Flitspeiling begeleid wonen



Vergelijkbare documenten
Draagvlak voor het regeerakkoord: woningmarkt. Flitspeiling in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

Wat willen Nederlanders in de laatste fase van hun leven?

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Hoofdstuk 31. Bekendheid twee instellingen

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B november Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

Rapport flitspeiling Opvang asielzoekers

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas

Zorgverzekeringen. Thema-onderzoek. Zorgverzekeringen

Onderzoek Passend Onderwijs

Schenken door vermogenden Vermogende Nederlander denkt positief over schenken

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Hiv op de werkvloer 2011

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

Flitspeiling plastic tasjes

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 20 t/m 23. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Goede Voornemens 2015

Belastingaangifte over 2013

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Goede voornemens 2014

Mening inwoners over energiebesparing en duurzame energie Omnibusonderzoek Gemeente s-hertogenbosch

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Alleen-Pinnen-Monitor

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Onderzoeksverantwoording enquête

Rapport Wat vinden Nederlanders van de Nul op de Meter woningen? PR-onderzoek in opdracht van Eneco

Wijkschouw Voortman, Amelink en Ankrot

Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Vuurwerkvrije binnenstad

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Rookprevalentie

NissewaardPanel over opvang vluchtelingen, maart 2016

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Nederland klaar voor het Nieuwe Werken. Onderzoek in het kader van de Week van het Nieuwe Werken

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DE GROENE CORRIDOR

Een onderzoek onder afval- en reinigingsmanagers in Nederland

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Kennismeting rekentoets Onderzoek naar de bekendheid en kennis van de rekentoets

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

Kun je gezond genieten?

Highlights onderzoek Veiligheid

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Kennis en houding van Nederlandse burgers ten aanzien van de nieuwe natuurvisie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Slecht Voldoende Goed Weet niet Wat vindt u van de gezondheid- en zorgvoorzieningen 4% 36% 56% 4% Wat vindt u van het aanbod aan gezondheid- en

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Toptalenten in het onderwijs

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.

Kunst onder vermogenden. ING PR onderzoek - New Talent Photography Award 2014

Werkdruk in het onderwijs

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Onderzoek onder gescheiden ouders

Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013

Geschonken in het verleden betekent eerder schenken in de toekomst Schenkingsregeling door vijfde van vermogenden actief in gebruik

Rapportage Onderzoek buitenles

Onderzoek naar het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in de Nederlandse particuliere tuin

Onderzoek financieel fitte werknemers

Gescheiden gft inzameling Nesselande

De prioriteiten van de Nederlandse burger. Het waargenomen belang van maatschappelijke vraagstukken in 2010 en 2007

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Onderzoek huishoudelijk afval

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Transcriptie:

Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira en Dieter Verhue november 2010 projectnummer: P5509

Inhoud 1 Inleiding 1 2 Weerstand tegen begeleide woonvormen hangt af van doelgroep 2 3 Meldpunt en goede afspraken bevorderen acceptatie 7 4 Conclusies 9 Bijlagen Bijlage 1 Vragenlijst Bijlage 2 Tabellen

1. 1 Inleiding In opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft Veldkamp een flitspeiling uitgevoerd naar het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor het begeleid wonen van kwetsbare groepen, zoals verslaafden, ex-psychiatrische patiënten, mensen met een handicap of ex-gedetineerden. Deze flitspeiling is uitgevoerd op 10 en 11 november 2010 door middel van een internetenquête. Hierbij is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. In totaal zijn N=1.450 personen van 18 jaar en ouder met de enquête benaderd, waarvan er N=913 aan de enquête hebben deelgenomen. De steekproef is representatief getrokken naar de kenmerken sekse, leeftijd, opleiding, regio en gezinssamenstelling. Om voor eventuele afwijkingen van de populatie te corrigeren, heeft na afronding van het veldwerk herweging plaatsgevonden. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit de Gouden Standaard. In het eerste hoofdstuk gaan we eerst in op het draagvlak voor beide vormen van begeleid wonen en mogelijke bezwaren van Nedelandse burgers. Daarna gaan we in op zaken die de acceptatie kunnen bevorderen. We sluiten deze rapportage af met conclusies.

2. 2 Weerstand tegen begeleide woonvormen hangt af van doelgroep Allereerst is aan de respondenten uitgelegd wat onder beleid wonen moet worden verstaan. Dit is gedaan aan de hand van de volgende omschrijving. Er zijn op de Nederlandse woningmarkt groepen mensen die niet op de normale woningmarkt terecht kunnen. Het gaat hier om groepen als dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden, ex-gedetineerden, expsychiatrische patiënten en mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen. Voor deze mensen biedt begeleid wonen een oplossing. De realisatie van woonvoorzieningen voor deze groepen stuit soms op weerstand. We gaan in deze vragenlijst in op de voorwaarden waaronder deze woningen in woonwijken gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens is gevraagd of men bekend is met begeleid wonen. Deze bekendheid is met 87% zeer groot. De helft van de Nederlanders kent dergelijke woonvormen echter alleen van horen zeggen, 23% heeft zo n woning wel eens gezien en 14% komt er zelf geregeld. Slechts 13% van de Nederlanders heeft nog nooit van dergelijke woonvormen gehoord. 1 Kent u dit soort woningen, die bestemd zijn voor (ex-)psychiatrische patiënten, mensen met een fysieke of verstandelijke beperking, dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden? (n=913) % 100 90 80 70 60 50 51 40 30 20 10 23 14 13 0 ja, van horen zeggen ja, weleens zo een woning gezien ja, ik kom regelmatig langs zo'n woning/ in zo'n woning nee

3. Bij de vraag of deze groepen in een gewone woonwijk moeten kunnen wonen, zien we grote verschillen tussen enerzijds ex-psychiatrische patiënten en mensen met een fysieke of verstandelijke beperking, en anderszijds dak-en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden. Driekwart van de Nederlanders vindt dat eerstgenoemde groep in een gewone woonwijk moeten kunnen wonen, al dan niet met begeleiding. Bij dak- en thuislozen, verslaafden en exgedetineerden vindt slechts een derde dat deze begeleid in een gewone woonwijk moeten kunnen wonen. 2 Mensen zoals ( ) moeten in een gewone woonwijk kunnen wonen, al dan niet met begeleiding (n=913) % 100 90 80 70 65 60 50 40 30 36 35 29 25 20 10 0 dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en exgedetineerden (ex-)psychiatrische patiënten, mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen 10 (helemaal) mee eens niet eens, niet oneens (helemaal) niet mee eens Als we naar de achtergrondkenmerken kijken, zien we dat hoger opgeleiden aanmerkelijk positiever staan tegenover begeleide woonvormen voor ex-psychiatrische patiënten, mensen met een fysieke of verstandelijke beperking dan lager opgeleiden: 71% van de hoger opgeleiden vindt dat deze groep in een gewone woonwijk moet kunnen wonen, tegenover 58% van de lager opgeleiden. Dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden die in woonwijken willen wonen, kunnen eveneens op meer draagvlak rekenen van hoger opgeleiden: 45% is het eens met de stelling dat dit moet kunnen, tegenover 27% van de lager opgeleiden. We zien een overeenkomstig beeld als we deze vraag toespitsen op de eigen leefomgeving van de ondervraagden. Driekwart van de bevolking zou er weinig moeite mee hebben als psychiatrische patiënten, mensen met een fysieke of verstandelijke beperking in hun wijk zouden komen wonen. Twee op de drie zou er wel moeite mee hebben als het gaat om dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden in de eigen wijk. Ook hier geldt dat lager opgeleiden verhoudingsgewijs meer moeite hebben met beide woonvormen dan hoger opgeleiden.

4. 3 Wat zou u ervan vinden als in uw wijk een woning komt voor ( )? (n=913) % 100 90 80 75 70 65 60 50 40 35 30 25 20 10 0 dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en exgedetineerden (veel) moeite mee (ex-)psychiatrische patiënten, mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen (weinig) moeite mee Opvallend is dat de weerstand tegen begeleid wonen voor deze groepen, afhangt van de eigen bekendheid daarmee. 4 Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste redenen zijn waardoor u moeite heeft met een woonvoorziening voor-? (in procenten; n=597) Mensen zoals ( ) moeten in een gewone woonwijk kunnen wonen, al dan niet met begeleiding dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerden (% Kent u dit soort woningen, die bestemd zijn voor (ex-)psychiatrische patiënten, mensen met een fysieke of verstandelijke beperking, dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden nee N=113 ja, van horen zeggen N=461 ja, weleens gezien N=212 ja, kom ik regelmatig langs N=127 % % % % eens) 27 33 38 50 (ex-) psychiatrische patiënten, mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen (% eens) 47 61 74 82 Wat zou u er van vinden als in uw wijk een woning komt voor ( ) dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerden (% moeite mee) 65 69 64 53 (ex-) psychiatrische patiënten, mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen (% moeite mee) 37 28 19 11 Leesvoorbeeld: van de groep die dit soort woningen niet kent ( nee ), vindt 33% dat dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerde in een gewone woonwijk moeten kunnen wonen.

5. Van degenen die dit soort woonvoorzieningen kennen, is de helft het eens met de stelling dat dit soort mensen in gewone wijken moet kunnen wonen als het gaat om thuislozen, alcohol- en drugsverslaafden en ex-gedetineerden. Van de mensen die dit soort voorzieningen niet kennen is dit slechts een kwart. Bij de andere vragen zien we eenzelfde patroon, wat erop duidt dat meer bekendheid met dit soort woonvoorzieningen de weerstand hiertegen kan verkleinen. Hierbij valt wel op dat meer kennis van dit soort woonvoorzieningen, vooral bij de doelgroep psychiatrische patiënten en gehandicapten leidt tot minder weerstand en dit effect minder sterk is bij daklozen, verslaafden en ex-gedetineerden. Wat maakt dat mensen moeite hebben met dit soort woonvoorzieningen? Bij beide groepen is het meest gegeven antwoord dat men het gewoon geen fijn idee vindt als dergelijke groepen in de buurt komen wonen. Daarnaast is men bang voor overlast en bang dat de kinderen of buurtbewoners zelf iets wordt aangedaan. Voor een op de vijf Nederlanders is een mogelijke daling van de waarde van hun woning ook een reden om tegen dergelijke begeleide woonvormen te zijn. Bij de groep dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden wordt ook een mogelijke toename van de criminaliteit als reden genoemd. 5 Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste redenen zijn waardoor u moeite heeft met een dergelijke woonvoorziening? (n=597 dak- en thuislozen e.d./ n=226 ex-psychiatrische patiënten e.d.) Ik vind het gewoon geen fijn idee 48 55 De bewoners van zo n woonvoorziening zorgen voor overlast 26 38 De criminaliteit in de buurt zal toenemen Ik ben bang dat de bewoners van zo n woonvoorziening mij/mijn kinderen wat aandoen Mijn woning daalt erdoor in waarde 7 27 32 27 26 21 Je kunt niet met de bewoners van zo n woonvoorziening praten De bewoners van zo n woonvoorziening doen nooit mee met buurtactiviteiten Anders, namelijk.. 3 2 1 8 12 9 0 10 20 30 40 50 60 70 80 % dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerden ex-psychiatrische patiënten en mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen Opmerkelijk is dat bewoners zonder kinderen (46%) vaker denken dat een woonvoorzieningvoor dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden voor overlast gaat zorgen dan mensen met kinderen (29%). Mensen met kinderen (39%) zijn daarentegen banger dat henzelf of hun kinderen iets wordt aangedaan dan mensen zonder kinderen (16%). Hetzelfde verschil zien we als we kijken naar de verschillende leeftijdsgroepen: 65-plussers (51%) zijn vaker bang voor

6. overlast dan jongere leeftijdsgroepen, terwijl 65-plussers (10%) minder vaak bang zijn dat hun kinderen of henzelf iets wordt aangedaan. 6 Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste redenen zijn waardoor u moeite heeft met een woonvoorziening voor-? (in procenten; n=597) dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden ex-psychiatrische patiënten en mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen geen kinderen N=336 wel kinderen N=261 geen kinderen N=336 wel kinderen N=261 de bewoners zorgen voor overlast 46 29 31 20 bang dat de bewoners mij / mijn kinderen wat aandoen 16 39 25 40 Ook bij woonvoorzieningen voor ex-psychiatrische patiënten en mensen met verstandelijke of lichamelijke beperkingen zijn mensen met kinderen (40%) vaker bang dat henzelf of hun kinderen iets wordt aangedaan dan mensen zonder kinderen (25%).

7. 3 Meldpunt en goede afspraken bevorderen acceptatie Aan de respondenten is een aantal mogelijkheden voorgelegd met de vraag of deze de acceptatie van woonvoorzieningen voor deze groepen bevorderen. 7 Wordt het voor u makkelijker om een dergelijke voorziening voor ( ) te accepteren als (% ja, wordt makkelijker weergegeven. n=597 dak- en thuislozen e.d./ n=226 ex-psychiatrische patiënten e.d.) U een contactpersoon kunt bellen bij problemen Politie en gemeente afspraken hebben met de (buurt)bewoners Er goede afspraken zijn over het beheer van de voorziening Het gaat om een kleine voorziening met beperkt aantal mensen De betreffende zorginstelling regelmatig langsgaat 49 48 49 47 49 46 45 56 57 55 De politie regelmatig langsgaat 38 44 De reclassering regelmatig langsgaat n.v.t. 42 Er kennismakingen worden georganiseerd voor de verschillende bewoners 37 36 U bij de opzet van de woonvoorziening betrokken bent 32 30 Ook in de andere wijken woonvoorzieningen komen 32 30 % 0 10 20 30 40 50 60 dak- en thuislozen, alcohol- of drugsverslaafden en ex-gedetineerden ex-psychiatrische patiënten en mensen met verstandelijke of fysieke beperkingen Een meerderheid noemt het kunnen bellen van een contactpersoon bij problemen als reden om een dergelijke woonvoorziening makkelijker te accepteren. Hiernaast zijn het maken van afspraken (zowel met buurtbewoners als over het beheer van de voorziening), controle en kleinschaligheid belangrijk bij het bevorderen van de acceptatie. Kennismaking tussen de verschillende bewoners, betrokken bij de opzet en het realiseren van woonvoorzieningen in andere wijken zullen in mindere mate leiden tot makkelijkere acceptatie van dergelijke woonvoorzieningen.

8. Aan de ondervraagden is gevraagd of men zelf suggesties heeft om de weerstand tegen woonvoorzieningen voor deze groepen zoveel mogelijk te beperken. Hierbij worden de volgende zaken genoemd: Goede voorlichting voor de buurtbewoners Goede begeleiding Buurtbewoners erbij betrekken Woonvoorzieningen buiten een woonwijk Kleinschalig Strenge regels/goede controle door de politie Dagprogramma s/activiteiten/sport/werk Voorlichting en informatie voor de buurtbewoners en goede begeleiding van de groepen worden het meest genoemd. Bij woonvoorzieningen voor dak- en thuislozen, verslaafden en exgedetineerden wordt vaker het betrekken van buurtbewoners genoemd, evenals het opvangen van deze mensen buiten woonwijken.

9. 4 Conclusies Begeleide woonvormen zijn goed bekend bij de Nedelandse burger. Het plaatsen van dit soort woonvoorzieningen leidt tot relatief weinig weerstand als het gaat om ex-psychiatrische patiënten en gehandicapten, en tot relatief veel weerstand als het gaat om dak- en thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden. Opvallend is dat de weerstand afneemt naarmate men beter bekend is met dit soort woonvoorzieningen. Dit geldt vooral bij de doelgroep ex-psychiatrische patiënten en gehandicapten. Bij deze doelgroep zou meer voorlichting daarom effect kunnen hebben. Daarnaast blijkt dat de weerstand lager is bij hoger opgeleiden dan bij lager opgeleiden. De sociale samenstelling van wijken kan daarmee invloed hebben op de mate van acceptatie van beide woonvormen. Ook de achterliggende redenen verschillen per doelgroep. Zo letten ouders meer op de gevolgen voor hun kinderen, en personen zonder kinderen meer op overlast voor henzelf. Het is raadzaam om bij voorlichting met dergelijke zaken rekening te houden. Burgers stellen goede communicatie, heldere afspraken en een speciaal contactpersoon op prijs. Door aan deze voorwaarden te voldoen, kan het draagvlak onder de burgers worden vergroot.

Bijlagen

Bijlage 1 Vragenlijst

Bijlage 2 Tabellen