Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Vergelijkbare documenten
Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg

SENIORENBELEID te VORSELAAR

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Preventief huisbezoek 75+

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom

Samenvatting WijkWijzer 2017

RESULTATEN ENQUÊTE BIJ DE GENKSE MEDIOREN

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Levenslang thuis wonen Stad Aalst

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Sportparticipatie Volwassenen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen!

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN:

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Wijkanalyses Assen. Inleiding wijkanalyse. Inleiding wijkanalyse

INLEIDING. Seniorenenquête Sint-Martens-Latem Beste mevrouw/meneer,

PERSBERICHT Tijdsbestedingsonderzoek TOR13

Huisbezoekproject 75 jarigen

Resultaten buurtonderzoek Zorg Dichtbij

Bent u 55-plusser? Vult u deze enquête in? De ouderenadviesraad weet er raad mee!

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Woonomgeving en openbare ruimte

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen

4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Belangrijkste conclusies

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Doe mee! 3 maart 2011

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

8 Centraal Bureau voor de. Jonge e n e r g tevreden over vriendenkring Jong en gelukkig. Buitengewoon tevreden. Weinig eenzaamheid

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving

Sportparticipatie 2012 Volwassenen

Behoefteonderzoek senioren Grave

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Gesprekspuntenlijst huisbezoeken ouderen te Best

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek

Checklist vraagverheldering: Leefgebieden met bijbehorende vragen

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Transcriptie:

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012

Lokaal behoefteonderzoek Genk

2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de Genkse 60-plussers in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel en het provinciebestuur Limburg. Op basis van de resultaten van dat onderzoek schreven we ons beleidsplan voor senioren, het Horizonplan. Heel wat acties werden ondertussen uitgevoerd. In 2011 werden we opnieuw in de mogelijkheid gesteld om binnen hetzelfde samenwerkingsverband een gelijkaardig lokaal behoefteonderzoek te organiseren. De resultaten van dat onderzoek geven ons niet alleen een gedetailleerd beeld van de leefwereld van de Genkse zestigplussers, maar bieden ons ook de gelegenheid om te vergelijken met de situatie van 6 jaar geleden en met de Limburgse en Vlaamse cijfers. Op deze wijze kunnen we ons beleid bijsturen. En dat moet uiteindelijk de bedoeling zijn van dit onderzoek: nieuwe mogelijkheden scheppen om het leven zo aangenaam mogelijk te maken voor de Genkse senior. We hebben niets liever dan dat iedere senior die in Genk woont, geniet, leeft, zich vrijwillig inzet,... zich goed in z n vel voelt. Het lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers was mogelijk dankzij de inzet van veel diensten en vrijwilligers. Oprechte dank aan de meer dan 70 senioren-vrijwilligers die er als enquêteur heel wat vrije tijd in staken.

Lokaal behoefteonderzoek Genk Dank aan de Dienst Sociaal Welzijn voor de begeleiding van de vrijwilligers en de verwerking van de vragenlijsten. Tenslotte dank aan de onderzoekers van de VUB en het provinciebestuur Limburg. Wij hopen dat dit onderzoek ook voor u een bron van inspiratie mag zijn! Guido Vandebrouck OCMW-voorzitter Geert Swartenbroekx schepen van Sociale Zaken Wim Dries burgemeester

4 5 Algemene kenmerken van de Genkse 60-plusser De gemiddelde leeftijd van de bevraagde Genkse 60-plussers bedraagt 72,3 jaar. Ten opzichte van het onderzoek van 2007 is die leeftijd met meer dan een jaar toegenomen. Het aandeel van de 60-79-jarigen is gedaald terwijl het aandeel van de 80-plussers met 6% is toegenomen. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het aantal vrouwen toe. In vergelijking met 2007 merken we een grote evolutie wat de burgerlijke staat betreft. Het aandeel gehuwden is met 3,5% gedaald terwijl het aantal gescheidenen meer dan verdubbeld is: van 3,1% gescheidenen in 2007 naar 7,1% in 2012. 67% woont samen met een partner - al dan niet de echtgeno(o)t(e) - terwijl 33% geen partner heeft. Het aandeel ouderen dat geen partner heeft, is in vergelijking met 2007 met 2,2% gestegen. Naarmate de leeftijd stijgt, daalt het aantal ouderen dat samenwoont met een partner. 78,4% ouderen tussen 60 en 69 jaar geven aan een partner te hebben. Dat daalt naar 65,5% bij de 70-79-jarigen. Bij de 80-plussers woont meer dan de helft alleen, nl. 53,9%. 92,5% zestigplussers heeft kinderen. Dat is een daling van 2,5% ten opzichte van 2007. 33,3% heeft een netto gezinsinkomen tussen 1.000 en 1.499 euro per maand. Voor 57,1% ligt dat boven 1.500 euro terwijl 9,5% het moet stellen met minder dan 999 euro per maand. 36,7% zegt moeilijk rond te komen met het beschikbaar inkomen. 63,3% komt makkelijk rond. Opvallend is dat ruim een derde ouderen die moeilijk rondkomen, aangeeft dat ze maandelijks een inkomen hebben hoger dan 1.500 euro.

Lokaal behoefteonderzoek Genk Onder dak De aanwezigheid van een bad of douche in de woning is in vergelijking met 2007 gestegen. Slechts 0,1% ouderen geven in 2012 aan geen bad of douche te hebben (1% in 2007). Er is ook een duidelijke stijging te merken van het aandeel ouderen dat over centrale verwarming beschikt: 95,2% in 2012 tegenover 90,9% in 2007. Het aandeel ouderen dat in 2012 over een toilet in de woning beschikt, bedraagt 99,5% tegenover 98,9% in 2007. 95,1% beschikt over telefoon. Het aandeel ouderen dat over een rookdetector beschikt is sinds 2007 gestegen van 21,1% tot 32,7% in 2012. 11,5% van de respondenten geeft aan dat hun woning volledig aangepast is aan hun leeftijd. 47% ouderen beschikt over een woning die matig onaangepast is terwijl 41,5% aangeeft in een woning te wonen die ernstig onaangepast is. In vergelijking met 2007 stellen we vast dat er een stijging is omtrent matige en ernstige onaangepastheid van de woning. In de top 5 van de onaangepastheid staan: 1. trappen 2. inbraakgevoeligheid 3. afstand tot de voorzieningen 4. afstand tot de kinderen 5. grootte van de woning. 18,3% ouderen is in de periode van 10 jaar vóór de bevraging verhuisd. Dat is een stijging van 5% tegenover 2007. Op vlak van verhuisgeneigdheid vertoont 40,6% ouderen geen bereidheid om te verhuizen terwijl 59,4% wel een zekere mate van verhuisgeneigdheid vertoont.

6 7 Naarmate ouderen zich meer onveilig voelen, is de geneigdheid om te verhuizen groter. In Genk zijn ouderen meer geneigd om te gaan inwonen bij de kinderen en te gaan samenwonen met een aantal ouderen dan in de rest van Vlaanderen. Buurtbetrokkenheid en het leven in de wijk 31,2% ouderen ervaart geen buurtbetrokkenheid. 32,6% voelt zich matig betrokken op de wijk terwijl 36,2% zeer buurtbetrokken is. De buurtbetrokkenheid neemt toe met de leeftijd. 33,1% van de 60-69-jarigen voelt zich sterk betrokken in de buurt. Bij de 70-79-jarigen is dat 37,7% en bij de 80-plussers 40,3%. Ouderen met het hoogste en het laagste inkomen hebben een lagere buurtbetrokkenheid dan ouderen van de middencategorie (met een inkomen tussen 1.000 en 1.499 euro). Op vlak van basisvoorzieningen in de wijk missen ouderen vooral de slager, de mobiele winkel en het postkantoor. Ook kappers, huisartsen en apothekers worden meer gemist dan in 2007. 49,5% geeft aan een tekort aan rustbanken te ervaren (t.o.v. 46,3% in 2007) terwijl 53,1% vindt dat er onvoldoende openbare toiletten zijn (t.o.v. 45,4% in 2007). Ook op vlak van bushaltes, oversteekplaatsen en buurt- of wijkcentra is het gemis groter dan in 2007. Opvallend is dat ouderen die de voorbije 10 jaar verhuisd zijn minder tekorten in de wijk ervaren dan ouderen die niet verhuisd zijn.

Lokaal behoefteonderzoek Genk Gezondheid en welbevinden 56,6% ouderen geeft aan beperkt te zijn in zware inspanningen. 42,7% heeft het moeilijk met buigen, tillen en bukken en 39% is beperkt in trappen lopen. Ongeveer één derde ervaart beperkingen met lichte inspanningen en 27,3% met een blokje stappen. 21,3% ervaart moeilijkheden in het huishouden. Eén op zes ouderen is beperkt inzake ADL (activiteiten dagelijks leven). Naarmate de leeftijd stijgt, verslechtert de gezondheidstoestand. Vrouwen ervaren meer beperkingen dan mannen. Ouderen die verhuisd zijn in een periode van 10 jaar vóór de bevraging ervaren meer beperkingen dan ouderen die niet verhuisd zijn. Meer dan een kwart van de ouderen is minstens 1 keer gevallen in de periode van 1 jaar vóór de bevraging. 12,9% is zelfs 2 of meer keer gevallen. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt de kans op vallen duidelijk toe. 18,2% van de groep 60-69 jaar is minstens 1 keer gevallen. Bij de groep 70-79-jarigen bedraagt dat 27,3% terwijl dat aandeel bij de 80-plussers 41,2% bedraagt. Vrouwen vallen duidelijk meer dan mannen. 20,2% van de mannen is het jaar vóór de bevraging gevallen tegenover 31,4% bij de vrouwen. Ouderen met een partner (20,2%) vallen duidelijk minder dan ouderen zonder partner (38,3%). 11,6% 60-plussers heeft hulp nodig voor persoonlijke verzorging (11% in 2007). 28% kan hulp gebruiken voor het huishouden (27% in 2007) en 17,6% voor persoonlijke verplaatsingen (19,8% in 2007) Naarmate de leeftijd stijgt, stijgt het aandeel ouderen dat zorg nodig heeft. Vrouwen hebben meer hulp nodig dan mannen. Ouderen die hulp nodig hebben, situeren zich vaker in de lagere inkomensklassen.

8 9 Ouderen in Genk kunnen op gemiddeld 4,14 mensen een beroep doen indien ze zelf niet meer kunnen instaan voor de dagdagelijkse taken. De grootte van het netwerk is tussen 2007 en 2012 gestegen van 4,09 personen naar 4,14 personen. Daarmee heeft de 60-plusser in Genk een groter potentieel hulpnetwerk dan de gemiddelde oudere in Vlaanderen. Mannen hebben een groter potentieel netwerk dan vrouwen, respectievelijk 4,26 en 4,05. Naarmate het beschikbaar inkomen groter is, is de grootte van het netwerk ook groter. In 2007 kon 58,7% ouderen voor hulp een beroep doen op hun partner. In 2012 is dat aandeel gestegen tot 67%. In 2007 kon 29,4% ouderen een beroep doen op hun (schoon)broer of (schoon)zus. In 2012 is dat aandeel gestegen tot 39,3%. 42,4% kon in 2007 een beroep doen op een buur. In 2012 is dat percentage opgelopen tot 51,7%. Niet alleen buren, maar ook vrienden en kennissen worden belangrijker als mantelzorger. In 2007 kon 40,6% ouderen een beroep doen op een vriend/kennis in geval men de huishoudelijke taken niet meer kon uitvoeren. In 2012 is dat aandeel opgelopen tot 55,8%. Wat betreft een beroep kunnen doen op dochter (54,3%), zoon (48,5%), schoondochter (38,3%), schoonzoon (38%) en kleinkind (35,3%) is er geen verschil tussen 2007 en 2012. 2,3% Genkse ouderen stellen dat ze op niemand een beroep kunnen doen als ze hun huishoudelijke taken niet meer kunnen opnemen. 16,3% ouderen in Genk kampt met ernstige eenzaamheidsgevoelens. Dat is een lichte daling t.o.v. 2007 (17,8%). Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Mannen zijn iets eenzamer dan vrouwen. 15,4% ouderen met een partner zijn zeer eenzaam. Bij ouderen zonder partner is dat 18,5%. Ouderen met kinderen zijn vaker ernstig eenzaam dan ouderen zonder kinderen. Ouderen met het laagste inkomen zijn meer ernstig eenzaam dan ouderen die een hoger inkomen hebben. Hoe onveiliger mensen zich voelen, hoe eenzamer ze zich ook voelen.

Lokaal behoefteonderzoek Genk Een geïnformeerde senior is er twee waard! 62,9% ouderen zegt bij de kinderen terecht te kunnen voor informatie over de beschikbare dienstverlening. 16,1% kan ook bij de kleinkinderen terecht. Net zoals de kleinkinderen zijn de buren een kleinere bron van informatie over de dienstverlening (16,5%). 32,4% ouderen kan bij familie terecht. 66% gaat bij de stad langs en 46,4% bij het OCMW. Naarmate het inkomen hoger is, wordt de stad meer gebruikt als bron voor informatie over de dienstverlening. Mutualiteiten zijn een belangrijke bron voor informatie over de dienstverlening. 69,8% ouderen zegt bij de mutualiteit aan te kloppen als ze informatie nodig hebben. 59,2% haalt ook informatie bij de huisarts. (On)veiligheidsgevoelens 23,7% ouderen voelt zich maar in zeer beperkte mate onveilig. 31,2% ouderen voelt zich matig onveilig. 45,1% ouderen voelt zich ernstig onveilig. Deze cijfers komen overeen met die van 2007. 80-plussers voelen zich meer ernstig onveilig dan ouderen in de andere leeftijdscategorieën. Vrouwen voelen zich vaker ernstig onveilig dan mannen (51,8% vrouwen t.o.v. 36,9% mannen). Ouderen met een partner voelen zich vaker veilig. Ouderen met ernstige eenzaamheidsgevoelens hebben vaker ernstige onveiligheidsgevoelens. Iets meer dan de helft van de Genkse ouderen werd al eens of meerdere keren geconfronteerd met onveiligheid in het verkeer. Voor 40% blijkt angst voor roof, diefstal of inbraak in de woning een reëel probleem. Slechts een minderheid (2,6%) heeft angst om lastig gevallen te worden op straat.

10 11 Het verenigingsleven en vrijetijdsbesteding Ouderen in Genk beoefenen in 2012 meer activiteiten dan in 2007. Er is een opvallende toename van de activiteiten voor zelfrealisatie. Voor de doe-het-zelf activiteiten is er een afname. De activiteitsgraad van ouderen is leeftijdsgebonden: naarmate de leeftijd stijgt, daalt de activiteitsgraad. Mannen beoefenen meer doe-het-zelf activiteiten dan vrouwen. De top 5 van de Genkse 60-plussers ziet er als volgt uit: 1. luisteren naar radio of muziek 2. wandelen of fietsen 3. winkelen voor het genoegen 4. op café of uit eten gaan 5. tuinieren Ouderen in Genk zijn gemiddeld van 1,87 verenigingen lid. Dat is een lichte daling t.o.v. 2007 (1,97). Hoe ouder, hoe minder lid men is van verenigingen. Naarmate ouderen over een groter inkomen beschikken, neemt het aantal verenigingen waarvan men lid is toe. De belangrijkste persoonsgebonden redenen die ouderen aanhalen om niet naar activiteiten van de verenigingen te gaan, zijn gezondheidsproblemen (37%), de zorg voor iemand (22,7%) en niemand om mee samen te gaan (22,2%). De belangrijkste organisatiespecifieke belemmeringen zijn: activiteiten gaan s avonds door (28,8%) en de activiteiten spreken niet aan (25,2%).

Lokaal behoefteonderzoek Genk 85,8% ouderen weet van het bestaan van ouderenverenigingen af. Hoe hoger het inkomen, hoe meer ouderen afweten van het bestaan van ouderenverenigingen 32,6% ouderen is lid van een ouderenvereniging. Dat is een stijging t.o.v. 2007 (30,7%). Vrouwen zijn vaker lid van een ouderenvereniging dan mannen. Ouderen met een partner zijn vaker lid van een ouderenvereniging dan ouderen zonder partner. 16% ouderen wil in de komende jaren zeker lid worden van een ouderenvereniging. 26,8% zegt misschien lid te worden. Het aandeel dat lid wil worden is tussen 2007 en 2012 significant toegenomen (34,9% in 2007 t.o.v. 42,8% in 2012). Volgende activiteiten spreken de 60-plussers het meest aan bij een vereniging: 1. dag- of halve daguitstappen 2. vakantie met de vereniging in het binnenland 3. bijwonen van toneel, film en concert 4. geleide bezoeken 5. feesten, koffietafels en ontspanning met animatie. 28,2% ouderen verricht een of andere vorm van vrijwilligerswerk. Dat is een opvallende toename t.o.v. 2007 (23,1%). Het verrichten van vrijwilligerswerk is niet leeftijdsgebonden. Meer vrouwen dan mannen verrichten vrijwilligerswerk. Meer ouderen zonder partner verrichten vrijwilligerswerk dan ouderen met een partner (32,5% t.o.v. 25,9%). Ouderen in de hoogste inkomenscategorie zijn opvallend vaker vrijwilliger. Ouderen die de afgelopen 10 jaar verhuisd zijn, verrichten meer vrijwilligerswerk dan ouderen die niet verhuisd zijn (36,2% t.o.v. 26,5%). Ouderen die ernstig eenzaam zijn, verrichten iets meer vrijwilligerswerk dan ouderen die geen of matige eenzaamheidsgevoelens vertonen.

12 13 39,4% ouderen woont nooit een culturele activiteit bij. 16,4% is een passant (minstens 1 keer per jaar maar minder dan maandelijks), terwijl bijna de helft minstens 1 keer per maand een culturele activiteit bijwoont. Deze cijfers komen overeen met de cijfers van 2007. Bij de frequente participanten treffen we meer vrouwen dan mannen aan (46,7% vrouwen t.o.v. 41,2% mannen). Naarmate het inkomen stijgt, is de groep ouderen die frequent participeert groter. Ouderen die afhankelijk zijn van zorg participeren minder dan ouderen die niet afhankelijk zijn van zorg. De top 5 op vlak van het bijwonen van culturele activiteiten door de Genkse ouderen: 1. volkscultuur (wijkfeest, kermis, rommelmarkt, ) 2. commerciële film 3. Vlaamse muziek 4. klassieke muziek 5. comedy 37,1% ouderen gebruikt dagelijks het internet. 62,9% gebruikt het internet in mindere mate of niet. T.o.v. 2007 merken we een forse toename van het aantal dagelijkse internetgebruikers: van 14,7% dagelijkse internetgebruikers in 2007 naar 37,1% in 2012. Ouderen met een maandelijks gezinsinkomen boven 1.500 euro gebruiken bijna 4 keer zo vaak dagelijks het internet dan ouderen met een zeer laag inkomen. Het internet wordt in 94,2% van de gevallen gebruikt om te surfen en informatie te zoeken. 86,6% e-mailt. 28,4% houdt zo contact met de overheid en 57,3% houdt via internet contact met kinderen en kleinkinderen.

Lokaal behoefteonderzoek Genk Tevredenheid over de stedelijke dienstverlening De overgrote meerderheid van de ouderen in Genk is tevreden over de stedelijke dienstverlening. 96,6% is tevreden over de openingsuren van de stedelijke diensten. 96,4% is tevreden over de toegankelijkheid ervan terwijl 96% tevreden is over de dienstverlening van de stedelijke diensten. Wat de dienstverlening van het OCMW betreft, is 96,1% tevreden over de openingsuren, 97,2% over de toegankelijkheid en 96,2% over de dienstverlening. 91,5% is tevreden over de dienstverlening van de politie. 82,4% is tevreden over de zichtbaarheid van de politie (blauw op straat). 97,3% is tevreden over het gevoerde cultuurbeleid. 98,2% is tevreden over de toegankelijkheid van de bibliotheek, 98,5% is tevreden over de dienstverlening en 97,7% over het aanbod van de bibliotheek. 92,8% is tevreden over de groeninfrastructuur terwijl 94% tevreden is over de sport- en recreatiemogelijkheden voor ouderen. 72,3% ouderen is tevreden over de staat van de voetpaden. 85,1% is tevreden over het gevoerde verkeersveiligheidsbeleid terwijl 93,3% tevreden is over het openbaar vervoer.

14 15 Op vlak van mobiliteit kiest de Genkse 60-plusser voor: 1. (eigen) wagen 2. verplaatsingen te voet 3. verplaatsingen met de bus Ook op vlak van huisvuilophaling en containerpark zijn de ouderen tevreden. 97,1% is tevreden over de huisvuilophaling, 96% is tevreden over de frequentie ervan en 94,6% is tevreden over de kwaliteit van de huisvuilzakken. Meer dan 98% is tevreden over de openingsuren en de toegankelijkheid van het containerpark, terwijl 97% tevreden is over de geboden dienstverlening. Het volledige onderzoek kan u lezen op de stedelijke website: www.genk.be Voor bijkomende informatie kan u contact nemen met de Dienst Sociaal Welzijn, 089 65 43 60, sociaal.welzijn@genk.be

Lokaal behoefteonderzoek Genk Verantwoordelijke uitgever: stad Genk, Stadsplein 1, 3600 Genk