2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg



Vergelijkbare documenten
frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

Anatomie van de heup. j 1.1

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

MASSAGETHERAPEUT

Les Spierenondersteextremiteit. O: proximaal I : distaal

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Bouw van een skeletspier

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

SPORTMASSAGE les 1 woensdag Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

Anatomie van de Spieren

Belangrijkste spiergroepen

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

MASSAGETHERAPEUT

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

Uit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

Henny Leentvaar (Sport)massage Pagina 1 van 7 spieren studie hulp

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD)

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie


De spieren (structuur)

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader

Spieren van het bovenste membrum

Anatomische terminologie

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

Krachttraining. Naam: Klas: Docent:

Sportmassage Theorie: samenvatting

Skillslab handleiding

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

VGN immobilisatieprotocollen

Spierstelsel onderbeen en voet

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness

De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering

Skillslab handleiding

Liesblessure, een hinderlijke aandoening of toch niet?

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

Beenlengteverschil Ine Schops 25/04/2015

Anatomie en karate-bewegen

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp

MEDISCHE BASISKENNIS INLEIDING HOOFDSTUK /2016

Linea intermedia Labium externum. Incisura ischiadica major. Spina ischiadica Incisura ischiadica minor Ramus ossis ischii. Ramus inferior ossis pubis

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Bijscholing BorgInsole 1

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Sportmassage Theorie: samenvatting

Chirurgische technieken

KSE. KSE Krachttraining. Klas. Naam. Docent:

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

1 Een 48-jarige man met een forse zwelling in de linker trochantermajorregio na een val van een paard

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur

Samenvatting Fysieke Ergonomie

Voet Handen dwars op de voet, een boven en een onder de voet, beginnen bij de tenen.

Skillslab handleiding

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Klinisch redeneren. Onderzoek kniegewricht: Hoe en wat beweegt in een kniegewricht?

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp )

Inhoud. Krachttraining. Algemeen... 5

Coxarthrose Best-Evidence Protocol

Meten is weten. Osteokinematisch passief angulair bewegen. S. Bakker & F. Welman. Opdrachtgever: J. Giesen Coach: G. Sprenger

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Transcriptie:

Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer de helft van je 206 botten in je handen en je voeten zit; het skelet van een volwassen mens wel 10 kilo weegt; het dijbeen (in je bovenbeen) je grootste bot is; je allerkleinste botje in je oor zit; 1. Bescherming organen schedel hersenen borstkas hart en longen 2. Bevestiging spieren 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg 6. Opslagplaats voor calcium Medische vaktaal Wat is het verschil tussen een mens en een kwal? Afgeleid van Grieks en Latijn Internationaal i.v.m. communicatie beroepsgroepen lezen en begrijpen van medische literatuur 1

Bij 2 lettergrepige woorden komt de klemtoon op de eerste lettergreep (sternum, femur, hepar) Bij woorden met 3 of meer lettergrepen komt de klemtoon op de voor- voorlaatste lettergreep (3 e lettergreep van achteren) (quadriceps, clavicula, humerus) Ae = ee haematoom Oe = eu oedeem Eu = ui pseudo C = K voor y,u,a,o cyste C = S voor e,i cervix Ontleedkunde hoe ziet het eruit? Anatomische stand rechtop staan gezicht recht naar voren handpalmen naar voren (duim naar buiten) voeten iets uit elkaar tenen naar voren Mediaal lateraal Ventraal dorsaal Craniaal caudaal Proximaal distaal Ulnair radiaal Anterior posterior Superior inferior Internus - externus Centraal perifeer Profundus - superficialis Palmair Plantair Dexter - sinister Zet op je tekening van het skelet pijlen in de juiste richting. 1. craniaal 2. distaal 3. lateraal 4. ventraal 5. centraal 6. radiaal 7. posterior 8. superior 9. palmair 10. plantair 11. dexter 12. externus 1 2

Een beweging wordt uitgevoerd om één of meerdere assen Er zijn 3 assen 1. sagittale as 2. transversale as 3. longitudinale as Een beweging wordt uitgevoerd in een vlak Er zijn 3 vlakken 1. sagittale vlak 2. frontale vlak 3. transversale vlak Filmpje Rekstok = Radslag = Pirouette = Maak een wieltje van karton met een gat erin. Steek hier een potlood door en je hebt een tastbaar hulpmiddel om je assen en vlakken te oefenen. De pelvis bestaat uit: 2 ossa coxae os sacrum os coccygis Eén os coxae = os ilium (darmbeen) os pubis (schaambeen) os ischii (zitbeen) 3

Smal en hoog Hint: het is een dorsaal aanzicht Breed en laag uit de Prometheus atlas. De crista iliaca De spina iliaca anterior superior (SIAS) Vul eerst voor jezelf in: 1. De humerus ligt t.o.v. de ulna 2. In de anatomische stand (handpalmen naar voren) ligt de duim t.o.v. de pink 3. Je hart (Lat. = cor) ligt t.o.v. de costae 4. Het sternum ligt t.o.v. de scapula 4

Linker of rechter femur? Dorsaal of ventraal aanzicht? Nummer 2 heet de condylus medialis femoris. Hoe heet nummer 3 dan? Om thuis te oefenen: Plantair of dorsaal? Leer der spieren Van de spieren moet je weten origo waar heeft de spier zijn oorsprong? insertie waar hecht de spier aan? functie 5

4 hoofdig/4 koppen Origo m. rectus femoris = spina iliaca anterior inferior Origo mm vasti = femur Insertie = via het lig. patellae (patellapees) aan de tuberositas tibiae Functie = strekken van de knie (extensie) en voorwaarts heffen bovenbeen (anteflexie alleen door m. rectus femoris) kleermakersspier Loopt schuin over de m. quadriceps femoris Origo = spina iliaca anterior superior (SIAS) Insertie = via pes anserinus, mediaal van de tiberositas tibiae tractus iliotibialis craniaal Functies heup: anteflexie, abductie en exorotatie van het bovenbeen Functies knie: flexie en endorotatie van het onderbeen Lateraal aanzicht m. Tensor fascia latae Origo = spina iliaca anterior superior (SIAS) Bestaat uit Insertie = via de tractus iliotibialis aan de laterale tibia condyl Functie: Spannen peesplaat Functie heup: Anteflexie, abductie en endorotatie van het been. Drukt de kop van het dijbeen tegen de heupkom m. adductor longus m. adductor brevis m. adductor magnus m. pectineus m. gracilis De adductorengroep is de lies! 6

2 = m. pectineus 3 = m. adductor longus 4 = m. adductor brevis 5 = m. adductor magnus 7 = m. gracilis Uit: Prometheus Welke spieren tot deze groep behoren Origo: os pubis (schaambeen) Insertie: dorso-mediaal op het femur Insertie m. gracilis: via pes anserinus mediaal van de tuberositas tibiae Functie: het been naar binnen bewegen ( adductie ) en hulp bij exorotatie Extra gracilis: hulp bij anteflexie, flexie en endorotatie van het onderbeen m. quadriceps femoris m. rectus femoris m. vastus lateralis m. vastus medialis m. vastus intermedius m. sartorius m. tensor fascia latae De adductorengroep: m. pectineus m. adductor longus m. adductor brevis m. adductor magnus m. gracilis Uit: Gray Vul in De knie ligt. t.o.v. de heup De duim ligt t.o.v. de pink Het hart ligt. t.o.v. de huid Het schouderblad ligt t.o.v. het borstbeen 7