Beeldvorming sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Klasgroep: Namen van de kinderen De leerling heeft zicht op wat hij/zij kan. (1) De leerling gaat op een gepaste manier om met dingen die hij/zij niet kan. (2) De leerling gelooft in eigen kunnen. (3) De leerling weet om te gaan met successen en mislukkingen.(4) De leerling toont interesse en leergierigheid.(5) De leerling is gemotiveerd om taken uit te voeren.(6) De leerling staat open voor uitdagingen. (7) De leerling ontdekt lust- en onlustgevoelens. (8) De leerling gaat gepast om met behoeften en verlangens. (9) De leerling herkent en benoemt bij zichzelf positieve gevoelens. (10) De leerling herkent en benoemt bij zichzelf negatieve gevoelens.(11) De leerling herkent en benoemt gevoelens bij anderen.(12) De leerling houdt rekening met gevoelens van anderen. (13) De leerling legt contact met anderen. (14) De leerling gaat op een gepaste wijze om met anderen. (15) De leerling neemt deel aan een groepsgesprek. (16) De leerling vraagt hulp en laat zich helpen.(17) De leerling voelt zich verbonden met anderen. (18) De leerling kent, begrijpt en gebruikt omgangsvormen. (19) De leerling neemt actief deel aan een groepsgebeuren. (20) De leerling werkt samen met anderen. (21) De leerling beheerst zijn emoties. (22) De leerling reageert gepast op gevaarlijke situaties. (23) De leerling controleert zichzelf om een conflict te stoppen. (24) De leerling staat open voor nieuwe sociale vaardigheden. (25) De leerling gaat gepast om met kritiek. (26) De leerling ervaart en exploreert seksuele gevoelens. (27) De leerling is weerbaar op seksueel vlak.(28) Positieve punten waarbij we aansluiten Werkpunten
Sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Zelfwaardering 10. De leerling herkent en benoemt bij zichzelf positieve emoties. 1. De leerling heeft zicht op wat hij/zij zelf kan. 11. De leerling herkent en benoemt bij zichzelf negatieve gevoelens. 2. De leerling gaat op een gepaste manier om met dingen die hij/zij niet kan. 12. De leerling herkent en benoemt gevoelens bij anderen. 20. De leerling neemt actief deel aan het groepsgebeuren. 21. De leerling werkt samen met anderen. Conflicthantering - zelfcontrole 3. De leerling gelooft in zijn/haar eigen kunnen. 4. De leerling weet om te gaan met successen en mislukkingen. 13. De leerling houdt rekening met gevoelens van anderen. Omgaan met anderen 22. De leerling beheerst zijn emoties. 23. De leerling reageert gepast op gevaarlijke situaties. Motivatie - positieve ingesteldheid 14. De leerling legt contact met anderen. 24. De leerling controleert zichzelf om een conflict te stoppen. 5. De leerling toont interesse en leergierigheid. 15. De leerling gaat op een gepaste wijze om met anderen. 6. De leerling is gemotiveerd om taken uit te voeren. 16. De leerling neemt deel aan een groepsgesprek. 25. De leerling staat open voor nieuwe sociale vaardigheden. 26. De leerling gaat gepast om met kritiek. 7. De leerling staat open voor uitdagingen. 17. De leerling vraagt hulp en laat zich helpen. Seksuele ontwikkeling Sociale cognitie - emoties 18. De leerling voelt zich verbonden met anderen. 27. De leerling ervaart en exploreert seksuele gevoelens. 8. De leerling ontdekt lust- en onlustgevoelens. Leven en samenwerken in groep 28. De leerling is weerbaar op seksueel vlak. 9. De leerling gaat gepast om met behoeften en verlangens. 19. De leerling kent, begrijpt en gebruikt omgangsvormen.
Namen POSITIEVE INGESTELDHEID: observatie 1. Zich emotioneel goed voelen 2. Zich als persoon iets waar voelen. 3. Zich als persoon present stellen 4. Gemotiveerd zijn 5. Zich vitaal en gezond voelen 6. Plezier beleven. 7. Tot rust komen 8. Zich geborgen voelen 9. Zich verbonden voelen 10. Interesse hebben voor anderen 11. 11. Nieuwsgierig zijn 12.. Initiatief nemen 13. Betrokken bezig zijn 14. Speels, onbevangen en creatief omgaan met de wereld. CONCLUSIE: Positieve punten waarbij we aansluiten: Werkpunten (in de zone van de naaste ontwikkeling)
Groepshandelingsplan: sociaal-emotionele ontwikkeling Niveau A datum groep...
Individueel handelingsplan: datum:.. Naam van het kind Geboortedatum: Klasgroep: Beeldvorming: Beginsituatie en onderzoeken Context van het kind:: thuissituatie vorige school Positieve punten waarbij we kunnen aansluiten Welke initiatieven werden al genomen? Formuleren van de specifieke onderwijsbehoefte Prioritaire doelstellingen perspectief Planning, aanpak en timing Welke initiatieven neemt de school? Hoe wordt het kind betrokken? Hoe worden de ouders betrokken? : en hoe gaan we de doelstellingen en aanpak evalueren? Aandachtspunten en besluiten