Woord vooraf. Ik wens u veel plezier bij het lezen van ons jaarverslag.



Vergelijkbare documenten
MAANDRAPPORT - oktober 2016

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

onze opdracht Ons Agentschap coördineert ook de vrijwillige terugkeer van migranten uit België naar hun land van herkomst.

MAANDRAPPORT - april 2017

Wegwijs in het Europees Vluchtelingenfonds

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

Asiel in België Aangepaste opvang. Directeur Beleidsondersteuning, Fanny François

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

FAQ. Opheffing op vrijwillige basis van de code 207. Fedasil, Dienst Voorbereiding Opvangbeleid >> augustus ²² Thema s:

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016

FAQ Programma voor de hervestiging van vluchtelingen. De OCMW s als partners bij de hervestiging van vluchtelingen

fedasil jaarverslag

fedasil FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE OPVANG VAN ASIELZOEKERS

Informatiesessie Asielcrisis - Spreidingsplan. Februari 2016

PROGRAMMA 2015 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Ce bilan est également disponible en français. This review is also available in English.

WOORD VOORAF // 3. OVER FEDASIL // 7 Missie, Personeel en organisatie, Budget

Vrijwillige Terugkeer. Brussel,

Hoe gebeurt de toewijzing van een asielzoeker door de Dispatching?

Informatieavond opvanginitiatief aan de Rigakaai. 21 december 2015

European Migration Network

Het Belgische asielbeleid

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

fedasil jaarverslag

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

PROGRAMMA 2016 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Asielzoekers CONTEXT Peter Vd Gucht, CM, Rode Kruisopvangcentrum Sint-Niklaas

PROGRAMMA 2016 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Dienst Voogdij. Hoe zal deze dienst je helpen?

4Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Opvang van minderjarige vreemdelingen.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

Informatiesessies De asielcrisis in de lokale context. 26 november 2015

WEGWIJZER VOOR NIET-BEGELEIDE BUITENLANDSE MINDERJARIGEN IN BELGIË

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW.

Asielaanvragen en beschermingsgraad januari 2016

Fedasil uitgenodigd op tuberculose teamdag

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Inhuldiging van het kinderdagverblijf van het opvangcentrum voor asielzoekers in Rixensart

KLIK OM DE STIJL TE BEWERKEN. Winter

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Vluchtelingencrisis: gisteren, vandaag, morgen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

PROGRAMMA 2014 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Monitoring asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden

PROCEDURE 23/07/2015: Overgang NBMV. Om toegewezen te worden aan een individuele opvangstructuur, moet de NBMV (cumulatieve voorwaarden) :

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

De wet over de opvang van asielzoekers

Attest van Immatriculatie

Welkom! infoavond Zedelgem

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

BALANS 2015 Opvang van asielzoekers en Vrijwillige terugkeer

(Nieuwe) asielzoekers zonder toewijzing opvangstructuur

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Contact. Fedasil Hoofdzetel Kartuizersstraat 21 B-1000 Brussel T F

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Opvang in begeleide autonomie voor NBBM, georganiseerd door een opvangpartner. Algemene principes voor de derde opvangfase.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

INDIVIDUELE OPVANG VAN ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Profiel van de personen in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 januari 2016

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

3. Opvang en begeleiding van vluchtelingen

Vluchtelingen: traject, statuut, sociale rechten..? in samenwerking met:

België en migratie. Dienst Vreemdelingenzaken

Openbare vergadering

Van opvang naar samenleven Inspirerende beleidsverhalen en praktijken voor de lokale integratie van vluchtelingen

België en migratie. Dienst Vreemdelingenzaken

Omzendbrief betreffende de verblijfsregularisatie om medische redenen en de invloed daarvan op het recht op maatschappelijke dienstverlening

Opening van een opvangstructuur voor asielzoekers

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 3. Lijst met gebruikte afkortingen 5. Inhoudstafel 7. Hoofdstuk I Inleiding 13. Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15

HET SPREIDINGSPLAN, WAT IS DAT PRECIES?

2 Migratie. Laatste update Inhoud

Dienst Ons kenmerk datum Bijlage(n) OCMW Wetgeving november

BALANS 2017 Opvang - Hervestiging & herplaatsing - Vrijwillige terugkeer

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Jaarverslag 2012 // Opvang van asielzoekers. jaarverslag Opvang van asielzoekers en Vrijwillige terugkeer 2012

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

sociaal centrum Plein Expertise centrum ondersteuning precair verblijf

Versie juli 2015 Maatschappelijke dienstverlening WEGWIJS IN. maatschappelijke dienstverlening

Transcriptie:

01 Woord vooraf 01 02 OVER FEDASIL 02 Opdracht 02 Organigram 04 Personeel 05 Enaro 07 Strategische projecten 08 Financiën 10 03 DE OPVANG IN 2008 12 Tendensen 12 Verzadiging van het opvangnetwerk 14 Evaluatie van de opvangwet 15 Toewijzingen 17 Opvangnetwerk 18 Profiel van de opgevangen personen 21 Het leven in een opvangcentrum 22 Niet-begeleide minderjarigen 25 Buurtinitiatieven 27 Overeenkomsten 28 Statistieken 30 04 VRIJWILLIGE TERUGKEER 38 05 EUROPEES VLUCHTELINGENFONDS (EVF) 42 06 NUTTIGE ADRESSEN 46 Ce Rapport annuel est également disponible en français. A concise version of this annual report is also available in English. Verantwoordelijke uitgever: Isabelle Küntziger, directeur-generaal Redactieverantwoordelijke: Mieke Candaele Redactionele coördinatie: Benoît Mansy, Tine Provoost Met dank aan: Philippe Buze, Abdel- Ilah El Abbassi, Eric Lemmens, Liesbet Van der Flaes, Carine Vanoverschelde et Kristien Vellemans. Grafische vormgeving: Signélazer Foto s: Denis Erroyaux Cover: Layla Aerts Andere foto s: Patricia De Rycke (p. 1, 7, 9, 11, 16, 23, 26, 37), Layla Aerts (p. 29) Grafieken: geven de situatie eind december 2008 weer (tenzij anders vermeld) Druk: Geers Offset (gedrukt op gerecycleerd papier) Vertaling: Alias Languages. Alle rechten voorbehouden / Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Brussel, mei 2009

fedasil JAARVERSLAG 2008 01 Woord vooraf Kruis, de OCMW s, de ngo s) en aan de nieuwe vormen van samenwerking die tot stand kwamen, zoals met de sector van de daklozenopvang. Iedereen toonde zich bereid om samen naar oplossingen te zoeken, en dat is ook in 2009 nog steeds het geval. 2008 was ook het jaar waarin Fedasil de nieuwe opvangwet voor het eerst heeft geëvalueerd. Deze wet werd van kracht in mei 2007, samen met de hervormde asielprocedure. De opvangwet is ambitieus maar ze is nog niet tot volle wasdom gekomen omdat er nog een hele reeks uitvoerbesluiten moet worden goedgekeurd. Alleen door te evalueren hoe de opvangwet in al haar aspecten op het terrein wordt toegepast, kunnen we de opvang in België verbeteren. We hebben de eerste evaluatie-oefening tot een goed einde gebracht en alvast enkele aandachtspunten geïdentificeerd. Ik heb het genoegen om u het zevende jaarverslag voor te stellen van Fedasil, het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers in België. 2008 was zonder twijfel een bijzonder jaar voor Fedasil en voor de hele sector van de opvang van asielzoekers. Wij moesten een antwoord zien te bieden op het groeiende aantal asielaanvragen en op de steeds langere verblijven in de opvangstructuren. De maatregelen die we hebben genomen om snel te zorgen voor voldoende extra opvangcapaciteit komen in dit jaarverslag aan bod. Wat mij vooral is bijgebleven van het voorbije jaar is het uitzonderlijke engagement van de verschillende betrokkenen. Ik denk dan vooral aan onze medewerkers op het terrein, in de opvangcentra, die hun uiterste best hebben gedaan om met de nodige creativiteit een maximum aantal bedden te kunnen plaatsen. Ik denk ook aan de inspanningen van al onze partners (het Belgische Rode Laten we gewoon de tijd nemen om de opvangwet te kunnen uitvoeren en intussen verder werken. Maar we moeten ons wel afvragen welke middelen nodig zijn om de wet te kunnen toepassen en ook lessen trekken uit de overbezetting van het opvangnetwerk. Tot slot vindt U in deze publicatie naast de belangrijkste tendensen en cijfergegevens voor 2008 ook nog bijdragen over onderwerpen zoals de vrijwillige terugkeer, de opvang van niet-begeleide minderjarigen en het Europees Vluchtelingenfonds. Ik wens u veel plezier bij het lezen van ons jaarverslag. Isabelle Küntziger, Directeur-generaal van Fedasil.

Over Fedasil Opdracht Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) is een instelling van openbaar nut van type A, onder het toezicht van de minister van Maatschappelijke Integratie, Marie Arena. 01

fedasil 01 jaarverslag 2008 Over Fedasil 03 Fedasil verleent materiële hulp aan asielzoekers in België, maar ook aan niet-begeleide buitenlandse minderjarigen (al dan niet asielzoekers), aan uitgeprocedeerde vreemdelingen voor wie de materiële hulp werd verlengd en aan minderjarigen van wie de ouders illegaal op het grondgebied verblijven en van wie een OCMW heeft aangetoond dat ze hulpbehoevend zijn. Fedasil zorgt, rechtstreeks of samen met zijn partners, voor een kwaliteitsvolle opvang en begeleiding. Het Agentschap staat ook in voor de observatie en oriëntatie van nietbegeleide buitenlandse minderjarigen. Fedasil draagt bij tot het ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren van het opvangbeleid. Bovendien coördineert het Agentschap de programma s voor vrijwillige terugkeer. Fedasil is in België de verantwoordelijke overheid voor het Europees Vluchtelingenfonds (EVF).Ten slotte werkt Fedasil, in het kader van verschillende initiatieven, ook aan de integratie van de opvangcentra in de lokale gemeenschappen. Fedasil is bevoegd voor de toewijzing van een verplichte plaats van inschrijving voor asielzoekers: het is in de opvangstructuur die aan hem/haar werd toegewezen dat de asielzoeker materiële hulp kan ontvangen. Fedasil organiseert ook de betaling van het zakgeld en het verrichten van de gemeenschapsdiensten (taken waarvoor de bewoner van een opvangcentrum een financiële bijdrage ontvangt). Fedasil draagt bij tot het ontwerpen, voorbereiden en uitvoeren van het opvangbeleid. Resettlement, een nieuwe uitdaging Op 10 en 11 april 2008 organiseerde Fedasil, samen met het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), een conferentie in Brussel over resettlement (of hervestiging) van vluchtelingen. Resettlement betekent dat erkende vluchtelingen die niet terug kunnen naar hun eigen land, maar zich ook niet kunnen integreren in de regio waar ze zijn opgevangen omdat die niet veilig is of geen perspectieven biedt, in een derde land worden opgevangen. Dit land is bereid de vluchtelingen permanent op te nemen en een nieuwe start aan te bieden. Deze conferentie gaf Fedasil de kans om pro-actief te zijn ter zake, expertise op te bouwen en het overleg tussen de verschillende opvang- en integratiepartners te bevorderen. Fedasil en het CGVS zijn sinds maart 2007 betrokken bij het project Durable Solutions in Practice. Dit project wordt gefinancierd door het Europees programma ARGO en wordt geleid door het Nederlandse COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers), in samenwerking met partners in Tsjechië en in Roemenië. Het project werd afgesloten met een slotconferentie in Boekarest op 9 mei 2008. Ons land nam actief deel aan de verschillende activiteiten van het project. Fedasil stuurde in 2007 enkele medewerkers op observatiemissie om de selectie van Birmaanse vluchtelingen te onderzoeken die in kampen in Thailand verbleven en te volgen hoe ze in Nederland opgevangen werden. Dankzij het Europees project Durable Solutions in Practice beschikt België nu over de kennis en de instrumenten om hervestigde vluchtelingen te helpen zich in België te integreren. Fedasil zal in de toekomst blijven meewerken aan uitwisselingsprogramma s rond resettlement om zijn kennis verder uit te breiden.

04 Organigram Het directiecomité van Fedasil is samengesteld uit de directeur-generaal en drie directies die elk geleid worden door een directeur die houder is van een managementfunctie -1. - de directie Netwerkbeheer en controle, - de directie Operationele diensten, - de directie Algemene diensten, De directie Netwerkbeheer en controle vertegenwoordigt Fedasil in zijn rol als regisseur van de opvang. Ze organiseert overlegvergaderingen met de opvangpartners. De directie Operationele diensten staat in voor de operationele organisatie van de opvangcentra die rechtstreeks door Fedasil worden beheerd. Ze vertegenwoordigt Fedasil in zijn rol als actor van de opvang. De directie Algemene diensten zorgt voor het operationele management van Fedasil op het vlak van human resources, begroting, ICT en infrastructuur. De directeur Communicatie neemt deel aan het directiecomité met adviserende stem. Reorganisatie De directie Netwerkbeheer en controle ontwikkelde een nieuw organigram en bestaat sinds juli 2008 uit drie pijlers: de dienst Voorbereiding opvangbeleid (studie, analyse en beleidsvoorbereiding inzake opvang), de Delegatiedienst (beheer van overeenkomsten met de opvangpartners) en de dienst Netwerkbeheer (beheer van de capaciteit van het opvangnetwerk, Dispatching en de regionale bureaus). Deze worden verder aangevuld met twee stafdiensten: Kwaliteitszorg en Medische coördinatie. Centraal bij de reorganisatie van de directie Operationele diensten staat de creatie van vier desks. Bedoeling van deze desks is om een directe link te vormen tussen de hoofdzetel en de opvangcentra. Elke desk bestaat uit één persoon die verantwoordelijk is voor vier of vijf opvangcentra. De deskverantwoordelijke houdt de verschillende centrale diensten op de hoogte van wat er in de centra leeft en wat de moeilijkheden zijn. Daarnaast moet hij ook de richtlijnen en beslissingen van de hoofdzetel duiden en deze helpen te realiseren in de opvangcentra. DESK 1 DESK 2 DESK 3 DESK 4 Kapellen, Ekeren, Broechem, Arendonk, Sint-Truiden Klein Kasteeltje, Steenokkerzeel, Neder-over-Heembeek, Sint-Pieters-Woluwe Jodoigne, Rixensart, Florennes, Morlanwelz Pondrôme, Charleroi, Bovigny, Sugny, Virton Elke desk volgt ook een welbepaald thema en dit voor alle opvangcentra. Voorbeelden van zulke thema s zijn het responsabiliseren van de bewoners, de begeleiding van mensen met psychologische problemen, het opvolgen van het sanctiebeleid, het ontwikkelen van een beleid voor alleenstaande minderjarigen, de vrijwillige terugkeer Directeur-generaal Isabelle Küntziger Juridische Dienst Dienst Communicatie Dienst Interne Audit Dienst veiligheid en preventie Directie algemene Diensten (Vacant) Directie netwerkbeheer en controle Fanny François Directie operationele Diensten Joan Ramakers * (ai) Human Resources Medische coördinatie Support ICT Kwaliteitszorg Federale centra Begroting en Financiën Voorbereiding opvangbeleid Desks Infrastructuur Delegatie Netwerkbeheer * Situatie eind 2008. In mei 2009 werd Michael Kegels benoemd tot directeur Operationele diensten van Fedasil

fedasil jaarverslag 2008 01 Over Fedasil 05 Personeel Eind december 2008 werkten er 1 069 personen (947 voltijdse equivalenten) bij Fedasil. Het aantal voltijdse equivalenten is in vergelijking met vorig jaar gestegen met 22. Bij Fedasil werken er iets meer vrouwen dan mannen: 547 vrouwelijke medewerkers tegenover 522 mannelijke medewerkers. Er werken meer vrouwen dan mannen in de niveaus A en B. Dit komt omdat in de opvangcentra het personeel van niveau B hoofdzakelijk bestaat uit maatschappelijk werksters en verpleegsters. In de niveaus C en D zijn de mannen dan weer talrijker dan de vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij Fedasil is 37 jaar. In vergelijking met het klassieke openbare ambt heeft Fedasil een groot personeelsverloop. In 2008 hebben 161 personeelsleden Fedasil verlaten en zijn er 172 personeelsleden in dienst getreden. Dat grote personeelsverloop is te verklaren door de lage gemiddelde leeftijd van de personeelsleden en door het contractuele statuut, waardoor werknemers sneller de kans grijpen om elders carrière te maken. Selectie en ontwikkeling Fedasil organiseerde in 2008 verschillende opleidingen voor zijn personeel. Heel wat opleidingen (PC-vaardigheden, assertiviteitstraining, management opleidingen) worden georganiseerd in samenwerking met het OFO, het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid. Indien nodig wordt er voor een cursus een beroep gedaan op externe lesgevers. Dit is onder meer het geval voor de studiedagen rond interculturaliteit. De opleidingen leggen de nadruk vooral op die landen die het meest vertegenwoordigd zijn in de opvangcentra. Telkens komt de specifieke culturele, politieke en sociale context van de regio aan bod. Zo vond in 2008 een eerste studiedag over Tsjetsjenië plaats. Deze opleiding richt zich tot alle personeelsleden van Fedasil die rechtstreeks met asielzoekers werken. Bij heel wat opleidingen maakt Fedasil ook gebruik van de ervaring en kennis van het eigen personeel. Zo werd met verschillende interne trainers een opleiding slecht- Aantal voltijdse equivalenten (VTE) Arendonk 38,0 Bovigny 36,7 Broechem 43,2 Charleroi 31,0 Ekeren 21,3 Florennes 63,4 Jodoigne 39,4 Kapellen 72,6 Morlanwelz 39,3 Neder-over-Heembeek 33,7 Klein Kasteeltje 108,9 Pondrôme 27,7 Rixensart 40,6 Sint-Truiden 83,9 Steenokkerzeel 29,5 Sugny 22,9 Virton 28,8 Sint-Pieters-Woluwe 19,0 Hoofdzetel * 167,3 Totaal 947,3 Basil In de zomer van 2008 verscheen het eerste nummer van Basil, het nieuwe personeelsblad van Fedasil. Eén van de belangrijkste conclusies van de personeelsenquête in 2007 was immers dat er nood was aan meer samenwerking en communicatie: tussen de verschillende diensten van de hoofdzetel onderling, maar vooral tussen de hoofdzetel en de opvangcentra. Het personeelsblad verschijnt vier keer per jaar en elke medewerker van Fedasil ontvangt een eigen gedrukt exemplaar. * Inbegrepen dienst Dispatching, cel TBC, cel Medische kosten en ICT zones

06 nieuwsgesprekken op poten gezet, vooral bedoeld voor de maatschappelijk werkers in de centra. Begin 2008 was er een studiedag over psychologische problematieken bij asielzoekers voor de verpleegkundigen en artsen van Fedasil. Met name twee medewerkers van Fedasil (van de opvangcentra in Broechem en Steenokkerzeel) hebben hun ervaring en kennis gedeeld met hun collega s. Tijdens de zogenaamde basisintroductiedagen maken alle nieuwe medewerkers van Fedasil kennis met de asielprocedure en partnerorganisaties en bezoeken ze het Klein Kasteeltje, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen en de Dienst Vreemdelingenzaken. Om ervoor te zorgen dat het personeel van de hoofdzetel goed op de hoogte is van wat precies het werk van de collega s in de centra inhoudt, wordt er daarnaast voor de nieuwkomers op de hoofdzetel telkens een praktische stageweek in een opvangcentrum georganiseerd. Doel is om de centrale en decentrale diensten van het Agentschap dichter bij elkaar te brengen. Medewerkers van Fedasil die vrijwillig vertrekken, worden uitgenodigd voor een gesprek om de redenen van hun vertrek wat meer toe te lichten. Die informatie wordt nadien gebruikt om het beleid nog beter af te stemmen op de noden van de medewerkers. In 2008 waren het vooral opvangmedewerkers, begeleiders, dienstcoördinatoren en maatschappelijk werkers die vrijwillig de organisatie verlieten. Er werd met 53 onder hen een vertrekgesprek gevoerd. Daaruit bleek dat 32 % van de ondervraagden vertrok wegens betere loopbaanperspectieven elders en 16 % omwille van een beter woonwerktraject. Net niet de helft van hen (49 %) vertrok naar een andere overheidsinstelling (federaal: 30 %, niet-federaal: 19 %), 24 % vond een nieuwe job bij een vzw of een ngo, 22 % ging aan de slag in de private sector. Extra werkdruk voor het personeel In 2008 nam Fedasil, in afwachting van meer structurele oplossingen voor de verzadiging van het opvangnetwerk, verschillende maatregelen om zo veel mogelijk personen op te vangen. Dit had gevolgen voor het personeel van Fedasil: bovenop het dagelijkse werk moesten ze instaan voor extra taken, wat een gevoelige toename van de werkdruk teweegbracht. Eind 2008 kampten de meeste federale opvangcentra met een bezettingsgraad van meer dan 100 %. Heel wat personeelsleden van de hoofdzetel staken vrijwillig een handje toe bij het onthaal op de dienst Dispatching of bij de noodopvang van CASU (Brussel). Leeftijdspiramide Leeftijd + 60 8 9 totaal 17 55-59 22 30 52 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 - 25 127 111 84 66 50 38 41 24 36 61 64 66 99 133 74 102 130 183 260 177 74 Verdeling mannen / vrouwen volgens graad Graad Federale centra Hoofdzetel Totaal M V M V Niveau A 29 35 22 40 126 Niveau B 57 168 30 33 288 Niveau C 235 186 23 22 466 Niveau D 121 56 5 7 189 547 522 Vrouwen Mannen 1069 Totaal 442 445 80 102 1069

fedasil jaarverslag 2008 01 Over Fedasil 07 Enaro Net als de voorbije jaren nam Fedasil ook in 2008 deel aan het uitwisselingsprogramma van Enaro. In de lente was het thema van de uitwisseling Bewoners met problematisch gedrag en in de herfst was dat Empowerment. Enaro (European Network of Asylum Reception Organisations) is een Europees netwerk van nationale organisaties die asielopvang organiseren. Twee keer per jaar reizen medewerkers van de Enaro-landen naar een ander land voor een praktische stage. Op het einde van elk jaar ontmoeten alle deelnemers elkaar op een slotconferentie in Tsjechië. In 2008 telde het netwerk 15 landen: België, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Italië, Nederland, Noorwegen, Spanje, Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Zweden, Zwitserland, Finland en Malta. In de lente stuurde Fedasil twee medewerkers naar Spanje en Slovakije en kwamen er collega s uit Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk voor een studiebezoek naar België. In de herfst verbleven collega s uit Slovakije en Spanje enkele dagen in het opvangcentrum in Broechem, waar ze onder meer deelnamen aan groepssessies met de bewoners rond drugspreventie, stress en seksuele voorlichting. Vanuit België vertrokken medewerkers naar Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Getuigenis Freya De Lombaerde, maatschappelijk werker bij de CADE (de NBMA-vleugel van het Klein Kasteeltje), bezocht in het najaar van 2008 het centrum voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers in Appledore, Kent. Appledore is een observatiecentrum voor jongens van 16 tot 18 jaar. Ze leren er opkomen voor zichzelf. De jongeren nemen deel aan groepsactiviteiten, krijgen verantwoordelijkheden én een intensieve training. Dit gaat van taallessen over EHBO tot brandbestrijding en drugspreventie. Op korte tijd verwerven ze een reeks vaardigheden met het oog op hun toekomst. Alles gebeurt in een gezellig, bijna familiaal kader dat de jongeren een gevoel van veiligheid moet geven. In het centrum leven twee katten. Het huisreglement wijst erop dat ze deel uitmaken van de unit. Zo leren ze de jongeren dat dierenmishandeling strafbaar is in de Britse maatschappij. Het reglement benadrukt ook andere waarden, zoals de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, herinnert Freya zich. Ook nuttig is het gebruik van checklists, die ik ook intensiever wil gebruiken in ons centrum. En, met de observatietechnieken uit het Verenigd Koninkrijk in het achterhoofd, ben ik alerter voor het gedrag van onze jongeren, besluit Freya.

08 De strategische projecten van Fedasil Het zijn veranderprojecten: ze hebben een concrete impact op het dagelijkse leven van het personeel, de partners en de begunstigden van de opvang. De strategische visie van Fedasil wordt omgezet in de praktijk aan de hand van veertig projecten. Het gaat om veranderprojecten: ze hebben een concrete impact op het dagelijkse werk van het personeel, de partners en de begunstigden van de opvang. De projecten werden gegroepeerd in 6 programma s: 1 De opvangwet uitvoeren 2 De band tussen Fedasil en zijn personeel versterken, zorgen voor meer flexibiliteit en mobiliteit 3 De rol van regisseur (beheerder van het opvangnetwerk) van Fedasil bevestigen 4 Nieuwe uitdagingen aangaan 5 Een nieuw beheersmodel ten uitvoer brengen 6 De beheers- en ondersteunings instrumenten verbeteren Verschillende projecten zijn voortgevloeid uit de BPR ( Business Process Reengineering ), het verbeterprogramma dat Fedasil samen met de FOD Personeel & Organisatie heeft uitgevoerd van 2005 tot oktober 2008. Andere projecten werden door Fedasil zelf gelanceerd of zijn het gevolg van een politiek initiatief, zoals het project resettlement (zie pagina 3), en het project evaluatie van de opvangwet, terug te vinden op pagina 15.

fedasil jaarverslag 2008 01 Over Fedasil 09 Marc Doorenbos Marc Doorenbos is verantwoordelijk voor de PMO (Project management office). Hij coördineert de uitvoering van de strategische projecten bij Fedasil. De projecten hebben elk een eigen planning en bevinden zich in verschillende stadia. Sommige zijn al beëindigd en de resultaten ervan worden geïntegreerd in de structurele werking van Fedasil. Wat is het vertrekpunt van de strategische projecten? Marc Doorenbos: De strategische projecten vormen de motor van de veranderingen die worden voorgesteld in het beleidsplan van Fedasil. De opdracht en de visie van dat plan worden uitgevoerd aan de hand van zes assen die overeenkomen met de strategische programma s. Deze projectmatige aanpak laat ons toe om efficiënter te werken en resultaten te boeken binnen de geplande termijnen. Door de verzadiging van het opvangnetwerk staat Fedasil voor een nieuwe uitdaging. We moeten ons aanpassen en organiseren, de overbezetting onder controle houden, alternatieven uitwerken en zo goed mogelijk de inen uitstromen beheersen. Een task force werd opgericht om de krachten te bundelen, beter te overleggen en doelgerichter te werken. Hieruit ontstond een nieuw strategisch project, namelijk de permanente observatie van de bezetting en de in- en uitstromen. Dit project laat ons toe om zeer snel en in nauw overleg met de overheden gepaste maatregelen te treffen. De prioriteiten moeten dus worden aangepast aan de actualiteit? «Men moet inderdaad rekening houden met het dwingende karakter van de crisissituatie en met de politieke realiteit. Naast het project resettlement hebben vandaag de projecten voorrang waarmee we de overbezetting moeten aanpakken en de in- en uitstromen controleren. Maar dat neemt niet weg dat ook de projecten waarmee Fedasil zijn wettelijke en reglementaire verplichtingen moet nakomen, nog steeds prioritair blijven. Wat is de rol van het personeel? De directie wil er zo veel mogelijk collega s bij betrekken. In 2007 was slechts een kleine groep betrokken bij de BPR. Vandaag hebben we het aantal betrokken medewerkers uitgebreid naar zo n 150. Hoe kunnen we de acute uitdagingen verzoenen met strategische langetermijnprojecten? Dat is inderdaad een belangrijk aandachtspunt: verschillende collega s moeten zich zowel bezighouden met de dringende behoeften als met één of meerdere strategische projecten. Ondanks onze inspanningen heeft de uitvoering van sommige projecten vertraging opgelopen en hebben we een nieuwe planning moeten uitwerken. Maar ik denk dat de ervaring die we verwerven bij het beheren van de huidige crisis ons ook sterker maakt. Aan ons om ervoor te zorgen dat deze ervaring de basis wordt voor nieuwe verbeterprojecten.

10 Financiën Ontvangsten In 2008 bedroeg het totale budget van de ontvangsten van Fedasil 241 994 903 euro die als volgt zijn verdeeld: Federale dotatie 237 085 000 Bijdrage van het Europees Vluchtelingenfonds 3 330 113 Diverse eigen ontvangsten 801 110 Subsidie RVA 778 680 Uitgaven In 2008 bedroeg het totale budget van de uitgaven van Fedasil 242 909 658 euro die als volgt zijn verdeeld: Personeelskosten De personeelskosten (zo n 41,12 miljoen euro) dekken voornamelijk de lonen en vergoedingen van het personeel. Werkingskosten Het budget van de werkingskosten (zo n 34,19 miljoen euro) van de federale opvangcentra en de hoofdzetel dekt de volgende kosten: Huur, kosten, onderhoud en herstellingen 6 920 223 Kantoorkosten 980 933 Kosten voor publicaties en publiciteit 172 782 Geschillen 168 000 Financiële kosten 107 500 Andere prestaties en werken van derden 615 000 Kosten voor de huisvesting van asielzoekers 14 143 980 Medische kosten voor asielzoekers 11 082 417 Investeringskosten Fedasil beschikt over bijzondere kredieten (zo n 2 miljoen euro) om de investeringen van de federale opvangcentra en van de hoofdzetel te financieren. Uitgaven aan derden (de opvangpartners) Als coördinator van het opvangnetwerk geeft Fedasil subsidies (zo n 161,7 miljoen euro) om de asielopvang door andere structuren en het programma voor vrijwillige terugkeer te financieren. In 2008 werden die subsidies als volgt verdeeld: 53 % aan de OCMW s, 43 % aan het Belgische Rode Kruis en aan ngo-partners, 3 % aan de ngo s voor het programma voor vrijwillige terugkeer en 1 % aan de gemeenten die een opvangcentrum op hun grondgebied hebben. Europees Vluchtelingenfonds (EVF) Als verantwoordelijke in België voor het beheer van het EVF beschikt Fedasil over de financiële middelen die de Europese Unie hiervoor aan België geeft. Die middelen dienen om de uitgaven te dekken van organisaties die een EVF-project uitvoeren (3,9 miljoen euro). Budget 2008 Personeelskosten 16,9 Werkingskosten 14,1 Investeringskosten 0,8 Uitgaven ten bate van derden (de opvangpartners) 66,6 EVF 1,6 % - - - - - - - - - - - - - - - - - - Totaal 242 909 658

fedasil jaarverslag 2008 01 Over Fedasil 11 29 oktober 2008, Brussel: het personeel van Fedasil eist voor het kabinet van Minister Arena bijkomende middelen om de verzadiging van het opvangnetwerk te bestrijden. 20 juni 2008, station Gent-Sint-Pieters: ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag wordt een wereldvluchtelingenkrant uitgedeeld.

De opvang in 2008 Tendensen 2008 werd gekenmerkt door een stijging van de bezetting in alle opvangstructuren van Fedasil en zijn partners. Eind december werden 16 281 personen opgevangen voor een totale capaciteit van 15 862 plaatsen, dat betekent een bezettingsgraad van 102,6 %. 02

fedasil 02 jaarverslag 2008 De opvang in 2008 13 In 2008 hebben 12 252 personen asiel aangevraagd in België (ongeveer 15 600 personen als we de partners en kinderen meetellen). Dat is een stijging met bijna 10 % ten opzichte van 2007. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van het toenemende aantal meervoudige aanvragen: meer dan een kwart van de mensen die in 2008 asiel aanvroeg, had al eerder een aanvraag ingediend in België. In 2008 kreeg 28,6 % van de asielzoekers het statuut van vluchteling of subsidiaire bescherming (meer informatie: www.cgvs.be). In de Europese Unie werden 238 082 asielaanvragen geregistreerd (6 % meer ten opzichte van 2007). De belangrijkste landen die asielzoekers opvangen zijn Frankrijk (35 160 aanvragen), Italië (31 160) en het Verenigd Koninkrijk (30 550). België staat op de 9de plaats (van de 27). In verhouding tot hun totale bevolking hebben Malta, Cyprus en Zweden de meeste asielzoekers opgevangen in 2008. België staat hier op de zesde plaats, met een verhouding van 11,5 asielaanvragen per 10 000 inwoners (tegenover 10,5 in 2007). Verschillende redenen verklaren de daling van de vertrekken en dus de verlenging van de verblijfsduur in een opvangstructuur. Sinds de hervorming van de asielprocedure (juni 2007) blijven de asielaanvragers immers tijdens de hele procedure in het netwerk. Verschillende categorieën van personen blijven ook langer in de opvangstructuren: dat is het geval voor mensen die bij de Raad van State beroep hebben aangetekend in het kader van de oude asielprocedure (21,5 % van de bewoners, eind 2008) of voor minderjarige kinderen die samen met hun ouders illegaal in het land verblijven (6,7 % van de bewoners). Een andere vaststelling is dat mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen (vluchtelingen, geregulariseerden) niet snel een woning vinden aan een aanvaardbare huurprijs of geen huurwaarborg kunnen betalen. In dit opzicht stelt Fedasil alles in het werk om deze mensen sneller te helpen. Hierbij dient benadrukt dat alle personen die onderdak krijgen van Fedasil en zijn partners recht hebben op opvang. De toename van het aantal asielaanvragen (en dus van de aankomsten in de opvangstructuren) is een van de oorzaken van de hoge bezettingsgraad van het opvangnetwerk. In het algemeen is de stijging van deze bezettingsgraad te wijten aan het feit dat het aantal vertrekken kleiner is dan het aantal aankomsten: een totaal van 12 731 aankomsten tegenover 10 803 vertrekken in 2008. De verschillende statistieken van 2008 vindt u op pagina 29-35. De maatregelen van Fedasil om de verzadiging van het opvangnetwerk het hoofd te bieden zijn beschreven op pagina 14-15.

14 Verzadiging van het opvangnetwerk In de loop van 2008 nam Fedasil verschillende maatregelen die het gebrek aan opvangplaatsen moesten compenseren. Eind oktober keurde het Agentschap een actieplan goed om dit probleem aan te pakken. Er werd ook een task force samengesteld. Het creëren van overcapaciteit in de federale opvangcentra was een van de eerste maatregelen die Fedasil nam om zoveel mogelijk plaatsen te kunnen aanbieden. In een eerste fase werd een tijdelijk noodcentrum geopend op het militaire domein van Lombardsijde (zomer 2008). Later werden extra plaatsen gecreëerd in de centra van Broechem en Bovigny. De overbezetting werd vervolgens uitgebreid tot alle opvangcentra. Eind 2008 bedroeg de bezettingsgraad in de federale opvangcentra 107 %. Om alle aspecten van deze crisissituatie te beheren besloot het directiecomité van Fedasil eind oktober 2008 om een werkgroep op te richten ( task force ) die belast werd met de ontwikkeling van een actieplan rond zes assen. De task force was samengesteld uit directeurs van opvangcentra en medewerkers van de hoofdzetel van het Agentschap. Isabelle Plumat, directrice van het opvangcentrum van Neder-over-Heembeek, stond in voor de coördinatie van de acties. De task force, een tijdelijke werkgroep, voltooide haar werkzaamheden in maart 2009. De acties werden voortgezet door verschillende diensten van het Agentschap. Eind 2008 bedroeg de bezettingsgraad in de federale opvangcentra 107% Stand van zaken van de realisaties in 2008, voor elk van de 6 assen: 1. De overbezetting Bedoeling was om met de beschikbare middelen zoveel mogelijk extra plaatsen te creëren in de federale centra, bijvoorbeeld door extra bedden te plaatsen in de kamers of door gemeenschappelijke ruimtes om te vormen tot kamers. Eind 2008 waren op die manier bijna 270 plaatsen beschikbaar. De centra kregen een werkingsbudget en extra personeel. De maatregel heeft echter een grote impact op de bewoners en biedt ook operationele risico s die de kwaliteit van de opvang in het gedrang brengen. Ze kan dan ook slechts tijdelijk worden toegepast tot er meer structurele oplossingen voorhanden zijn. 2. De noodopvang Er werden noodbedden ter beschikking gesteld van asielzoekers aan wie de Dispatching niet onmiddellijk een plaats in een gewone opvangstructuur kon toewijzen. Het ging om 200 plaatsen verdeeld over Casu (huisvesting voor daklozen in Brussel, in het kader van het winterplan) en 12 plaatsen in het OCMW van Molenbeek. Er werd ook een noodopvang ingericht in een vleugel van het Klein Kasteeltje (112 plaatsen eind 2008), en ook in het transitcentrum van Woluwe werden ongeveer 100 plaatsen gecreëerd. Deze noodopvang wordt zo kort mogelijk gehouden, in afwachting van een plaats die vrijkomt in het traditionele netwerk. De opvang gebeurt in precaire omstandigheden, al zijn er verenigingen die een minimale juridische dienstverlening organiseren. 3. Het wettelijk kader Eind november stuurde Fedasil instructies naar alle opvangstructuren om code 207 voor sommige categorieën van bewoners (gezinnen die minstens 4 jaar wachten op een beslissing, alleenstaanden die minstens 5 jaar wachten) op te heffen. De betrokkenen hebben dan recht op maatschappelijke hulp van het OCMW van hun verblijfsplaats en moeten dus de opvangstructuur verlaten.

fedasil 02 jaarverslag 2008 De opvang in 2008 15 In totaal waren 583 mensen betrokken bij deze maatregel. De idee bestond erin om in het netwerk plaatsen vrij te maken door het wettelijke kader te gebruiken voor mensen die financiële steun konden genieten. In 2008 werd nagegaan of deze maatregel ook kon worden uitgebreid tot andere categorieën van bewoners. 4. Het vertrek bespoedigen Bedoeling is om bewoners met een verblijfsvergunning (erkende vluchtelingen, mensen die subsidiaire bescherming genieten of geregulariseerden) sneller te laten vertrekken uit de opvangstructuren. De huisvestingscellen die in de centra werden opgericht stellen zich tot doel deze mensen te helpen bij het zoeken naar een woning. De mensen met een verblijfsvergunning krijgen twee maanden de tijd om de opvangstructuur te verlaten. 5. De externe diensten De verschillende humanitaire organisaties (en ook particulieren) werden in kaart gebracht. Het resultaat was een lijst met mogelijke gebouwen voor nieuwe opvangplaatsen. 6. De Dispatching Omdat de dienst Dispatching van Fedasil eerstelijnshulp verleent, werd ze dagelijks met problemen geconfronteerd. Daarom werden maatregelen genomen, bijvoorbeeld door collega s vrijwillig de Dispatching te laten bevolken of door elders een wachtzaal buiten de dienst te openen. De task force had als taak om de uitvoering van de verschillende maatregelen te begeleiden en een strategie voor te stellen. Het positieve resultaat was dat tussen 27 oktober en eind 2008 geen enkele asielzoeker op straat stond, dankzij solidariteit op alle niveaus: in de opvangcentra, op de hoofdzetel van het Agentschap of bij partners. De werkzaamheden zullen in 2009 worden voortgezet. Evaluatie van de opvangwet De opvangwet (wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en andere categorieën van vreemdelingen) integreert in één tekst alle regels aangaande de opvang van asielzoekers. De wet voorzag erin dat ze een jaar na haar inwerkingtreding zou worden geëvalueerd. De opvangwet moet in de eerste plaats beschouwd worden als een garantie voor asielzoekers op een menselijk en waardig bestaan. De wet bevat twee belangrijke wijzigingen: de toekenning van materiële hulp tijdens de hele asielprocedure en de invoering van een opvang in twee stappen (eerst in een opvangcentrum en vervolgens in een individuele woning). De kwaliteit van de begeleiding en de evaluatie van de individuele behoeften van de asielzoekers behoren tot de ambities van de wet, evenals de versterking van de autonomie van de opgevangen personen. De opvangwet trad in werking in mei 2007, gelijktijdig met de hervorming van de asielprocedure. Fedasil maakte een eerste evaluatie van de opvangwet in juni 2008. In februari 2009 werd een herwerkte versie van het rapport door minister Arena voorgelegd aan het federale parlement. De toepassing van de opvangwet op het terrein leert dat de wet noodzakelijk en ambitieus is maar soms ook moeilijk toe te passen. Er moeten immers nog een hele reeks koninklijke en ministeriële besluiten worden goedgekeurd (met name aangaande de huishoudelijke reglementen, de overgang naar financiële hulp, de vrijwillige terugkeer, de sancties, de code 207 ). Bovendien geeft de verzadiging van het opvangnetwerk een vertekend beeld van de opvangrealiteit sinds de wet in werking is getreden. Het evaluatierapport kan worden geraadpleegd op www.fedasil.be.

16 Bieke Machiels De evaluatie van de opvangwet is een van de strategische projecten van Fedasil. Bieke Machiels is verantwoordelijke van de dienst Voorbereiding opvangbeleid die dit evaluatieproject coördineert. Het gaat om precies te zijn om een evaluatie van de toepassing van de wet. De wet zelf wordt in het kader van dit project niet onderzocht. Hoe bent u bij de evaluatie tewerk gegaan? Bieke Machiels: In juni 2008 heeft Fedasil aan minister Arena een eerste rapport voorgelegd. Wij wilden echter nog verder gaan door ons personeel en de verschillende partners te raadplegen. We wilden weten hoe de wet wordt toegepast op het terrein. Daarvoor hebben we tussen september en oktober 2008 12 uitwisselingsdagen georganiseerd, zeg maar discussieforums voor onze veldwerkers. Bedoeling was om goede praktijken uit te wisselen en problemen aan het licht te brengen. We kozen voor één thema per dag: sociale begeleiding, individuele evaluatie, juridische bijstand of ordemaatregelen. Vervolgens werden de verschillende aanbevelingen bij het eindrapport gevoegd dat door de minister werd voorgelegd. Wat zijn de belangrijkste lessen die u uit de evaluatie hebt getrokken? Van de aanbevelingen heb ik vooral onthouden dat er een reële behoefte is aan opleidingen, bijvoorbeeld over de deontologie van de medewerkers, het beheer van conflicten of gezondheidsopvoeding. Voor de gesprekken op de sociale dienst zou het personeel de relaties tussen de maatschappelijk werker, de asielzoeker en de tolk beter afgebakend willen zien. Ook kwam de opmerking dat de wet niet altijd duidelijk is over de manier waarop ze zou moeten worden toegepast. Een medewerker zei: De wet zegt dat we moeten voorzien in sociale begeleiding, maar niet hoe we dat moeten doen. Andere belangrijke aanbevelingen hadden ook betrekking op de communicatie, zowel intern als met de externe diensten (de voogden, de advocaten, de gemeenten). Wat zijn de gevolgen van de verzadiging van het netwerk op de toepassing van de wet? We lopen het risico dat de voordelen van de opvangwet verloren gaan en dat de wet niet meer naar behoren kan worden toegepast. Volgens de wet mogen de mensen maximaal tien dagen in een noodopvangcentrum verblijven maar in de praktijk blijven sommigen veel langer. De wet voorziet ook in een opvang in stappen, waarbij de asielzoekers na 4 maanden naar een individuele structuur kunnen verhuizen, maar in de realiteit zitten we met lange wachtlijsten Dit systeem in stappen kan slechts werken als we een normale bezetting hebben. Het project voorziet ook in een permanente evaluatie. Wat wordt daaronder verstaan? We willen een enquête voeren die niet enkel kwantitatief is maar ook kwalitatief. Zo willen we rekening houden met de mening van de asielzoekers zelf. We hebben al enkele thema s bepaald op basis van de resultaten van de eerste evaluatie en de uitwisselingsdagen. De permanente evaluatie zal eind 2009 van start gaan.

fedasil 02 jaarverslag 2008 De opvang in 2008 17 Toewijzingen Zodra een asielzoeker een asielaanvraag heeft ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken, begeeft hij zich naar de dienst Dispatching van Fedasil die hem een opvangplaats toewijst (de verplichte plaats van inschrijving of code 207 ) waar hij materiële hulp ontvangt. De Dispatching Hoewel ondergebracht in de gebouwen van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), valt de Dispatching onder de bevoegdheid van Fedasil. Eind 2008 is de Dispatching samen met de DVZ en het CGVS verhuisd naar de WTC- Toren II, niet ver van het Noordstation van Brussel. De Dispatching is belast met de toewijzing, wijziging en opheffing van de verplichte plaats van inschrijving. Op grond van de opvangwet en binnen de grenzen van de beschikbare plaatsen verwijst Fedasil de asielzoeker door naar een collectieve opvangstructuur en ziet het Agentschap erop toe dat die plaats is aangepast aan de behoeften van de asielzoeker. De Dispatching houdt rekening met de volgende toewijzingscriteria: de gezinssamenstelling, de gezondheidstoestand, de kennis van een landstaal met bijzondere aandacht voor de kwetsbare groepen (minderjarigen, alleenstaande ouders met kinderen, zwangere vrouwen, personen met een handicap, slachtoffers van geweld..). In de hem toegewezen opvangplaats ontvangt de asielzoeker materiële hulp: huisvesting, voedsel, kledij, sociale, medische, psychologische en administratieve begeleiding. De asielzoekers zijn niet verplicht om in het opvangcentrum te verblijven dat hen werd toegewezen, maar het merendeel kiest voor deze oplossing. Als een asielzoeker niet verblijft in een opvangstructuur, ontvangt hij geen materiële hulp maar enkel de medische hulp die voor iedereen gegarandeerd is. Fedasil beheert de medische kosten van deze no show asielzoekers. In 2008 heeft de Dispatching 15 640 asielzoekers doorverwezen naar een opvangstructuur, dat is ruim 18 % meer dan in 2007. Noodopvang Het gebrek aan beschikbare plaatsen in het opvangnetwerk heeft het werk van de Dispatching in 2008 erg bemoeilijkt. Omdat niet voor alle nieuwe asielzoekers een plaats werd gevonden in de traditionele opvangstructuren (open centra en individuele woningen), moest Fedasil nieuwkomers tijdelijk een onderkomen geven in het transitcentrum van Sint-Pieters-Woluwe of in een noodopvangstructuur. In 2008 werden een aantal maatregelen genomen om aan het plaatsgebrek tegemoet te komen. Zo werd er noodopvang voorzien in het Klein Kasteeltje (nachtopvang) of in opvangcentra voor daklozen. In december 2008 konden van de 1 398 toewijzingen door de Dispatching slechts 351 personen rechtstreeks naar een traditionele opvangstructuur worden doorverwezen. De overige personen werden verzocht zich eerst naar een noodopvangstructuur te begeven. Meer informatie over de verschillende maatregelen die werden genomen om het hoofd te bieden aan de verzadiging van het opvangnetwerk vindt men op pagina 14-15. Alle asielzoekers ouder dan vijf jaar ondergaan bij hun aankomst in de Dispatching een radiografie van de longen voor het opsporen van tuberculose (TBC). Dat onderzoek wordt vervolgens om de zes maanden uitgevoerd tijdens de eerste twee jaar van hun verblijf in België. De Dispatching geeft ook een informatiebrochure aan alle nieuwe asielzoekers. Deze informatiemap is beschikbaar in een tiental talen en informeert de asielzoekers over hun rechten en plichten op het vlak van opvang.

18 Het opvangnetwerk De opvang van asielzoekers gebeurt zowel in collectieve centra als in individuele woningen. De opvangstructuren georganiseerd door Fedasil en zijn partners vormen een netwerk van in totaal meer dan 15 800 opvangplaatsen. Omdat het opvangnetwerk in 2008 verzadigd raakte, werden in de loop van het jaar verschillende noodopvangplaatsen ingericht om zo veel mogelijk bedden te kunnen aanbieden. Fedasil coördineert als netwerkbeheerder de verschillende opvangstructuren en ziet erop toe dat ze allemaal een opvang bieden conform de menselijke waardigheid, zoals is voorzien in de opvangwet (wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en andere categorieën van vreemdelingen). Behalve de federale centra die rechtstreeks worden beheerd door Fedasil bestaat het opvangnetwerk uit verschillende partners: de centra van het Belgische Rode Kruis, het centrum Belle vue in Erezée (Socialistische Mutualiteiten), lokale opvanginitiatieven (georganiseerd door de OCMW s) en ngo-woningen (Ciré en Vluchtelingenwerk Vlaanderen). Er zijn in België ook gesloten centra. Die vallen evenwel niet onder de bevoegdheid van Fedasil maar van de Dienst Vreemdelingenzaken. Daar worden illegale vreemdelingen die geen asiel aanvragen en uitgeprocedeerde asielzoekers vastgehouden. Opvangcapaciteit Op 31 december 2008 had het opvangnetwerk een totale capaciteit van 15 862 plaatsen. Daarbij komen nog de 100 plaatsen in het transitcentrum van Sint-Pieters-Woluwe en de 100 plaatsen die zijn verdeeld over de twee observatie- en oriëntatiecentra voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. Dat maakt een totaal van 16 062 plaatsen. Om het hoofd te bieden aan de verzadiging van het opvangnetwerk werden in de loop van 2008 bovendien een aantal tijdelijke noodopvangplaatsen ingericht. Zo werden extra bedden ter beschikking gesteld op de militaire basis van Lombardsijde (88 bedden in de zomer van 2008), in de opvangcentra voor daklozen van CASU in Brussel (200 plaatsen), via het OCMW van Molenbeek (12 bedden), in het Klein Kasteeltje (112 bedden) en op het militair domein van Evere (40 plaatsen). De opvangplaatsen tussen de verschillende partners worden als volgt verdeeld: - De federale centra Fedasil beheert rechtstreeks 18 opvangcentra, waaronder een transitcentrum en twee observatie- en oriëntatiecentra (OOC) voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen (één in Steenokkerzeel en één in Nederover-Heembeek). De opvangplaatsen die worden georganiseerd door de traditionele federale opvangcentra (15 centra exclusief het transitcentrum en de twee OOC s) vertegenwoordigen 23 % van de totale capaciteit van het netwerk, namelijk 3 719 plaatsen. - De centra van het Belgische Rode Kruis Het Croix-Rouge Communauté francophone bezit 10 opvangcentra (13 % van de totale capaciteit van het netwerk, namelijk 2 063 plaatsen). Het Rode Kruis Vlaanderen bezit 13 opvangcentra (9 % van de totale capaciteit van het netwerk, namelijk 1 490 plaatsen). - De Socialistische Mutualiteiten De Socialistische Mutualiteiten beschikken over een opvangstructuur van 47 plaatsen in Erezée (provincie Luxemburg). Het centrum Belle Vue richt zich voornamelijk tot gezinnen. - De lokale opvanginitiatieven (LOI) Op basis van een overeenkomst met Fedasil vangen een groot aantal gemeenten (meer dan drie vierde van de OCMW s van België) asielzoekers op. Deze OCMW s organiseren daarvoor een LOI en bieden gemiddeld 17 opvangplaatsen (in de praktijk tussen 1 en 139 plaatsen). Het betreft een of meerdere gemeubelde privéwoningen. Eind 2008 boden de LOI s 7 193 opvangplaatsen aan, dat is 45 % van de totale capaciteit van het opvangnetwerk.