Stichting Pensioenfonds Astellas



Vergelijkbare documenten
Het jaarverslag 2014 samengevat

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Stichting Pensioenfonds Astellas

Stichting Pensioenfonds Astellas

Stichting Pensioenfonds Astellas

Terugblik 2011 in cijfers

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

HET FINANCIEEL CRISISPLAN

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Verkort jaarverslag 2013

Stichting Pensioenfonds Astellas

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Het jaarverslag 2015 samengevat

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Financieel crisisplan. van de

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Verkort jaarverslag 2012

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

27 september Deelnemersvergadering

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Deelnemersvergadering 17 september 2009

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Berekenmethode Vereist Eigen Vermogen Bijlage J bij ABTN

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Deelnemersvergadering 29 september 2011

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Verkort jaarverslag stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Analyse financiële positie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Communicatie-beleidsplan Stichting Pensioenfonds Fresenius Nederland maart 2017

Kwartaalbericht Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Verkort jaarverslag : Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten?

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Astellas Stichting Pensioenfonds Astellas Elisabethhof 19, 2353 EW Leiderdorp Telefoon : 071-5455 745 Telefax : 071-5455 800 Internetsite : www.pensioenfondsastellas.nl Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41168442 Jaarverslag 2011

2

StichtingPensioenfonds Inhoud Pagina Bestuur en organisatie 5 Meerjarenoverzicht 7 Bestuursverslag Algemeen 9 Risicoparagraaf 16 Beleggingen 22 Pensioenen 26 Actuariële paragraaf 29 Oordeel 29 Verslag van het Verantwoordingsorgaan Verslag Verantwoordingsorgaan 31 Reactie van het bestuur op het verslag van het Verantwoordingsorgaan 33 Jaarrekening Balans per 31 december 36 Staat van baten en lasten 38 Kasstroomoverzicht 40 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 41 Toelichting op de balans per 31 december 45 Toelichting op de staat van baten en lasten 52 Risicoparagraaf 58 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 69 Financiering 69 Resultaatbestemming 69 Uitvoering 70 Actuariële verklaring 71 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 73 Bijlagen Beleggingsoverzicht (in duizenden euro) 75 Begrippenlijst 77 Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 3

4

StichtingPensioenfonds Bestuur en organisatie Bestuur per 31 december 2011 Benoemd vanuit werkgeverszijde A. Paasman voorzitter A.G.C. Vermazen secretaris Benoemd vanuit werknemerszijde S. Feenstra V.A.W.M. Rot Gekozen door en uit pensioengerechtigden H.J.L. Janssen Verantwoordingsorgaan per 31 december 2011 M.E. Bovenhoff J.W.C.B. Schotel A.C. de Wolf vertegenwoordiger van de deelnemers (voorzitter) vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden (secretaris) vertegenwoordiger van de werkgever Compliance officer per 31 december 2011 S. Boskamp Organisatie Accountant Actuaris (adviserend) Actuaris (waarmerkend) Administrateur Vermogensbeheerder KPMG Accountants N.V., Utrecht Towers Watson B.V., Purmerend Towers Watson B.V., Purmerend AZL N.V., Heerlen AZL Vermogensbeheer B.V., Heerlen Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 5

6

StichtingPensioenfonds Meerjarenoverzicht 2011 2010 2009 2008 2007 Aantallen Deelnemers 848 852 864 781 710 Slapers 525 467 407 371 352 Gepensioneerden 136 120 101 90 89 Totaal aantal 1.509 1.439 1.372 1.242 1.151 Financiële gegevens (in duizenden euro) Beleggingen Belegd vermogen voor risico fonds 1) 165.807 149.398 128.271 99.554 105.839 Belegd vermogen voor risico deelnemers 9.855 7.752 5.391 3.151 2.119 Beleggingsopbrengsten voor risico fonds 9.770 13.932 16.701-11.227-119 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers 159 533 588-401 18 Rendement o.b.v. total return 6,1% 10,5% 14,6% -10,1% 0,2% Reserves Algemene reserve -22.549-5.103-652 -25.419 11.643 Beleggingsreserve 27.390 23.764 21.694 18.131 15.912 Totaal reserves 4.841 18.661 21.042-7.288 27.555 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 164.621 134.230 112.709 108.235 79.997 Voorziening Sociaal Plan 344 206 0 933 1.449 Totaal technische voorzieningen 164.965 134.436 112.709 109.168 81.446 Voorzieningen pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Voorziening pensioensparen 9.730 7.246 4.834 3.571 2.119 Voorziening rendementdeling 125 506 557-420 -7 1) Zie pagina 46. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 7

2011 2010 2009 2008 2007 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Bijdragen voor risico fonds 9.555 7.837 17.213 6.174 5.404 Bijdragen voor risico deelnemers 1.966 1.889 1.691 1.435 1.173 Pensioenuitkeringen 3.651 3.376 3.227 3.115 2.784 Dekkingsgraad FTK 102,9% 113,9% 118,7% 93,3% 134% Vereiste FTK 116,6% 117,7% 119,2% 116,6% Rente o.b.v. rentetermijnstructuur 2,74% 3,45% 3,90% 3,55% 4,9% 8

StichtingPensioenfonds Bestuursverslag Algemeen Het verslagjaar voor Stichting Pensioenfonds Astellas stond, net als het vorige verslagjaar, voornamelijk in het teken van de ontwikkelingen rondom de dekkingsgraad van het fonds. Door de lage stand van de rente waartegen de verplichtingen worden verdisconteerd is de financiële situatie van het fonds, ondanks de stijging van het belegd vermogen, zodanig dat in september 2011 wederom een dekkingstekort (dekkingsgraad minder dan 104,5%) is ontstaan. Profiel Stichting Pensioenfonds Astellas Het fonds is een ondernemingspensioenfonds verbonden aan de onderneming Astellas B.V. en de aan haar gelieerde ondernemingen. Het pensioenfonds heeft de stichting als rechtsvorm en is statutair gevestigd in Leiderdorp. In overeenstemming met de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over boekjaar 2011. De in het verslag vermelde bedragen zijn op basis van duizenden euro, tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Het doel van het fonds is het verzekeren van een ouderdomspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemers. Dit ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en is een aanvulling op de AOW-uitkering die door de overheid wordt uitbetaald. Daarnaast verzekert het fonds nabestaandenpensioenen welke in geval van overlijden van de (gewezen) deelnemer aan diens partner en/of kinderen worden uitgekeerd. Bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer kan de pensioenverzekering worden voortgezet. De financiering van de pensioenvoorziening vindt plaats door bijdragen van werkgever en werknemers. De afspraken met betrekking tot de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd in uitvoeringsovereenkomsten tussen het fonds en de ondernemingen. Het fonds heeft een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) opgesteld waarin gemotiveerd is omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het fonds te kunnen nakomen. In de ABTN wordt nader ingegaan op de organisatie van het fonds, de inhoud van de pensioenregeling (pensioenovereenkomst), de financiële opzet (grondslagen, beleidskader en sturingsmiddelen), hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem inclusief riskmanagement en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle alsmede de hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst. Structuur Bestuur Het bestuur, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de door de werkgever toegezegde pensioenregeling, bestaat uit vijf personen: twee bestuurders benoemd door de werkgever, twee bestuurders benoemd door de ondernemingsraad en een bestuurder gekozen door en uit de pensioengerechtigden. De bestuurders zijn benoemd voor een periode van vier jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 9

Met ingang van 1 januari 2011 is de heer Janssen benoemd als bestuurslid namens de pensioengerechtigden. De heer Janssen is de opvolger van de heer Visman. Aan het begin van het verslagjaar heeft de voorzitter van het fonds, de heer Paasman, aangegeven dat hij met ingang van 1 januari 2012 niet herbenoembaar is. Door de werkgever is vervolgens de heer Veenvliet als opvolger van de heer Paasman voorgedragen. De heer Veenvliet heeft in 2011 de bestuursvergaderingen als toehoorder bijgewoond. Na instemming van De Nederlandsche Bank is de heer Veenvliet formeel benoemd tot voorzitter/bestuurder met ingang van 1 januari 2012. De bestuurders worden als zodanig niet bezoldigd. Het bestuur vergaderde viermaal in het verslagjaar, namelijk op 10 februari, 27 mei, 29 september en 25 november. De belangrijkste aandachtspunten waren: de financiële positie van het fonds en de ontwikkelingen rondom het herstelplan; risicobeheersing; beleggingsbeleid; de jaarstukken 2010. Schema aftreden bestuursleden: Feenstra S. lid werknemer 2009-2013 Janssen H.J.L. lid gensioneerde 2012-2015 Paasman A. voorzitter werkgever 2004-2012 Rot V.A.W.M. lid werknemer 2009-2015 Vermazen A.G.C. secretaris werkgever 2005-2014 Verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft een Verantwoordingsorgaan ingesteld, bestaande uit een vertegenwoordiger van de werkgever, een vertegenwoordiger van de deelnemers (benoemd door de ondernemingsraad van Astellas Pharma Europe B.V.) en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. Tijdens de bestuursvergaderingen van 27 mei en 25 november heeft het bestuur overleg gevoerd met het Verantwoordingsorgaan. De leden van het Verantwoordingsorgaan worden als zodanig niet bezoldigd. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan als vertegenwoordiger van de bij het fonds betrokken (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. In dit jaarverslag wordt verslag gedaan van de bevindingen van het Verantwoordingsorgaan ten aanzien van het door het bestuur in 2011 gevoerde beleid. Verantwoordingsorgaan Termijn 3 jaar Mevrouw M. Bovenhoff 1-1-2011 tot 1-1-2014 De heer. J. Schotel 18-9-2009 tot 18-9-2015 De heer A. de Wolf 1-1-2011 tot 1-1-2014 10

StichtingPensioenfonds Intern toezicht en visitatiecommissie In het kader van goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur zorg gedragen voor intern toezicht. Het bestuur heeft hierbij gekozen voor toezicht door middel van een Visitatiecommissie die eenmaal per drie jaar het functioneren van het pensioenfonds evalueert en toetst. In januari 2010 heeft het bestuur besloten om hiervoor gebruik te maken van de diensten van VCHolland. De visitatiecommissie heeft in april 2010 zijn bevindingen aan het bestuur gerapporteerd. Een samenvatting van deze bevindingen alsmede een reactie van het bestuur is in het jaarverslag over 2009 gepubliceerd. Door de visitatiecommissie gerapporteerde aandachtspunten zijn inmiddels opgelost. In de loop van 2012 zal VCHolland een nieuw visitatieonderzoek uitvoeren. Compliance officer De compliance officer bewaakt dat het fonds voldoet aan de voor het fonds van toepassing zijnde actuele wet- en regelgeving op het gebied van compliance. In het verslagjaar zijn door de compliance officer geen bijzonderheden gemeld. Communicatie In 2011 is een schriftelijke enquête gehouden onder 1248 Nederlandstalige deelnemers van het pensioenfonds over het communicatiebeleid van het fonds. De response rate was ruim 21%. Van de populatie beschikt 98% over een computer, en 96% over een e-mail adres. Dit schept verwachtingen om in de toekomst pensioeninformatie digitaal te versturen. Echter, 32% van de respondenten geeft aan hierop geen prijs te stellen. Van de respondenten geeft 79% aan in pensioenen geïnteresseerd te zijn; 20% heeft matige belangstelling en 1% heeft geen interesse. 87% geeft aan artikelen over pensioenaangelegenheden te lezen. Op de vraag of men over voldoende pensioeninkomen denkt te beschikken zegt de populatie in Leiderdorp 30% nee, en 26% zegt dit niet te weten; voor Meppel zijn deze cijfers, 20% resp. 42%. Er zijn vragen gesteld over de leesbaarheid, het begrip en het praktische nut van het Uniform Pensioen Overzicht (UPO), de Startbrief en de Stopbrief. Van de respondenten stemt 37% neutraal over het UPO en 45% geeft aan dat het UPO zonder de toelichting een moeilijk leesbaar document is. Met de Startbrief wordt een toelichtingsbrochure verstrekt; niettemin geeft slechts 30% aan over voldoende gegevens te beschikken en 40% zegt dat die gegevens duidelijk genoeg zijn. Aangaande de Stopbrief zegt 13% over voldoende gegevens te beschikken, 47% is neutraal en 40% zegt dat de gegevens onvoldoende zijn voor de nieuwe situatie. Er is onderzoek verricht naar de bekendheid van de pensioenwebsite, de kwaliteit van de helpdesk van uitvoeringsorganisatie AZL, de ondersteuning door de human resource medewerkers in Leiderdorp en Meppel, formulieren, informatieborden, het jaarverslag en de verkorte versie hiervan. De resultaten van deze enquête zijn op de website van het fonds gepubliceerd. Op grond van de resultaten heeft het bestuur over het verslagjaar 2010 een verkort jaarverslag opgesteld. Dit verkorte jaarverslag is aan alle actieve deelnemers en pensioengerechtigden gestuurd. Uitbestede werkzaamheden De pensioenadministratie (deelnemersadministratie en pensioenbetalingen), de beleggingsadministratie en de financiële administratie worden verzorgd door AZL N.V. te Heerlen. Het vermogen van het fonds wordt eveneens beheerd door AZL. Deze activiteiten worden uitgevoerd door AZL Vermogensbeheer B.V. AZL Vermogensbeheer B.V. werkt hierbij op basis van de door het bestuur vastgestelde richtlijnen met betrekking tot het vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 11

Voor actuariële werkzaamheden en adviezen maakt het bestuur gebruik van de diensten van Towers Watson B.V. te Purmerend. Voor de waarmerking van de voorziening pensioenverplichtingen maakt het bestuur gebruik van de gesepareerde waarmerkende actuariële diensten van Towers Watson B.V. De controle van de administratie en de jaarrekening wordt verricht door KPMG Accountants N.V. te Utrecht. Het fonds heeft de rechten en plichten van de externe partijen vastgelegd in contracten met daarbij behorende Service Level Agreements (SLA s). Wet en regelgeving Principes voor goed pensioenfondsbestuur Het bestuur onderschrijft de principes voor goed pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid heeft vastgesteld en die in de Pensioenwet zijn opgenomen. Overeenkomstig de principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde zijn eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuurders, jaarlijks te evalueren. Deze zelfevaluatie van het bestuur heeft plaatsvonden op 25 november. De zelfevaluatie vindt plaats op basis van een vooraf vastgestelde procedure en aan de hand van een objectief beoordelings- en scoreformulier. De deskundigheid en benodigde vaardigheden per individuele bestuurder alsmede als collectief zijn op grond van deze zelfevaluatie als in ruim voldoende mate aanwezig beoordeeld. Daarnaast heeft het bestuur in het verslagjaar aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. Naar aanleiding van een eerder uitgevoerde deskundigheidstoets heeft het bestuur in 2011 een opleiding gevolgd op het gebied van beleggingsbeleid. Deze cursus werd verzorgd door het gecertificeerde opleidingsinstituut SPO. In 2012 zal een verdere opleiding worden verzorgd door SPO op het gebied van wet- en regelgeving. In het verslagjaar hebben individuele bestuurders bijeenkomsten en seminars bijgewoond die door de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (Opf ), AFM, AZL en DNB zijn georganiseerd. Het bestuur is van mening dat het in het verslagjaar heeft voldaan aan de principes voor goed pensioenfondsbestuur en dat het heeft zorggedragen voor een integere bedrijfsvoering. In 2012 zal het bestuur onveranderd aandacht aan de principes voor goed pensioenfondsbestuur besteden. Naleving wet- en regelgeving In het verslagjaar zijn aan het fonds geen dwangsommen of boetes opgelegd door de toezichthouder. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is de bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Vooruitblik 2012 In januari 2012 heeft het bestuur een studiedag georganiseerd waarbij aandacht is besteed aan het Pensioenakkoord, de voorgestelde nieuwe bestuursmodellen alsmede het financiële crisisplan. In 2012 worden initiatieven opgestart op het gebied van digitaal vergaderen. Uiteraard zal in 2012 onverminderd aandacht worden besteed aan de financiële positie van het fonds. Hierbij moet worden opgemerkt dat het fonds nog altijd voldoet aan de in het herstelplan geformuleerde uitgangspunten. Hierdoor hoeft het fonds vooralsnog met ingang van 1 april 2013 niet over te gaan tot het korten van pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken. De pensioenregelingen van het fonds Met ingang van 1 januari 2006 bestaat de pensioenregeling voor de actieve deelnemers uit een middelloonregeling (uitkeringsovereenkomst) en een beschikbare premieregeling (premieovereenkomst). 12

StichtingPensioenfonds Middelloonregeling (DB-regeling): Het ouderdomspensioen bedraagt voor elk deelnemersjaar 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld door van het pensioensalaris een franchise af te trekken. Indien de deelnemer in ploegendienst werkzaam is, wordt het pensioensalaris achteraf (na afloop van het kalenderjaar) verhoogd met de in het betreffende kalenderjaar ontvangen ploegendiensttoeslagen. In het verslagjaar is de franchise vastgesteld op 15.928,- (was 15.665,- over 2010); over dit deel van het salaris wordt geen aanvullend pensioen opgebouwd omdat de overheidsvoorzieningen (AOW) geacht worden dit gedeelte af te dekken. Het (vanaf 1 januari 2005) op te bouwen partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen (tot 1 januari 2005: 80%). De tot 1 januari 2005 al opgebouwde aanspraken op partnerpensioen blijven gehandhaafd. Het partnerpensioen kan op de pensioendatum volledig of voor de helft worden ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen. Hiermee vervalt het recht op partnerpensioen geheel of gedeeltelijk en wordt een hoger ouderdomspensioen verkregen. De middelloonregeling kent een voorwaardelijke toeslagregeling: indien en voor zover de middelen van het fonds dit toelaten worden de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers alsmede de premievrije aanspraken en de ingegane pensioenuitkeringen van de inactieve deelnemers jaarlijks per 1 januari aangepast. Gelet op de dekkingsgraad ultimo 2010 (113,9%) heeft het bestuur in mei 2011 besloten om de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemer per 1 januari 2011 met 0,54% te verhogen. De ingegane pensioenen (pensioengerechtigden) en de pensioenaanspraken van de inactieve deelnemers (slapers) zijn met ingang van 1 januari 2011 met 0,42% verhoogd. Ter vergelijking wordt opgemerkt dat de loonontwikkeling bij de werkgever in 2010 1,75% bedroeg en dat het afgeleide consumentenprijsindexcijfer in de periode oktober 2009 oktober 2010 met 1,38% is gestegen. De toeslagverlening voor zowel actieve als inactieve deelnemers is voorwaardelijk, dat wil zeggen afhankelijk van de overrendementen van het fonds. Er bestaat geen recht op toeslagverlening en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Pensioenspaarregeling (beschikbare premieregeling, DC-regeling): De pensioenspaarregeling is op 1 januari 2006 ingevoerd ter vervanging van de FUT-regeling die, in verband met VPL-wetgeving op 1 januari 2006, is beëindigd voor de deelnemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950. In de beschikbare premieregeling van het Pensioenfonds worden ten behoeve van de deelnemers door de werkgever maandelijks premies gestort. Na afloop van een kalenderjaar vindt een rendementdeling plaats. Met de rendementdeling wordt het behaalde beleggingsrendement, verminderd met kosten, verdeeld over alle (gewezen) deelnemers. De beschikbare premies worden collectief belegd conform het beleggingsbeleid van het pensioenfonds; de in mindering te brengen kosten hebben betrekking op de kosten van het vermogensbeheer en de administratiekosten welke zijn toe te rekenen aan de beschikbare premieregeling (pensioensparen). Met de door de werkgever afgedragen premies en de jaarlijkse rendementdeling wordt een pensioenkapitaal gevormd waarmee de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum een extra levenslang ouderdomspensioen (met pensioenleeftijd 65 jaar) kan aankopen dat dan samen met het in de middelloonregeling opgebouwde pensioen zal worden uitgekeerd. Net als bij aankoop/inkoop van pensioenen vanuit de FUT-regeling van Stichting FUT-fonds Astellas naar Stichting Pensioenfonds Astellas, zal ook bij aanwending van het in de beschikbare premieregeling van het Pensioenfonds opgebouwde pensioenkapitaal voor aankoop/inkoop van een extra levenslang ouderdomspensioen, een solvabiliteitskorting op het pensioenkapitaal van toepassing zijn. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 13

Financiële positie van het fonds Op 1 januari 2007 is het Financieel Toetsingskader (FTK, onderdeel van de Pensioenwet) in werking getreden. Onder het FTK-regime is de voorziening pensioenverplichtingen vastgesteld op basis van marktwaarde. De voorziening pensioenverplichtingen is ultimo 2011 vastgesteld op 165,0 miljoen hetgeen resulteert in een (aanwezige) dekkingsgraad van 102,9%. Ultimo 2010 bedroeg de dekkingsgraad 113,9%. De benodigde solvabiliteit onder FTK dient zodanig te zijn dat het fonds met 97,5% zekerheid volgend jaar nog voldoende vermogen heeft om de verplichtingen op marktconforme basis over te dragen. De benodigde solvabiliteit wordt bepaald met behulp van een door DNB aangereikt standaardmodel. De benodigde dekkingsgraad op basis van het risicoprofiel van het fonds bedraagt ultimo 2011 116,6%. Eind 2008 was de dekkingsgraad van het fonds gedaald tot onder de minimaal vereiste dekkingsgraad van circa 105%. Begin 2009 is daarom door het fonds een herstelplan ingediend bij DNB. Eind 2009 bedroeg de dekkingsgraad weer meer dan de vereiste dekkingsgraad van 119,2%, Het jaar 2010 werd afgesloten met een dekkingsgraad van 113,9%. De eerste helft van het verslagjaar liet een redelijk stabiele dekkingsgraad zien. Vanaf augustus is een neerwaartse beweging ingezet met als dieptepunt een dekkingsgraad van net minder dan 100% in september 2011. Daarna heeft de dekkingsgraad zich licht hersteld en ultimo het verslagjaar bedraagt deze 102,9%. Dit betekent dat vanaf september 2011 (weer) sprake is van een dekkingstekort. Het eerder ingediende kortetermijnherstelplan is vanaf deze datum weer van toepassing. De daling van de dekkingsgraad kan worden toegeschreven aan een zeer lage rekenrente alsmede een voortdurende malaise op de beleggingsmarkten Het boekjaar 2011 werd afgesloten met een nadelig saldo van 13,8 miljoen. Het gemiddeld rendement op het belegd vermogen op basis van total return bedroeg in 2011: 6,1% (2010: 10,5%). Artikel 129 van de Pensioenwet schrijft voor dat de te ontvangen premie ten minste gelijk dient te zijn aan de conform de ABTN ontvangen kostendekkende premie. Door de waarmerkend actuaris is vastgesteld dat de ontvangen premie ten minste gelijk is aan de kostendekkende premie. Wel heeft het bestuur in november 2011 moeten besluiten om de pensioenpremie in 2012 verder te verhogen van 27,7% naar 28,1% van de pensioengrondslag om zodoende te voldoen aan de eis dat de premie minimaal kostendekkend blijft. Uitvoeringskosten In november 2011 heeft de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden de pensioenfondsen opgeroepen om de kosten van het pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. Deze kosten moeten naar de mening van de Pensioenfederatie volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deelnemers. De aanbevelingen luiden als volgt: Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer. Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen. Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen. Het fonds deelt de mening van de Pensioenfederatie en wenst volledige transparantie te realiseren ten aanzien van deze kosten. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Met onderstaand overzicht geeft het fonds gevolg aan de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. 14

StichtingPensioenfonds Kostenoverzicht 2011 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 1 415,- Vermogensbeheer Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 2 0,14% Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen Niet beschikbaar 1 Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 627.000,- euro. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Het bestuur van het fonds heeft deze aanbeveling niet gevolgd en heeft tevens rekening gehouden met gewezen deelnemers. Het bestuur van het fonds is tot dit besluit gekomen gezien de omvang van het fonds en het relatief grote aantal gewezen deelnemers. 2 Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige beheervergoedingen. Dit betreft een bedrag van 217.000,- euro. De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerder(s) zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn voor verslagjaar 2011 niet beschikbaar. Herverzekering Het fonds is vrijwel volledig zelf risicodragend. Alleen de individuele risico s van overlijden en arbeidsongeschiktheid zijn door middel van een (risico-)verzekering herverzekerd. Ter zake van het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico heeft het fonds ingaande 1 januari 2007 een herverzekeringsovereenkomst met Zwitserleven (onderdeel van SNS Reaal) afgesloten. De contractperiode is vijf jaar. De maximale dekking, ten gevolge van een catastrofe, bedraagt 50 miljoen. De maximale aansprakelijkheid per deelnemer is gelijk aan 2,5 miljoen. Bij het contract is sprake van winstdeling achteraf. De overeenkomst met Zwitserleven is met ingang van 1 januari 2012 verlengd. Hierbij is het bedrag van de maximale aansprakelijkheid per deelnemer verhoogd naar 3 miljoen. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 15

Risicoparagraaf Algemeen Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioenverplichtingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid van het pensioenfonds en de risico s die het pensioenfonds bij de uitvoering van zijn taken loopt. Voor de wijze waarop deze risico s zijn afgedekt en een kwantificering van deze risico s wordt verwezen naar de paragraaf Financiële risico s in de jaarrekening. In 2010 heeft het fonds een risicoanalyse laten uitvoeren door Towers Watson. Uit de analyse blijkt dat het bestuur de risico s niet alleen voldoende onderkent maar ook, voor zover mogelijk, afdekt en beperkt. Het bestuur monitort de risico s op regelmatige basis. Hiervoor heeft het fonds een intern risicobeheersingssysteem opgesteld. Dit interne systeem is in 2012 volledig operationeel. Beleid en risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: ALM-beleid en duration matching; beleggingsbeleid; premiebeleid; toeslagbeleid; herverzekeringsbeleid; beleid ten aanzien van uitbesteding; risicomanagementbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. De invloed van deze sturingsmiddelen op de financiële positie van het fonds wordt jaarlijks geëvalueerd. Bij deze evaluatie speelt zowel de huidige financiële positie, alsmede de financiële positie van het fonds in de toekomst, een rol. Bij de analyse wordt onder meer gebruik gemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario s. Het bestuur heeft in 2010 een nieuwe ALM-studie laten verrichten door Towers Watson. Op basis van deze studie heeft het bestuur geconcludeerd dat de huidige beleggingsmix gehandhaafd wordt. Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de gewenste resultaten leidt, voert het pensioenfonds ten minste eens in de drie jaar een continuïteitsanalyse uit. Het fonds heeft deze continuïteitsanalyse in het jaar 2008 voor het eerst laten uitvoeren door Watson Wyatt (thans Towers Watson). In het kader van het opstellen van het herstelplan is deze continuïteitsanalyse in 2009 geactualiseerd. In 2012 zal wederom een continuïteitsanalyse worden uitgevoerd door Towers Watson. Het financiële model van DNB kent voor een aantal risicocategorieën vastgestelde scenario s ( schokken ). De hoofdletter S, aangevuld met een nummer achter een aantal risicocategorieën vertegenwoordigt de code die DNB in het risicomodel voor de desbetreffende risicocategorie hanteert. Bij de berekening van het vereist eigen vermogen (buffers) past het pensioenfonds de standaardmethode toe op basis van de zogenaamde wortelformule (S1 t/m S6). Kwantitatieve en kwalitatieve toelichtingen van deze risico s zijn opgenomen in de risicoparagraaf in de jaarrekening. In 2012 heeft het bestuur besloten om op basis van actief beheer de risico s bij het bepalen van het vereist eigen vermogen te berekenen. Hierdoor stijgt het vereist eigen vermogen van 116,6% naar 117,1%. Het vereist vermogen wordt berekend op basis van zowel de feitelijke als de strategische beleggingsmix. Doorgaans wordt de hoogste van beide gehanteerd als zijnde het vereist eigen vermogen. 16

StichtingPensioenfonds Financiële risico s Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het fonds betreft de solvabiliteit, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor eventuele toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De solvabiliteit wordt bepaald door de volgende risicocategorieën: Renterisico (S1); Marktrisico op zakelijke waarden (S2); Valuta risico (S3); Grondstoffenrisico (S4); Kredietrisico (S5); Verzekeringstechnisch risico (S6). Renterisico (S1) Pensioenfondsen kennen doorgaans een langere looptijd voor hun verplichtingen dan voor hun bezittingen. Vanwege deze mismatch ondervindt een fonds renterisico. Immers bij een rentedaling zullen de verplichtingen sterker toenemen in waarde dan de bezittingen. Het standaardmodel van DNB bevat voorgeschreven rentescenario s (verschuiving actuele rentetermijnstructuur via voorgeschreven rentefactoren) om het vereist eigen vermogen voor dit risico te bepalen. Om de aanwezige mismatch te beperken, dekt het fonds het renterisico gedeeltelijk - 50% - af. Hierbij wordt een bandbreedte gehanteerd zodat minimaal 45% en maximaal 55% van het renterisico wordt afgedekt. Marktrisico op zakelijke waarden (S2) De waarden van aandelen en onroerend goed zijn onderhevig aan marktfluctuaties. Fondsen die een deel van hun vermogen in dergelijke zakelijke waarden hebben belegd, lopen hierdoor risico. Beleid van het fonds is om deze risico s zoveel mogelijk te spreiden. Valutarisico (S3) Valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen in vreemde valuta verslechtert als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. De kans dat de wisselkoers van vreemde valuta verslechtert ten opzichte van de euro betekent een risico voor een pensioenfonds omdat verplichtingen veelal in euro luiden en bezittingen (deels) in vreemde valuta. Dit risico is van belang voor zowel directe posities in een valuta, als voor beleggingen die gewaardeerd zijn in een andere valuta. Het beleid van het pensioenfonds is om het valutarisico voor 50% af te dekken. Grondstoffenrisico (S4) Fondsen die beleggen in grondstoffen (commodities) lopen het risico dat de waarde van deze beleggingen daalt. Het fonds heeft in 2011 niet in grondstoffen belegd. Kredietrisico (S5) Bij het kredietrisico dient het effect van de kredietwaardigheid van de tegenpartij tot uitdrukking te komen. Het kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze spread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid, risicovrij, tot uitkering zal komen. Het beleid van het fonds bepaalt dat alleen kredieten worden verleend aan hoogwaardige instellingen. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 17

Verzekeringstechnisch risico (S6) Naast de financiële risico s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico s. Binnen het verzekeringstechnische risico worden in principe alleen risico s meegenomen die verband houden met sterfte. Het omvat de risico s als gevolg van afwijkingen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). De sterftetrend zelf dient te worden meegenomen bij de bepaling van de voorziening voor risico fonds. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Het liquiditeitsrisico van het fonds is miniem aangezien de premie-inkomsten hoger zijn dan de pensioenuitkeringen en de uitvoeringskosten. Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Het fonds heeft in de beleggingen spreiding aangebracht. Namelijk een geografische spreiding, spreiding in economische sectoren en spreiding in tegenpartijen. Inflatierisico Het pensioenfonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid en communiceert dit beleid, conform wettelijke voorgeschreven formuleringen, naar alle gewezen deelnemers, slapers en pensioengerechtigden. Door die communicatie is de kans zeer gering dat verwachtingen worden gewekt en juridische claims moeten worden gehonoreerd. Niet financiële risico s Sponsorrisico Het pensioenfonds heeft een directe economische en contractuele band met de werkgever als sponsor van het pensioenfonds. Deze afhankelijkheid vertaalt zich in risico s voor het pensioenfonds, de zogenaamde sponsorrisico s. Voorbeelden van sponsorrisico s zijn onder meer: faillissementsrisico, betalingsonmacht van de sponsor veroorzaakt door negatieve ontwikkelingen bij de sponsor, financieringsrisico, beëindiging van de relatie met de sponsor en belangenverstrengeling tussen het pensioenfonds en de sponsor. Omgevingsrisico Hieronder worden risico s verstaan als gevolg van externe veranderingen. Gedacht kan worden aan veranderingen in de maatschappelijke wens om duurzaam te beleggen. Het fonds heeft een duurzaam beleggingsbeleid geïntroduceerd, dit beleid kan leiden tot een beperkter rendement. Operationeel risico Het operationeel risico is het risico op verlies als resultaat van inadequate of foutieve interne processen, menselijke fouten en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Operationele risico s hebben een negatieve impact op een goede uitvoering van de pensioenregeling. Voor deze operationele risico s geldt wel dat een verregaande reductie onevenredig veel inspanning en kosten met zich mee kan brengen. De operationele uitvoering geschiedt door AZL N.V. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee kwaliteitsgaranties tegemoet te komen heeft AZL er enkele jaren geleden voor gekozen om gecertificeerd te 18

StichtingPensioenfonds worden volgens de richtlijnen van SAS 70. Inmiddels bestaat SAS70 niet meer en is dit per 15 juni 2011 vervangen door de ISAE 3402 rapportage. Belangrijke verschillen tussen beiden rapportages zijn de vereiste verklaring van het management in de ISAE 3402 rapportage de zogenaamde management assertion. En daarnaast het uitvoeren van risicoanalyses. Daar AZL vanaf 2010 beschikt over een zogenaamde In Control Statement heeft de overgang naar ISAE 3402 voor AZL weinig impact gehad. Ook de ISAE 3402 rapportage bestaat uit een type I en een type II verklaring en ook hier worden alleen processen beschreven welke de financiële verantwoording raken. Ook voor 2011 heeft AZL een ISAE 3402 type II rapportage en geeft de directie wederom een In Control Statement af. Het overleggen van de ISAE 3402-verklaring komt tevens tegemoet aan de Beleidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen waarin DNB heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Voorts beschikt het fonds over een intern risicobeheersingssysteem waarin alle procedures zijn beschreven. Uitbestedingsrisico s Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het bestuur heeft voorts geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op administratieve processen, zoals uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen e.d. Het bestuur erkent voorts dat aan de uitbesteding het risico is verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening door AZL N.V. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het fonds zich volledig aan de regelgeving van DNB op het gebied van uitbesteding. Het fonds beschikt voor iedere extern uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de PW bepaalde. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). In een SLA worden tenminste ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie (AO), de autorisatie en procuratiesystemen en de interne controle (IC) van de uitvoerende organisatie. Voor wat betreft de uitbestedingsrisico s kan worden opgemerkt dat het bestuur overleg heeft gevoerd met AZL N.V. over de dienstverlening inclusief de SLA. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee aan kwaliteitsgaranties tegemoet te komen, heeft AZL N.V. ervoor gekozen om gecertificeerd te worden volgens de richtlijnen van ISAE 3402. Voor de meeste relevante processen is een beschrijving van de AO/IC opgesteld, die heeft geleid tot een beschrijving van de beheersingsmaatregelen voor de betreffende processen. Voorts wordt het bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico s en fondssituatie goed te monitoren. IT risico De informatietechnologie is een belangrijke risicocategorie voor pensioenfondsen. Omdat het merendeel van de fondsen de IT hebben uitbesteed, is dit risico tot een uitbestedingsrisico verworden. Dit geldt ook voor Stichting Pensioenfonds Astellas. Integriteitsrisico DNB verstaat hieronder het risico dat de integriteit van het pensioenfonds dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding, een en ander in het kader van weten regelgeving en maatschappelijke en door het fonds opgestelde normen. Bij de beheersing van dit risico kan gedacht worden aan onder meer gedragscodes en procesmatige waarborgen. Het fonds heeft een gedragscode en een compliance beleid opgesteld. Beide zijn een wettelijke verplichting en DNB ziet actief toe op naleving. DNB toetst voorts nieuwe bestuursleden. Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2011 19

Juridische risico s Een pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden. Ten einde dit risico te beperken kan het fonds maatregelen treffen. Eén risico is dat de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Een tweede risico betreft het niet in voldoende mate vorm geven aan consistent beleid, dit maakt het fonds kwetsbaar indien het hierop wordt aangesproken. Een derde risico betreft het niet of onduidelijk communiceren naar partijen. Een vierde risico betreft aansprakelijkheid door het niet of niet goed uitvoeren door partijen die het fonds heeft ingehuurd. Met betrekking tot bovengenoemde risico s heeft het bestuur de volgende maatregelen genomen: 1. Het fonds heeft AZL en Towers Watson als bestuursadviseur aangesteld. AZL en Towers Watson toetsen bij wetswijzigingen de fondsstukken en stellen waar nodig wijzigingen voor aan het Bestuur. 2. Het fonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van dit beleid kunnen volgen. 3. Het fonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Hiernaast heeft het fonds eigen communicatiedoeleinden. 4. Met alle ingehuurde partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft het pensioenfonds activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor er een mechanisme ontstaat van controle van de ene door de andere partij. Jaarlijks vinden er controles plaats door actuaris en accountant op de uitvoering door het fonds. Materiële onvolkomenheden worden door hen gerapporteerd. Het bestuur draagt er zorg voor dat zij voldoende kennis en kunde bezit om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen. De hierboven genoemde risico s zijn niet limitatief maar de juiste afdekking van deze genoemde risico s geven wel een indicatie over de juridische weerbaarheid van het pensioenfonds. 20