Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,



Vergelijkbare documenten
Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: Fragment:

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Examen VWO. Duits. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

die Meldung bestätigen nicht jetzt

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

Correctievoorschrift VWO 2012

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?"

Kapitel 8 Nervenkitzel

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Lost Cities Spielanleitung/Spielregeln. Brettspielnetz.de Team Copyright 2016 Brettspielnetz.de

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Op het potje Aufs Töpfchen

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Binnendifferenzierung Schnellere TN können mit den Arbeitsblättern 2a und 2b arbeiten.

Over dit boek. Richtlijnen voor gebruik

Correctievoorschrift VWO

Hoofdstuk 3: Meerkeuzevragen

Wat voor artikelen kan je verwachten? Welke elementen/onderdelen komen vaak in een tekst voor? Introductie Argumenten Experts Voorbeelden Conclusie

Waarom een samenvatting maken?

ES-S7A. Außensirene.

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Top 100 Duitse woorden

leer-actief werkboek Naam: 1

Examentraining. Duits HAVO / VWO

Sharing Grammars. Dr. Karijn Helsloot, Hogeschool Windesheim Domein Bewegen en Educatie , Meertaligheid in het Onderwijs

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting

Ruzie maken Streiten

Leugenspel/ Lügenspiel.

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Studie Tuningmarkt. Exklusive Marktstudie 2007

k ga naar school ch gehe zur Schule

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Aanvraag tegemoetkoming KOB/Antrag auf KOB-Zuschuss

Verduidelijking spelregels. Begründung der Änderungen

Het houden van een spreekbeurt

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Globaal en intensief lezen

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Schule: Schreiben B 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van

INSTALLATIONS- UND BEDIENUNGSANLEITUNG GREE KLIMAANLAGEN KONSOLEGERÄT:

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten.

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

Woudschoten 4 november 2011 Michiel Vogelezang

Begeleide interne stage

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Films kijken op internet: verboden of niet?

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

Examen VWO. Duits. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

4. Deutsch-Niederländisches Wirtschaftsforum

Open Glass. The global leader in door opening solutions* * Leader mondial de la sécurisation des accès

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1993 Nr. 44

Samenvatting Duits Grammatica

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

A person who never made a mistake never tried anything new.

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Hueber Verlag 2012, Wat leuk! A1, Kopiervorlage, ISBN

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Naam: Klas: Van je docent krijg je met je groepje een van de volgende wijken toegewezen: Ehrenfeld Marienburg Sülz Belgisches Viertel

TOETS A A1 VWO(H), DEEL 1, SCHRITT Luister naar Auf dem Münchner Viktualienmarkt. Kruis tijdens het luisteren het goede antwoord aan.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Transcriptie:

Trainingsboek Duits VWO 2015

Beste leerling, Welkom op de examentraining Duits VWO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens dit oefenen zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen, ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. De stof die behandeld wordt komt uit de syllabus, die te vinden is op www.examentraining.nl en de oefenvragen zijn gebaseerd op eerdere examenvragen. Ook de eerdere examens zijn te vinden op www.examentraining.nl. Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Na de tips volgt het programma voor vandaag. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! Het doel van de training is immers te leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator Nationale Examentraining Duits VWO 2015 2

Tips en tricks voor voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Je bent al voor een belangrijk deel voorbereid. Laat je niet gek maken door uitspraken als Nu komt het er op aan. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd genoeg kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je Duitse kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Tip 2: Maak een planning voor de voorbereiding die je nog nodig hebt. Deze voorbereidingen bestaan uit twee onderdelen: leren en vragen oefenen. Als je hiermee aan de slag gaat, plan dan niet teveel studie-uren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende taken en vakken af, want op die manier kun je je beter concentreren. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Je hersenen zijn dan na een paar keer voorbereid op die specifieke activiteit op dat specifieke moment. Tip 3: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel naar staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Veel docenten hebben tegenwoordig een eigen youtube-kanaal. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Tip 4: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon een uurtje weg), maak je tafel zo leeg mogelijk. Je traint op deze manier je hersenen om tijdens je echte examensituatie niet veel aandacht aan de omgeving (en het gemis van je telefoon) te hoeven besteden. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 3

Zorg voor jezelf! Tip 1: Verdiep je in ontspanningstechnieken Rust in je hoofd is van groot belang tijdens het leren. Sommigen weten dit prima uit zichzelf voor elkaar te krijgen, maar anderen kost dit wat meer moeite. Gelukkig zijn hier trucs voor, die we ontspanningsoefeningen noemen. Ademhalingsoefeningen kunnen al genoeg zijn maar ook yoga helpt je zeker om tot rust te komen. Voor deze ontspanningsoefeningen hoef je geen uren uit te trekken, 10 minuten is al voldoende. Sporten kan ook een goede ontspanningstechniek zijn, al kost dat natuurlijk meer tijd. Bijkomend voordeel is dan wel weer dat je beter kunt denken (en dus leren) als je fit bent. Tip 2: Vergeet niet te slapen Chinese en Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt waarom slapen goed is voor je geheugen. Tijdens je slaap worden er namelijk nieuwe synapsen opgebouwd. Dit zijn verbindingen tussen je hersencellen. Hoewel het onderzoek is uitgevoerd bij muizen, zeggen de onderzoekers dat ook stampende scholieren hier een les uit kunnen trekken: Langdurig onthouden lukt beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Want, muizen die een uurtje leerden en daarna gingen slapen haalden betere resultaten dan muizen die drie uur trainden en daarna wakker gehouden werden. Tip3: Let op wat je eet Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch zijn er al belangrijke, handige zaken uit naar voren gekomen. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda s leveren meer langdurige energie dan koekjes. Koffie, thee en sigaretten hebben geen positief effect op je geheugen, dus vermijd deze zaken zo veel mogelijk. En dan het examen zelf En dan is de dag gekomen. Je zit in de gymzaal, het ruikt een beetje vreemd, je voelt je een beetje vreemd. De docent of misschien zelfs wel de rector begint te gebaren en dan begint het uitdelen. Dan het grote moment: je mag beginnen. Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Rustig alle vragen lezen - Niet blijven hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet Nationale Examentraining Duits VWO 2015 4

- Schrijf zoveel mogelijk op maar. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die gevraagd worden. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen duidelijk maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan. - Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen en je uitrekken is alleen maar goed voor je concentratie. En het helpt ook om stijve spieren te voorkomen. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC, rek je even uitgebreid uit. Als je goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 5

Programma Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Stappenplan aanpak tekst Signaalwoorden Vraagsoorten Gatenteksten Nationale Examentraining Duits VWO 2015 6

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 7

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 8

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 9

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 10

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 11

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 12

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 13

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 14

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 15

Introductie Duits examentraining Vandaag ga je aan de slag met de examentraining Duits. Je zult aan de hand van allerlei onderwerpen de examenstof doornemen. Voordat we daar aan beginnen, is het belangrijk om te bepalen wat je al kunt en wat je doelen zijn voor deze dag. Beschrijf aan de hand van de volgende vragen wat je vandaag zou willen bereiken. 1. Hoe heb jij het afgelopen jaar aan Duits gewerkt? 2. Hoe tevreden ben jij over de training leesvaardigheid tijdens de Duitse lessen op jouw school? 3. Wat vind je precies moeilijk aan het vak Duits? 4. Wat wil je deze dag bereiken? Nationale Examentraining Duits VWO 2015 16

Inleiding examen Duits 1. Inhoud Het examen Duits VWO bestaat uit 10-15 teksten, van verschillende tekstsoorten en over allerlei onderwerpen. Bij deze teksten worden vragen gesteld die je er toe zetten om nauwkeurig de tekst door te nemen. Het examen is meestal zo ingedeeld dat je begint met wat kortere teksten en vervolgens komen de wat moeilijkere wetenschappelijke teksten. Het doel van het voorbereiden en maken van het examen is dat je: in staat bent om in een variatie aan tekstsoorten de hoofdgedachte te herkennen en de belangrijkste informatie eruit te halen. Dat betekent niet dat je alle woorden hoeft te kennen maar dat je de trucjes kunt toepassen waarmee je die belangrijke informatie kunt vinden zonder gelijk alle woorden te moeten vertalen naar het Nederlands. 2. Talenprobleem? Het lastige van het leren van een taal is dat het niet zomaar even geleerd kan worden. Er moet over het algemeen flink wat tijd in gestoken worden voordat je beter wordt. Het is eigenlijk net als sporten. Je moet regelmatig trainen. Conditietraining, krachttraining, maar ook moet je op je voeding letten. Pas na verloop van tijd zie je resultaat in je conditie en prestaties doordat je al die elementen een langere tijd consequent hebt gedaan. Er is dus niet één manier waardoor je taalvaardigheid ineens een stuk verbetert. Dat betekent dat je veel moet spreken, lezen, schrijven en luisteren voordat je merkt dat je de taal beter begrijpt. Daarnaast is het ook vaak zo dat sommige onderwerpen of vaardigheden jou beter liggen dan andere. Dit alles is de reden dat je soms hele goede cijfers voor een taal kunt halen en soms ook helemaal niet. 3. Benodigdheden Voor deze examentraining en ook voor het examen zelf, heb je een aantal dingen nodig. Dit zijn: 1) pen 2) kleurpennen of kleurpotloden 3) woordenboeken DU-NE en NE-DU. Natuurlijk is het heel handig om tijdens deze training gebruik te maken van een online woordenboek of app op je smartphone. Toch is het aan te raden om een papieren woordenboek te gebruiken omdat je dit op je examen ook moet doen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 17

Het kost veel meer tijd om hier een woord in op te zoeken, dan dat het via het internet kost. Tijdens je voorbereiding moet je namelijk kunnen bepalen of je misschien te veel tijd kwijt bent aan het opzoeken van woorden, of dat je misschien juist tijd over hebt. Blok 1 Stappenplan aanpak tekst STAP 1: Wat voor soort tekst is het? De meeste teksten op het examen zullen uiteenzettingen zijn. Dit zijn voornamelijk artikelen uit kranten of tijdschriften waarin een onderwerp besproken wordt. Ook zullen er betogen, recensies, brieven of fragmenten uit een boek in het examen voorkomen. Het is belangrijk dat je kan herkennen met wat voor soort tekst je te maken hebt om de vragen goed te kunnen beantwoorden. 1. Uiteenzetting: een uiteenzetting heeft als doel om de lezer te informeren over een bepaald onderwerp. De tekst wordt gebaseerd op feiten en is objectief in aard. Verschillende standpunten over dit onderwerp kunnen belicht worden door onder andere uitspraken van experts. 2. Betoog: de schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn standpunt. Dit kan in de vorm van een brief of een uiteenzetting zijn. De tekst zal een duidelijke toon hebben (positief of negatief) en er worden normaal gesproken alleen argumenten gebruikt die de hoofdgedachte van het betoog ondersteunen. 3. Recensies: de schrijver geeft commentaar op één of meerdere dingen, in de meeste gevallen films of boeken. De toon van de tekst kan per recensie verschillen. Als bijvoorbeeld 3 boeken worden besproken kan er 1 heel positief zijn en 2 negatief. Vaak heeft een recensie een conclusie waarin kort de bevindingen van de schrijver nog even samengevat worden. 4. Fragment uit een boek: hierbij is er vaak geen normale indeling van inleiding, midden en slot. Ook is er meestal geen titel of illustratie waar je de inhoud van de tekst uit af kan leiden. Het gaat bij deze teksten meestal niet om feiten en er zullen meestal geen argumenten gegeven worden voor of tegen iets. Belangrijk is dat je begrijpt wat voor personages er in het verhaal voorkomen, hun relatie en wat je uit dat stuk kunt afleiden over de inhoud van het boek. 5. Brief: een brief is altijd geadresseerd aan iemand. Op het examen gaat het vaak om ingezonden brieven. Hierbij heeft iemand een brief geschreven naar bijvoorbeeld een krant om te reageren op een eerder artikel of interview. De toon kan per brief verschillen maar is normaal gesproken óf erg positief óf erg negatief. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 18

6. Interview: een gesprek met een of meerdere personen. Je kunt dit herkennen doordat de tekst onderverdeeld is in vraag en antwoord. Alles wordt verteld vanuit de mening van degene die geïnterviewd wordt. Stap 2 Bepaal de grote lijn (hoofdgedachte) van de tekst In andere woorden: wat is het belangrijkste onderwerp/boodschap van de tekst? De hoofdgedachte van één of meerdere alinea s kan in één zin worden opgeschreven. Hiervoor kun je de belangrijkste zin uit het tekstgedeelte citeren. De belangrijkste zin (de kernzin) van een alinea staat op een voorkeursplaats: de eerste of laatste zin van de alinea. Op het examen kan er gevraagd worden naar de hoofdgedachte van de tekst of van een aantal alinea s. Een vraag naar de hoofdgedachte van de hele tekst wordt vaak in de vorm van een meerkeuzevraag gesteld. Bij het bepalen van de hoofdgedachte van een tekst kijk je naar de tekstkenmerken: de titel, inleiding, tussenkopjes, slot en illustratie. Hiermee kun je ook veel te weten komen over de toon van de tekst. Is de titel bijvoorbeeld positief of negatief? Is de illustratie sarcastisch bedoeld? Onderstreep de kernzinnen en bepaal kort voor jezelf wat het belangrijkste uit de tekst is. Streep alle voorbeelden, opsommingen en citaten weg. De belangrijkste informatie van een tekst wordt vaak herhaald of samengevat in de conclusie. Als je tussen twee antwoorden twijfelt, kijk dan naar wat er in de conclusie staat en kies het antwoord dat hier het beste bij aansluit. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 19

Oefening 1: Oriënteren Welke koppen horen bij welke plaatjes? Wat kun je uit deze combinaties afleiden over de inhoud en de toon van de tekst? 1. 2. 3. 4. A. B. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 20

C. D. 1+ Wat zegt dit over de tekst?.. 2+ Wat zegt dit over de tekst? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Nationale Examentraining Duits VWO 2015 21

3+ Wat zegt dit over de tekst? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 4+ Wat zegt dit over de tekst? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Nationale Examentraining Duits VWO 2015 22

Oefening 2: Recensie Lees het volgende recensies en beantwoord de bijhorende vragen. Wat is de mening van de auteur over Stefan Raab? Markeer de woorden die aangeven of de beschrijving positief of negatief is en zet een + en een - daarbij. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 23

Stap 3 Lees de vraag. Vaak zul je niet genoeg tijd hebben om eerst alle teksten helemaal te lezen. Dit is ook niet nodig. - Zorg ervoor dat je alle woorden uit de vraag snapt als deze in het Duits is. Zoek de woorden uit de vraag (en de antwoorden) dus op als je ze niet kent! Vaak kun je onderscheid maken tussen positieve (+) en negatieve (-) antwoorden. Zet een plusje of een minnetje voor het antwoord. - Onderstreep de woorden uit de tekst waar de vraag over gaat. Als de vraag over een hele alinea gaat zet dan een streepje voor de regels zodat je weet waar je naar het antwoord moet zoeken. Is de tekst positief of negatief? Hierdoor kun je vaak al meerdere antwoorden wegstrepen. - Ga terug naar de vraag en bekijk per overgebleven antwoord of je die woorden of het idee/gevoel dat in het antwoord verwoord wordt uit de tekst kunt halen. Is dit niet het geval, streep het antwoord door. - Vaak hou je hierna nog twee antwoorden over. Een goed antwoord en een antwoord dat bijna goed is. Lees deze antwoorden nog een keer goed door en onderstreep de belangrijkste woorden in de antwoorden. Komen deze woorden letterlijk of in een iets andere bewoording terug in de tekst? Hoe meer woorden je terug kan vinden in de tekst, hoe beter. - Het goede antwoord is altijd het antwoord dat het meeste overeenkomt met de grote lijn van het verhaal. Hou deze dus altijd in je achterhoofd! Als je twee antwoorden overhoudt die allebei goed zouden kunnen zijn kies dan dus altijd het meest algemene antwoord dat het meest overeenkomt met de hoofdgedachte van de tekst. - Als je naar de volgende vraag gaat, lees dan het hele stuk tekst tussen de vorige vraag en de nieuwe vraag. Als een vraag over de laatste zin van een alinea gaat, lees dan ook altijd de eerste zin van de volgende alinea. Gaat een vraag over de eerste zin van een alinea, lees dan ook nog even terug naar einde van de vorige alinea. TIP: Voor het beantwoorden van de vragen is het niet belangrijk wat jij vindt. Alle antwoorden staan in de tekst! Lees de tekst dan ook zorgvuldig en vul de tekst niet aan met je eigen ideeën over een onderwerp. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 24

Antwoorden op open vragen moeten dan ook altijd beginnen met in de tekst staat en niet ik denk of ik vind.!zelfstandig DENKEN IS VERBODEN! Nationale Examentraining Duits VWO 2015 25

Tekst 1 Nationale Examentraining Duits VWO 2015 26

alles und dessen Gegenteil (regel 1) 1. Welke twee interpretaties van de statistiek bedoelt de schrijver in de eerste alinea? Diese Statistiek der Erleuchtung. (zeile 5-9) 2. Was will der Autor mit diesen Worten über Bildungspolitiker deutlich machen? A. Sie bleiben mehr oder weniger krampfhaft bei ihrer Meinung B. Sie messen der Statistiek häufig zu große Bedeutung bei C. Sie schwanken häufig zwischen verschiedenen Meinungen hin und her D. Sie verstehen im Allgemeinen zu wenig von Statistik 3. Welhe der folgenden Wortgruppen past in die Lücke in Zeile 22? A. Humanitäre Interessen B. Mehr Finanzen C. Neue Unterschiede D. Persönliche Initiativen Nationale Examentraining Duits VWO 2015 27

1. Was geht aus dem Text über die Begriffe Wessi und Ossi hervor? A. Die Begriffe sind aus der Perspektive der Westberliner entstanden B. Die Begriffe werden heute nicht mehr als Schimpfwörter erfahren C. Ursprünglich wurden mit dem Begriff Wessis die Westberliner gemeint D. Während der Begriff Wessi positive belegt war, war Ossi immer ein Schimpfwort Nationale Examentraining Duits VWO 2015 28

Die US-Weltraumbehörde Weltraummissionen testen. (2e alinea) 1. Onder welke twee voorwaarden is Robodoc Raven ook voor NASA interessant? Nationale Examentraining Duits VWO 2015 29

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 30

Rausgeworfenes Geld (titel) 1. Welke drie factoren bepalen volgens Richard Gris dat nascholing rausgeworfenes Geld is? Nationale Examentraining Duits VWO 2015 31

Blok 2 Signaalwoorden Signaalwoorden zijn woorden of woordgroepen waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea s of twee zinnen. Deze woorden zijn erg belangrijk om te bepalen of er een conclusie volgt, een tegenstelling, een voorbeeld etc. Leer deze woorden dus uit je hoofd, ze komen erg vaak voor! Opdracht 1: Signaalwoorden Setzen Sie folgende Konjunktionen ein. Einige Konjunktionen passen nicht. aber, als, bevor, bis, damit, denn, nachdem, obwohl, oder, sobald, sondern, und, während, weil, wenn 1. Michael hat kein geld auch keine arbeit 2. Er sucht zwar eine Arbeit, er findet keine 3. er täglich die Stellenanzeigen liest, findet er kleine passende Stelle 4. Heute steht Michael sehr früh auf, er einen Termin beim Arbeitsamt hat 5. Er fährt nicht mit dem Auto, nimmt den Bus 6. der Bus endlich kommt, muss er etwa 15 Minuten an der Bushaltestelle warten 7. er mit dem Bus fährt, liest er erneut die Zeitung. Zuerst die Sportnachrichten 8. er den Sportteil zu Ende gelesen hat, will er die Stellenanzeigen lesen. 9. er jedoch die Stellenanzeigen liest, kontrolliert er die gestrigen Lottozahlen 10. er sie gelesen hat, wird er nervös und kontrolliert seinen Tipp. 6 Richtige Bron: www.mein-deutschbuch.de/lernen.php?menu_id=150 Opdracht 2: Signaalwoorden Setzen Sie folgende Konjunktionen ein. aber Bevor damit dann denn nachdem sondern Der Sportnachmittag Heute findet an unserer Schule der Sportnachmittag statt. Stefanie und Asya gehen gemeinsam hin, [...] ihnen macht Sport großen Spaß. Volleyball mögen beide besonders gern während der Ferien, [...] wenn es nicht anders geht, [...] halt auch am Nachmittag in der Schulzeit. Asya spielt nicht auf dem Spielfeld mit, [...] er ist Schiedsrichter. [...] ein Spiel beginnt, spricht Asya mit den Spielern nochmals über die Regeln, [...] es ein faires Spiel gibt. Natürlich pfeift Asya das Spiel erst an, [...] die beiden Mannschaften sich freundschaftlich begrüßt haben. Das Spiel, das folgt, ist jedenfalls toll. Bron: http://online-lernen.levrai.de/deutschuebungen/grammatik_5_7/16_konjunktionen/02_konjunktionen_beispiele_uebungen.htm Nationale Examentraining Duits VWO 2015 32

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 33

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 34

1. Welche Aussage über den Film Operation Walküre entspricht den ersten beiden Absätzen? A Der Autor fragt sich, ob er sich über den weltweiten Erfolg des Films freuen soll. B Der Film hat zu einer anderen Bewertung des Hitler-Attentats geführt. C Eine solche Hollywoodproduktion nimmt es mit der geschichtlichen Wahrheit meist nicht so genau. D Es ist erstaunlich, dass es in der englischen Presse Kritik an dem Film gab. 2. Welche Aussage(n) stimmt/stimmen mit dem 3. Absatz überein? 1 Der Film macht weltweit deutlich, dass einige Deutsche einen Anschlag auf Hitler verübt haben. 2 Es ist überraschend, dass dieser handlungsarme Film weltweit doch ein Publikumserfolg geworden ist. A Keine von beiden. B Nur 1. C Nur 2. D Beide. Und Hollywood zu werden. (Zeile 23-24) 3. In welchem der nachfolgenden Absätze wird diese Behauptung bestätigt? A Im 4. Absatz. B Im 5. Absatz. C Im 6. Absatz. 4. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 35? A ausgeblieben B notwendig C unangemessen 5. Was kann man aus dem 5. Absatz schließen? A Den Attentätern des 20. Juli wird heute Rücksichtslosigkeit vorgeworfen. B Der Film wurde im Vorfeld als ein wirtschaftlich gewagtes Unternehmen betrachtet. C Es gab Stimmen, die die Produktion des Films am liebsten verhindert hätten. 6. Welche Aussage entspricht dem 6. Absatz? A Der Film hat das Elend der Verfolgten gut abgebildet. B Ein Film über ein gelungenes Attentat wäre möglicherweise noch viel erfolgreicher gewesen. C Es bleibt die Frage, was ein gelungenes Attentat bewirkt hätte. Die Botschaft des 20. Juli ist höchst ambivalent. (regel 60) 7 Wat houdt deze ambivalentie in? Enerzijds is het goed dat 1, maar anderzijds valt te betreuren dat 2. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 35

Noteer 1 en 2 met daarachter passende aanvullingen. 8 Welche Aussage stimmt mit dem 7. Absatz überein? A Albert Speer hat der Fiktion des Nichtwissens ein Ende bereitet. B Das Attentat kann und soll im Film nicht über die schrecklichen Verhältnisse im damaligen Deutschland hinwegtäuschen. C Die Motive der Attentäter des 20. Juli sind über alle Zweifel erhaben. D Mit dem Thema Widerstand gegen Hitler hofft die Filmindustrie noch viel Gewinn zu machen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 36

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 37

1. Geef voor elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet in overeenstemming is met de tekst. 1 Het publiek vermoedt dat Beckham met zijn nieuwe tatoeage het einde van zijn relatie wil aankondigen. 2 Beckhams populariteit groeit nog steeds. 3 De nieuwste tatoeage van Beckham is een exacte kopie van een schilderij. 4 De tatoeage roept de suggestie op dat Beckhams moeder jaloers op zijn vrouw zou kunnen zijn. Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door wel of niet. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 38

BLOK 3 Vraagsoorten (Open en meerkeuze) In het examen komen verschillende soorten vragen voor. Dit zijn zowel Open vragen als Meerkeuzevragen. Deze verschillende soorten vragen hebben ook een verschillende aanpak nodig om ze goed te kunnen beantwoorden. 1. Open vragen Open vragen worden in het Nederlands gesteld en moeten ook in het Nederlands beantwoord worden. Er zijn verschillende soorten open vragen die vaak gesteld worden. Waarom.? o Dit vraagt naar een oorzaak. Hierbij ga je op zoek naar signaalwoorden in de tekst die een oorzaak aangeven (Weil, durch, deswegen etc.) 2 of meer (oorzaken/redenen/.) o Dit vraagt naar een opsomming. Kijk hiervoor naar signaalwoorden die een opsomming aangeven (puis, et, ensuite, aussi etc.) Komen de volgende elementen wel of niet voor in de tekst? o Hierbij moet je de elementen waarvan je moet aangeven of ze wel of niet voorkomen goed doorlezen! Vaak zit het goede antwoord in een detail (bv staat er niet terwijl het wel moet zijn). Ook worden dingen wel geïmpliceerd in de tekst maar niet uitdrukkelijk gezegd. In dat geval komt het element dus niet voor in de tekst. Ook hiervoor geldt: kijk alleen wat letterlijk in de tekst staat! Zijn de volgende beweringen wel/niet waar of positief/negatief? o Ook hier geldt voor dat het goede antwoord vaak in een detail zit. Onderstreep in de tekst waar je het antwoord gevonden denkt te hebben en lees deze zorgvuldig door. Als je hierin een woord niet begrijpt, zoek het op! Dit kan het verschil maken tussen of iets wel of niet waar is. Hou ook hierbij altijd de grote lijn van het verhaal in gedachten. Wat wordt er bedoeld met.? o Hierbij is het niet voldoende om de vertaling van dit begrip op te schrijven. Je moet dan uitleggen wat dit begrip betekent in relatie tot de tekst. Tips: Schrijf je antwoord beknopt op. Het eerste antwoord dat je in je antwoord geeft is het antwoord dat beoordeeld wordt! Geef je antwoord in het Nederlands, tenzij er uitdrukkelijk om een citaat gevraagd wordt. Als hier niet uitdrukkelijk om gevraagd wordt en je gebruikt toch Duitse tekst/woorden in je antwoord wordt dit fout gerekend. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 39

Lees de vraag goed! Wat voor antwoord wordt er verwacht? Dit kan een woord, een beknopt antwoord of juist een hele zin zijn. Als je antwoord hier niet aan voldoet wordt het fout gerekend. 2. Meerkeuzevragen De meeste vragen in het examen zijn meerkeuzevragen. Hierbij staan zowel de vragen als de antwoorden in het Duits. Hierbij volg je de stappen zoals eerder in het programma besproken zijn. In het kort nog een keer: 1. Bepaal de grote lijn van de tekst d.m.v. de titel, het plaatje en de introductie. 2. Lees de vraag, zoek woorden die je niet kent uit zowel de vraag als de antwoorden op. 3. Maak onderscheid tussen positieve (+) en negatieve (-) antwoorden. 4. Onderstreep het stuk tekst waar het antwoord in moet staan. 5. Is dit stuk tekst positief of negatief? Streep de antwoorden die hier niet mee overeen komen weg. 6. Kies tussen de twee overgebleven antwoorden. Ga na hoe vaak de woorden uit het antwoord voorkomen in de tekst, of alle elementen uit het antwoord kloppen en of de antwoorden passen in de grote lijn van de tekst. Bij twijfel, kies altijd het meest algemene antwoord Nationale Examentraining Duits VWO 2015 40

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 41

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 42

1. Welche Aussage über den Gefühlswert von Wörtern im Deutschen entspricht den ersten beiden Absätzen? A Er hängt von dem Kontext ab, in dem ein Sprecher sie gebraucht. B Er lässt sich nicht immer eindeutig bestimmen. C Er liegt relativ fest und ist nicht personengebunden. D Er unterliegt im Laufe der Zeit erheblichen Schwankungen. starke kulturelle Unterschiede (regel 49-50) 2. In welke zin in het vervolg van de tekst staat verwoord waarom het belangrijk is om zich hiervan bewust te zijn? Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin. 3. Welke oorzaak noemt de tekst voor de verschillende waardering van begrippen die aan seksualiteit gerelateerd zijn? 4. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 93? A gesellschaftliche Wirklichkeiten B individuelle Charaktere C intellektuelle Begabungen ob es Sprache produziert (Zeile 99-105) 5. Welche Antwort auf diese Frage hält Franziska Schubert für korrekt? A Die Persönlichkeit beeinflusst die Sprache mehr als umgekehrt. B Die Persönlichkeit bildet sich eher anhand von Hörerreaktionen heraus. C Die Sprache beeinflusst den Zuhörer stärker als den Sprecher. 6. Was lässt sich aus der Studie von Franziska Schubert (Zeile 108) schließen? A Bei Vorstellungsgesprächen geben sich Bewerber oft anders, als sie vom Typ her sind. B Die Sprache von analytisch-logischen Denkern wird weniger durch Stress beeinflusst als die Sprache ganzheitlich orientierter Persönlichkeiten. C Die Verwendung weniger gefühlsgeladener Wörter wirkt sich positiv auf die Verständigung aus. D Gesprächspartner gleichen Persönlichkeitstyps kommunizieren problemloser miteinander als Gesprächspartner unterschiedlicher Persönlichkeitstypen. 7. Auf welchen der vier im Untertitel genannten Aspekte geht der Artikel nicht ein? A Bildungsgrad. B Herkunft. C Lebenseinstellung. D Persönlichkeit. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 43

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 44

1. Warum sind die Erziehungsratgeber dem 1. Absatz nach so erfolgreich? A Sie geben konkrete Tipps, um Kinder in den Griff zu bekommen. B Sie machen den liebevollen Umgang mit Kindern zum obersten Gebot. C Sie schildern zahlreiche Probleme mit der jeweils passenden Lösung. 2. Welche Aussage über Winterhoff und Bueb entspricht dem 1. Absatz? A Bueb setzt weniger auf Härte bei der Erziehung als Winterhoff. B Im Grunde vertreten beide die gleiche Erziehungsmethode. C Winterhoff ist der erfolgreichere Pädagoge. D Winterhoffs Theorie ist wissenschaftlich besser fundiert als die von Bueb. 3. Welchem Bereich entlehnt der Verfasser die Sprachmittel, um die Erziehungsratgeber zu beschreiben? (1. Absatz) A Geografie. B Militär. C Pädagogik. D Psychologie. doch dieser hat einen schweren Stand (Zeile 16) 4. Warum ist das so? A Bergmann begründet seine Position nur unzulänglich. B Dem Psychologen Bergmann fehlt die pädagogische Erfahrung. C Eltern sind sich der Notlage ihrer Kinder meist nicht bewusst. D Viele Kinder kämpfen heute mit ernsthaften Problemen. 5. Welche Gruppe steht den verzweifelt Wohlmeinenden (Zeile 22-23) gedanklich gegenüber? A die Neuen Autoritären (Zeile 18) B jene Totalverweigerer (Zeile 20) C die Selbstverletzer (Zeile 21-22) D die schwarzen Löcher (Zeile 24) 6. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 30? A den stetigen Fortschritt B die empfindlichste Stelle C die große Hoffnung Umgekehrt wäre es besser. (Zeile 39) 7. Was ist damit gemeint? A Die Erwachsenen sollten zuerst ihre eigenen Probleme lösen. B Eltern sollten sich mit der Phantasiewelt der Kinder beschäftigen. C Kinder sollten mehr Verständnis für ihre Eltern zeigen. D Man sollte den Kindern viel mehr Freiheit gönnen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 45

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 46

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 47

1. In welcher Absicht sammelte David Harnasch Unterschriften gegen den Stoff Dihydrogenmonoxid? A Er wollte die Praktiken der Umweltschützer aufdecken. B Er wollte die Qualität der Bio-Landwirtschaft in Frage stellen. C Er wollte die weitere Verwendung von Pestiziden in der Landwirtschaft stoppen Het begin van de tweede, derde en vierde alinea is weggelaten en vervangen door 4a, 4b en 4c. 2. Geef van de onderstaande beginwoorden aan waar zij horen. 1 Alles Einbildung? 2 Chemie bäh, Bio gut. 3 Falscher Alarm. Noteer 4a, 4b en 4c, telkens gevolgd door het bijbehorende cijfer. 3. Welche Schlussfolgerung(en) kann man aus den Zeilen 21-39 ziehen? 1 Maxeiner und Miersch treten trotz erheblicher Bedenken nach wie vor für die Bio-Landwirtschaft ein. 2 Dass Biokost nicht besser schmeckt als herkömmliche Produkte, ist experimentell festgestellt. A Keine von beiden. B Nur 1. C Nur 2. D Beide. Biokost, das nicht gesünder (regel 34-36) 4. Met welke twee argumenten wordt deze bewering gestaafd? 5. Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 64? A ebenfalls B folglich C jedoch Nationale Examentraining Duits VWO 2015 48

D keineswegs. 6. Welche Aussage stimmt mit dem 8. Absatz überein? A Aus praktischen Gründen wird Naturdünger den Kunstdünger nicht ersetzen können. B Es ist effektiver, den ökologischen Ackerbau zu fördern als die ökologische Viehzucht. C Ökologischer Ackerbau kommt dem Naturschutz zugute. D Ökologischer Ackerbau rentiert sich nur, wenn man über ausreichend unbezahlte Helfer verfügt. 7. In welchem Ton endet der Text? A neutral B optimistisch C verunsichert D zynisch Nur gefühlte Vorteile (titel) 8. Zien de auteurs van Biokost und Ökokult helemaal geen voordelen in de ecologische landbouw? Als dat zo is, antwoord geen. Als zij wel een voordeel zien, welk is dat? Nationale Examentraining Duits VWO 2015 49

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 50

Kämpfe um die Wahrheit (regel 18) 1. Over welke kwestie ging het daarbij? Nach Meinung des Verfassers war Ulrich Mühe ungeeignet für klassische Heldenrollen (Zeile 27). 2. Warum? A Weil er als provinzieller Schauspieler galt. B Weil er einem kleinbürgerlichen Milieu entstammte. C Weil seine Gesundheit es ihm nicht erlaubte, Hauptrollen zu spielen. D Weil seine Persönlichkeit diesen Rollen nicht entsprach. 3.Was kann man aus den Zeilen 42-60 schließen? A Ulrich Mühe hat auch durch seinen Einfluss auf das Drehbuch zum Erfolg des Films Das Leben der Anderen beigetragen. B Ulrich Mühe konnte seine Rolle als Stasi-Abhörspezialist nur so glaubhaft darstellen, weil er selbst ein Spitzel gewesen war. C Ulrich Mühe spielte seine Rolle als Stasi-Abhörspezialist so glaubhaft, weil er selbst unter dem DDR-Regime gelitten hatte. D Ulrich Mühe war zeit seines Lebens ein prominenter Kritiker des DDRRegimes. 4. Wie äußert sich der Verfasser in seinem Nachruf zu Ulrich Mühe? A Ambivalent. B Distanziert. C Einfühlsam. D Politisch korrekt. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 51

Blok 4 Gatenteksten Gaten kunnen op verschillende plaatsen in de zin zitten. De gaten aan het begin van de zin zijn vaak het lastigst. Hier moet vaak een signaalwoord ingevuld worden. Zoals eerder besproken geven signaalwoorden het verband aan tussen de vorige alinea/zin en de alinea/zin dat begint met het gat. Volg hiervoor het volgende stappenplan: 1. Bekijk de antwoorden. Schrijf achter elk antwoord wat voor verband dit signaalwoord aangeeft (bv een tegenstelling of een opsomming). 2. Lees de alinea/zin voorafgaand aan het gat. Waar gaat het hier over? Is dit iets positiefs of negatiefs? Schrijf dit als je dat fijn vindt voor jezelf even op. 3. Lees de alinea met het gat erin. Belangrijk is dat je de hele alinea doorleest zodat je een goed idee hebt wat er gezegd wordt. Waar gaat dit stuk over? Vergelijk dit dan met je antwoord op stap 1. Is dit bijvoorbeeld een uitbreiding op wat er in het vorige stuk verteld werd, een tegenstelling of een vergelijking? Als je dit weet kun je het signaalwoord kiezen dat bij dit verband past. Voor gaten op andere plaatsen in de zin volg dit stappenplan: 1. Bekijk de antwoorden. Schrijf achter elk antwoord of dit een positief of negatief antwoord is (waar van toepassing). 2. Lees de tekst tot 1 zin na het gat (daar staat vaak het goede antwoord). Waar mogelijk streep met deze informatie antwoorden weg op basis van positief/negatief. 3. Let op de signaalwoorden! Hierdoor kan de tekst net een andere richting in gaan dan je anders zou denken. 4. Is een van de antwoorden letterlijk of in andere woorden in de tekst terug te vinden? Kies dan dit antwoord. 5. Als er een tegenstelling in de antwoordmogelijkheden zit moet je hier tussen kiezen! Bijv. a. Bank b. hoog c. mooi d. laag Als je het na deze stappen nog steeds niet zeker weet, kies dan altijd het antwoord dat het best binnen de grote lijn van het verhaal past! Nationale Examentraining Duits VWO 2015 52

Het vervolg van de tekst is weggelaten. De weggelaten alinea s staan hieronder in een verkeerde volgorde. 1. Wat is de juiste volgorde? 1 In der Medizin ist das seit eh und je üblich: Forschung, Lehre und Praxis sind dort untrennbar miteinander verbunden. Den Universitätsprofessor umgibt immer auch der Klinikgeruch. Er bildet Ärzte aus, versorgt Patienten, forscht und treibt das Wissen voran. Theorien werden durch kontrollierte Studien vor Ort geprüft. In der Folge wird nur das großflächig eingesetzt, was diesen strengen Prozess überstanden hat. 2 Warum überträgt man dieses Modell nicht auch auf die Pädagogik? Der Medizinprofessor trägt unmittelbar die Verantwortung für seine missglückte Lebertransplantation. Und der Bildungsforscher? Wenn er überzeugt davon ist, dass Binnendifferenzierung in jeder Klasse machbar ist, dann muss er es vormachen. Er muss seinen Alltag vor Ort mit Lehrern und Schülern teilen. Zumindest teilweise. Anders geht es nicht. 3 Das soll sich nach dem Willen von Bundesbildungsministerin Annette Schavan ändern. Der Bund macht im kommenden Jahr 120 Millionen Euro locker, um die Zahl der Bildungsforscher zu erhöhen. Und die sollen dann Auswahlkriterien für Lehrerkandidaten entwickeln. Damit die Erkenntnisse der Bildungsforschung nicht Nationale Examentraining Duits VWO 2015 53

verpuffen, werden eine eigene Schriftenreihe und ein neues Portal Bildungsforschung auf der Homepage des Ministeriums installiert. 4 Das klingt alles recht gut. Nur hat Deutschland eigentlich keinen Mangel an Bildungsforschern. Seit PISA1) kommentieren unzählige Bildungsforscher landauf, landab die Ergebnisse, machen oft gegensätzliche Verbesserungsvorschläge und vermitteln so den Eindruck: Ein Mangel an Forschung existiert eigentlich nicht. Woran es mangelt, ist etwas anderes. Es fehlt den meisten Bildungsforschern an Praxisbezug. Sie sitzen in schicken Instituten, sicher geschützt vor Lärm auf Schulhöfen, stinkenden Schultoiletten und frechen Pubertierenden. Damit sie ihr (verpuffendes) Wissen aber nicht nur abstrakt erwerben und theoretisch weiterreichen, müssen sie persönlich dorthin, wo das Schulleben pulst: zum Unterrichten in die Klassenzimmer der Schulen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 54

1. Welche Ergänzung passt in die Lücke? A farbenreiche B nährstoffreiche C wirkstoffreiche 1. Welches Wort passt in die Lücke? A bedrohlichen B berühmten C freundlichen D willkürlichen Nationale Examentraining Duits VWO 2015 55

1. Welche der folgenden Wortgruppen passt in die Lücke? A humanitäre Absichten B prominente Vorbilder C prozedurale Unsicherheiten D religiöse Motive Nationale Examentraining Duits VWO 2015 56

Antwoorden Blok 1 Tekst 1 Ausland uber alles 1. Een goed antwoord bestaat in de kern uit de elementen : - Duitsland verliest hoog opgeleiden - (Duitse) studenten zijn flexibel/mobiel 2. A 3. C Tekst 2 Wessi und ussi 1. A Tekst 3 Robodoc, ubernehmen Sie! 1. Een goed antwoord bestaat in de kern uit de volgende elementen : - Hij moet ook werken in een toestand van gewichtloosheid - Hij moet eenvoudig in elkaar te zetten zijn Tekst 4 Rausgeworfenes Geld 1. Een goed antwword bestaat in de kern uit de drie elementen - Mensen veranderen alleen als ze zelf willen / er zelf plezier aan beleven - Het is uberhaupt niet zo gemakkelijk om mensen te veranderen / gedrag is een gevolg van wat je in je leven hebt meegemaakt - Korte cursussen helpen niet./ verandering van gedrag is een langdurige zaak Blok 2 Tekst 1 Der Globalisierte 20. Juli 1. B 2. D 3. A 4. C 5. C 6. C 7. Een goed antwoord bevat in de kern de elementen : - De aanslag heeft plaatsgevonden / er verzet is geweest - De aanslag niet op meer steun kon rekenen / er niet meer verzet was 8. B Nationale Examentraining Duits VWO 2015 57

Tekst 2 Amor und Psyche 1. 1. Niet 2. niet 3. niet 4. wel Blok 3 Tekst 1 Du bist, was du sagt 1. C 2. Sie zeigen (regel 93-94) 3. De kern van een antwoord is : - De mate waarin het onderwerp een taboe is. / Seksualiteit is in het ene land met meer taboes omgeven dan in het andere. 4. A 5. A 6. D 7. A Tekst 2 Blagen plagen 1. A 2. B 3. B 4. D 5. A 6. B 7. A Tekst 3 Nur gefuhlte Vorteile 1. A 2. 4a 3 4b 2 4c 1 3. C 4. Een goed antwoord bevat in de kern de twee elementen - Ook de ecologische boer gebruikt bestrijdingsmiddelen/ schadelijke stoffen - (Natuurlijke) mest bevat ook ziektekiemen / schadelijke stoffen 5. C 6. A 7. D 8. De kern van een goed antwoord is : (Ja) voor de dieren / de fauna en het vee is ecologisch boeren beter Nationale Examentraining Duits VWO 2015 58

Tekst 4. Nachruf auf Ulrich Mühe 1. De kern van een goed antwoord is : Of zijn ex-vrouw wel of niet voor de Stasi gewerkt had 2. D 3. C 4. C Blok 4 Tekst 1 Ran an den Schuler 1. 3 4 1-2 Tekst 2 Kafer spuren medizinpfanzen auf 1. C Tekst 3 Erforscht und erfunden 1. A Tekst 4 Akte der lieve 1. D Nationale Examentraining Duits VWO 2015 59

Afsluiting Actief lezen Het zal niet vaak meer voorkomen dat je ongeveer twee uur achter elkaar verschillende soorten teksten van allerlei onderwerpen in hoge concentratie moet lezen en er vragen over moet beantwoorden, zelfs niet in je vervolgopleiding. Het is eigenlijk een wat gekke manier van lezen dat heel veel van je energie en concentratie vraagt. Wees dus niet verbaasd als dit een lastige klus blijkt en kijk niet gek op wanneer je eens een keer afgeleid bent. Dit is heel normaal! Hier een aantal tips om het lezen vol te houden en zoveel mogelijk uit de tijd te halen: 1. Gebruik kleuren. Het is niet voor niets toegestaan om een heel palet aan kleuren mee te nemen tijdens je examen. Deze kun je gebruiken om iets te onderstrepen, een aantekening te maken of gewoon een tekeningetje te maken om even aan iets anders te denken. Het is slim om dit met kleurtjes te doen. Dit geeft wat afwisseling in de zwart witte bedoening van de teksten die je voor je hebt. Daarnaast maakt je die saaie tekst zelf wat prettiger om naar te kijken. 2. Gebruik je fantasie. Wanneer je over een onderwerp leest dat wat saai is, bedenk dan wat je er al over weet of je kunt er een gek verhaal over bedenken. Dit helpt je om je voorkennis te activeren en ook om je concentratie bij de tekst te houden. Het klinkt misschien gek maar je hersenen hebben soms die variatie nodig om zich op een bepaalde taak te kunnen richten. 3. Afgeleid worden is niet erg. Concentratie is niet iets dat je twee/drie uur vol kunt houden. Dat hoeft dus ook niet. Het geeft niks als je afgeleid bent. Neem regelmatig een rustpauze en kijk de zaal rond. Wanneer je denkt dat je weer energie hebt, duik je die gatentekst weer in. 4. Zet op papier wat er in je hoofd zit. Dit betekent dat je opnieuw actief met je pen/potlood in de weer moet zijn. Wordt er bijvoorbeeld verwezen naar een paragraaf, onderstreep die dan. Kom je een signaalwoord tegen? Onderstreep het. Heb je een woord opgezocht in het woordenboek? Schrijf de betekenis bij het woord. Dit helpt je om bij de tekst te blijven en zo vergeet je geen belangrijke informatie. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 60

5. Let op je leeshouding. Deze wordt nogal eens vergeten. Probeer niet te dicht met je neus op de tekst te zitten. Niet alleen omdat dit waarschijnlijk geen gezonde houding is om te leren, maar omdat dat het begrijpen van de tekst niet bevordert. Je hersenen lezen een tekst niet woord voor woord maar zin voor zin en zelfs alinea voor alinea. Onze hersenen richten zich op de globale boodschap van een stuk tekst, niet op de details. Daarom is het belangrijk om als een helikopter boven de tekst te blijven hangen. Nationale Examentraining Duits VWO 2015 61

Woordenlijst Welke woorden heb jij opgezocht? Schrijf ze hier op! Dan heb je aan het eind van de dag je eigen woordenlijst die je kunt gebruiken bij de voorbereiding op je examen. Duits Nederlands Nationale Examentraining Duits VWO 2015 62

Nationale Examentraining Duits VWO 2015 63