om de voorzitter te laten bepalen of de spreektijdenregeling wordt gehanteerd. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 6 van 13

De werkwijze met de hamerstukken bevalt goed en hij stelt voor de hamerstukken als element aan de verordening toe te voegen. Het delegatiebeleid bevat toch enkele wijzigingen ten opzichte van het huidige beleid. Nieuw is dat het college de begroting van de gemeenschappelijke regelingen vaststelt. Hier zou moeten worden toegevoegd dat de begroting wel ter bespreking wordt voorgelegd aan de commissie. Het valt op dat deze tekst over de waterakkoorden een andere is dan de tekst in het delegatiebesluit over de waterakkoorden. Hij vraagt een toelichting en stelt voor om in de verordening het oorspronkelijke delegatiebesluit op te nemen. Artikel 8 van het delegatiestuk sluit niet aan bij de toelichting. De toelichting heeft betrekking op het besluit om delen in te trekken, niet op het artikel. Geeft aan dat zijn fractie zich ook verbaasde over het bedrag van 15.000 euro voor het invoeren van een spreektijdenregeling. Hij vraagt een toelichting: wat krijgt men voor dit bedrag? Spreek af dat wanneer het gaat om zaken die in politieke zin relevant of gevoelig zijn, deze aan de orde worden gesteld in de commissie. Een dergelijke uitzonderingsbepaling zou men kunnen opnemen bij artikel 7. Voegt toe dat een projectplan een bevoegdheid is van het college, maar ook daarover zou de commissie zich moeten kunnen uitspreken. Dat voorkomt verrassingen bij de uitvoering. De heer Van Leeuwen (SGP): Heeft eerder al aangegeven dat er nog meer bevoegdheden aan het college gedelegeerd zouden kunnen worden. De bepaling dat het college moet oordelen of er al dan niet sprake is van een bestuurlijk gevoelig onderwerp, biedt geen soelaas. Wijst op de enorme stapel stukken die hij nu nog per post bezorgd krijgt. Hij pleit voor een spoedige invoering van het papierloos vergaderen en had verwacht dat dit ook onderdeel zou zijn van deze verordening. De heer Van der Zaag (AWP): Pleit ervoor om 22.30 uur als beoogde eindtijd van de vergaderingen te hanteren in plaats van 23.00 uur. Beantwoording: De heer Poelmann: Merkt op dat het opschonen van de verordening alleen de voorstellen 1b en 1c betreft. De spreektijdbewaking is een module die in het huidige systeem kan worden ingebed. Hij neemt nota van de bezwaren tegen de kosten. De voorzitter kan besluiten tot het hanteren van spreektijden, maar het hoeft niet. Bedoeld is te zeggen dat het fenomeen hamerstuk bestaat, maar dat de opiniërende vergadering zich richt op de niet-hamerstukken. Evengoed behoudt een lid van het algemeen bestuur het recht om te spreken over een hamerstuk. Hij stelt voor de huidige formulering te behouden. Het punt van de heer Verweij over de gemeenschappelijke regelingen is heel wezenlijk. Bedoeld is aan te geven dat het onmogelijk is om in de praktijk op een goede manier aan alle termijnen te voldoen. Dit college heeft altijd de plicht om zaken te melden als die om de aandacht van het algemeen bestuur vragen. Hij vindt dat het begrip bestuurlijke gevoeligheid wel naar voren mag komen in deze verordening. Het algemeen bestuur heeft in het verleden het college of ambtenaren verweten niet te beschikken over bestuurlijke sensitiviteit. Het is prima om de noodzaak van bestuurlijke sensitiviteit expliciet op te nemen en het college mag er ook op worden aangesproken. Tegelijk benadrukt hij dat politiek relevante zaken altijd moeten worden vermeld. De heer Reerink merkt op dat dit laatste er niet met zoveel woorden staat. De voorzitter onderschrijft dit en stelt voor de verordening op dit punt aan te scherpen. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 7 van 13

Richting de heer Ypma bevestigt hij dat er inderdaad ook over projectplannen moet worden gecommuniceerd. Ten aanzien van artikel 8 en de toelichting zegt hij toe de tekst te controleren en waar nodig aan te passen. Richting de heer Van Leeuwen licht hij toe dat het college inmiddels drie weken papierloos vergadert. Na een cursus van twee uur kon hij ermee uit de voeten. Hij is van mening dat ook de commissies en het algemeen bestuur digitaal moeten gaan vergaderen en hij wil daar niet mee wachten tot de komst van een nieuw bestuur. Hij kondigt aan dat nog voor de zomer het papierloos vergaderen zal worden ingevoerd. Aan de verordening zal een artikel over digitaal vergaderen worden toegevoegd. Richting de heer Van der Zaag merkt hij op dat de agenda van de vergaderingen van het algemeen bestuur soms erg vol is. Hij pleit ervoor om daarom 23.00 uur als eindtijd te handhaven. Tweede ronde Mevrouw Bodewitz (PVDD): Wijst op het bedrag van 15.000 euro voor het spreektijdensysteem. De heer Poelmann heeft niet aangegeven of hij deze kosten nu wel of niet gaat maken. Mevrouw De Bont (CDA): Geeft aan dat ook het CDA grote bezwaren heeft met een zo groot bedrag voor een spreektijdensysteem. Vraagt een nadere toelichting op hetgeen er voor het bedrag van 15.000 euro wordt aangeschaft. Beantwoording De heer Poelmann: Licht toe dat de uitgave van 15.000 euro niet alleen een systeem hoeft te betreffen voor het bijhouden van spreektijd tijdens een vergadering. Hij heeft ook gesproken over een systeem waarbij met vergaderingen teruggekeken kan worden en er ook geen notulen meer hoeven te worden gemaakt. Het systeem heeft dus meerdere voordelen. Hij zal hier op een later moment op terugkomen. Richting de heer Verweij geeft hij aan dat geprobeerd is het eerder genomen delegatiebesluit samen te vatten. De strekking moet geheel overeenkomen met dat besluit. Hij zal de tekst controleren en waar nodig aanpassen. 6. Vaststelling projectplan Waterwet en Inspraakrapport Grote Heicopkade Zuid De voorzitter concludeert dat het stuk na verwerking van de verbeteringen als hamerstuk door kan naar de vergadering van het algemeen bestuur. Eerste termijn Er wordt gesproken over het gebruik van de kade als ondergrond van kabels en leidingen, terwijl dat bij de primaire keringen een doodzonde is: gelden er andere eisen voor deze keringen? Wijst op de afspraak om namen van insprekers wel in de lijst op te nemen, zoals ook gebruikelijk bij provincie en gemeente. De bijgevoegde tekeningetjes zijn te klein om goed te kunnen beoordelen. De heer Van der Zaag (AWP): Wijst op de reactie op een zienswijze onder 1.1, waar staat dat een onafhankelijke partij een bouwkundige opname met foto s maakt. Hij merkt op dat foto s op zich al afdoende zijn, als deze maar vakkundig zijn gemaakt. Om het juridisch waterdicht te maken, zou men deze foto s notarieel moeten laten vastleggen. Hij wijst op het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) en stelt voor deze instantie op pagina 19 toe te voegen als belanghebbende. Beantwoording De heer Van der Maat: Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 8 van 13

Bevestigt richting de heer Ypma dat er een verschil is tussen regionale en primaire keringen. Bij regionale keringen mogen er wel leidingen in de ondergrond liggen. Bij grotere nutsleidingen is het soms niet mogelijk die te verleggen. Het gaat om de bestaande situatie: waar mogelijk worden nieuwe leidingen niet onder regionale keringen gelegd. De naam van de inspreker had wel vermeld kunnen worden in dit stuk. De afspraak is daarnaast wel dat de naam op de website niet wordt vermeld. Hij zegt toe de suggestie mee te nemen om situaties notarieel vast te leggen: het komt voor dat de situatie vooraf niet is vastgelegd en er discussie ontstaat. Er wordt volop gewerkt met KLIC, de instantie hoeft hier niet als belanghebbende te worden vermeld. Stukken ter consultering 7. De notitie Het sturend vermogen van het algemeen bestuur De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk door kan naar het algemeen bestuur. De heer Kromwijk wijst op de aanleiding voor deze notitie: het BMC-rapport en de consternatie die vervolgens ontstond. Het algemeen bestuur had daarna de sterke behoefte om bij grote projecten de vinger aan de pols te houden en heeft het college gevraagd inzichtelijk te maken hoe het proces tot stand komt en hoe het algemeen bestuur dat proces kan volgen. In 2013 is er een uitgebreide discussie geweest over de verstrekte subsidiemiddelen en de mate waarin deze mogen worden meegenomen in de uitgaven. De heldere conclusie was dat subsidies geen onderdeel zijn van het krediet. De accountant heeft ook opdracht gekregen om dit bij de controle mee te nemen in de beoordeling. Het college heeft toegezegd om ieder kwartaal te rapporteren over de grootschalige investeringsprojecten. Bij de notitie is een voorbeeld gevoegd, met daarbij de vraag of dit aansluit bij de wensen van het algemeen bestuur. Eerste termijn De heer Van Leeuwen (SGP): Concludeert dat deze notitie goed aansluit bij de gebruikelijke lijnen. Er moeten niet allerlei nieuwe constructies worden opgetuigd; daarmee zou men het zich alleen maar lastiger maken. Hij merkt op dat in beginsel bij de voorjaarsnota de piketpalen richting toekomst worden geslagen. De notitie lijkt aan te geven dat dit bij de voorjaarsnota gebeurt voor het meerjarenperspectief en bij begroting voor de jaarschijf. Maar de begroting wordt in belangrijke mate al bij de voorjaarsnota bepaald en daarom is het belangrijk om bij de voorjaarsnota ook de piketpalen voor de jaarschijf te slaan. Concludeert dat het proces goed is beschreven: het is een verfijning van wat men al gewend is. In de voorbeeldrapportage zou naast de uitputting van het begrotingspercentage ook vermeld moeten worden hoever het werk is gevorderd (to complete), zodat helder is of men op koers ligt. Mevrouw De Bont (CDA): Stelt vast dat alle gegevens zeer overzichtelijk worden gegeven. Dit is een van de eerste documenten die men aan nieuwe leden van het algemeen bestuur moet geven. De heer Boot (WN): Stelt dat het schema op de achterzijde helder is: het is heel duidelijk wat er gedurende het jaar gaat gebeuren en hoe het totale project loopt. Behalve de uitputtingspercentages zou men ook de aangegane verplichtingen per jaarschijf in een kolom moeten opnemen. Voor het totale project zouden nog geplande uitgaven een belangrijke indicator kunnen zijn. Stelt voor een rij toe te voegen met de totalen per kolom. De heer Verweij (CU): Sluit zich aan bij de suggesties van de heer Boot. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 9 van 13

Stelt voor een eindprognose op te nemen: volstaat het krediet om het einddoel te realiseren? De voorliggende notitie betreft slechts een klein deel van de financiële kaderstelling en zijn fractie is benieuwd wanneer het complete stuk terugkomt in de commissie. Hij vraagt het college om de commissie ook te informeren over de stand van zaken bij vervangingskredieten en de raamkredieten, zodat de commissie zicht houdt op de lange termijn. Sluit zich aan bij het verzoek van de heer Ypma: geef aan of de stand van de uitgaven overeenkomt met de stand van de realisatie. Voor men het stuk aan nieuwe leden van het algemeen bestuur geeft, zou men behalve de investeringen ook de exploitatie moeten opnemen. Vervolg De heer Kromwijk Memoreert het grote kaderstellende stuk dat in november 2013 is behandeld. Dit is een onderdeel daarvan en het college overweegt om ook de rest van het stuk in onderdelen aan de commissie voor te leggen. Wil de commissie spreken over het totaal, dan pleit hij ervoor om die bespreking vooraf te laten gaan door een presentatie. Stelt het op prijs wanneer het stuk in onderdelen aan de commissie wordt voorgelegd. De heer Verweij (CU): Geeft aan dat uiteindelijk het stuk ook in samenhang moet worden besproken. Doel van dit traject is dat discussies bij begrotingen en over kredietverstrekkingen worden vereenvoudigd. De heer Kromwijk: Licht toe dat geprobeerd is om in de tekst aan te geven hoever het project is. Hij zegt toe bij de doelrealisatie ook een percentage op te nemen, zodat men zicht krijgt op de vordering van het werk, in relatie tot het deel van het budget dat is uitgegeven. Voor het jaar erop zal een verplichtingenlijst worden gemaakt. Pleit ervoor om de voortgang niet in percentages, maar in geld uit te drukken, zodat helder is of men uitkomt met de beschikbare middelen. De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met het bespreken van de afzonderlijke delen, maar dat uiteindelijk ook het samenhangende geheel besproken moet worden. Het vorenstaande wordt vertaald in een toezegging. (actiepunt 267, red.) Informerend deel 8. Mededelingen en ingekomen stukken Mevrouw De Bont en de heer Van Leeuwen verlaten de vergadering Er zijn geen mededelingen. 9. Notitie Gebruik vangmiddelen in relatie tot vismigratie Mevrouw Bodewitz (PVDD): De conclusie luidt dat volgens de KRW de visstand als overwegend goed wordt beoordeeld en dat daarom de muskusrattenvangmiddelen geen probleem vormen. In dat geval zouden er ook geen vismigratieknelpunten opgelost hoeven te worden. Maar die knelpunten zijn er nog wel, getuige ook de conclusie op pagina 14. Er wordt heel veel geld gestoken in het opheffen van de vismigratieknelpunten en daarom is het verbazingwekkend dat de knelpunten door de muskusrattenvangmiddelen gehandhaafd mogen worden. Op pagina 22 staat dat vissen die levend in de vangmiddelen worden aangetroffen, direct weer worden vrijgelaten. Deze vissen worden niet geteld en ook is niet bekend Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 10 van 13

hoeveel vissen op weg naar paaigebied worden gehinderd door geplaatste vangmiddelen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat een vervolgonderzoek nodig is om ook maar enige conclusie te trekken. Haar fractie pleit daarom ook voor een onafhankelijk onderzoek. De heer Beugelink: Bevestigt dat er op de onderzoeksvraag het nodige is aan te merken. De vraag is of aan de hand van de bijvangst van vissen in muskusratvallen iets kan worden geconcludeerd over de belemmerende effecten van deze vallen op de vistrek. De enige conclusie die men kan trekken is dat de vissen deze vallen weten te vinden. Wil men dit onderzoek goed doen, dan moet men werken met gezenderde vissen of met onderwatercamera s. Dan gaat het om een langdurig en mogelijk ook kostbaar onderzoek, waarbij het nog steeds twijfelachtig is of men dan een antwoord op de vraag heeft. Hij heeft het onderwerp aan de orde gesteld in het overleg van RBO West van november 2013. Daar is uitgekomen dat er op 11 maart een workshop komt met visexperts over dit onderwerp. Een medewerker van het waterschap doet mee aan deze workshop en spreker stelt voor de uitkomsten terug te koppelen naar de commissie. Mevrouw Bodewitz (PVDD): Dankt de heer Beugelink voor de toegezegde terugkoppeling. Het lijkt haar goed wanneer het waterschap een beeld vormt van de nog bestaande vismigratieknelpunten en de mate waarin er nog gebruik wordt gemaakt van deze vangmiddelen. Dan kan het waterschap ook zelf een afweging maken, ook in relatie tot de maatregelen en de kosten voor het opheffen van de vismigratieknelpunten. De heer Beugelink: Stelt dat dit niet eenvoudig zal zijn, maar dat hij zijn best gaat doen. 10. Schriftelijke vragen ex artikel 40 van de heer Van der Zaag (fractie AWP) De heer Schalkwijk (Agrariërs): Merkt op dat de reactie van het college op de vragen niet helemaal duidelijk is. Wateronttrekking en lozing van grondwater zijn twee verschillende zaken. Het klopt dat er bedrijfsmatig op grote schaal grondwater wordt onttrokken. Dat water komt meestal niet meer terug en wordt dus ook niet geloosd op het riool. Belasting heffen bij grondwateronttrekking is een mogelijkheid, maar alleen wanneer grondwater na onttrekking ook wordt geloosd op het riool. Gezien de grote investeringen die bedrijven vaak doen om grondwater te onttrekken en geschikt te maken voor hun bedrijfsactiviteiten, is het niet reëel om alleen voor het onttrekken van grondwater belasting te heffen. Het college geeft enkel aan alle mogelijkheden te zullen onderzoeken, zonder dat er een standpunt wordt ingenomen. De heer Van der Zaag (AWP): Merkt op dat de waterwinbedrijven buiten dit kader vallen. De fractie heeft aandacht willen vragen voor het sturen op gedrag. Er wordt nu onnodig veel grondwater aan de grond onttrokken. Gestimuleerd moet worden dat het opgepompte water weer terug wordt gepompt in de bodem (retourbemaling). Wanneer bedrijven ervoor kiezen om na onttrekking van grondwater dit water te lozen op het riool of het oppervlaktewater, dan stelt de fractie voor om deze bedrijven daarvoor te laten betalen, conform het principe dat de vervuiler betaalt. Bedrijven die water onttrekken krijgen daarmee een keuze. Particulieren, het waterschap en landbouwbedrijven die grondwater onttrekken voor beregening en het drenken van vee zouden moeten worden vrijgesteld van deze belasting. Hij merkt op dat de invoering van dit systeem leidt tot een structurele opbrengst. Wijst op het laatste antwoord van het college: er komt een voorstel over dit onderwerp. Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 11 van 13

11. Stand van zaken Europese richtlijn overstromingsrisico s De heer Verweij (CU) Heeft voor de zomer van 2013 gevraagd om bespreking van het onderwerp. Het is vervolgens twee keer doorgeschoven. Hij had destijds grote zorgen over het vaststellen van de ROR-risicokaarten. Inmiddels zijn ze al vastgesteld, naar Brussel verzonden en verwerkt op de site Risicokaart.nl. Het gebied van het waterschap ligt veilig achter de Lekdijk, maar bij de ROR-kaarten is vooral gekeken wat er gebeurt wanneer bijvoorbeeld een boezemkade van De Grecht breekt. Daaruit kwam naar voren dat een wijk in Woerden gemiddeld eens in de tien jaar 1,5 m onder water komt te staan. Dat riep bij hem de vraag op of het kaartmateriaal wel klopte. Het ministerie heeft de kaarten opgesteld, maar het waterschap was verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole. Hij heeft inmiddels begrepen dat bij het opstellen van de kaarten geen rekening is gehouden met beheersmaatregelen die het waterschap zou kunnen nemen als een boezemdijk breekt. Bovendien is de betreffende kaart met de gebeurtenissen die zich eens in de tien jaar voordoen, geschrapt. Er loopt nu een vervolgtraject voor het beheerplan dat in 2015 naar Brussel moet. Hij vraagt het college om op een tijdig moment geïnformeerd te worden over de inbreng van het waterschap voor dit risicobeheersplan voor de ROR. Hoe voorkomt het waterschap een regionale calamiteit bij de doorbraak van een boezemkering, wat heeft men achter de hand voor compartimentering en hoe wordt er opgetreden? Voorkomen moet worden dat dit soort bangmakende kaarten achterwege blijven, omdat het waterschap adequaat zal optreden. De heer Poelmann: Zegt toe dat de commissie tijdig zal worden geïnformeerd over de bijdrage vanuit het waterschap aan dit beheersplan. De heer Reerink is opgevallen dat de kleine compartimentering bij de actiepunten is weggevallen. De heer Poelmann zegt toe dat aspect bij dit nieuwe actiepunt te betrekken. (actiepunt 268, red.) 12. Toelichting uitgangspunten Europees landbouwbeleid Mevrouw Bodewitz (PVDD): Geeft aan dat het document iets anders behelst dan zij met haar vraag bedoelde. Ze had een notitie voor ogen waarin vermeld staat wat de lobbyactiviteiten vanuit het waterschap richting Europa zijn, zodat de commissie kaders kan meegeven van waaruit de lobby kan plaatsvinden. Naar aanleiding van het nu toegestuurde document merkt ze op dat het haar verbaast dat de waterschappen moeten meebetalen aan het GLB waar het gaat om de aanpak van het nutrientenprobleem. Het principe zou moeten zijn dat de vervuiler betaalt. Daarnaast zou men het probleem moeten aanpakken door de veestapel te verkleinen. De heer Poelmann: Licht toe dat op vrijdag 21 februari de commissie Internationaal van de Unie van Waterschappen uitgebreid heeft gesproken over de lobby richting Europa. Hij zegt toe nader op het onderwerp terug te komen. (actiepunt 269, red.) 13. Rondvraag De heer Verweij (CU) wijst op het laatste ter kennisnamestuk met daarin de briefwisseling tussen De Stichtse Rijnlanden en AGV. Het verbaasde hem dat het college kennelijk al afspraken heeft gemaakt ten aanzien van enkele besluiten die het algemeen bestuur nog moet nemen. Kennelijk wordt er in 2014 een keuze gemaakt voor de technologie RWZI Utrecht en er wordt voor 1 juli 2014 een besluit genomen over de maatregelen RWZI Utrecht, maar het algemeen bestuur moet zich hier nog over uitspreken. Wanneer ontvangt de commissie de uitkomsten van de proef met de Nereda-installatie en wanneer wordt dit onderwerp geagendeerd? De heer Poelmann licht toe dat dit onderwerp de komende tijd regelmatig aan de orde zal komen. In bestuurlijke overleggen komt men wel eens intenties met elkaar overeen. Er is niets besloten over zaken waarover het algemeen bestuur uiteindelijk een besluit moet nemen. Dat neemt niet weg dat het een gevoelig dossier is. Het Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 12 van 13

college houdt zijn kruit droog. De heer Kromwijk voegt toe dat het uitgangspunt voor de verdere uitwerking van de waterlijn is wat het waterschap mag lozen. AGV moet die helderheid scheppen, want die normen zijn leidend voor het ontwerp van de installatie. Er is iets meer tijd nodig om conclusies te trekken bij de Neredaproef. De uitkomsten zullen waarschijnlijk in augustus bekend zijn. De heer Verweij (CU) begrijpt dat het college overlegt met AGV, maar wanneer dat vereist dat het algemeen bestuur knopen doorhakt, dan moeten keuzes wel voldoende onderbouwd zijn om ook tijdig een besluit te kunnen nemen. De heer Poelmann deelt die zorg. De discussiepunten zullen het komende jaar volop aan de orde komen. 13. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 22.15 uur. Voor akkoord, Vergadering commissie BMZ 1 april 2014 De secretaris, J. Goedhart Bestuurszaken / DM 800257 Pagina 13 van 13