Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 143 Raming der voor de Tweede Kamer in 1996 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten Nr. 6 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING (ONTVANGSTEN) 03.01 Inhoudingen voor pensioenen van de leden van de Tweede Kamer of hun betrekkingen De grondslag van het artikel en het te voeren beleid Op onderhavig artikel worden de pensioenpremies geraamd en verantwoord die worden ingehouden op de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer of hun betrekkingen. Daarnaast vindt op dit artikel de verantwoording plaats van de verrekening neveninkomsten voor de leden. Op grond van de realisatie over 1994 en een (her)berekening omtrent de hoogte van de inhoudingen wordt voorgesteld om, in aansluiting op de verlaging van de ontvangstenraming in 1994, de raming voor 1996 en verder met f 0,12 mln te verlagen. Deze mutatie zal worden opgenomen in het wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de Voorjaarsnota 1995. De ontvangsten Opbouw ontvangsten vanaf de begroting 1995 (x f 1000) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 Stand Begr. 1995 1 420 1 420 1 420 1 420 1 420 VJN-mutaties 1995 ramingsbijst. 120 120 120 120 120 Stand B.V. 1996 1 301 1 300 1 300 1 300 1 300 1 300 1 300 03.02 Omzet restaurant De grondslag van het artikel en het te voeren beleid Op onderhavig artikel worden de ontvangsten geraamd en verantwoord die verband houden met de omzet van het restaurant van de Tweede Kamer. In het voorliggende ramingsvoorstel zijn twee mutaties verwerkt nl.: 5K0919 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 1
Het in aansluiting op de verlaging van de ontvangstenraming in 1994 met f 0,270 mln structureel maken van deze mutatie bij Voorjaarsnota 1995. Het met ingang van 1997 desalderend corrigeren van de meerjarige stijging van de ontvangstenraming van het Restaurantbedrijf onder gelijktijdige verlaging van de uitgavenraming in het kader van de begrotingsvoorbereiding 1996. De ontvangsten Opbouw ontvangsten vanaf de begroting 1995 (x f 1000) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 Stand Begr. 1995 1 712 1 835 1 891 1 953 1 953 VJN-mutaties 1995 ramingsbijst. 270 270 270 270 270 Voorber. mutaties 56 118 118 Stand B.V. 1996 1 361 1 442 1 565 1 565 1 565 1 565 1 565 03.03 Diverse ontvangsten De grondslag van het artikel en het te voeren beleid Op onderhavig artikel worden ontvangsten van diverse aard geraamd en verantwoord. Dit betreft met name de volgende posten: de ouderbijdragen kinderopvang; ontvangsten van de fracties in verband met het afrekenen van de voorschotten over het voorgaande begrotingsjaar; opbrengsten uit de verkopen aan het publiek van souvenirs; diverse doorberekeningen aan bewoners van de perstoren. De beide desalderingen kunnen als volgt worden toegelicht: Een aantal activiteiten van de Interne Dienst wordt doorberekend aan de fracties (levering kantoorbenodigdheden en fotocopiekosten etc.). De administratieve verwerking hiervan vindt plaats binnen het uitgavenbudget. Op grond van de comptabele voorschriften dienen uitgaven en inkomsten apart te worden geraamd en geadministreerd. Dit krijgt thans zijn beslag met de desaldering van f 470 000. Ter verwerking van het aandeel van de Kamer in het budget van de RBB (ter gedeeltelijke financiering van de kosten van het convenant) is eerder zowel het ontvangstenartikel 03.03 als het uitgavenbudget van P&O (03.04) met f 80 000 verhoogd. Aangezien de toedeling van dit kindsdeel niet plaats vindt in de vorm van betaling door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar door middel van een budgetoverheveling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (hoofdstuk VII) naar de Tweede Kamer (hoofdstuk II), dient de hiervoor genoemde begrotingsaanpassing te worden teruggedraaid. In de Voorjaarsnota 1995 zal, voor dat jaar, het kindsdeel op de begroting van de Kamer worden opgenomen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 2
De ontvangsten Opbouw ontvangsten vanaf de begroting 1995 (x f 1000) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 Stand Begr. 1995 382 382 382 382 382 VJN-mutaties 1995 desaldering 390 390 390 390 390 Stand B.V. 1996 758 772 772 772 772 772 772 04 Staten-Generaal Algemeen 04.01 Diverse ontvangsten De grondslag van het artikel en het te voeren beleid Op onderhavig artikel worden ontvangsten van de Staten-Generaal Algemeen van diverse aard geraamd en verantwoord. Deze ontvangsten hebben nagenoeg volledig betrekking op retourontvangsten uit hoofde van de afrekening van de definitieve jaarstukken van de Beneluxraad. Het bestaande meerjarencijfer van dit artikel wordt, in verband met een geringere restitutie als gevolg van een verhoogd activiteitenniveau van de Raad, structureel verlaagd met f 20 000 tot f 50 000. Deze mutatie zal worden opgenomen in het wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de Voorjaarsnota 1995. De ontvangsten Opbouw ontvangsten vanaf de begroting 1995 (x f 1000) 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 Stand Begr. 1995 70 70 70 70 70 VJN-mutaties 1995 ramingsbijst. 20 20 20 20 20 Stand B.V. 1996 106 50 50 50 50 50 50 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 3
BIJLAGE 1 De overzichten inzake personeelsgegevens Gespecificeerd naar de categoriale schaalindeling luidt de formatieve meerjarenraming, gerekend naar volledige betrekkingen, van de Tweede Kamer, de Stenografische Dienst en de Griffie interparlementaire betrekkingen achtereenvolgens: Tweede Kamer Categ.schaalind. Meerj.- cijfer 1996 Voorstel tot uitbr. of inkrimping Ontw.begr. 1996 Raming 1997 1998 1999 2000 Hoger personeel (S 11 en hoger) 71 2 73 73 73 73 73 Middelb.personeel (S 5 t/m 10) 207,9 207,9 208,9 208,9 208,9 208,9 Lager personeel (S 1 t/m 4) 170 170 170 170 170 170 Totaal 448,9 2 450,9 451,9 451,9 451,9 451,9 Stenografische Dienst Categ.schaalind. Meerj.- cijfer 1996 Voorstel tot uitbr. of inkrimping Ontw.begr. 1996 Raming 1997 1998 1999 2000 Hoger personeel (S 11 en hoger) 50 50 50 50 50 50 Middelb.personeel (S 5 t/m 10) 7 7 7 7 7 7 Totaal 57 57 57 57 57 57 Griffie interparlementaire betrekkingen Categ.schaalind. Meerj.- cijfer 1996 Voorstel tot uitbr. of inkrimping Ontw.begr. 1996 Raming 1997 1998 1999 2000 Hoger personeel (S 11 en hoger) 2 2 2 2 2 2 Middelb.personeel (S 5 t/m 10) 3,8 3,8 3,8 3,8 3,8 3,8 Totaal 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 4
BIJLAGE 2 Automatiseringsbijlage De Tweede Kamer beoogt met behulp van automatiseringshulpmiddelen de informatievoorziening te verbeteren. Het belangrijkste doel is de ondersteuning van het primaire, politieke proces, gericht op de dialoog van de Leden met regering en samenleving. Deze doelstelling heeft als afgeleide interne informatievoorziening ten behoeve van de werkprocessen en externe informatievoorziening aan belanghebbenden. De verbetering moet tot uitdrukking komen in snellere beschikbaarheid van gegevens. Daarnaast moet de automatisering bijdragen aan kosteneffectiviteit en aan het terugdringen van papiergebruik. Met deze uitgangspunten voor ogen wordt de komende jaren veel aandacht geschonken aan het ondersteunen van het gebruik van automatiseringsmiddelen bij functionele samenwerkingsgroepen. De inspanningen in de voorgaande jaren hebben als resultaat gehad dat de infrastructuur bij de Kamer verder is uitgebreid voor wat betreft beheersbaarheid en flexibiliteit door de open structuur te handhaven en koppelingen met andere netwerken tot stand te brengen. Het project thuisgebruik is bedoeld om de Leden in staat te stellen om de informatie, die bij de Tweede Kamer aanwezig is, thuis te kunnen raadplegen. Op deze wijze heeft men de beschikking over de meest recente informatie en wordt de mogelijkheid geschapen om postverzending elektronisch te laten plaatsvinden. Dit laatste past in het algemene beleidskader van het terugdringen van het papiergebruik en is bovendien naar verwachting goedkoper dan de traditionele wijze. In het onderstaande overzicht zijn de projecten opgenomen, die reeds in eerdere automatiseringsbijlagen zijn beschreven. Zij worden in dit overzicht dan ook niet nader aangeduid. Automatisering Tweede Kamer Overzicht automatiseringsuitgaven (x f 1000) Begroting vermoedelijke uitkomst voor ontwerp begroting voor raming voor 1995 1996 1997 1998 1999 2000 lease onderhoud hardware 337 452 452 452 452 452 licenties onderhoud software 285 565 565 565 565 565 lijnhuur 115 115 115 115 115 115 verwerking derden 1 754 1 754 1 754 1 754 1 754 1 754 extern advies 138 138 138 138 138 138 aanschaffingen LAN 605 200 200 200 200 200 comp. benodigdheden 42 42 42 42 42 42 hardware 1 647 1 722 1 722 1 722 1 722 1 722 software 355 355 355 355 355 355 totaal 5 278 5 343 5 343 5 343 5 343 5 343 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 5
Van deze bedragen komen ten laste van projecten projecten 1996 1997 1998 1999 2000 invoer 21 21 21 21 21 elektronische opslag 50 50 50 50 50 O&O 64 64 64 64 64 Twekis 92 78 67 67 67 publieksvoorlichting 3 3 3 3 3 EPR Parlement 18 18 18 18 18 postrobot 1 1 1 1 1 postregistratie 7 7 7 7 7 FEZ 15 15 15 15 15 P&O 60 20 20 20 20 FMS 27 27 27 27 27 kantoorautomatisering 190 206 230 145 145 thuisgebruik 100 100 25 25 25 totaal 648 610 548 463 463 Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 6
BIJLAGE 3 Vervoerplan Staten-Generaal (zoals vastgesteld maart 1995) Inleiding De Tweede Kamer conformeert zich aan het besluit van de Ministerraad, om, net als de ministeries, een vervoerplan vast te stellen. Doel is om het aantal autokilometers in het zakelijk en woon-werkverkeer met 20% terug te brengen. Daarbij wordt meteen aangetekend dat dit resultaat waarschijnlijk alleen langs de weg der geleidelijkheid zal kunnen worden bereikt. Voor de ambtenaren zijn centrale maatregelen, gekoppeld aan het arbeidsvoorwaardenpakket, indertijd niet tot stand gekomen. Vandaar dat voor de Tweede Kamer een eigen vervoerplan is gemaakt. Er is wel naar gestreefd om dit plan af te stemmen op de plannen van andere (rijks)overheidsdiensten en daar in ieder geval niet in ongunstige zin van af te wijken. Maatregelen 1. Intrekken van de forensenkostenvergoedingen en opheffen van de huidige parkeerregeling 2. Aanbieden van openbaar vervoer 3. Voorzieningen voor fietsers 4. Bemiddelen bij carpoolen 5. Verminderen van het totaal van de woon-werkafstand 6. Herzien van diverse regelingen (dienstreizen, taxiregeling, parkeerregeling) 7. Fietsprivé-project Uitwerking van de maatregelen 1. Intrekken van de forensenkostenvergoedingen en opheffen van de huidige parkeerregeling De forensenkostenvergoeding wordt geregeld in het Verplaatsingskostenbesluit. Artikel 11a van dit besluit geeft de werkgever de mogelijkheid om, ter uitvoering van een vervoerplan, voor het woon-werkverkeer, openbaar vervoer aan te bieden. Op grond van artikel 12a vervalt in dat geval de aanspraak op de tot nu toe toegekende forensenkostenvergoeding. Aangezien aan iedereen openbaar vervoer wordt aangeboden (zie punt 2 hieronder) worden de forensenkostenvergoedingen ingetrokken per de datum van ingang van dit vervoerplan. Verder wordt de bestaande aanspraak op een plaats in de parkeergarage ingetrokken. Op de voorwaarden waaronder in de toekomst kan worden geparkeerd, wordt ingegaan in punt 5. 2. Aanbieden openbaar vervoer Aan alle deelnemers aan het plan wordt reizen per openbaar vervoer 2e klasse aangeboden. Tegen een geringe eigen bijdrage ontvangen degenen die dit aanbod aannemen, een abonnement (NS-jaartrajectkaart, tram/busabonnement). De eigen bijdrage per maand is bij een reisafstand: tot 40 km f 10,- 40 65 km f 30,- 65 km en meer f 81,- Wie minder dan drie dagen per week werkt ontvangt, zonder eigen bijdrage, NS 5-retourenkaarten of strippenkaarten. Wie eerste klasse wil reizen in plaats van tweede klasse kan dat, maar moet het prijsverschil zelf bijbetalen. Dat geldt ook voor degenen die een Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 7
groter traject willen kunnen reizen dan voor het woon-werkverkeer noodzakelijk is. Zowel die bijbetaling als de eigen bijdrage worden op het salaris ingehouden. Van degenen die per de ingang van het vervoerplan nog lopende abonnementsverplichtingen hebben, en waarvoor geen restitutie mogelijk is, neemt de Kamer de verplichtingen over. Wel blijven betrokkenen de eigen bijdrage verschuldigd. Voor degenen die tot nu toe helemaal geen vergoeding konden ontvangen is het voordeel van deze regeling duidelijk. Maar ook voor hen die tot nu toe een forensenkostenvergoeding ontvingenis er een aantoonbaar voordeel. Wie jaarlijks een aangiftebiljet voor de belastingen moet invullen, kan het reiskostenforfait niet meer opvoeren. Ondanks dat blijft er ook in dat geval een voordeel. 3. Voorzieningen voor fietsers Wie het aanbod voor openbaar vervoer niet aanneemt, (punt 2) maar te kennen geeft met de fiets naar het werk te gaan kan aanspraak maken op de navolgende faciliteiten/vergoedingen: stallingsfaciliteiten; In de fietsenstalling van Binnenhof 1A-3 zal een fietsenmaker via de banenpoolregeling komen om onderhoud en reparaties aan de fietsen te verzorgen. vergoeding fietsgebruik; Wie binnen 10 km van het werk woont kan bij de fietsenmaker van de Tweede Kamer per jaar aan de fiets voor maximaal f 120,- aan reparaties laten verrichten. Wie verder weg woont mag per jaar voor f 180,- aan reparaties laten verrichten. Voorts worden per deelnemer jaarlijks 4 strippenkaarten van f 32,25 per stuk ter beschikking gesteld of voor eenzelfde totaalwaarde aan NS 5-retourenkaarten. Deelnemers die structureel s zomers met de fiets komen en s winters met het openbaar vervoer kunnen een halfjaarlijks abonnement laten ingaan op 1 oktober van ieder jaar. De eigen bijdrage is als bij punt 2 aangegeven; de vergoeding voor reparaties en de toekenning van strippenkaarten c.q. 5-retourenkaarten wordt in dat geval gehalveerd. 4. Bemiddelen bij carpoolen Op grond van het verplaatsingskostenbesluit kan van carpoolen worden gebruik gemaakt bij een reisafstand van minimaal 10 km en maximaal 25 km (bij verhuisplicht max 60 km). Potentiële carpoolers worden met elkaar in contact gebracht. Daarbij wordt ook gedacht aan werknemers van instelling uit de omgeving (het Regeringscentrum/Bankgebied), die een gelijkwaardig vervoerplan op dit punt hebben. De diverse vervoerscoördinatoren zitten daartoe in een netwerk. De chauffeur van een carpoolteam ontvangt een vergoeding van f 0,30 bij één meerijder, f 0,43 bij twee meerijders en f 0,57 bij drie meerijders. Tevens is voor de chauffeur een gratis plaats beschikbaar in een parkeergarage. 5. Verminderen van het totaal van de woon-werkafstand De navolgende regelingen komen hierbij aan de orde: verhuisvergoeding; Er bestaat reeds een regeling om f 3000,- verhuiskostenvergoeding te geven aan degenen die van een plaats, verder dan 10 km gaan verhuizen Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 8
naar een woning die ligt binnen een straal van 10 km van het werk. Deze regeling zal nadrukkelijk onder de aandacht worden gebracht. verhuisplicht; Op grond van artikel 90 van het ARSG kan, als het dienstbelang dat eist, iemand verplicht worden gesteld om binnen een zekere afstand van het werk te gaan wonen. Ten behoeve van nieuw in dienst te nemen personeel zal kritisch worden bezien voor welke functies de verhuisplicht moet worden opgelegd. Het zal daarbij veelal gaan om functies met onregelmatige- en avond-dienst. 6. Herzien van diverse regelingen dienstreizen; Bij dienstreizen wordt het Reisbesluit Binnenland strikt nageleefd. Dit betekent dat de ambtenaar met het openbaar vervoer (1e klasse) reist. Alleen in bijzondere gevallen en bij het ontbreken van openbaar vervoer kan hiervan na toezegging van de Griffier of een directeur worden afgeweken. Wie voor het woon-werkverkeer een trajectkaart heeft kan in de zgn. daluren met 40% korting reizen, wat de kosten van de dienstreizen drukt. taxiregeling; De taxiregeling garandeert thuiskomst, met name als ander openbaar vervoer door het late eindtijdstip van een openbare Kamervergadering niet meer beschikbaar is. Vrouwen mogen na 23.00 uur beroep doen op deze regeling. Voor wat betreft de eerste groep zal er per persoon worden bezien vanaf welk tijdstip zijn/haar woonplaats niet meer per openbaar vervoer kan worden bereikt. Dat houdt niet automatisch in dat dan ineens het volle traject Binnenhof-woonadres per taxi moet. Als het eerste deel van de reis nog probleemloos per openbaar vervoer kan, zal alleen voor het laatste deel een (trein)taxi worden vergoed, zulks op declaratiebasis. De Beveiligingsdienst vraagt de taxi s aan en heeft tot taak om ritten te combineren. Met de taxibedrijven zijn hierover (prijs)afspraken gemaakt. parkeerregeling; Met de inwerkingtreding van het vervoerplan is de bestaande aanspraak vervallen op een gratis plaats in de parkeergarage. Een gratis plaats is er alleen nog voor chauffeurs van carpoolteams, voor degenen met medische en/of sociale indicatie en incidenteel voor degenen wier goed functioneren in een specifieke situatie de komst per auto noodzakelijk maakt, zulks ter beoordeling door een lid van het MT. Niemand krijgt uit hoofde van zijn functie permanent een gratis parkeerplaats. De toegang tot de garage zal worden geïntegreerd in de toegangspasjes voor de Kamergebouwen. Wie van geen van de andere opties van het vervoerplan gebruik maakt (m.u.v. het fiets-privéplan) kan à raison van f 150,- per maand de beschikking krijgen over een parkeerplaats in de garage, voor zover daarvoor plaatsen beschikbaar zijn. 7. Fietsprivé-project Medewerkers kunnen, ongeacht de vervoerskeuze, eenmalig een fiets aanschaffen uit een door de Tweede Kamer te formuleren aanbod. De aanschafkosten (maximaal f 1500,-) worden voorgefinancierd en in een nader te bepalen aantal maandelijkse termijnen via inhouding op het dalaris terugbetaald. Dit project wordt eenmalig uitgevoerd en is alleen van toepassing voor degenenen die bij het inwerking treden van het vervoerplan in dienst zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 9
Tot slot Waar van toepassing zal nadere uitwerking van onderdelen volgen. Voorts zal over dit plan een uitgebreid informatiepakket worden samengesteld. Daarin wordt per mogelijkheid volledig uitgewerkt wat de voordelen zijn voor de gebruikers. Daarbij is ook aandacht voor de gevolgen bij de belastingaangifte. Voor wie een reisadvies wil hebben komt binnenkort een OV-reisplanner beschikbaar inclusief de aansluitingen van bus en tram voor de regio Haaglanden. Verder is het zo dat op niet meer dan één van de geboden opties kan worden ingeschreven. Een uitzondering is gemaakt voor het fiets-privé project. Daaraan mag iedereen, ongeacht de gekozen optie voor het woon-werkverkeer, eenmalig deelnemen. Mochten in de arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren t.z.t. relevante wijzigingen komen dan zal dit plan daaraan worden aangepast. Datzelfde geldt voor wijzigingen op fiscaal gebied. Het plan treedt per 1 juni 1995 in werking. Tweede Kamer, vergaderjaar 1994 1995, 24 143, nr. 6 10