ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.9.1
De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 10
Inhoud 1 Opzet van het examen 5 2 Het examenprogramma 5 3 Beschrijving eindtermen 5 4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen 5 5 Het centraal examen 5 6 Het college-examen 6 7 Inzenden literatuurlijst 7 8 De beoordeling van het college-examen 8 9 Het eindcijfer 8 10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst 9 ااادھ Boekenlijst 11 Bijlage 2 10 12 Bijlage 3 Briefconventies 11 pagina 3 van 11
1 Opzet van het examen Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het college-examen bestaat uit een schriftelijk en een mondeling examen. 2 Het examenprogramma Arabische taal en literatuur centraal examen college-examen schriftelijk mondeling Domein A: Leesvaardigheid Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Domein C: Subdomein C1: Gesprekken voeren Gespreksvaardigheid Subdomein C2: Spreken Domein D: Subdomein D1: Taalvaardigheden Schrijfvaardigheid Subdomein D2: Strategische vaardigheden Domein E: Literatuur Subdomein E1: Literaire ontwikkeling Subdomein E2: Literaire begrippen Subdomein E3: Literatuurgeschiedenis Domein F: Oriëntatie op studie en beroep * * Domein F: Oriëntatie op studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met het profielwerkstuk. 3 Beschrijving eindtermen Een beschrijving van de eindtermen is te vinden op www.examenblad.nl > kies jaarring 2016 > vwo > talen: Arabisch > Syllabus 2016 moderne vreemde talen, vwo. 4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen Domein A leesvaardigheid: B1 Domein B kijk- en luistervaardigheid: B2 Domein C gespreksvaardigheid: B2 Domein D schrijfvaardigheid: B1 Voor een beschrijving van de niveaus: zie Niveau taalbeheersing moderne vreemde talen. Voor de niveaus Europees Referentie Kader, zie: www.erk.nl 5 Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen wordt schriftelijk afgenomen in één zitting van 150 minuten (zie examenrooster). Het examen heeft betrekking op leesvaardigheid (domein A). Oefenexamens met correctievoorschrift voor het examen leesvaardigheid kunt u vinden op: www.examenblad > bijv. jaarring 2014 > vwo > talen: Arabisch > examendocumenten 1 e tijdvak, opgaven, bijlage en correctievoorschrift. pagina 5 van 11
Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Arabisch en Arabisch - Nederlands en het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie Regeling toegestane hulpmiddelen. 6 Het college-examen Het college-examen bestaat uit twee onderdelen: 1. schriftelijke examen Het schriftelijk examen van 120 minuten wordt afgenomen in de periode van het centraal examen of één dag daaraan voorafgaand. Het examen betreft schrijfvaardigheid (domein D). De schrijfvaardigheid wordt getoetst door middel van een schrijfopdracht, bv. een formele brief of een informele brief (zie bijlage 3). Bij de beoordeling wordt gelet op grammaticale correctheid, taalvaardigheid, briefconventies, interpunctie, het zich houden aan de opdracht en op duidelijkheid en originaliteit. Oefenopgaven met correctievoorschrift voor het schriftelijk examen kunt u vinden op: www.duo.nl > particulieren > staatsexamenkandidaat, oefenen: vwo. Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Arabisch en Arabisch - Nederlands en het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. 2. mondeling examen Het mondeling examen van 25 minuten vindt plaats in de maand juli (op scholen voor vso eind juni/begin juli). Dit examen bestaat uit twee delen, t.w. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid (domein C) en luistervaardigheid (domein B) Het onderdeel luistervaardigheid wordt niet apart getoetst, maar is verweven met de delen uit domein C. Literatuur (domein E) De kennis van de literatuur van de Arabische taal wordt getoetst aan de hand van gelezen werken. Daarbij wordt o.a. aandacht besteed aan leeservaringen: de kandidaat moet beargumenteert verslag kunnen uitbrengen wat zijn mening, gevoelens en ideeën zijn t.a.v. de gelezen werken. Het onderdeel literatuur wordt in het Arabisch afgenomen. Nadere toelichting: A. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid Het examen bestaat uit twee delen: zelfstandig spreken en een gesprek voeren. 1: het spreken. De kandidaat leidt gedurende enkele minuten een gesprek in over een bepaald thuis voorbereid onderwerp, een kleine presentatie dus. Gaarne ontvangt de examinator, in tweevoud, een samenvatting (in trefwoorden) van dit onderwerp bij aanvang van het examen. Over deze inleiding worden enkele vragen gesteld. 2: het gesprek. Ter voorbereiding op dit gesprek ontvangt de kandidaat 20 minuten voor het examen een tekst of afbeelding(en). Tijdens de voorbereiding van het mondeling examen mag gebruik gemaakt worden van een zelf meegebracht woordenboek Nederlands - Arabisch en Arabisch Nederlands en het basispakket toegestane hulpmiddelen. Over de tekst of afbeeldingen worden vragen gesteld. Kennis van land en volk komt hierbij aan bod. Dit onderdeel wordt in zijn geheel in de doeltaal afgenomen. pagina 6 van 11
B. Literatuur De literatuurlijst moet een duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur. Op deze lijst moeten zeven werken zijn vermeld van volledige en oorspronkelijke werken; slechts één per auteur. De lijst moet verder een gevarieerd beeld opleveren van de hele literatuur; d.w.z. werken van vroeger en nu, niet alleen romans, maar ook toneelstukken en/of poëzie en ten slotte een variatie in genre, bv. maar één sciencefiction werk. Eén van de werken mag vervangen worden door ten minste vijf gedichten. Bewerkingen worden alleen geaccepteerd als het vertalingen uit de periode van vóór 1700 zijn naar hedendaags Arabisch. Jeugdliteratuur en scholieren- of studentenuitgaven zijn niet toegestaan. De literatuurlijst dient per gelezen werk het volgende te bevatten: de schrijver, de titel, het jaar van eerste publicatie, het aantal bladzijden, een korte samenvatting van 10 à 15 regels naar keuze van de kandidaat in het Nederlands of in het Arabisch. Gebruik bijlage 1 als voorblad. Voor aanbevolen werken op de literatuurlijst, zie bijlage 2. Voor gedichten kunnen het aantal bladzijden en de samenvatting achterwege worden gelaten. De werken dienen in chronologische volgorde te worden vermeld. Tijdens het mondeling examen worden vragen gesteld over de gelezen werken. De vragen n.a.v. de gelezen werken kunnen betrekking hebben op: de auteur van het literaire werk; tevens de relatie auteur en periode waarin hij leeft/leefde, het genre van het literaire werk, literaire geschiedenis in relatie tot het gelezen werk, literaire begrippen in relatie tot het gelezen werk, vorm en inhoud van het literaire werk, titel (eventueel ondertitel), motto, thema, motieven, plaats van handeling, tijd en ruimte en de personages in het literaire werk, bij de gedichten kunnen vragen gesteld worden over rijm, metrum, beeldspraak, etc. De kandidaat dient een exemplaar van zijn literatuurlijst inclusief de korte samenvattingen en de tekst van de gedichten mee te nemen naar het examen. 7 Inzenden literatuurlijst De literatuurlijst moet in tweevoud vóór 1 april van het jaar waarin het examen wordt afgenomen, worden opgestuurd naar: Dienst Uitvoering Onderwijs, Examendiensten, Afdeling staatsexamens vwo/havo/vmbo, Postbus 30158, 9700 LK Groningen. pagina 7 van 11
N.B. De lijst dient op papier te worden aangeleverd. Een in digitale vorm ingezonden lijst wordt niet geaccepteerd. Van de opgestuurde lijst krijgt de kandidaat binnen drie weken een ontvangstbevestiging. Als de kandidaat na 3 weken nog geen ontvangstbevestiging heeft ontvangen, moet hij contact opnemen met Examendiensten. Als de kandidaat voor een taal in het geheel geen literatuurlijst instuurt, krijgt hij schriftelijk bericht dat hij voor dat vak niet wordt opgeroepen voor het mondeling examen. De regeling voor het insturen van de literatuurlijst geldt alleen voor de staatsexamenkandidaten. De lijst met gelezen werken van vso-kandidaten moet op 1 april gereed zijn, maar hoeft niet te worden opgestuurd. Als de kandidaat na het insturen van de lijst nog wijzigingen of aanvullingen aanbrengt, dient hij de gewijzigde lijst in drievoud in te leveren. Er mag maar één werk gewijzigd worden. Deze gewijzigde lijst dient op de dag van het examen om 9.30 uur aan het secretariaat te worden afgegeven. Zonder een gewijzigde lijst wordt de kandidaat geëxamineerd en beoordeeld aan de hand van de lijst die hij vóór 1 april heeft ingestuurd. De regeling over het inzenden van de literatuurlijst alleen voor de staatsexamenkandidaten. De literatuurlijst van vso-kandidaten moet op 1 april gereed zijn, maar hoeft niet te worden opgestuurd. 8 De beoordeling van het college-examen Voor het college-examen worden de volgende deelcijfers gegeven: - één deelcijfer voor schrijfvaardigheid: deelcijfer a - één deelcijfer voor luister- en gespreksvaardigheid: deelcijfer b - één deelcijfer voor literatuur: deelcijfer c Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (33a + 33b + 34c) : 100, afgerond op 1 decimaal. 9 Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. pagina 8 van 11
10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst Literatuurlijst Arabische taal en literatuur staatsexamen vwo (inzenden vóór 1 april 2016) Gegevens kandidaat: ED-nummer:.. Naam en voorletters:.... Postcode en woonplaats:. pagina 9 van 11
ا ا ادھ 11 Bijlage 2 Boekenlijst Voor het goed verlopen van het literatuurexamen is het voor kandidaten van groot belang de gehele vakinformatie op de site van DUO goed te lezen! In het bijzonder wat betreft, de samenstelling van de literatuurlijst en de gebieden waarover gevraagd wordt. In de vakinformatie is o.a. het volgende vermeld: De lijst moet duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur. De genoemde werken in de boekenlijst hieronder zijn een aanbeveling en een garantie voor een lijst met een duidelijk voldoende literair gehalte en moet als een advieslijst gezien worden. Vanzelfsprekend zijn andere literaire werken ook acceptabel. Er dient goede spreiding van literaire periodes te zijn. Jeugdliteratuur en scholieren- of studentenuitgaven zijn niet toegestaan. Nederlandse vertaling van de titels ا ا ان اوا Ter gelegenheid van het leven De blauwe olifant - - ياسر عبد الحافظ أحمد م راد بمناسبة الحياة. الفيل الا زرق. Kyrie Eleison: (christelijk smeekgebed) هاني عبد المريد - كيريالسون. De jager van de engelen هدرا جرجس - صياد الملاي كة. Ridders en goochelaars الدكتور م ندر القباني - ف رسان و ك هنة. Poppenkast شرين هناي ي - صندوق الدمى. Ameur 313 - عمرو الجندي 313 عمرو الجندي 313 Vergeef! أثير عبد االله - فلتغفري. Frankenstein in Bagdad أحمد سعداوي - فراكنشتاين في بغداد. pagina 10 van 11
12 Bijlage 3 Briefconventies pagina 11 van 11
pagina 12 van 11