Commissie voor Ecologie en Handhaving



Vergelijkbare documenten
Voor de bezwaarmogelijkheid verwijzen wij kortheidshalve naar bijgaand besluit. Een gewaarmerkt exemplaar van uw melding doen wij u hierbij toekomen.

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Gedeeltelijke acceptatie melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

Commissie voor Ecologie en Handhaving

GEMEENTE EERSEL. Reg.nr. Bank ING Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Eersel Postbus ik AA EERSEL

De verandering betreft: het plaatsen van een opslagloods ten behoeve van de opslag van non-ferro metalen.

Statenfractie PVV Mevrouw M.A.J.L. Frijters-Klijnen Mevrouw P. van der Kammen. Postbus MC S-HERTOGENBOSCH

Aan deze procedure is een projectnummer gekoppeld. Gelieve bij correspondentie dit nummer (19972) te vermelden.

Ontvangen 2 0 JAN, Gemeente Dongen. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 3 april 2007 is bij ons ingekomen op 4 april 2007.

VERZONDEN 2 6SEP lilllllllllllillllllllliillillll. 1 i SEP Gemeend Werkendam. Zaaknummer:

Betreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant

15IN /10/2015

Betreft: schriftelijke vragen van CDA en D66 ogv het Reglement van Orde

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant

* * Statenfractie SP Teugenaarstraat JG OSS

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer, gedateerd 4 december 2007, is bij ons ingekomen op 5 december 2007.

Schriftelijke vragen van de Statenfracties PvdA, D66 & GroenLinks Noord-Brabant

Milieuverzorging van Kaathoven BV Eversestraat SR SINT-OEDENRODE. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

Aan de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus EZ S-GRAVENHAGE

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer, gedateerd 22 april 2008, is bij ons ingekomen op 25 april 2008.

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH

Provincie Noord-Brobont Brabantlaan (073) systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten en

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

SAPA Profiles NL BV Postbus AB DRUNEN. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 4 januari 2007 is bij ons ingekomen op 11 januari 2007.

2 6 APR D EC _. lllllllillllllllllllllllllllilllllllllllll

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PVV over Problemen bij woningbehoefte door toename asielzoekers

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Bij brief van 14 januari 2015, ingekomen op 14 januari 2015, heeft u namens de Statenfractie GroenLinks schriftelijke vragen gesteld.

Aan Provinciale Staten

Verlening subsidie bio-energiecentrale Meerhoven te Eindhoven (projectnr E 2018)

Vragen van de fractie D66 aan het College van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde

2 Welke reden ligt er ten grondslag aan de verlening van deze subsidie?

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Statenvragen. Sint-Michielsgestel, 2 augustus Betreft: Brabantse toezichtsaanpak luchtwassers

Vierde wijzigingsregeling Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Voorzitter CRO Seppe en Budel Voorzitters COVM Woensdrecht, Gilze-Rijen, Volkel en Eindhoven. Evaluatie Beleidsnota Luchtvaart Noord-Brabant 2010

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 30 augustus 2006 is bij ons ingekomen op 31 augustus 2006.

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

2 O SEP lllilll. Provincie Noord-Brabant. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond Postbus AZ HELMOND

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

Statenmededeling. Jaarverslag zorgplicht archieven Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant. Kennisnemen van

VERZONDEN 2 4 SEP. 2012

Huidige vergunning. Verzoek tot intrekking. Bekendmaking ontwerp-beschikking III

Kennis van de Overheid. Samenwerken met omgevingsdiensten? Richting goed opdrachtgeverschap. Training

Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;

Betreft: Situatie LOG Overloon, Crooijmansweg/Oploseweg

(N.B. De rubrieken 1 t/m 4 altijd in deze volgorde uitwerken)

Intrekken zienswijze door provincie van bouwplan rundveehouderij Oploo Schipperspeel 1

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant

BIJGEVOEGDE KENNISGEVING PUBLICEREN IN: Dagblad in de regio Drunen. PER SE EDITIE VAN: 16 maart 2007

Provinciaal blad van Noord-Brabant

R-RE/2013/224 R-RE. reg.nr.: UH. Ingek. 2 2 FEB 2013

VERZONDEN 12 OEC. 2013

Provinciale Staten van Noord-Holland

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

Verkoop kavels Dolderseweg

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

llll III Mil III IIIIII

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Bijlagen: ontwerpbesluit (het rapport Omgevingsonderzoek provincie Noord- Holland is u al in december '97 toegestuurd).

Nr: Geachte gemeenteraad, Contactpersoon

IIII III III III III II II II II

de Leden van de raadscommissie Economie en Sociale Zaken Geachte mevrouw, mijnheer,

17IK systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten); reality-checks (blijkt uit de praktijk ook dat de gemeenten en

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Rekeningcommissie. : Middelen/ Evaluatie werkzaamheden accountant met betrekking tot Griffier van Provinciale Staten, namens deze,

Besluit weigering melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

p t" c!! HOLLAND ZUID

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Schriftelijke vragen van de Statenfracties PvdA, D66 & GroenLinks Noord-Brabant

«ra IN VERZONDEN 2 6 NOV MC's Hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Openbaar. Beantwoording twee schriftelijke vragen GroenLinks-fractie over een verbod op circussen met wilde dieren.

Rekeningcommissie. : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010 Bijlagen : -

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.

Statenvoorstel PS 04/06 A

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OPINIERONDE 7 maart Casenr: Onderwerp: Aanbevelingen n.a.v. Raadsonderzoek Kafi en Rekenkamerrapport "Lage Zwaluwe West"

Kennisnemen van Informatie over voortgang proces Oorlogsmuseum Overloon en erfgoed van de Tweede Wereldoorlog

kenmerk dg llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Jaarplan September Postbus KA ROOSENDAAL.

Transcriptie:

Griffie Commissie voor Ecologie en Handhaving Datum commissievergadering : Document nummer : 3035242 Behandelend ambtenaar : J. Dankers Directie/bureau : Griffie Nummer commissiestuk : EH-0148 Datum : 12 juni 2012 Bijlagen : 1 Onderwerp: Brief GS inzake de rapportage expert-opinion effectiviteit provinciale vergunningverlening en -handhaving alsmede van het proviciaal toezicht in het kader van de Wet MB/Wabo Voorstel van GS aan PS: Ter kennisname Europa paragraaf Nee Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Bijgaande brief van het college is op 12 juni ontvangen en toen verspreid en wordt thans officieel op de agenda geplaatst van de vergadering van 31 augustus 2012. Griffier van Provinciale Staten, namens deze, J. Dankers Bijlage: Brief college Gedeputeerde Staten

Leden van Provinciale Staten van Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC 'S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 ** Onderwerp onderzoek (expert opinion) commissie Eijlander/Mans naar vergunningverlening en handhaving Naar aanleiding van de 20.8 Wet milieubeheer problematiek en de kwestie Reiling Sterksel hebben wij heren Eijlander en Mans de opdracht gegeven op basis van een kort onderzoek een expert opinion op te stellen over de effectiviteit van de provinciale vergunningverlening en handhaving, alsmede van het provinciale toezicht in het kader van de Wet Milieubeheer/Wabo. We hebben hen ook gevraagd te inventariseren welke verbeteringen mogelijk zijn. Het onderzoek is afgerond. U treft deze expert opinion bijgaand aan. Eerder ontving u het advies van mevrouw Blomberg inzake de juridische aspecten van de 20.8 problematiek. De heren Eijlander en Mans hebben hun bevindingen op schrift gesteld en doen een aantal aanbevelingen. Wij nemen deze aanbevelingen over en zullen direct starten met de uitwerking van de aanbevelingen en de implementatie van verbetermaatregelen. De noodzaak daartoe wordt ook onderstreept door het advies van mevrouw Blomberg over de 20.8 problematiek, dat u eveneens aangeboden wordt. Datum 12 juni 2012 Ons kenmerk 3033036 Uw kenmerk - Contactpersoon A.W. Reijnen Directie Ecologie Telefoon (073) 681 21 42 Fax (073) 680 76 41 Bijlage(n) 1 E-mail AReijnen@brabant.nl Snelheid is immers geboden omdat vergunningverlening, toezicht en handhaving al per 1 januari 2013 in RUD-verband zullen worden uitgevoerd. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat deze maatregelen ook vanaf 1 januari zijn geborgd in de RUD s als uitvoeringsorganisatie en in onze rollen als opdrachtgever en toezichthouder. Daarom zullen wij ons beeld delen met onze partners tijdens de Brabantbrede Bestuurlijke Regiegroep van 18 juni om te komen tot een gezamenlijke inspanning op dit vlak. Met betrekking tot de 20.8 problematiek constateren de heren Eijlander en Mans dat de materie bepaald niet nieuw is voor de provincie. De ambtelijke Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis, met de treintaxi en met de OV-fiets.

organisatie heeft dit College echter niet geïnformeerd over de eerdere bestuurlijke betrokkenheid bij de 20.8 problematiek ( die reeds in 2001 en 2006 speelde) en de gevolgen daarvan voor vergunningverlening en handhaving. Dat had wel gemoeten. De ambtelijke organisatie heeft daarvoor excuus aangeboden. Datum 12 juni 2012 Ons kenmerk 3033036 Ten slotte doen de heren Eijlander en Mans algemene suggesties die voor de organisatie als geheel gelden. Dit betreft de organisatiecultuur (geïntegreerd werken, bestuurlijke- en omgevingssensitiviteit, scherpte/alertheid), het samenspel tussen bestuur en ambtelijk apparaat, prioriteitsstelling bij vergunningverlening en mobiliteit. Bij de start van deze bestuursperiode hebben wij een traject van organisatieverandering en -verbetering ingezet. Wij gaan er van uit dat de ambtelijke organisatie dit verbetertraject samen met ons voortvarend oppakt en uitvoert. Via de functionele commissies uit uw Staten zult u nader geïnformeerd worden, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving via de commissie voor Ecologie en Handhaving en over de meer algemene organisatieaspecten de commissie Economie en Bestuur. De opmerkingen van de heren Eijlander en Mans betrekken wij bij dit traject waarover wij u nog voor de zomer informeren. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Voorzitter, Secretaris, 2/2

RAPPORT Kort onderzoek naar de effectiviteit van de vergunningverlening en de handhaving alsmede van het provinciale toezicht in het kader van de Wet milieubeheer. Opdrachtgever: College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Prof. dr. Philip Eijlander Drs. Jan Mans Juni 2012 1

Opdracht Het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant heeft prof. Philip Eijlander en de heer Jan Mans gevraagd om op basis van een kort onderzoek een "expert opinion" te geven over de effectiviteit van de provinciale vergunningverlening en handhaving alsmede van het provinciale toezicht in het kader van de Wet milieubeheer/wabo. Tevens is gevraagd om te inventariseren welke verbeteringen mogelijk zijn. De aanleiding voor dit verzoek is de zogenoemde 20.8 Wet milieubeheer problematiek en meer in het bijzonder de zaak Reiling. Daar bleek onduidelijkheid over de werkingskracht van een milieuvergunning vanwege het ontbreken van onderliggende bouwvergunningen. De vraag is hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan. Werkwijze Gedurende de afgelopen twee maanden zijn de relevante stukken doorgenomen (beleidsstukken, geldende regelgeving, vigerende protocollen), casussen geselecteerd en uitgediept en hebben18 interviews plaatsgevonden met bestuurders, het management en met medewerkers op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving (zie het overzicht in de bijlage). De betekenis van een effectieve vergunningverlening en handhaving De tijd dat vergunningverlening, de uitoefening van toezicht en de inzet van handhavingsinstrumenten als bij uitstek technisch en beleidsarm kon worden beschouwd, ligt ruim achter ons. Door rampen als die in Volendam, Enschede en Moerdijk zijn we door schade en schande wijs geworden. Voor bestuurders is het van toenemend belang dat men kan vertrouwen op professionaliteit, scherpte en proactiviteit bij de uitvoering van deze taken. De veiligheid, gezondheid en het milieubelang zijn immers in het geding. Bestuurlijke sensitiviteit dient zichtbaar te worden in ambtelijke advisering en in tijdige acties. De 20.8 problematiek en de handelwijze van de provincie Het zogenoemde "koppelingsartikel" 20.8 van de Wet milieubeheer (Wm) (onder de Wabo is deze koppeling vervallen) bepaalde dat - als het oprichten of veranderen van een inrichting tevens is aan te merken als bouwen - de milieuvergunning niet eerder in werking trad dan nadat de betrokken bouwvergunning was verleend. Als blijkt dat het bedrijf ten onrechte niet over de vereiste bouwvergunning(en) beschikt, is de milieuvergunning voor die inrichting niet in werking getreden en werkt die inrichting dus zonder vergunning. En dat kan weer gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het handhavend optreden. In haar advies heeft prof. Aletta Blomberg laten zien dat uit de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State glashelder blijkt dat aan het enkele feit van het ontbreken van een bouwvergunning - voor welke onderdelen van de inrichting dan ook - de consequentie is verbonden dat de milieuvergunning in het geheel niet in werking is getreden. De materie van het koppelingsartikel is bepaald niet nieuw voor de provincie. De eerste nota die wij hierover hebben kunnen traceren dateert van 14 augustus 2001 (auteurs Jacques Bertens en Huub van der Donk, gericht aan gedeputeerde Lambert Verheijen). Een van de conclusies is dat "alle bij de vergunningverlening betrokken partijen dienen beter gewezen te worden op de bestaande koppeling ex art. 20.8 Wm". En in 2006 krijgt Gedeputeerde Onno Hoes het advies om niet in te gaan op het verzoek van het bedrijf Bewa om de opening te verrichten omdat "gelet op het vorenstaande en de jurisprudentie rond het in werking treden van een Wm-vergunning indien ook een bouwvergunning vereist is, moet worden geconcludeerd dat de Wm-vergunning van Bewa niet in werking is getreden" (memo van 22 september 2006). 2

De provinciale protocollen voorzien wel in een bevraging van de gemeenten inzake de bouwvergunningen in het kader van de procedure van de milieuvergunning. Als echter de reactie van gemeentezijde uitblijft, wat nogal eens voorkomt, wordt verder geen navraag gedaan en laat men het er bij zitten. De redenering is dat de verantwoordelijkheid voor een passende bouwvergunning berust bij het bedrijf zelf en de gemeente en niet bij de provincie. Dat mag op zichzelf juist zijn, maar de provincie kan daar dus vervolgens last van krijgen op het vlak van de vergunningverlening en handhaving op milieugebied. Dat vereist dat de attitude van degenen die bij deze processen betrokken zijn, zal moeten veranderen in een meer alerte en proactieve. De bejegening van bedrijven De (provinciale) overheid is er voor alle burgers. Vergunningverlening en besluiten over handhaving vragen om een afweging van (vaak tegenstrijdige) belangen. Het is ons opgevallen dat in de stukken en ook in de interviews gesproken wordt over een klantrelatie met bedrijven. Dat geeft geen pas. Vergunningverlening is geen vorm van dienstverlening, maar uitoefening van een publieke taak. Te nauwe banden met bedrijven moeten worden voorkomen. Dat neemt uiteraard niet weg dat bedrijven zorgvuldig en correct behandeld moeten worden. Meer aandacht zal besteed dienen te worden aan die bedrijven die de regels niet al te nauw nemen. Sterke functiescheiding, maar waar komt alles samen? Het veld van spelers op het vlak van vergunningverlening en handhaving is druk bezet en sterk in functies verdeeld. Er zijn medewerkers voor strategie, beleid, vergunningverlening, toezicht, repressieve handhaving en procesmedewerkers. Deze functiescheiding heeft voordelen uit een oogpunt van professionalisering en specialisering. De schaduwzijde is echter dat er gevaar is van blikvernauwing en het schoon houden van het eigen straatje. Het is cruciaal dat informatie wordt gedeeld en dat tijdig knopen worden doorgehakt op het geëigende niveau. Uit de gesprekken is ons gebleken dat de onderlinge communicatie onvoldoende strak is georganiseerd. Ook is niet altijd helder wie "probleemeigenaar" is. Geloof in protocollering en certificering? De keten van vergunningverlening, toezicht en handhaving is strak geprotocolleerd. Bovendien zijn de processen ISO-gecertificeerd. Dat is op zichzelf een goede uitgangssituatie. Protocollen kunnen helpen, maar vereisen voor een optimaal resultaat wel dat de mensen scherp blijven op de omstandigheden van het geval. Uit de interviews is een beeld naar voren gekomen van een meer technisch ingestoken attitude gericht op conformiteit met regels en systemen en minder gericht op eigen oordeelsvorming en met een open oog voor de maatschappelijke en bestuurlijke realiteit. Het beschikken over een certificaat betekent dat men het kan, maar niet dat het in de praktijk ook zo wordt gedaan. Zogenoemd systeemgericht toezicht kan behulpzaam zijn, maar doet niet af aan de noodzaak om - ook onaangekondigd - te blijven controleren. Niet geloven in systemen, maar in mensen en in eigen onderzoek en oordeelsvorming. Noodzaak van proactieve houding In het domein van vergunningverlening en handhaving gaat het in de praktijk vooral om operationele excellentie. Visies, programma's en plannen zijn mooi, maar het komt aan op een 3

slagvaardige, precieze en overtuigende implementatie. Een afwachtende houding is daarbij niet het meest aangewezen. Problemen lossen zich niet vaak vanzelf op. En het blijkt riskant om zonder meer te vertrouwen op acties en initiatieven van bedrijven of gemeenten. Het is zaak om in dit veld zelf actie te ondernemen waar nodig, dwingende termijnen te stellen en die ook te bewaken. Dit vraagt om een proactieve opstelling van de betrokken medewerkers en doorpakken waar dat nodig is. Bestuurlijke aandacht en prioriteiten Van het provinciaal bestuur mag ook worden verwacht dat er aandacht is voor vergunningverlening en handhaving. Dat doet recht aan de maatschappelijke betekenis van dit werk. Het bestuur zal derhalve ook zelf helder moeten zijn in het verwachtingspatroon en prioriteiten dienen te stellen. Zeker in een getij van afnemende middelen moeten keuzes worden gemaakt. Dat vraagt ook om bestuurlijke besluitvorming. Bestuurlijke betrokkenheid bij het werk in dit domein van de vele betrokken professionals zal ook een stimulerende en vertrouwenwekkende werking hebben. Aanbevelingen Ons is gevraagd om op grond van dit korte onderzoek met aanbevelingen te komen die het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving kunnen verbeteren. De volgende zaken lijken ons essentieel: 1. Meer en beter samenspel tussen bestuur en ambtelijk apparaat in het domein van vergunningverlening en handhaving. 2. Expliciete prioriteitsstelling bij vergunningverlening en handhaving met bestuurlijke dekking. 3. Goede informatievoorziening en uitwisseling over bedrijven op alle relevante aspecten (verbetertrajecten goed monitoren). 4. Het scheppen van verbindende schakels in het proces van vergunningverlening en handhaving en tijdig "probleemeigenaren" aanwijzen die kunnen doorpakken waar nodig. 5. Accent op proactiviteit en een alerte houding bij de selectie en training van ambtenaren. 6. Meer functiewisseling en mobiliteit binnen het provinciaal apparaat en ook extern. 4

Bijlage bij eindrapport Eijiander/Mans Gevoerde gesprekken, interviews 1. De heer N. Derks, directeur Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving 18 april 2. Mevrouw M. Bloem, directeur Ecologie 18 april 3. De heer J. ten Doeschate, directielid Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving 18 april 4. De heer S. Middelkamp, directielid ecologie 24 april 5. De heer R. Kessenich, bureauhoofd Vergunningverlening, Procesindustrie en Afvalverwerking 24 april 6. De heer J. van Erdewijk, bureauhoofd Vergunningverlening Afvalrecycing en Industriële Bedrijven 24 april 7. De heer B.Timmers, bureauhoofd Handhaving, Juridische Zaken en beleid 24 april 8. De heer J. van den Hout, gedeputeerde Ecologie en Handhaving en Beleid 24 april 9. De heer R. van den Akker, bureauhoofd Handhaving, Natuur, Bodem, Water 2 mei 10. De heer J. Hulsenboom, Bibob-coördinator, Kabinet 2 mei 11. De heer R. Brekelmans & mevrouw M. Beekwilder, medewerkers vergunningverlening, o.a. voor de casus Stahl Europe BV te Waalwijk 2 mei 12. Mevrouw Y. Weijns, de heer Schellekens & de heer F. Verberne, Medewerkers handhaving en toezicht o.a. voor de casus Stahl Europe BV te Waalwijk 13. De heer R. Toebak, de heer B. van Dreumel & F. Verberne, medewerkers handhaving en toezicht Trobas gelatine BV te Dongen 14. De heer J. van den Kieboom, mevrouw M. Beekwilder, medewerkers Vergunningverlening o.a. voor de casus Trobas gelatine BV te Dongen 15. De heer B. van den Bogaard, medewerker vergunningverlening o.a. voor de casus Schütz Benelux BV 16. De heer Schellekens, de heer R. Meijs & de heer P. Wetzels, medewerkers handhaving en toezicht o.a. voor de casus Schütz Benelux BV 4 mei 4 mei 4 mei 16 mei 16 mei 17. De heer W. Rutten, algemeen directeur 16 mei 18. De heer T. van den Eng, beleidscoördinator repressieve handhaving 16 mei 5