1. Management samenvatting 2. 2. Inleiding / aanleiding 4. 3. Probleemstelling 6. 4. De wetgeving 7. 5. Doelstelling 8. 6.



Vergelijkbare documenten
Protocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Agenda. Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars. 1. Opening. 3. Arbowet- en regelgeving (1)

Dit document is alleen geldig op de aangegeven printdatum, tenzij de volgende gegevens zijn ingevuld:

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Voorlichting & Training. Gevaarlijke Stoffen

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

1. Inleiding op het onderdeel beleid voor bedrijfshulpverlening

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

Veiligheid. voor alles

Veiligheidsbewustzijn bij de Brandweer

Veilig en gezond werken

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MEDEWERKERS INFORMATIE. Werken met gevaarlijke stoffen

Veel gestelde vragen 1

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Stappenplan Veilig omgaan met gassen in zeecontainers

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Protocol Hulp aan leerling en personeel

Deze bijlage is er voor die personen die de veiligheidscursus Basisveiligheid GROEN volgen.

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

Melding incidenten op school protocol + formulier

Veiligheid 5.1 is pure winst

1 De coördinatie van de inzet

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Gezonde werknemers op vervuilde grond. De belangrijkste arboregels op een rij

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Voorwoord: status model RI&E SW

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Ferwert, 28 mei 2013.

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Ernstige arbeidsongevallen

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

v.o.f. Adviesbureau Schouwen Adviseurs & Consultants Arbeidsomstandigheden, Milieu & Kwaliteit

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze bij de Arbeidsinspectie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties

BHV Bedrijfshulpverleningsorganisatie VOOR JOU

Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij

Tijdelijk werken op hoogte

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

Workshop Up to date agressiebeleid

4 dood Risico-analyse d.m.v de matrix. Risicomatrix. Gevolg

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Teams algemeen Voortgang aanbevelingen/acties komend uit de Memo Leermomenten Moerdijk VRZ

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

S A M E N V A T T I N G

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Calamiteitenplan. Calamiteitenplan

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Protocol melding en afhandeling beveiligings- of datalek, versie oktober 2018

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag.

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Concept BHV Plan. Harpdreef ZX Etten leur

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Arbobeleidskader Lucas

Diensten informatieblad: Optimalisatie KAM & Arbo- & Veiligheidsinspecties. Coöperatie Baronije UA

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Oud en Nieuw Landelijk beeld jaarwisseling in Nederland

Gevaren van rookgassen brandweerpersoneel

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098

Bedrijfshulpverlening op scholen

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

Bijlage 4.0 Risicoclassificatie en Kostenanalyse rev2, VERKLARING RISICO CLASSIFICATIE VOLGENS FINE & KINNEY

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Veiligheidsplan. Versie: apr Veiligheidsplan Pagina 1 van 6

In verband met. bedrijfshulpverlening

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Transcriptie:

Inhoud: 1. Management samenvatting 2 2. Inleiding / aanleiding 4 3. Probleemstelling 6 4. De wetgeving 7 5. Doelstelling 8 6. Indeling advies 9 6.1 Veiligheid bij calamiteiten of rampen 9 6.2 Veiligheid bij onderzoeken 9 6.3 Veiligheid bij het dagelijkse politiewerk 10 6.4 Veiligheid tijdens de opleiding 10 7. Veiligheid bij calamiteiten of rampen 7.1 Voorbeelden 11 7.2 De huidige situatie 11 7.3 Vertrouwen 12 7.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken 12 7.5 Aanbevelingen 13 8. Veiligheid bij onderzoeken 8.1 Voorbeelden 14 8.2 De huidige situatie 14 8.3 De gewenste situatie 14 8.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken 14 8.5 Aanbevelingen 14 9. Veiligheid bij het dagelijks politiewerk 9.1 Voorbeelden 15 9.2 De huidige situatie 15 9.3 De gewenste situatie 15 9.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken 15 9.5 Aanbevelingen 16 10. Veiligheid tijdens de opleiding 10.1 Voorbeelden 17 10.2 De huidige situatie 17 10.3 De gewenste situatie 17 10.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken 18 10.5 Aanbevelingen 18 Bijlagen: 1. Veiligheid bij calamiteiten en rampen 19-21 2. Veiligheid bij onderzoeken 22-24 3. Veiligheid bij het dagelijks politiewerk 25-30 4. Veiligheid tijdens de opleiding 31-43 5. Bedrijfsrisico s 44-48 1

1. Management samenvatting De veiligheidsrisico s van het politiepersoneel moeten beperkt worden. Politiemensen lopen vanwege de aard van hun werk meer veiligheidsrisico s dan de gewone burger. Een toenemende stroom incidenten in de afgelopen jaren toont aan dat politiemensen zich onvoldoende bewust zijn van veel risico's. Gelukkig gaat het vaak goed. Steeds vaker echter blijken politiemensen ook schade of letsel te hebben opgelopen. De werkgever blijkt dan veelal onvoldoende voorbereid te zijn op de specifieke calamiteiten of incidenten. Regionaal wordt er dan ad hoc een oplossing gezocht. Uit een reeds in1994 gehouden onderzoek naar de veiligheidsbeleving van politiemensen bleek dat ondanks de in verschillende korpsen genomen maatregelen 54% van het politiepersoneel zich nog steeds niet veilig voelde bij de uitoefening van hun dagelijkse werkzaamheden. Recente peilingen door de Politievakorganisatie ACP tonen aan dat het onveiligheidsgevoel de afgelopen jaren verder is teruggelopen. Zo blijkt uit een eerder dit jaar door de ACP gehouden enquete dat meer dan 50% van de politiemensen niet weten welke veiligheidsmaatregelen er in de eigen regio gelden in geval van een noodgeval waarbij de eigen veiligheid op het spel kan komen te staan. Daarbovenop vindt ruim 30 % dat er in de eigen regio ronduit onvoldoende aandacht is voor de veiligheid. Deze cijfers vormen een duidelijke indicatie dat er onder politiemensen de behoefte en de noodzaak bestaat om nadrukkelijk aandacht te schenken aan een (landelijk afgestemd) planmatige aanpak op het gebied van veilig werken bij de politie. De projectgroep Veiligheid van de Politievakorganisatie ACP heeft de veiligheidsrisico s waarmee politiemensen in hun operationele werk te maken krijgen ruwweg verdeeld in een viertal categoriën: o o o o Veiligheid bij calamiteiten en rampen, Veiligheid bij onderzoeken, Veiligheid bij het dagelijkse politiewerk en Veiligheid tijdens de opleiding. De Arbo-wet legt de verantwoordelijkheid voor een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid op het gebied van de Veiligheid, de Gezondheid en het Welzijn (VGW) bij de werkgever. De werknemer zelf daarentegen moet de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid bij de arbeid in acht nemen. Veel veiligheidsrisico s kunnen door goede voorlichting, scholing, preventieve maatregelen, samenwerking en, niet in de laatste instantie, het juiste gebruik van persoonlijke beschermende middelen (PBM) worden beperkt of zelfs weggenomen. Een goed voorbeeld daarvan is het voorspelbaar omgaan met agressie en geweld van burgers. Dit verkleint de veiligheidsrisico's. (Onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam). Met name het werken in de zogenaamde noodhulp, waarbij men naast de reguliere bedrijfsrisico s ook te maken krijgt met calamiteiten en rampen, levert de meeste veiligheidsrisico s op. Daarbij blijkt dat het vaak ontbreekt aan afstemming van de aanpak en inzet met andere partners in de veiligheidsketen zoals de brandweer en GG & GD. Deze afstemming ontbreekt vaak op alle niveaus. 2

Daardoor is het momenteel ook niet duidelijk welke Openbare Orde en Veiligheidsdienst (OOV) er een taak heeft in bijvoorbeeld het zogenaamde bron- en effectgebied bij een noodzakelijke inzet. Tot op de dag van vandaag is het bevoegd gezag over de politie en het eigen management van de politie niet in staat geweest duidelijk te maken of de politie een taak heeft in het brongebied en/of het effectgebied en waaruit die taak bestaat. Deze onduidelijkheid zorgt ervoor dat politiemensen in veel gevallen zelf de keuze maken of zij optreden (en zo ja, hoe). Daarbij wordt de eigen veiligheid vaak uit het oog verloren, niet in de laatste plaats omdat zij zich vanuit de hulpverlenersrol onvoldoende veiligheidsbewust opstellen. De inzet en betrokkenheid van veel politiemensen wordt zo een risicofactor voor hun eigen veiligheid. Dat het nog zo vaak goed gaat is meestal een kwestie van geluk. Het is niet gebasseerd op kennis van zaken of een goede gevaarsanalyse die als resultaat een veilige aanpak en inzet van het betrokken personeel tot gevolg heeft. De overheid zal daarom in haar rol als werkgever een keuze moeten maken met betrekking tot de taak van de politie in het bron- en/of het effectgebied. Heeft de politie naar de mening van de overheid daar een strafrechtelijke of een andere taak te vervullen? Dan mag die alleen verricht worden als dat zo veilig mogelijk geschiedt. De bron- en effectgebieden zijn vrijwel altijd gebieden waar degenen die zich daarin bevinden verhoogde veiligheidsrisico s lopen (giftige gassen, asbest, enz). Deze gebieden zullen veelal slechts veilig betreden kunnen worden wanneer men gebruik maakt van persoonlijke beschermende middelen. De brandweer doet dit al jaren. Zowel in het brongebied als het effectgebied! Een overheid die zich inspant om de veiligheidsrisico s van haar (politie-)personeel tot een minimum terug te brengen laat zien dat zij ook een veilige werkgever is. Op die manier is een professionele en veilige inzet van haar gezagsapparaat mogelijk en levert zij een bijdrage aan een multifunctioneel inzetbare politie. De politieman of de politievrouw is dan geen blauw testbuisje meer! Dit advies geeft in de bijlagen gedetailleerd weer wat er volgens de projectgroep binnen de vier categoriën van veiligheidsrisico s gedaan kan/moet worden om een bijdrage te leveren aan de veiligheid van het politiepersoneel. De voorgestelde aanpak van de veiligheid kost natuurlijk geld. Voor ogen moet echter worden gehouden dat naast het persoonlijk leed dat door een ongeval kan ontstaan, de eventuele letsels, blijvende invaliditeit of erger er voor zorgt dat je op termijn veel meer geld uitgeeft! Den Haag, 20 september 2001 De projectgroep Veiligheid van de Politievakorganisatie ACP Auke Oosten Gerard Thissen Dick Brussee (projectleider) Jan Hurkmans Hans Kuyper Sipke Veenstra Hans Bruurmijn 3

2. Inleiding/aanleiding De moderne maatschappij heeft steeds vaker te maken met allerlei ongevallen en rampen waarbij de veiligheid en de gezondheid van alle daarbij betrokken personen in het geding (kunnen) komen. Veiligheid is het kernthema van dit advies. Het politiewerk heeft te maken met bekende en onbekende gevaren, met zichtbaar- en onzichtbaar gevaar, met acute risico s en lange termijn effecten. Het varieert van het radioactieve schroot uit Oost-Europa met een onbekende stralingsintensiteit, via asbest tot de vele chemische stoffen die zich onder bepaalde omstandigheden afwijkend kunnen gaan gedragen van wat er verwacht wordt. Ook de brand bij ATF in Drachten en de vuurwerkramp in Enschede zijn daar bekende en recente voorbeelden van. De politie is één van de Openbare Orde en Hulpverleningsdiensten, die in geval van calamiteiten en rampen geacht wordt handelend op te treden. De veiligheid bij reguliere onderzoeken is regelmatig in het geding. Het komt niet zelden voor dat er onderzoek moet worden gedaan in een voor de gezondheid schadelijke omgeving of naar voor de gezondheid schadelijke substanties zonder dat er aan de veiligheidsvoorwaarden is voldaan. Zo heeft bijvoorbeeld een technisch onderzoek na een brand, het oprollen van een XTC-lab of een hennepplantage meer risico's dan veel mensen veronderstellen. De veiligheid bij het dagelijkse politiewerk heeft ook haar beperkingen. De risico s die op kunnen treden zijn niet altijd voldoende bekend of geinventariseerd. Zij zijn ook niet altijd in de preventieve sfeer weg te nemen. Ook hier is het echter van belang dat er ruimere aandacht komt voor de Veiligheid, de Gezondheid en het Welzijn bij diegenen die in de regiokorpsen of op landelijk niveau daarvoor verantwoordelijk zijn. De aandacht en betrokkenheid van allen die bij de politie werkzaam zijn is daarbij tevens een vereiste. Het met een hoge snelheid achtervolgen van vluchtende verdachten, het aanhouden van verslaafden, het optreden bij vechtpartijen e.d. vragen van iedere betrokkene om een constante alertheid voor de veiligheid. Steeds vaker blijkt dat de afgelopen jaren de veiligheid van het politiepersoneel in het gedrang is gekomen. Veel praktijkvoorbeelden daarvan zijn bekend. De tijd is dan ook meer dan rijp om niet langer pas achteraf met het veiligheidsprobleem om te gaan, doch de veiligheid van het politiepersoneel nadrukkelijk en professioneel op de agenda's van de overleggen van alle daarvoor verantwoordelijken te plaatsen. Veiligheid is een vraagstuk dat in de totale keten van verantwoordelijkheid moet worden opgepakt. Het mag niet door een gebrek aan belangstelling, verantwoordelijkheid en inzet van anderen alleen op de schouder van uitvoerende politiemensen in de dagelijkse praktijk neerkomen. De Politievakorganisatie ACP heeft naar aanleiding van de verschillende incidenten die de de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, de projectgroep Veiligheid ingesteld. 4

De projectgroep, alle leden zijn werkzaam op verschillende niveau s in de politiepraktijk, is gevraagd haar visie met betrekking tot de veiligheid bij de politie aan het papier toe te vertrouwen. Deze projectgroep Veiligheid heeft zich daarbij breed georiënteerd alvorens tot dit advies te komen. De projectgroep Veiligheid doet hierin aanbevelingen die moeten leiden tot het beperken van de risico s en het vergroten van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van allen werkzaam bij de politie. Zonder zich in te laten met de bedrijfsvoering bij de politie wijst de projectgroep in eerste aanleg op de verantwoordelijkheid van het politiemanagement. 5

3. Probleemstelling Naar de mening van veel politiemensen is er binnen de politieorganisatie in ons land onvoldoende aandacht voor veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers. Steeds meer politiemensen zeggen zich de laatste jaren onveiliger te voelen tijdens hun werk. Het gaat daarbij niet alleen om geweld tegen politiemensen. Ook andere gevaren worden duidelijk als bedreigend ervaren! Er zijn de afgelopen jaren voorbeelden geweest van goede regionale initiatieven die geleid hebben tot vergroting van de veiligheid. Initiatieven die een bijdrage leveren aan de gezondheid en het welzijn, maar deze zijn echter vaak gerelateerd aan een incident, ad hoc tot stand gekomen en/of geïnitieerd door een enkeling die zich daarvoor hard heeft gemaakt. Veiligheid is echter een collectief probleem: het behoort tot de verantwoordelijkheid van niet alleen de werkgever maar nadrukkelijk ook de verantwoordelijkheid van de werknemer. Tot op heden moeten we vaststellen dat veiligheid niet een hot-item is op de agenda s van de verschillende overleg gremia. Daarnaast moet worden geconstateerd dat veiligheid ook geen onderwerp is wat actief leeft bij de meerderheid van het personeel en bij de meerderheid van het management. Een gebrek aan veiligheidsbewustzijn creëert daarmee zijn eigen valkuil. Natuurlijk hebben we de ME ers al jaren geleden voorzien van beschermende uitrusting en heeft elk korps wel de beschikking over kogelwerende vesten en hebben we, na uitgebreide testen en een forse (vooral maatschappelijke) discussie de beschikking gekregen over een speciale kogel voor het politiepistool en pepperspray, doch ook hier geldt dat incidenten en dan met name de frequentie waarin die voorkwamen, de aanleiding zijn geweest tot de invoer van deze middelen. Van structurele aandacht voor de veiligheid van politiemensen en als gevolg daarvan de geconstateerde problemen planmatig aanpakken is geen sprake geweest. Het is jammer te moeten constateren dat het politiemanagement de aanbevelingen en adviezen van gerenomeerde onderzoeksinstellingen voor kennisgeving aangenomen heeft. Zaken die de veiligheid van politiemensen kunnen bevorderen zijn veelal niet in de praktijk ten uitvoer gebracht. 6

4. De wetgeving Al in de 19 e eeuw werd er in ons land begonnen met het opstellen van wetgeving met het doel de veiligheid van de werknemers te vergroten. Een voorbeeld daarvan de veiligheidswet van 1895. In de 20 e eeuw is de wetgeving op dit gebied vernieuwd en uitgebreid met o.a. de veiligheidswet van 1934 en de Arbo-wet van 1983. De Arbo-wet is in gedeelten ingevoerd tussen 1983 en 1990. In 1993 kwam de Europese Kaderrichtlijn Veiligheid en Gezondheid tot stand. De Arbo-wet is in 1998 herzien. Aldus is er de afgelopen jaren wetgeving ontstaan die een wettelijk kader verschaft, waarbinnen de zorg voor Veiligheid, Gezondheid en Welzijn geregeld moet zijn. De Arbo-wet 1998 legt de werkgever een aantal verplichtingen op. Artikel 3 van de Arbo-wet zegt daarover onder andere: De werkgever voert een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid...; tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd moet de werkgever de arbeid zodanig organiseren dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer...; onder arbeidsomstandighedenbeleid. wordt tevens verstaan het bevorderen van het welzijn bij de arbeid...; De Arbo-wet zegt ook het een en ander over: voldoende en doelmatige voorlichting en onderricht; verplichte ongevallenregistratie; preventieve maatregelen; aantekeningen bijhouden van getroffen maatregelen. De Arbo-wet 1998 legt ook de werknemer verplichtingen op: Artikel 12 van de Arbo-wet stelt dat de werknemer de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid bij de arbeid in acht moet nemen. De werkgever en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor de naleving van de wet en kunnen beiden aansprakelijk gesteld worden bij ongevallen. In voorkomende gevallen kan er voor beiden ook sprake zijn van een civiele aansprakelijkheid De politieorganisatie in ons land kent geen geschiedenis van actief verbeteren van de arbeidsomstandigheden. De Arbo-wet wordt nog steeds niet of niet volledig nageleefd. Een risico inventarisatie (R.I. & E.) van het operationeel politiewerk is in een aantal regio's slechts beperkt uitgevoerd. In veel regio's is zelfs dat niet gebeurd! Aandacht voor arbeidsomstandigheden is nog niet in. Arbo kost geld in een periode dat steeds kritischer gekeken wordt naar de verschillende budgetten van de regio s en de wijze van besteding. Jammer genoeg wordt nog niet overal beseft dat aandacht voor goede arbeidsomstandigheden niet alleen veel letsels verminderd maar ook kosten bespaart. De slogan: ALS VEILIGHEID U TE DUUR IS, PROBEER DAN EENS EEN ONGEVAL, gaat dan ook zeker op voor de Nederlandse politiekorpsen! 7

Zoals al eerder genoemd is ook de politiecultuur een veiligheidsrisico! Het risicobewustzijn bij de gemiddelde politieman of politievrouw is niet goed ontwikkeld. Organisatorische maatregelen of trainingen ontbreken vaak. Men gaat er vanuit dat de problemen in materieel of in geld kunnen worden opgelost of dat het niet zo'n vaart loopt. De praktijk van het dagelijkse politiewerk heeft al verschillende keren laten zien welke gevolgen hier uit kunnen voortvloeien. De Wet van Murphy is in veel regio's kennelijk nog onvoldoende bestudeerd. 5. Doelstelling Het advies van de ACP-projectgroep Veiligheid heeft tot doel: 1. het beperken van de veiligheidsrisico s die politiemensen tijdens het uitoefenen van hun werk lopen; 2. het bevorderen van zaken die een positieve invloed hebben op de veiligheid, gezondheid en welzijn van het politiepersoneel dat bij risicovolle werkzaamheden een taak heeft. Het advies is een handreiking voor elk niveau van medezeggenschap en overleg. Op die manier kunnen landelijk overeen te komen raamafspraken worden gemaakt op het gebied van de Veiligheid, de Gezondheid en het Welzijn van politiemensen die vervolgens in de verschillende regio's op de specifieke maat kunnen worden uitgewerkt. Dan is het mogelijk middels samenwerking tussen politieregio's een grote mate van eenvormigheid in aanpak, training, middelen en optreden te verkrijgen. Eenvormigheid in optreden die landelijk overeengekomen is levert tevens een grote en zelfstandige bijdrage aan de veiligheid van politiemensen bij regio-overschrijdende inzet zoals dat de afgelopen jaren steeds vaker het geval is geweest. 8

6. Indeling advies De projectgroep kijkt bij de verdere uitwerking van het advies op vier manieren naar veiligheid. Er is natuurlijk nog een andere vorm van veiligheid die aandacht verdiend: de veiligheid in de kantoorruimten van de politiebureaus. In de praktijk blijkt dat deze vorm van veiligheid binnen de politie, ondanks dat er nog het nodige te verbeteren valt, de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt. We laten deze vorm van veiligheid daarom in dit advies verder buiten beschouwing. Onder elke vorm van veiligheid die in dit advies is besproken staat aangegeven waaraan gedacht kan worden. Het zijn overigens geen limitatieve opsommingen maar richtinggevende. Er is gekozen om vier gebieden van veiligheid te benoemen. In de hoofdstukken 7 t/m 10 zullen deze gebieden nader worden belicht. In de bijlagen treft U een meer uitgebreide beschouwing van elk veiligheidsgebied aan. 6.1 Veiligheid bij calamiteiten of rampen Het gaat hier om de veiligheid van het politiepersoneel bij het reageren op meldingen vanuit de maatschappij; de spoedeisende inzet; ook wel noodhulp genoemd. Kenmerkend is het feit dat er veelal met grote snelheid gehandeld moet worden zonder dat tevoren draaiboeken zijn opgesteld of dat daarmee is geoefend en zonder dat er (veel) tijd is om van tevoren de situatie in te schatten of een werkwijze te kiezen. Dit doet zich o.a. voor bij: ongevallen met gevaarlijke stoffen; op het land; te water; op het spoor; in de lucht; ondergronds; branden; natuurrampen; epidemieën; ordeverstoringen; grootschalige verkeersongevallen. 6.2 Veiligheid bij onderzoeken Kenmerkend is het feit dat er tijd is om het optreden van tevoren te plannen. Dit doet zich o.a. voor bij het: verrichten van milieuonderzoek; onderzoeken van afvalcontainers; oprollen XTC laboratoria; oprollen hennepplantages; 9

controleren van (gevaarlijke)lading al dan niet onder gas of vloeistof in: schepen; vrachtauto s; containers. verrichten van verkeerscontroles; doorzoekingen van terreinen/panden/bedrijven/woningen; omgaan met risicogroepen; verrichten van onderzoek in het bron- en of effectgebied. 6.3 Veiligheid bij het dagelijkse politiewerk Het gaat hier om de veiligheid van het politiepersoneel tijdens de uitoefening van het dagelijkse werk. Kenmerkend hierbij is de dagelijkse routine en de geldende cultuur bij de politie. Dit doet zich o.a. voor bij het: deelnemen aan het verkeer; achtervolgen; contact met risicopersonen tijdens: staandehouding, aanhouding en insluiting; transport van arrestanten; ontsnappen van arrestanten; onderzoek, doorzoeking en overige situaties in geval van overtreding of misdrijf; behandelen van conflicten en of verstoringen van de openbare orde; geweld tegen politiemensen; behandelen van overige situaties zonder dat sprake is van een overtreding of misdrijf; ervaren van een emotionele gebeurtenis; uitvoeren van eenmanssurveillance of -inzet; ervaren van discriminatie. 6.4 Veiligheid tijdens de opleiding Hierbij gaat het om de aandacht voor veiligheid van het politiepersoneel ten tijde van opleiding en vorming. Kenmerkend voor de huidige situatie is dat in de bestaande opleidingen weinig of niet gedoceerd en geëxamineerd wordt op veiligheidsonderwerpen over gevaarlijke politiële werkprocessen en gevaarlijke werkprocessen in het bedrijfsleven, waarbij de politie betrokken kan raken. 10

7. Veiligheid bij calamiteiten en rampen 7.1 Voorbeelden Enkele bekende en recente voorbeelden van calamiteiten en rampen zijn onder andere de brand bij ATF in Drachten, waarbij 480 ton gevaarlijke stoffen is verbrand, de brand en de daarna volgende vuurwerkexplosie in Enschede en begin 2001 de brand in cafe t Hemeltje in Volendam. 7.2 De huidige situatie Het vraagstuk veiligheid voor politiemensen bij rampen en calamiteiten heeft recent veel aandacht gekregen. Dit heeft alles te maken met de bewustwording van de onveiligheid die men feitelijk ervaart in de dagelijkse praktijk. Met name de laatste jaren lijken calamiteiten en rampen in alle mogelijke vormen over ons heen te komen. Bij iedere gebeurtenis heeft de politie meestal al vanaf de eerste melding een rol te vervullen. In het eerste, veelal chaotische, uur speelt er zich zoveel af, dat de aandacht voor veiligheid voor de ingezette mensen, op dat moment, niet direct voorop staat. Bij een terugblik op de gebeurtenissen van de afgelopen jaren vragen de ingezette politiemensen zich in toenemende mate af welke risico s ze genomen/gelopen hebben en welke effecten dit heeft op hun gezondheid? In de huidige situatie worden politie-eenheden ingezet met te weinig aandacht voor de risico s. Ze komen vaak als eerste ter plaatse en krijgen weinig of geen informatie over datgene wat ze aantreffen. Nog minder informatie krijgen ze over wat ze ter plaatse moeten gaan doen. De eerste eenheden die worden ingezet zijn in veel gevallen juist zelf de bron van informatie voor andere hulpverleners die minder snel ter plaatse (kunnen) zijn. Het is inherent aan opleiding en taakopvatting van politiemensen om direct aan de slag te gaan met de hulpverlenende, levensreddende of andere politietaken. Er wordt van de politie verwacht dat ze onder alle omstandigheden hulp verleent en handelt. Vaak komen politiemensen die worden ingezet bij extreme omstandigheden dit voor het eerst in hun leven tegen. Het is menselijk en logisch dat er dan fouten worden gemaakt. Fouten die fataal kunnen zijn voor de burgers en de directe omgeving maar ook voor de hulpverlener zelf. Een situatie, die in eerste instantie vrij gering van omvang is, kan zodanig escaleren dat er een heel ander scenario ontstaat. Dat een klein brandje op een bedrijfsterrein kan uitgroeien tot een ramp die een hele wijk in Enschede in de as legt, had niemand kunnen bedenken. Als er voor de vijfde keer een brandmelding komt van de ATF in Drachten houd je er bij het eerste optreden nog geen rekening mee, dat het deze keer volledig uit de hand loopt en er 480 ton gevaarlijk chemisch afval in rook opgaat. Wat is geweest en wat nog gaat komen zijn allemaal scenario s die je niet kunt oefenen en al oefen je wel, dan nog is de volgende situatie weer zo anders dat je leerelementen uit de oefening mogelijk niet herkent. Toch moeten er mogelijkheden zijn om veiligheid te maximaliseren en fouten te minimaliseren door o.a. een aantal standaard veiligheidsprocedures te hanteren. Dit moeten we niet alleen willen doen! 11

De Leidraad Maatramp van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft een aantal rampscenario s en beschrijft bij die scenario s de taak voor de betrokken hulpverleningsdiensten, waaronder die van de politie. Deze Leidraad vormt een belangrijke aanzet voor het structureren van de hulpverlening tijdens rampen, maar is geen spoorboekje. Het is ook niet mogelijk om op een toekomstig rampscenario een compleet stappenplan of stroomschema te schrijven. Wel kun je de chaotische periode bij calamiteiten sneller terug brengen naar een overzichtelijke structuur, als je weet wie iets doet of kan doen. Het lijkt ook niet juist om politiemensen en/of surveillance auto s uit te rusten met alle mogelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Op een vraag welke persoonlijke beschermingsmiddelen de politie in haar standaard uitrusting zou moet opnemen, is het antwoord: Als je denkt dat je die nodig hebt, dan sta je te dicht bij! Rekening moet worden gehouden met beschermingsmiddelen die het mogelijk maken om een veilige plaats te bereiken. Het is belangrijk dat de politieorganisatie hierbij haar taakstelling duidelijk voor ogen heeft. Deze taakstelling wordt in de Leidraad in een zestal onderdelen beschreven: 1. handhaven openbare orde; 2. strafrechtelijk onderzoek; 3. verkeer regelen; 4. afzetten en afschermen; 5. begeleiden (van hulpverleningsdiensten); 6. identificatie slachtoffers; Deze taken moeten in samenspraak met de overige betrokkenen en verantwoordelijken worden afgebakend. Het is voor de politie noodzakelijk om te weten onder welke omstandigheden en op welke plaatsen en zorggebieden zij wel of geen taak heeft. Vervolgens dient de uitrusting van die eenheid die in voorkomende gevallen een taak heeft daarop te worden aangepast. Het klinkt nu nog abstract, maar kan concreter worden naar mate we er in slagen leermomenten uit het verleden te vertalen in werkmethodes voor de toekomst. 7.3 Vertrouwen De politiemannen en vrouwen die worden ingezet bij een calamiteit of ramp moeten onvoorwaardelijk kunnen vertrouwen op de leiding van de politieorganisatie, daar waar het gaat om het waarborgen van een veilige werksituatie. 7.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken Er zijn in verschillende regio s aanzetten gegeven voor het verhogen van de veiligheid van de daar werkzame politiemensen. Daar wordt belangrijke informatie aangereikt, zijn er aanbevelingen gedaan en initiatieven ontplooid. Een start is gemaakt De veiligheid van het politiepersoneel vereist een gecoördineerde aanpak die voor de gehele Nederlandse politie geldt. Veiligheid van de eigen werknemer dient binnen de politieorganisatie een onderwerp te zijn dat voortdurend de 12

aandacht heeft. Een onderwerp dat voortdurend moet worden bijgesteld. Het resultaat moet zijn dat het voor iedere politiemedewerker duidelijk is wat er van hem/haar verwacht wordt en wat de leidinggevende wel en niet kan of mag opdragen. De aldus verkregen duidelijkheid maakt veilig werken mogelijk. 7.5 Aanbevelingen 1. Maak een op veiligheid bij calamiteiten en rampen gerichte opleiding voor uitvoerenden, leidinggevenden in de primaire opleiding en voor zittende politiemensen in de voortgezette opleidingen. 2. Richt een landelijk platform veiligheidscoördinatoren in voor de uitwisseling van ervaringen en het opbouwen van best practices en geef deze uitvoerende bevoegdheden. 3. Stel werkmethodes en/of protocollen voor optreden bij calamiteiten en rampen op. 4. Deze werkmethodes en/of protocollen zijn: a. landelijk eensluidend; b. waarnodig aangevuld met regionale bijzonderheden; c. rechtspositioneel vertaald. 5. Bedrijfsrisico s moeten in kaart worden gebracht in samenhang met preventieve maatregelen. 6. Richt een arbeidsongevallen registratie in 7. Registreer wie (bij risicovolle werkzaamheden) ingezet is. 8. Maak, in samenwerking met de andere OOV-diensten, een oefenprogramma voor alle niveaus in de organisatie. 9. Zorg voor de juiste persoonlijke beschermende middelen voor eenheden met een specifieke taak zoals identificatie en opsporing. 13

8. Veiligheid bij onderzoeken 8.1 Voorbeelden Er komt een melding binnen dat in een bedrijfspand een XTC laboratorium gehuisvest is. Justitie besluit daaraan een einde te maken. Er wordt een hennepplantage aangetroffen in een woning. Periodiek wordt er in het land gecontroleerd op het vervoer van afval over de weg en over water. De afdeling milieu gaat een gerichte actie bij garages starten ter controle op de naleving van de milieuregelgeving. Na een brand waarbij asbest vrijgekomen is, moet de Technische Recherche (TR) een onderzoek instellen naar de oorzaak. Bij een ramp moet het Rampen Identificatie Team (RIT) slachtoffers identificeren. Dit zijn allemaal voorbeelden van activiteiten van de politie die vooraf planbaar zijn. 8.2 Beschrijving huidige situatie De politie is gewend om snel te beslissen en snel te handelen. Aandacht voor de veiligheid van de bij het onderzoek betrokken personeelsleden is daarbij niet altijd vanzelfsprekend. Op een aantal terreinen zoals onderzoek door de TR en onderzoek/ruiming van een XTC laboratorium is men al zo ver dat daar een duidelijk procedure voor is gemaakt waarbij de veiligheid van het personeel veel aandacht krijgt. 8.3 Beschrijving gewenste situatie Het is wenselijk dat voorafgaande aan een actie of een onderzoek er een goede risico-inventarisatie gemaakt wordt. Daarbij kan o.a. gebruik gemaakt worden van de diensten van een veiligheidskundige, van procedures en eerder opgedane ervaringen. Er mag geen onderzoek of actie meer plaatsvinden zonder dat aan alle daarbij betrokken collega s duidelijk is gemaakt wat voor veiligheidsrisico s er zijn en hoe daarmee omgesprongen wordt. 8.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken Opleiding, training en vorming zijn ook in dit geval van grote waarde. Alle collega s moeten op enigerlei wijze kennisnemen van risico s die verbonden zijn aan het uitoefenen van hun werk, ook in het geval van speciale taken bij een actie of een controle. Het management zorgt voor een goede RI&E en vertaalt die in de juiste procedures en, zonodig, in de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). 8.5 Aanbevelingen 1. Investeren in studie, training en stages. 2. Alleen deskundig personeel deel laten nemen aan acties en controles. 3. Stel een procedure op die handelt over controles met risicovol materiaal. 4. Controleer actief de juiste naleving van deze procedure. 5. Registreer wie (bij risicovolle werkzaamheden) ingezet is. 14

9. Veiligheid bij het dagelijks politiewerk 9.1 Voorbeelden Geweld, ongevallen, branden in voertuigen, woningen en bedrijven. Steeds blijken gewelddadige personen, maar ook de aanwezige stoffen (o.a. oplosmiddelen, explosiegevaarlijke stoffen, chloorhoudende middelen, asbest) voor veel gevaren te zorgen. Verkeerd ingeschatte acties die daarop volgen leveren vaak letsel op. 9.2 Beschrijving huidige situatie Kenmerkende aspecten voor het dagelijkse operationele politiewerk zijn dat het onvoorspelbare, het veelal op incidenten berustende en het meteen een reactie vragende zaken betreft. In die gevallen dat het incident voor het slachtoffer verkeerd afloopt, is dat soms ook het geval voor de hulpverlener. Voor slachtoffers doen we het maximaal haalbare (en soms nog veel meer). Voor hulpverleners proberen we ons te beperken tot het minimum. Kennelijk is een organisatie als de politie, die het bevorderen van allerlei vormen van veiligheid als core-business heeft, niet in staat zijn eigen veiligheid goed te regelen. De politieman of -vrouw die ter plaatse bij een incident komt wordt geacht meteen in staat te zijn de situatie te overzien en daarop adequate maatregelen te treffen. Als het gevaarlijke stoffen betreft die daarbij zijn betrokken, hebben deze medewerkers daarvan meestal geen enkele notie. De gevolgen laten zich dan ook niet alleen raden, helaas zijn zij ook vaak te zien. Medewerkers denken in de eerste plaatst aan het slachtoffer, echter hij of zij denkt niet aan zichzelf. De goede volgorde in dit verband is dat ze eerst aan hun eigen veiligheid denken, vervolgens geleijktijdig aan die van zijn of haar collega en anderen. 9.3 Beschrijving gewenste situatie In een goede situatie is de medewerker zodanig op de hoogte van allerlei situaties, dat in ieder geval de risico s kunnen worden ingeschat. En zo niet, dat feit dan vervolgens vaststelt en in staat is deskundigen ter plaatse te krijgen. Geaccepteerd zal moeten worden dat de politie in sommige situaties niet optreedt. Dan is de buitenrand van het effectgebied de grens van de mogelijkheden. 9.4 Hoe gewenste situatie te bereiken Opleiding is het hulpmiddel voor het leren inschatten van de bedrijfsrisico s en de preventieve mogelijkheden (zie als voorbeeld Bijlage 5). Nodig zijn ook leidinggevenden die de juiste werkhouding bij medewerkers zullen aanmoedigen en de verkeerde (ook bij elkaar) corrigeren. Zijzelf zullen hiervoor als eersten moeten worden getraind. Dit om te voorkomen dat degene die een veilige werkplek nastreeft belachelijk wordt gemaakt. Zorgen dat de drie A s (AFBLIJ- VEN, AFSTAND en AFWACHTEN) deel gaan uitmaken van het gedachtengoed en de werkwijze van alle politiemensen. 15

9.5 Aanbevelingen 1. Doordring iedere medewerker van de noodzaak van veilig werken (veiligheid is bij uitstek een - tussen de oren - beleid) 2. Pas de drie A s: AFBLIJVEN, AFSTAND en AFWACHTEN toe. Bij de politie Amsterdam - Amstelland is deze werkwijze al in gebruik. 3. Maak gebruik van het veiligheidsbeleid uit het bedrijfsleven. 4. Medezeggenschap en de korpsleiding overleggen periodiek over de voortgang van het veiligheidsplan van aanpak. 5 Stel binnen iedere regio een veiligheidscoördinator aan. Is overigens verplicht bij meer dan 1000 werknemers! 6. Registreer wie (bij risicovolle werkzaamheden) ingezet is en wat de omstandigheden waren waaronder de inzet is gepleegd (eventueel met welke stoffen men in aanraking kwam). 16

10. Veiligheid tijdens de opleiding 10.1 Voorbeelden Bij de surveillantenopleiding (POPS), de Primaire Opleiding Medewerker Basispolitiezorg (POMB), de Nederlandse Politie Academie (NPA) en de Leergang Leidinggevende Operationeel Niveau (LLO) wordt bij het vak Geweldbeheersing en crisisinterventie beperkt aandacht besteed aan de veiligheid in de zin van dit advies. Bij de schiettraining en de fysiek-mentale vorming komen enkele primaire veiligheidsprocedures aan de orde. Bij milieu en verkeer wordt aandacht besteed aan kleine veiligheidsmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. In de (voortgezette) opleidingen voor leidinggevenden is geen expliciete taak veiligheidsbescherming voor de medewerkers noch voor de organisatie opgenomen. 10.2 Huidige situatie Tijdens de primaire en voortgezette opleidingen is slechts beperkte ruimte in de leertrajecten voor de eigen veiligheid van de medewerker inclusief risicoinschatting en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. De algemene bedrijfsrisico s krijgen weinig of geen aandacht. Er wordt geen aandacht besteed aan het leerproces: Risico-inschatting en veiligheid door toezicht en controle op de daadwerkelijke handhaving voor aankomend leidinggevenden. Veiligheid bij gevaarlijke politiële werkprocessen en gevaarlijke bedrijfsprocessen, waarmee de politie in aanraking kan komen, is niet in de (kader)- opleiding opgenomen. De in de Leidraad Maatramp genoemde calamiteiten, rampen en ernstige verstoringen van de openbare orde worden niet op de veiligheidsaspecten voor de medewerkers en leidinggevenden van de OOV diensten gedoceerd. Informatie- en fysieke beveiliging worden slechts sporadisch, ad hoc of niet behandeld. De eisen ten aanzien van de wettelijk verplichte bedrijfshulpverlening zijn niet in het leertraject opgenomen. 10.3 Gewenste situatie In de primaire en voortgezette opleidingen is in alle competenties veiligheid ingebouwd. In de leertrajecten zijn, naast de eigen en collegiale veiligheid, de eisen op het gebied van veiligheid bij rampen en calamiteiten, de informatiebeveiliging, fysieke beveiliging en bedrijfshulpverlening opgenomen. De bedrijfsrisico s (zie als voorbeeld Bijlage 5) en de veiligheidsaspecten van het betreffende deelonderwerp worden expliciet behandeld en in de regelmatige terugkerende proeven van bekwaamheid opgenomen. 17

10.4 Hoe de gewenste situatie te bereiken De vijf LSOP-ontwikkelgroepen, die onder leiding van de directeur NPA en de directeur IBP de nieuwe politieonderwijs- leertrajecten voorbereiden, brengen het onderwerp Veiligheid, als integraal onderdeel, in binnen alle kernopgaven. De Leidraad Maatramp en de daarbij benodigde veiligheidsprocedures en instructies worden in het opleidingspakket meegenomen. De, middels de ACP-projectgroep Veiligheid aan de minister gevraagde, uniforme basisveiligheidsprocedures worden in de opleidingen ingebracht. 10.5 Aanbevelingen 1. het LSOP kent binnen alle competenties: de eigen veiligheid van de medewerker; de veiligheid van de collega(s); de veiligheid van het publiek; de veiligheid van de organisatie; veiligheid als taak voor de leidinggevenden. 2. de Nederlandse politie kent standaard veiligheidsprocedures voor het werken: op straat/locatie; in de auto; op het bureau; bij calamiteiten en rampen (zie Leidraad Maatramp). 3. het politie kennisnet (PKN) bevat een databank voor alle veiligheidsprocedures. 18

Bijlage 1: veiligheid bij calamiteiten en rampen... en de basisaspecten die daarbij van belang zijn. Van calamiteit naar ramp Calamiteiten kunnen zich op allerlei gebieden voordoen als: branden; ongevallen in het verkeer; extreme weersomstandigheden (overstromingen, wind) aardbevingen; transport en verwerken gevaarlijke stoffen; uit de hand gelopen chemische processen; enzovoorts... Wanneer is er sprake van een calamiteit en wanneer van een ramp? Bij calamiteiten moeten we denken aan ongevallen waarbij het effectgebied relatief beperkt blijft. Het ongeval in het voorjaar 2001 op de A50 bij Nijmegen met de omgevallen tankauto geladen met een erg explosieve chemische stof, bleef gelukkig beperkt en was daardoor te beschouwen als een calamiteit. Zou de tankauto evenwel zijn ontploft, dan was het effectgebied groter geworden en zou de calamiteit door de zwaardere gevolgen voor de omgeving en mensen ontaard zijn in een ramp. (Voorbeeld bijna-ramp: ontplofte tankauto in Eindhoven op 2 juli 2001) Hier ontstaat een duivels dilemma voor de politieambtenaar die ter plaatse komt. Heeft hij het geluk dat hij toevallig de juiste maatregelen weet te nemen, dan voorkomt hij daarmee misschien een ramp. Pakt zijn optreden verkeerd uit dan kan hij zelfs onbedoeld een ramp uitlokken. Door onoordeelkundige mensen naar de plaats van het ongeval of de calamiteit te sturen, haalt de politie zich mogelijkerwijs een enorme verantwoordelijkheid op de hals. Dit, zowel gezien vanuit de veiligheidszorg voor burgers, als voor haar eigen medewerkers. Rampen zijn dus ook calamiteiten maar vinden plaats op een grotere schaal. Het gevolg voor de omgeving is groter en het aantal slachtoffers kan fors zijn. Kortom een groter effectgebied met zware gevolgen. ATF-brand Drachten (opslag gevaarlijk afval) De brand in mei 2000 bij ATF in Drachten leek aanvankelijk ook niet uit te groeien tot een ramp. Qua effecten op het ecosysteem kan men in dit geval zeker spreken van een ramp, al waren er gelukkig geen doden. Wel is een groot (effect)gebied verontreinigd met het uiterst giftige dioxine. Ten minste één politiecollega heeft, mogelijk zelfs permanente, gezondheidsschade opgelopen bij de inzet bij deze brand. Op termijn zal mogelijk blijken of er nog meer slachtoffers zijn door de inwerking van de vrijgekomen gifstoffen. De incubatietijd strekt zich vaak uit over tientallen jaren, waarna niet van ieder gezondheidsprobleem onomstotelijk een relatie kan worden aangetoond met het verrichtte werk. 19

Brand Dumeco slachterij Boxtel Wellicht hadden politiemensen in Boxtel alle brandende vrachtauto s weten weg te halen, zodat de slachterij Dumeco begin 2001 niet in vlammen was opgegaan en de verspreiding van asbestvezels beperkt was gebleven. Nu hebben zij slechts enkele vrachtauto s weggereden door een wolk van asbestvezels. Daarmee, en door het gelijktijdig inademen van ammoniak, hebben zij mogelijkerwijs hun gezondheid onevenredige schade toegebracht. Had iemand hen eerder op de hoogte moeten brengen van een mogelijke aanpak van een brand bij Dumeco? Wisten zij dat er ook nog 7.000 liter ammoniak lag opgeslagen? Kortom was de ramp van deze omvang tot een calamiteit te beperken geweest? En toen dat niet het geval bleek, was toen alleen de brandweer met ademlucht in het bron- en effectgebied aanwezig, of waren er ook politiemensen? Vuurwerkramp Enschede En is de ramp in Enschede niet onnodig groter geworden? Wie weet hoeveel en hoe lang politiemensen onnodig aan gevaarlijke stoffen en asbestvezels zijn blootgesteld. Richten we onze aandacht op de burgerslachtoffers en de materiële schade die is aangericht, of leren we hieruit dat het een volgende keer anders en beter moet met de veiligheid van in te zetten politiemensen. Illegale opslag chemicaliën En dan de brandweer en de politie die gezamenlijk een ongeval met een tank gevuld met een erg brandbare en explosieve chemische stof op een industrieterrein aan willen pakken en er ter plaatse achter komen dat niet het juiste blusmiddel voorhanden is. Het bedrijf heeft een illegale opslag van die stoffen gecreëerd en de hulpverleners weten uiteraard van niets. De verplichting een adequaat blusschuim voorradig te houden kon zo niet worden opgelegd. Het ging allemaal net goed (zoals zo vaak gelukkig) maar een flink brandende gaswolk in een dorpje met 4.000 inwoners had veel slachtoffers kunnen eisen. Het effectgebied Het is duidelijk dat het effectgebied afhankelijk van het soort calamiteit kan variëren. Een brandende papierafvalcontainer heeft een ander effectgebied dan vrijkomende gevaarlijke gassen in een druk winkelcentrum. Ook de oppervlakte van de calamiteit en de weersinvloeden kunnen echter het effectgebied mede bepalen. We hebben dus te maken met effectgebieden die qua schaal en intensiteit kunnen variëren, met als lichtste vorm een calamiteit en als zwaarste vorm een ramp, met alle gradaties daartussen. Dit gegeven, gevoegd bij de ondeskundige politieambtenaar die ter plaatse komt, kan letterlijk en figuurlijk leiden tot een rampscenario. 20